Vijftien minuten in gesprek met Bill Frisell





© Monica Frisell




Binnenkort staat hij op Mithra Jazz à Liège ! En het wordt een top editie, met o.a. een evenementenconcert: de terugkeer van Bill Frisell naar de regio waar hij tussen 1978 en 1980 bijna twee jaar heeft gewoond!

Zijn agent had ons gewaarschuwd dat Bill 'VERY VERY BUSY' is, en dat hij tijdens tournees geen interviews toestond. Maar toen hij vernam dat het over zijn Luikse periode tussen 1978 en 1980 zou gaan maakte de gitarist een uitzondering. In het midden van zijn tournee, in Cincinnati, tijdens het ontbijt, stemde Bill ermee in om die tijd te nemen en was er zichtbaar door ontroerd. Hier zijn de vijftien minuten die door het management werden toegekend.


Kan je ons wat meer vertellen over je ontmoeting met Steve Houben aan het Berklee College in Boston én wat de aanleiding was om naar België te komen ?

Ik was drie jaar in Boston, denk ik, en na het afstuderen dacht ik erover om naar New York te gaan, eigenlijk wist ik niet wat ik moest doen. En de timing was zo perfect toen Steve me vroeg om hem te volgen naar België met mijn vrienden Kermit Driscoll, Vinnie Johnson en Greg Badolato, allemaal muzikanten met wie ik wilde blijven spelen. Ik was nog nooit in Europa geweest, dus het zat in mijn hoofd als een avontuur.

Wat wist je in die tijd over de jazz in België ?

Ik kende natuurlijk Django Reinhardt en René Thomas, musici die ik toen al enorm bewonderde. Ik denk niet dat ik Jacques Pelzer al kende voordat Steve ons aan elkaar voorstelde. Maar er werd daar jazzgeschiedenis geschreven, ook met de Amerikanen die naar Europa trokken. Als ik terugdenk aan Le Chapati (*) in Spa, was het ongelooflijk welke muzikanten we daar ontmoetten, het was magisch, het was zelfs iets dat mij onmogelijk leek; ik herinner mij nog Art Blakey, Art Ensemble of Chicago, Dexter Gordon, Art Taylor ... We woonden daar en elke dag was er iets te beleven.

Een belangrijke etappe op je curriculum ?

Ja, duidelijk, het zijn drie jaar geweest die mij gemarkeerd hebben. Hier begon ik mijn eigen muziek te ontwikkelen. We speelden elke dag, we repeteerden, hoewel we eigenlijk niet zoveel optredens hadden, misschien een paar, maar het belangrijkste was dat we veel dingen probeerden.


Mauve Traffic © Maison du Jazz Liège


Je vormde “Mauve Traffic” met Steve, en jullie namen het album “Good Buddies” op. In je discografie staat vermeld dat dit je eerste opname is. Klopt dit ?

Ik geloof het wel. In Boston deed ik een aantal zaken, maar nooit een echte plaat. Er was misschien nog een plaat met blauwe hoes voor deze van Mauve Traffic, maar ik ben het niet zeker.

Je keerde toen een korte tijd terug naar de States…

Ik keerde inderdaad terug naar de VS. In 1980 kwam ik echter terug en we hebben toen veel getoerd met Mauve Traffic.


Mauve Traffic © Maison du Jazz Liège


Er bestaat een opname van een concert in Wijnendale (Torhout) waarover Steve Houben me vertelde en die in de kast van Jos Demol gebleven is. Je bent hier te horen op twee standards, “Body and Soul” en “Beatrice” van Sam Rivers. Er staan dan ook composities op van Kermit Driscoll en jijzelf, “Sans Blues Thank You” en “What Do You Mean ? What Do You Mean ?” die op het « Good Buddies » album staan. Maar jullie spelen ook een nummer dat ik nergens elders terugvind en wordt aangekondigd als “Serious Bumper Car Drive”…

Wow ! Welnu, ik herinner mij die titel niet meer ! (lacht) Misschien speelden we dat in quartet… Ongelooflijk !

Je nam ook op met Chet Baker…

Iedereen kent de verhalen van Chet... Ik herinner me dat we in de studio waren en Chet was er nog niet. We zaten te wachten, wachten, wachten... en uiteindelijk daagde hij toch op en alles veranderde plotseling in de kamer, de sfeer veranderde, het was alsof hij een toverspreuk uitgesproken had. Ik was nog jong en had nog maar weinig speelervaring. Ik kwam net van de universiteit en we waren gewend om met bladmuziek te spelen, maar Chet kwam binnen zonder iets, geen muziek! Hij luisterde naar alles wat er gebeurde, hij wist wat er aan de hand was. Het was mijn eerste ervaring met spelen met iemand die alle muziek in zijn hoofd had en het had effect op iedereen in de studio, het was geweldig! Het is de enige keer in mijn leven dat ik met hem heb gespeeld en ik denk dat ik deze kans heb gehad dankzij de ontmoeting met Steve Houben of Jacques Pelzer. Zij slaagden erin Amerikaanse en Europese muzikanten met elkaar in contact te brengen. Ik herhaal nog eens dat het een ongelooflijke periode in mijn leven is geweest.

Steve Houben vertelde me dat het meer dan zeventig jaar duurde om muziek echt te begrijpen... Wat denk jij ?

Welnu, ik voel me als zeventigjarige als op de eerste dag. Elke dag zeg ik bij mezelf dat ik iets nieuws leer en dat ik hoop dat ik de volgende dag meer zal leren. Ik blijf op zoek naar nieuwe dingen.


© Monica Frisell


Je komt trouwens naar Luik met een nieuw trio waarmee je een eerste cd opnam in 2020, “Valentine”…

Ja, het is onze eerste opname, maar we spelen al een twee à drie jaar samen. Terugkomen naar Luik voor een concert met dit trio is iets ongelooflijks voor mij. Ik kan me niet herinneren wanneer ik er voor het laatst was, maar het is lang, lang geleden.

Tijdens deze reünie kan je wellicht met de een of andere verrassing komen: waarom zou je "What Do You Mean?" niet opnieuw spelen ?

Ohlala ! Ik zou de scores moeten vinden! (lacht) Ik weet dat het speciaal zal zijn. Elke keer als ik ergens speel, heeft de omgeving een grote impact op de muziek. Ik denk dat het in Luik waarschijnlijk een heel emotioneel moment voor me zal zijn. Deze periode is zo'n belangrijke tijd in mijn leven geweest. Er is toen zoveel veranderd in mijn leven, ik heb er mijn vrouw leren kennen. Het was een magische tijd.

Tekst © Jean-Pierre Goffin (vrije vertaling: Jos Demol)  -  foto’s © Monica Frisell / Maison du Jazz Liège

(*) Le Chapati (in Spa) was DE jazzclub van België van bij zijn oprichting door Robert Delcour in 1976 tot het sluiten van de Chapati Two (in 1980). Er traden een onnoemlijk aantal groten uit de Amerikaanse jazz op. Naast degenen die Bill Frisell al noemde waren er ook nog o.m. Betty Carter, Max Roach, Archie Shepp, Mal Waldron, Elvin Jones, Arthur Blythe, Paul Motian,…


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet


our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst