Sylvain Rifflet: vier maal op Middelheim


Een veelkleurige vogel, de Franse saxofonist Sylvain Rifflet. Hij hult zich graag in een lange knalrode mantel, beschouwt Moondog (de Viking die indertijd ronddwaalde in de New Yorkse straten) als een zielsgenoot en de Belgische striptekenaar François Schuiten ontwerpt speciaal voor hem een hoestekening. En oh ja, hij speelt ook jazz. In Middelheim kan je maar liefst vier keer met hem kennis maken.

Een eerste afspraak via Skype mislukt wegens de hel van het Franse verkeer waarin Rifflet klem zat. De volgende ochtend zit hij stipt zoals afgesproken achter zijn computer. Koffie bij de hand en ongeschoren maar tien uur is zeker niet onmenselijk vroeg voor hem. “Ik heb een dochtertje en die wekker zet je niet zomaar af”. De man heeft duidelijk een goed gevoel voor humor. Dat valt niet meteen af te leiden uit zijn sterk geconceptualiseerde muziek.

We krijgen vier maal een andere Rifflet te horen in Middelheim. Heb je een schizofreen kantje?

SYLVAIN RIFFLET: Er zijn toch wel een aantal gemeenschappelijke overeenkomsten tussen de vier groepen hoofdzakelijk via de muzikanten, zo schizofreen is het dus niet (lacht). Tweemaal treed ik zelfs op met dezelfde formatie, zij het met een verschillend programma.


Je eerste concert in Middelheim is in duo samen met Joce Mieniel. De opdracht: een brug maken tussen elektronische en akoestische werelden.

SYLVAIN RIFFLET: Dat is het helemaal. Joce is niet alleen een uitstekend fluitist maar kan bovendien ook nog zeer goed overweg met electronics en pedalen. Het repertoire dat we brengen, is een mix van eigen werk en bewerkingen van composities die we bij anderen ontleenden waaronder Henri Texier en Michel Portal. Er is heel veel ruimte voor improvisatie. Met deze formule traden we reeds verschillende malen op en het werkt. Voorlopig volgt er nog geen cd wegens te drukke agenda’s maar het is zeker niet uitgesloten dat het ooit lukt in de toekomst om samen de studio in te trekken.

Vervolgens breng je een ode aan de wereld van Moondog. Zonder Jon Irabagon en het jeugdkoor zoals op de cd.

SYLVAIN RIFFLET: Moondog heb ik leren kennen via de directeur van het Franse festival Banlieues Bleues die opmerkte dat mijn muziek zekere parallellen vertoonde met diens werk. Nadat ik mij hierin verdiept had, begreep ik waarom. Er is eenzelfde structureel verband terug te vinden bij ons beiden op gebied van compositie, percussie en melodie. Voor de cd ‘Perpetual Motion’ kon ik naast mijn vast trio inderdaad rekenen op een aantal extra gasten zoals Jon Irabagon, Eve Risser en een koor. Het is een totaalspektakel met videobeelden. In Middelheim is dat niet mogelijk, zeker niet binnen het tijdbestek van een half uur. Daar brengen we in kwartet materiaal uit de cd aangevuld met eigen nummers beïnvloed door Moondog. Vandaar ook de aankondiging ‘Moondog Influences’.


Vervolgens kom je dan ‘Mechanics’ voorstellen. Voor de hoesillustratie, die het midden houdt tussen steampunk en sciencefiction, kon je rekenen op niemand minder dan François Schuiten.

SYLVAIN RIFFLET: Zoals gewoonlijk schreef ik eerst de muziek. Voor de hoes wilde ik begrippen als transmissie en beweging uitbeelden. Mijn vriendin wees mij op de tekeningen van Schuiten maar toen ik zag dat hij bij de grote uitgeverij Casterman zat, dacht ik dat dit nooit zou lukken. Via trompettist Laurent Blondiau geraakte ik aan zijn e-mailadres. Uiteindelijk verliep alles veel simpeler dan met een gespecialiseerde graficus. Nadien moesten we ook nog promofoto’s maken. Het leek evident om in de huid te kruipen van het personage met de rode mantel in de tekening. Sindsdien is het een beetje mijn handelskenmerk geworden. Het is vooral ook praktisch. Ik hoef mij geen zorgen meer te maken over welke outfit ik aantrek om het podium op te stappen. Gewoon een broek en een hemd en de rode jas hierover (lacht).

Muzikaal vallen de parallellen op met Terry Riley, Steve Reich en Philip Glass.

SYLVAIN RIFFLET: Dat ga ik niet ontkennen. Stilaan probeer ik mij daar wel los van te maken. Met het instrumentarium van mijn kwartet, namelijk fluit, gitaar en percussie, kom je haast automatisch terecht in die richting. Ik zocht naar iets vrij met improvisatieruimte maar met toch voldoende structuur. De repetitieve muziek biedt dat kader. Vergeet trouwens niet dat Moondog en Philip Glass elkaar kenden. Op de eerste opnamen van Moondog waren het Glass en Reich die percussie speelden.

Tenslotte is er Re-Focus, jouw versie van Stan Getz zijn opname met werk van componist Eddie Sauter waarbij de saxofonist volledig improviseert over de partituur van een strijkersorkest. Je gaat duidelijk geen enkele uitdaging uit de weg.

SYLVAIN RIFFLET: Hier dezelfde opmerking als bij ‘Perpetual Motion’ voor Middelheim. Een volledig orkest meebrengen was praktisch niet haalbaar. We hebben ondertussen een reeks concerten gegeven met een uitgedunde versie van strijkersensemble, contrabas en percussie. En dat werkt ook. Het geeft meteen heel wat meer kansen om te improviseren.


Je speelt met een speciaal mondstuk, SYOS.

SYLVAIN RIFFLET: SYOS staat voor “Shape Your Own Sound”. Het is gemaakt via de 3D techniek. Voor een persoonlijke eigen klank moet de muzikant nog steeds zelf zorgen maar deze manier van ontwerpen heeft wel bepaalde praktische voordelen. Zo bestaat de mogelijkheid om af te wijken van de traditionele karakteristieken van het mondstuk of de “mentonnière”. Je kan de hoek scherper of breder maken. Ander positief punt is dat bij verlies of diefstal precies hetzelfde model nagemaakt wordt.

Tekst © Georges Tonla Briquet  -  foto's © Sylvain Rifflet

Sylvain Rifflet, Jazz Middelheim: 11.08 (17.00, 19.00, 21.00, 23.00)


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst