Nabou Claerhout, een gesprek







Eerst was er de ep “Hubert”, een voltreffer, en nu “You Know” die ons een avontuurlijk trombonist met haar kwartet laat ontdekken. Nabou Claerhout vertelt ons meer over het door haar bewandelde pad.


Het blijft verwonderlijk dat een negenjarig meisje voor de trombone kiest. Was dit echt je eerste keuze ?

Het ging eigenlijk zo: ik had vrienden die naar de muziekschool gingen, iets waarvan ik eerder niet eens wist dat het bestond. Toen ik mijn moeder vroeg om mij in te schrijven, vertelde ze me dat je eerst verliefd moest worden op een instrument. Dit was moeilijk voor een kind van acht... Het vriendje van mijn zus was drummer, maar mijn moeder vond dat te lawaaierig. Dan was er nog de harp, maar die was veel te duur. Toen kwam de trombone, en toen mijn moeder zei dat ik verliefd moest worden op een instrument, begrijp ik nu pas wat dat betekende: ik bracht zoveel tijd door in mijn kamer met het instrument dat ik er echt verliefd op werd.

Het is een instrument met toch wel een aanzienlijk volume…

Ja, dat realiseerde ik me in de loop van de tijd, maar het is een instrument dat je heel zacht, heel warm of super agressief kunt laten klinken, dat is wat ik er zo leuk aan vind, er zijn verschillende manieren om het te begrijpen.

Het gebaar heeft ook een spectaculaire kant, zoals veel trombonisten zeggen…

Dit raakte me niet echt, het was echt het geluid. Het is een beetje zoals de stem van een moeder, het timbre ligt dicht bij de stem, meer dan een piano of een viool. Het is een beetje zoals je een knuffel van je moeder krijgt, er is warmte, trillingen, meer dan alleen de beweging die het instrument met zich meebrengt.


Heeft het zoeken naar geluid voorrang op melodie ?

Niet echt, want de melodie is ook heel belangrijk voor mij, net zoals het geluid. Maar het is waar dat de trombone zoveel klankmogelijkheden biedt, maar stilte is voor mij ook een vorm van klank.

Je koos voor de combinatie trombone/gitaar. Dit komt niet zo veel voor…

Eigenlijk wilde ik eerst een kwintet vormen, met gitaar en piano, maar dat liep anders. Als je je eigen composities aan andere muzikanten aanbiedt, is het een beetje alsof je je naakt voelt en je baby in hun handen legt en aan hen overlaat te beslissen wat ze ermee doen. Het is iets dat ik alleen maar kan doen met musici die ik volledig vertrouw. Dat was zo met mijn gitarist. Ook vertelde mijn leraar me dat een kwartet gemakkelijker is om mee te toeren én dat het met een piano erbij meteen ingewikkelder wordt.

Daarnaast is er ook het feit dat ik veel naar saxofonisten luister die in kwartet spelen, veelal met een gitarist erbij. Het klopt echter dat de combinatie trombone en gitaar niet zo vaak voorkomt.

Je vermeld de saxofonisten, maar door welke trombonisten werd je beïnvloed ?

Ik heb natuurlijk J.J. Johnson en een aantal andere beluisterd, maar ik voelde bij hen nooit wat ik voel als ik naar Sonny Rollins, Wayne Shorter, of naar gitaristen als Pat Metheny en Jim Hall luisterde. In feite heb ik mij nooit zo verdiept in de wereld van de trombonisten. Ik heb ze wel beluisterd, al was het maar voor hun techniek, maar zoals ik al zegde ervaar ik meer vibraties als ik andere instrumenten hoor.


Kan je vertellen vanwaar je keuze voor de cover komt ?

Dit is een geweldige vraag, dit is de eerste keer dat ze mij wordt gesteld! Op mijn EP "Hubert" is er ook licht, de kleur geel. Ik hou van het idee om kleuren te gebruiken, eerst geel en blauw, en dan nu rood en blauw. Ik werkte met dezelfde artiest en vroeg haar om een foto met het rood van een stoplicht. Ze bood me verschillende opties aan, met alleen een rood licht, dan met een tram en met een gebouw met rood en blauw. Ik denk dat met de cover van "Hubert" en deze, je kunt raden wie we zijn, onze jeugd (we zijn geen dertig), het is vers. Onze eerste plaat is volledig in Londen gemaakt, dus dat stadsgevoel krijg je hier ook. Weet je, als ik naar een platenzaak ga, word ik eerst aangetrokken door de hoes.

Je bent de enige componist op dit album. Is dit te wijten aan de lockdown ?

Tijdens de lockdown heb ik niet gecomponeerd. De nummers dateren van ervoor. Ik schrijf ’s nachts omdat ik me dan beter kan concentreren. Het belangrijkste in mijn muziek is dat men een zekere vibratie kan voelen. Overdag is er lawaai van op straat, of van de buren, … terwijl ’s nachts alles super rustig is. Ik verduister op een na alle lampen. Dat lijkt misschien romantisch maar het is een grote hulp om mij te concentreren op de ‘vibes’ en deze vast te houden. Ik componeer ’s nachts natuurlijk niet op de trombone! Ik heb mijn koptelefoon en mijn piano en zo componeer ik meestal.

Kies je de titels ook ’s nachts ? Wat bepaalt je keuze ? Ik denk bijvoorbeeld aan “K.I.P.” ?

Eerst over “K.I.P.”. Momenteel studeer ik aan het Conservatorium van Antwerpen en ik leer een “drum-system” die op punt gezet werd door Mark Guiliana en de naam “D.R.O.P.” (D van ‘dynamic’, R voor ‘rate’, O voor ‘orchestration’, P voor’phrasing’) kreeg. Ik vond dit leuk, dus vandaar “K.I.P.”, maar ik vond geen woord voor elke letter! Maar als we nummers met de groep beginnen te spelen is er nog geen titel. Daarna bedenk je dat je een titel nodig hebt, en ik ben niet altijd blij met de titel die ik geef! "Chill" bijvoorbeeld, ik vind dat een slechte titel voor een nummer, maar het was iets dat voor mij logisch was: de composities komen soms voort uit iets dat ik in mijn leven heb meegemaakt.


Er zit een heel sterke dynamiek op het album, maar het is soms ook heel romantisch zoals de prachtige ballad "Will We Remember You ?"

Deze titel is pas gekomen na het componeren, de opname en de eindmix. Ik voelde een beetje nostalgie "Will We Remember You ?", maar ik dacht ook aan "Remember You", of "Do I Remember You". We kennen allemaal iemand van wie we hebben gehouden, die ons heeft verlaten, en we vragen ons af: zal ik over tien jaar nog steeds van je houden ? Zullen we nog zijn wat we nu zijn ? Zou ik je stem nog herkennen ? Zo voelde ik me bij deze ballad.

In de pers hebben we de neiging om uw reis in een paar woorden samen te vatten: vrouw, van Afrikaanse afkomst, speelt trombone. Irriteer je je daar niet een beetje aan ?

Neen, want dat klopt. Ja, want zo werkt het voor mij en niet voor een blanke man die trombone speelt. Er zijn nog steeds problemen om een vrouw te zijn in de muziekwereld, veel muzikanten praten erover en het is moeilijk ... Ik heb echter geluk. Het is een beetje treurig: het enige Afrikaanse aan me is de kleur van mijn huid, die van mijn vader van wie ik niets weet. Ik ben half Belg en half Afrikaans, maar niemand praat over de Belgische kant. Ik ben trots op beide kanten van mij, maar waarom zou ik het er maar over één hebben. Ik zou graag willen dat mensen zeggen dat ik een Belgische trombonist ben, maar ik ben er trots op te zijn wat ik ben.

Tekst © Jean-Pierre Goffin (vrije vertaling: Jos Demol) – foto’s © Roger Vantilt
Une collaboration JazzMania / Jazz’halo





Outnote Records

Chronique de Claude Loxhay ICI

 


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst