Stefan & Peter Hertmans

Luistercd & Boek: ‘Open de deur van het gedicht’




Peter en Stefan Hertmans © Christina Ruyssen


“De manier waarop Peter componeert, haalt andere lagen in mijn gedichten boven”

Stefan Hertmans



Stefan Hertmans (68) herinnert zich hoe hij samen met zijn broer Peter (59) en ook Johan, de broer van Bert Joris in de jaren 80 op tournee freejazz speelde, heel wild met zijn vijven, echt een feest! Stefan had net een Ibanez gitaar gekocht. En hij hield telkens een dichtbundel bij de hand, op dat moment de Verzamelde Gedichten van Maurice Gilliams. Toen iemand daar op die mooie nieuwe editie een joint begon te rollen, bezorgde dat Stefan hartzeer, ‘daarvoor dient zo’n boek dat toch niet’… dat was de ommekeer.

Hij zag het niet meer zitten om de podia af te schuimen. Hij koos de andere kant, hij wou gedichten schrijven.

Er gingen jaren voorbij tot een middelbare school waar ze beiden les volgden, vroeg om hun talenten als dichter en componist samen te brengen. Dat optreden groeide uit tot voorstellingen met jazzmuzikanten in diverse formaties en ook nog met de bigband BJO in het project ‘Kaneelvingers’. Maar opnames bleven uit. Tot nu met het Luistercd & Boek ‘Open de deur van het gedicht’. Reden voor een gesprek.


Hoe is dit luisterboek er gekomen?

Peter Hertmans: Hans Kusters benaderde me met de vraag hoe hij mijn broer Stefan kon bereiken. Hij wou graag een luisterboek maken waarbij Stefan zijn gedichten inleest. Hij wist van onze samenwerking en een paar gedichten met muziek vond hij wel kunnen, maar het moest vooral om Stefans poëzie gaan, dat was de insteek.

Ik heb mijn eigen studio en liet Stefan zijn gedichten zelf inlezen, voorzag zelf muziek naast bewerkte stukken en daarnaast nog de aparte studio-opnames van mijn composities voor de gedichten ‘De Notenkrakers’, ‘De Uitverkorene’ met het vertrouwde trio: Bert Joris op bugel, Nicolas Thys op contrabas, Dré Pallemaerts op drums en voor het gedicht Tango Saudade als gastmuzikant Rony Verbiest op bandoneon.

Tango Saudade is daardoor een totaal andere versie. En de andere nummers, hoewel live al gebracht, waren nooit opgenomen. De studio-opnames heb ik verder bewerkt bij me thuis. De drie andere, Late Vormen, Lilac Wine, Music For A While, heb ik alleen gedaan in mijn studio. Ik speel met drie gitaren overeen, synthesizer en produce het geheel. Ik vind dat super om te doen.


En je zingt zelfs…

Peter Hertmans: Wel, het is door Stefan dat ik ook nieuwe dingen heb geprobeerd. Zijn gedicht Music for A While naar Purcell, een van de mooiste liederen die ik ooit heb gehoord, sloeg een brug naar klassieke muziek waar ik me nooit aan durfde wagen. Ik kon moeilijk die ijle stem zoals op het origineel gaan zingen. Purcell zou ik nooit gespeeld en gezongen hebben als dat gedicht er niet was geweest. Zo duwde Stefan me op een ander artistiek niveau.

Stefan Hertmans: Ik denk dat dat heel belangrijk is. Ik heb pas achteraf met verbazing vastgesteld dat er aan weerskanten een artistieke verbreding is waar we ons aan optrekken. Toen ik bij Peter aankwam met Lilac Wine dacht ik hoe gaat hij reageren als jazzmuzikant op een dergelijk popnummer. Ik ben dan zelf versies gaan opzoeken zoals die van Nina Simone. Maar Peter pakt dan die Jeff Buckley song op met een grote gevoeligheid. Dan verrast hij me als jazzmuzikant met dingen die hij vroeger nooit zou aangepakt hebben.


“Aan weerskanten ontstaat een artistieke verbreding waar we ons aan optrekken”



Het is niet zo maar jazz en poëzie…

Stefan Hertmans: Normaal heb ik niet zo veel met jazz en poëzie. Meestal staat daar een saxofonist met een dichter die wat mompelt, dat is mijn ding niet. Het moet indringender zijn, intens emotioneel ook.

De eerste versie van Tango Saudade (Uitgesproken 2012 DEM – Peter en Stefan Hertmans met Jan De Haas – nvdr) was de grote sprong. Die ‘sprechstimme’ heb ik later doorgetrokken in De Uitverkorene. Peter bracht de muziek op dat gedicht eerst uit op zijn album ‘Dedication’, waarin het nummer The Chosen One een compositie was op mijn gedicht. Daarna zijn we het met zijn tweeën gaan brengen.

Mijn poëzie is echt verstrengeld met die composities. Het is veel meer dan alleen maar jazz met poëzie, de woorden gaan op in de muziek. De formule die wij gevonden hebben kreeg vorm onder meer hier in CC De Meent met close concerts, meestal een 50-tal mensen. En met verschillende muzikanten, ooit Antoine Pierre op drums, in Leuven nog met Erwin Vann, maar meestal met drummer Dré Pallemaerts die daar een extra dimensie aan toevoegt op zijn manier, verder de fantastische bassist Nicolas Thys, en de altijd sublieme Bert Joris op bugel. Ieder concert zagen we het niveau stijgen en werden we ons bewust wat het moest worden. Ik heb dus geen spijt dat het proces zo lang heeft kunnen rijpen zonder stress.

Peter Hertmans: De muzikanten die meespelen zijn gewoon kunstenaars. Ze zijn artistiek mee met de gedichten van Stefan en voelen de poëzie aan als muziek. Stefan is de dirigent met de woorden. En de muziek zet zich daar helemaal rond. Neem de muziek weg, dan wordt het academischer van toon. Rony Verbiest is er op het einde bij gekomen, op aanraden van Hans Kusters. Bij de premièrevoorstelling van ‘Open de Deur van het Gedicht’ speelde Rony zelfs klarinet. Hij verklankt het gedicht op zijn manier.


Stefan, je zet je wat af tegen het woord poëzie …

Stefan Hertmans: Er zijn misverstanden over wat poëzie inhoudt. Iedereen schrijft poëzie. Dat wordt verward met even poëtisch doen. Een gedicht schrijven is een concrete stiel. Het lijkt op componeren. Het gaat in de literatuur eigenlijk om iets breders, om het genre van de lyriek. Daar vormt poëzie een deel van. Gedichten schrijven houdt de meest verdichte vorm van literaire tekstproductie in. Het is een speciale vorm van omgaan met taal, zeker in een tijd van utilitaire, functionele communicatie.

De taal van poëzie wordt almaar vreemder voor vele mensen. In de 18de eeuw stond poëzie dichter bij het volk, was die dieper aanwezig in de brede cultuur. Ik word niet graag in het hokje gestopt van de poëtische zielen. Want als je zomaar poëtisch bent, schrijf je slechte gedichten.


Wanneer is een gedicht af voor jou?

Stefan Hertmans: Paul Valéry heeft ooit gezegd: Een gedicht dat af is, is niet gemaakt. Hij bedoelde daarmee, dat je er altijd kunt blijven aan werken. Het is net als bij een schilderij, als je op een bepaald moment verder gaat, schilder je het dood. Of wat Peter best weet, als hij muziek schrijft die te ver gaat, componeert hij de lijntjes dood. Op een bepaald moment moet je eraf blijven, maar een jaar later zou je er alweer mee aan de slag kunnen. Maar je moet ook weten wanneer het ophoudt. Dat is een kantelpunt. Dat is altijd weer een gevoelig moment.

Ik heb heel lang gedichten geschreven die bestemd waren om louter in stilte te lezen. Omdat ik heel dat gedoe met lezen van poëzie op het podium wantrouwde. Ik was heel streng op dat gebied, als jonge dichter. In het begin waren mijn gedichten heel geconcentreerd. Langzaam aan zijn die muzikaal en opener geworden. En daar hebben Peter en ik elkaar in gevonden.

Het begon met een heel lang gedicht, ‘Goya als hond’. Dat liet meteen zien dat Peter een analytisch lezer is. Hij ontrafelde dat gedicht meteen in vier motieven.

Een tweede keer was ook met een lang gedicht, ‘Rijpe Kersen’. Toen begon ik te kunnen lezen op wat Peter gecomponeerd had. Ik was meteen gevoelig voor de maat en het ritme. Ik telde mee, voelde waar een nieuwe strofe begint en waar de chorus valt. Zodanig dat ik ook leerde lezen op het samenvallen van chorussen en het hervatten van een nieuwe strofe. Dat is zo met de jaren gegroeid en zo vormden we stilaan een echte band op het podium.

Peter Hertmans: Als Stefan zegt dat ik een goede lezer ben dan was dat voor mij volledig nieuw. Ik had daar niet zoveel feeling mee. De tijd dat we samenwerkten heb ik enorm veel bijgeleerd over de manier waarop Stefan met taal omgaat in zijn gedichten. Dat leunt heel dicht aan bij compositietechnieken.

Stefan Hertmans: Het ritme dat een dichter kent met zijn versregels en pentameters, dat zit organisch zo in mij, en zo ook in de muziek van Peter. Dat vormt de raakpunten tussen die twee ritmes. Het ritme van de versvoet in het gedicht en de maat in de muziek.


Helpt het combineren van gedichten met muziek, maakt het de tekst toegankelijker?

Stefan Hertmans: Ik heb zelf moeten vaststellen dat dat zo is. Ik was aanvankelijk een bedeesde voorlezer, intellectueel geschoold, ik vond dat schmieren. Met de jaren werd ik milder en kreeg er feeling voor. De dichters van mijn generatie leerden optreden met Saint Amour (Stefan Hertmans was er al bij de tweede editie in 1991 bij – nvdr). Daar werden we gecast en aangemoedigd om gedragen voor te lezen zonder dat het kitsch werd.

De nieuwe generatie met dichters als Charlotte van de Broeck komen vaak van het Conservatorium en staan er volledig met hun gedichten. Wij kwamen uit de tijd van Samuel Beckett, de poëtica was toen heel streng voor effecten. Ik heb me heel langzaam uit dat cocon bevrijd. Vanaf ‘Bezoekingen’, ‘Goya als hond’, ‘Vuurwerk zei ze’ ben ik almaar zelfzekerder gaan voordragen. Ik voelde dat ik mijn gedichten begrijpelijker kon maken voor het publiek. Heel veel mensen vertelden me dat ze mijn gedichten plots begrepen door ze te horen voorlezen.

Ik voel ook door de manier waarop Peter componeert dat er andere lagen in mijn gedichten naar boven komen. En emoties opladen. Ik lees ook heel anders als Peter naast mij zit te spelen. Ik durf de lectuur ook meer open trekken terwijl het altijd toch iets strenger blijft als ik alleen lees. Een prachtig voorbeeld is Music For A While. Hoe Peter de eenzaamheid van een man alleen met zijn drinken in dat gedicht weet te verklanken, de emotie opentrekt met Purcell en dat op die manier hedendaags maakt, vind ik fantastisch.





Open de deur van het gedicht brengt een selectie uit de bundels ‘Muziek voor de overtocht’, ‘De val van vrije dagen’ en ‘Onder een koperen hemel’. Hoe gebeurde de selectie, was er een bepaalde lijn?

Stefan Hertmans:  Ja, er is een lijn maar ik kan niet zeggen welke. Het is compleet gevoelsmatig. Ik herinner me een interview met Peter Greenaway, die in de jaren 80 beroemd was met bijzondere films zoals ‘The Cook, the Thief, His Wife & Her Lover’. Ze vroegen hem hoe hij zijn scenes maakte en de opvolging ervan. Hij antwoordde: “I make paintboxes, whenever I have a red thing I want a white or yellow afterwards”.

Ik maak mijn selecties ook zo intuïtief. En de spanning opbouwen zoals je op goed gecomponeerde cd’s geen twee ballads na elkaar vindt. De afwisseling en ritme uit mijn dichtbundels wilden we ook overbrengen op deze luistercd. Die opent met Open De Deur Van Het Gedicht, iets wat ik schreef voor de poëzieweek in Nederland. Het vormt de perfecte binnenkomer van de cd. Dan volgt De Notenkrakers met die fantastische drums en drive die alles opentrekt en waarin Bert Joris soleert.

Peter Hertmans: Ik zie dat gedicht als in een film noir zoals Miles Davis bij ‘Ascenseur pour l'échafaud’. De scenes in de stad en de gasten die daar rond racen, net zoals ook in een film met een jonge Steve McQueen.

Stefan Hertmans: We waren het beiden dadelijk eens over de eerste twee muzikale nummers, De Notenkrakers en De Uitverkorene, en dat we wilden eindigen met Tango Saudade. Daartussen in volgden de stepping stones van de andere muzikale nummers met telkens een snoertje van een vijftal gedichten ertussen.

Een van de pareltjes voor mij is Late Vormen. Ik wou al lang met een improvisatie van Keith Jarrett in gedachten wat schrijven.

Peter Hertmans: Die muziek is heel speciaal. Stefan las Late Vormen voor en ik zag steeds beter die wolk die er hangt en de symboliek erachter. Toen ben ik met alle lettergrepen een bepaalde code gaan vormen om die aan een noot te koppelen en zo tot een melodie te komen. Maar halverwege ben ik gestrand en moest het loslaten. Waarop Stefan me aanspoorde om gewoon het mooiste akkoord dat in me opkwam te spelen en waarop hij zingend invalt…en zo is het ontstaan, daar heeft Stefan me aan de muziek geholpen.

Stefan Hertmans: Ik kan aanvoelen wat gebeurt in muziek. Ik speel veel op het gehoor, weet wel wat akkoorden te pakken, dat is mijn intuïtieve basis.


Een luisterboek neemt een speciale plaats in, wat verwacht je en volgen er nog meer optredens?

Peter Hertmans: Joepie, een tournee (beiden lachen). Nee, er is niets gepland. We zien wel. Zo’n Luistercd & Boek valt ergens tussen twee stoelen, de muziekliefhebber fronst de wenkbrauwen bij de gedichten en de literaire wereld schrikt van de muziek. Daardoor hebben we ook met ‘Kaneelvingers’ weinig kunnen optreden.


© 11/2019 Bernard Lefèvre



In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst