Marc Johnson, solo





© Priscilla Silvestre / ECM Records




Marc Johnson bracht op ECM "Overpass" uit, een volledig soloalbum, het eerste in zijn carrière. Het verdiende een interview met de laatste bassist van Bill Evans, die van de Parijse opnamen uit 1979.



Wat deed je beslissen om een soloalbum op te nemen ?

Het is een soort uitdaging die ik wilde aangaan. Ik wilde het probleem van alleen te zijn met de snaren en strijkstok oplossen en in een opname vastleggen, documenteren en kijken wat er ging gebeuren.

Waarom nam je op in São Paulo ?

Het was gewoon dat ik daar door omstandigheden was toen ik voelde dat het moest gebeuren. Het was midden in een trio tour met Eliane Elias en we hadden tijd om haar familie in Brazilië te bezoeken. We zijn al meer dan dertig jaar partners in muziek en in het leven. Elke keer dat we daarheen gaan, hebben we tijd om projecten op te zetten en deze plaat was daar een van. Ik heb daar ook een kennis, een gitaarbouwer, Paolo Gomez, die een contrabas bezit waarvan ik het geluid erg leuk vind, en elke keer als ik daar ga, mag ik hem gebruiken. Ik waardeer dit ten zeerste want het is een heel mooi instrument dat Ik gebruikte voor deze opname.

Het album krijgt een sfeer van zelfportret met "Nardis" of een stuk dat uit "Bass Desires" komt…

“Nardis” is een belangrijk nummer voor mij omdat het wordt geassocieerd met mijn tijd bij Bill waar hij elke muzikant op het podium introduceerde. En deze ervaring van het spelen van een onbegeleide solo voor een publiek is iets dat me sindsdien is bijgebleven, het is een vorm die ik heb behouden als een soort doel om te bereiken, waar ik veel aan heb gewerkt en waar ik me nu prettig bij voel deze AABA-structuur en 32 maten. Dit is iets dat in de loop der jaren erg stabiel is geworden in mijn repertoire en elke keer als ik in een concert een solo geef, ga ik naar "Nardis".

Terugkomend op de vraag, het was niet de bedoeling om een album te maken dat een soort terugblik op mijn carrière was, maar toen het allemaal was opgenomen wist ik dat ik sporen uit die periode moest bijhouden, en ook van mijn studies.


© Jos L. Knaepen


Is het niet ‘zwaar’ om het imago te torsen van de laatste contrabassist van Bill Evans ?

Het stoorde me niet! (lacht) Maar het is waar dat het een enorm voorrecht was om deel uit te maken van dit trio, niet per se om mijn naam te maken, maar muzikaal en als een levenservaring: om ondergedompeld te worden in het leven van iemand als Bill was fantastisch. Zien hoe hij zich gedroeg op en naast het podium, we repeteerden niet veel. Als hij iemand in zijn band nam, was het omdat hij hem de juiste muzikant vond, dat de chemie bij hem paste. Veel repeteren was dus niet nodig, het gebeurde op het podium, als een soort workshop. Vanwege zijn filosofie en het feit dat hij een jong iemand als ik wilde hebben, duurde het toch nog ongeveer een jaar voordat hij zeker wist dat het de goede keuze was. Hij had geduld en een langetermijnvisie voor zijn muziek en de mensen waarmee hij zich omringde.

Dit soort spontaniteit van muziek op het podium is typisch voor deze periode. Dat is tegenwoordig vaak minder het geval…

Ik denk dat dit komt omdat muzikanten tegenwoordig vooral hun eigen composities spelen, dus moeten ze repeteren. In de tijd van Bill was er een repertoire dat iedereen kende, standards die iedereen oefende. Dit waren de fundamenten van de harmonieën en melodieën die in die tijd werden gespeeld. Bill veranderde de intro's en eindes veel, hij goot de dingen in een andere vorm. Het werk werd vooral in de drie à vier dagen in de studio gedaan. Bill hield ervan om te beslissen hoeveel maten een muzikant zou spelen, en het gaf muzikanten een algemeen begrip van de opbouw, waar de spanningen en resoluties in elke solo zouden moeten zijn.

Het album opent met de Eddie Harris compositie die Miles ook opnam…

Het is een van die nummers die ik veel hoorde toen ik een student was. "Miles Smiles" is het eerste album dat ik ooit kocht toen ik dertien was en ik moet toegeven dat ik niet eens wist wie Miles Davis was. Eigenlijk is de voornaam van mijn broer Miles en ik was op zoek naar een cadeau voor Vaderdag - hij was dol op jazz. En toen ik een plaat zag met de naam van mijn broer erop, vond ik dat perfect! (lacht) Ik heb er veel naar geluisterd en "Freedom Jazz Dance" stond op die plaat, dat nummer bleef een beetje in mijn onderbewustzijn hangen en ik weet zeker dat dat meehielp dat ik later jazzmuzikant werd. De ritmesectie was zeer open en zeer betrokken bij de totstandkoming van de muziek. Het was een interessant kwintet van Miles ... veel meer dan interessant zelfs, ze legden de lat heel, heel hoog en voerden een manier van spelen in die ik parallel aan het trio van Bill, Scott La Faro en Paul Motian plaatste, deze zeer interactieve manier van spelen met de ritmesectie. Dit nummer staat ook op Miroslav Vitous' plaat "The Mountains in the Clouds" uit 1975 en voor een jonge contrabassist zoals ik was het een echte uitdaging om dit nummer te spelen en ik heb er jaren aan gewerkt. Daarom heb ik het op de plaat gezet, gewoon een manier om te zeggen: "Hé!” aan Miroslav.


© ECM Records  Verlag


Je herneemt hier ook “Bass Desires” uit je periode met John Scofield en Bill Frisell…

Klopt, het is een ander scharniermoment in mijn carrière, met deze musici kunnen opnemen voor ECM. Ik wilde een iets vrolijker nummer op de plaat en dit leekt me een goede keuze. Hier geef ik het de titel “Samurai Fly" terwijl het op “Bass Desires” “Samurai He-Haw” heet. Het is dezelfde vorm van het origineel maar hier gebruikte ik overdubs met de twee melodieën: een pizzicato die de basis van het stuk legt en daarboven komt een gestreken gedeelte.

Je gebruikt nog een tweede keer overdubs…

Inderdaad, op "Yin and Yang”, een improvisatie op een pizzicatolijn waarbij ik de snaren laat klinken die vervolgens een corruptie ("decay") veroorzaken en dus nam ik een reeks op zonder verder na te denken, waarna ik een melodie improviseerde. Ik heb ook wat effecten op dit nummer gebruikt, heel zacht, het is een nummer dat ik erg interessant vind.

Je ontwijkt de valkuil van de demonstratieve solo waarbij de muzikant vooral een techniek naar voren brengt…

Ik wilde in de eerste plaats muziek maken. Het spelen van een contrabassolo kan minimalistisch zijn, waarbij je twee of drie ideeën vier à vijf minuten herhaalt. Harmonisch gezien kan het heel modaal zijn zonder veel kleuren, maar er gebeurt iets met het ritme met verschillende percussieve geluiden, een beetje zoals "drummen".

Over percussie gesproken, we vinden een beetje de geest van "Haiki Burundi" opgenomen op het album van "Right Brain Patrol" op het nummer "And Strike Each Tuneful String"…

In principe is het dezelfde referentie. Ik had geluisterd naar opnames uit de jaren zestig gemaakt in Burundi door muzikanten die hun eigen instrumenten hadden gemaakt met hout, dierlijke pezen, botten… Deze opname vond ik interessant. Ik heb muzikaal niets meegenomen, maar wel in de conceptie van de muziek met de herhaling van dingen met weinig noten en met herhalende opeenvolgingen van ideeën en een zeer sterke identiteit. Het is een soort meditatief proces waarbij je dingen loslaat om te zien wat er gaat gebeuren... Vanuit het oogpunt van de muzikant weet ik niet hoe de luisteraar dit ervaart: de bedoeling is dat het hypnotiserend is, maar als je goed luistert is het niet altijd hetzelfde dat zich herhaalt, het gaat niet om loops, het wordt in realtime afgespeeld. Dat maakt het zo mooi.


© ECM Records  Verlag


"Whorled Whriled World" sluit het album af. Is dit een titel met een boodschap ?

Wat ik interessant vind aan de pandemie is dat we er over heel de planeet mee geconfronteerd worden. Ik raakte geïnteresseerd in hemellichamen, in astrofysica en hoe al deze dingen bewegen, circuleren in het universum. Het nummer is een soort verwijzing naar wie we zijn op deze planeet en het wervelt rond!

Denk je eraan om met dit soloproject op tournee te gaan ?

Eliane Elias brengt binnenkort een nieuw album uit en daarmee gaan we op tournee. Het is wellicht de kans om een of meerdere solostukken te brengen. We praten er nog over… Ik denk dat een volledig soloconcert vermoeiend kan zijn voor de artiest, maar ook voor het publiek.

Het album bevat een natuurlijke flux en zoveel melodie dat ik mij moeilijk kan voorstellen dat dit een publiek kan vermoeien…

Oh, dank je wel ! Ik ben erg blij dit te vernemen. Het was mijn doel om de muziek zo natuurlijk mogelijk te laten klinken, dat de luisteraar er zich kan aan vast klampen. Wat de overdubs betreft, ken ik een techniek om het op het podium te kunnen uitvoeren, maar ik ben niet zeker het te willen gebruiken. Dit wordt misschien de uitdaging.

Tekst © Jean-Pierre Goffin (vrije vertaling : Jos Demol)  -  foto’s © Priscilla Silvestre ECM Records/Jos L. Knaepen
Een samenwerking JazzMania / Jazz’halo




BESTEL HIER

Lees hier de recensie van Georges Tonla Briquet


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet


our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst