Sultan Stevenson… wie het hoedje past…





 



Na “Faithful One” brengt Sultan Stevenson bij Edition Records “El Roi” uit. Een absoute aanrader!

Wanneer we dit interview beginnen, zit Sultan Stevenson niet achter zijn piano, maar... achter zijn naaimachine! Hij zet een van zijn hoeden op voor het interview.


Naaien is echt je tweede passie…

Ik moet 15 hoeden meenemen naar Bulgarije!

Waar komt je interesse voor jazz vandaan?

Het begon met mijn vader. Hij werkte bij een radiostation, destijds in het land van mijn moeder, Barbados, in het Caribisch gebied. Hij deed dat niet fulltime, het was zijn hobby. Als dagelijkse job werkte hij voor de nationale krant van het eiland.

's Avonds presenteerde hij een jazzprogramma. Hij draaide Duke Ellington, Count Basie en echt moderne artiesten als Robert Glasper, Esperanza Spalding, Chris Potter, enz.... Daardoor verzamelde hij heel wat cd's, verhalen en herinneringen. In die tijd was er ook het jazzfestival van Barbados. Daar traden artiesten op als Branford Marsalis, Wynton Marsalis en heel wat andere mensen die het festival opluisterden.

Toen mijn ouders naar Engeland verhuisden, nam mijn vader zijn cd-collectie mee. Dus toen ik klein was, was er altijd jazzmuziek in huis. Dat heeft me zeker gevormd en beïnvloed om piano te leren spelen en vervolgens een carrière als jazzmuzikant na te streven.


En wie was de eerste jazzpianist die je hebt beluisterd?

De eerste was zeker McCoy Tyner. Het was op YouTube, een video van het kwartet van John Coltrane. Ze speelden, geloof ik, ”Afro Blue“ of ”Impressions", zoiets. En McCoy zat aan de piano... Technisch gezien begreep ik niet echt wat hij deed. Maar wat me echt aantrok, was de manier waarop hij speelde, zijn lichaamstaal, zijn overtuiging, zijn houding, de manier waarop hij zijn handen zo vrij over de piano kon bewegen. Toen ik me echt in muziek verdiepte, begreep ik wat hij deed.

Daarna kwam ik in aanraking met Ahmad Jamal, Duke Ellington en mensen die door McCoy Tyner waren beïnvloed, zoals Kenny Kirkland, Dave Kikoski, Joe Calderazzo, Mulgrew Miller,...

Maar het was absoluut McCoy Tyner die indruk op me maakte. Hij was mijn eerste en belangrijkste inspiratiebron. En dat is hij nog steeds.

Je partners hebben heel verschillende persoonlijkheden. Joel Waters is echt explosief; Jacob Gryn houdt een beetje de kerk in het midden...

Zo is het inderdaad. We spelen al ongeveer vijf jaar samen. We hebben elkaar ontmoet toen we nog studeerden. Ik heb altijd met deze jongens gespeeld. Het is echt een voorrecht. Wat zij toevoegen is individualiteit. Ik geef het publiek graag de tijd om te genieten van wat ze doen en geef ze een platform om hun stem te laten horen. Jacob Gryn houdt alles bij elkaar. Hij is het fundament van het trio. Dat geeft Joel Waters de kans om expressiever te zijn, meer risico's te nemen, spontaner te zijn, en we weten dat we op iemand kunnen vertrouwen om het schip op koers te houden. Dat is wat Jacob doet. Als iedereen echt explosief was, zou het te veel zijn. De contrabassist zorgt voor een goede balans.


Het thema van jullie album is geloof: “El Roi” is een van de vele namen die God in de Bijbel krijgt. Kan je uitleggen waarom?

Dat thema komt in al mijn albums terug. Misschien is het in het eerste album wat meer uitgesproken dan in dit album. Voor mij is de geschiedenis van het geloof in de jazz in het algemeen erg belangrijk. Als ik aan alle grote albums denk, denk ik aan ‘Love Supreme’. Dat is ook een album dat verband houdt met geloof. Alle nummers, ‘Resolution’, ‘Psalm’, ‘Persuance’, ‘Acknowledgement’. Ik denk ook aan Duke Ellington, er is een zeer diepe invloed van gospelmuziek. Eric Dolphy, Ornette Coleman, Ella Fitzgerald, Sarah Vaughan ook. Al deze mensen hebben hun wortels in de Amerikaanse zwarte gospel. Ik denk dat de hedendaagse jazz dit element, dat in oudere jazzvormen heel aanwezig was, verloren heeft. Ik vind het heel belangrijk om dit erfgoed te eren en mijn album te structureren zoals John Coltrane dat deed.

Aan begin en einde van de plaat spelen jullie als quintet; wie zijn die twee blazers?

We hebben Josh Short op trompet en bugel, en tenorsaxofonist Soweto Kinch. Deze twee muzikanten komen uit het programma ‘Tomorrow's Warriors’ dat we in Engeland hebben. Dat is een educatief programma waar Shabaka Hutchings, Ezra Collective en Nubia Garcia vandaan komen, die aan de basis staan van alle mensen die in dit land uit de jazz zijn gekomen.

Ik ben jonger en een hedendaags element van dit programma, dus het was belangrijk voor mij om deze legende uit Engeland te eren en gasten uit te nodigen die ook aan dit programma hebben deelgenomen. Ik wilde Soweto en Josh echt op het album hebben. Het helpt me om anders te schrijven als ik een trompet en een saxofoon toevoeg. Het is ook een kans voor het trio om met andere muzikanten te spelen. Als je in een trio speelt, is dat fantastisch, maar je kunt jezelf niet begeleiden. Ik hou van de rol van de ritmesectie. Ik denk aan het Miles Davis Quintet met Ron Carter, Herbie Hancock en Tony Williams. Ik wilde de creativiteit en spontaniteit van de ritmesectie laten zien en muziek aan andere mensen aanbieden.

Ondervinden jullie ook invloed van de Britse scene?

Ja, natuurlijk. Wat er de afgelopen vijftien jaar in Engeland gebeurt, is erg interessant. Je hoort daar iets origineel. Het feit dat het Verenigd Koninkrijk een enorme diaspora van Zuid-Afrikaanse en Caribische immigranten heeft, die hier sinds de jaren vijftig en zestig wonen en kinderen hebben, is erg duidelijk in de muziek.


Kan je ons daar meer over vertellen?

Toen al deze migranten hun muziek begonnen te maken, keerden ze terug naar hun roots en lieten ze zich inspireren door Zuid-Afrikaanse en Caribische muziek, calypso, reggae, ska, afrobeat, traditionele muziek uit Guinee, Kenia, allerlei verschillende soorten muziek. Al deze invloeden zijn terug te vinden bij Nubia Garcia, Shabaka Hutchings, het collectief Ezra, Camilla George en Sons of Kemet. Dat is echt iets heel origineel in Engeland. In Amerika hebben ze die band niet echt, omdat de migratiegeschiedenis daar heel anders is.

En daar gaat het ook om in het centrale deel van het album…

Het centrale deel, deze suite zoals je het noemt, is eigenlijk in 2022 gecomponeerd, dus drie jaar geleden. Ik wist dat als ik een nieuwe plaat zou maken, dit erop zou komen. Ik wilde dat de vijf nummers thema's zouden hebben die in elk nummer terugkomen. Zeer duidelijke thema's en gevoelens, met een verhaal en een gevoel van ontwikkeling: ik wilde dat de luisteraars deze ervaring kunnen beleven.

En op het podium speel je ze in dezelfde volgorde?

Voor beide albums is het hetzelfde. We spelen ze zelden in de volgorde van de plaat.

Het is een kwestie van momentum, ja, dat is het... We willen een gevoel van ontwikkeling en opbouw geven. Voor het publiek is het erg belangrijk om iets te presenteren dat een concert is, in plaats van nummers die zonder verband achter elkaar worden gespeeld.

Tekst © Jean-Pierre Goffin (vrije vertaling : Jos Demol)  -  foto’s © Dave Stapleton
In samenwerking met JazzMania



« El Roi » verscheen bij Edition Records

Lees hier de recensie van Jean-Pierre Goffin

Het trio van Sultan Stevenson staat op 27 maart 2026 op Leuven Jazz.



In case you LIKE us, please click here:



Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications





Hotel-Brasserie
Markt 2 -
8820 TORHOUT


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18.2.1947 – 2.11.2023)
foto © Marie Gilon


Pedro Soler
(8.6.1938 – 3.8.2024)
foto © Jacky Lepage


Sheila Jordan
(18.11.1928 – 11.8.2025)
foto © Jacky Lepage


Raúl Barboza
(22.5.1938 - 27.8.2025)
foto © Jacky Lepage



Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Luca A. d'Agostino
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
France Paquay
Francesca Patella
Quentin Perot
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Paul Braem
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Quentin Perot
Jacques Prouvost
Renato Sclaunich
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Peter Van De Vijvere
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst