Small World - een gesprek met Ewout Pierreux

Ewout Pierreux: “Small World is veel vrijer dan wat ik al deed”



Na een eerste tournee in Vlaanderen in 2014 als Marcus Wyatt & Ewout Pierreux Group brengt deze band begin april onder de naam Small World een eerste release uit. De opnames gebeurden live gedurende twee dagen in november 2016 in de Zwitserse jazzclub Bird’s Eye (Basel). De Zuid-Afrikaanse trompettist Marcus Wyatt en de Belgische pianist Ewout Pierreux leerden elkaar kennen via zangeres Tutu Puoane tijdens optredens op het Grahamstown Jazz Festival (Zuid-Afrika) in 2004. In 2011 groeide dit uit tot Tutu Puoane’s It Began in Africa-tournee, samen met Marcus Wyatt, Ewout Pierreux, Nicolas Thys, Lieven Venken en Tony Paco.

Marcus Wyatt sprak toen al Ewout Pierreux aan om los van Tutu Puoane met een nieuwe visie op eigen werk van beiden aan de slag te gaan. Wyatt betrok de Zuid-Afrikaanse bassiste Romy Brauteseth in het project en vond aan Belgische zijde naast Ewout Pierreux saxofonist Steven Delannoye en drummer Teun Verbruggen als droompartners. De compositie Small World van Steven Delannoye – alle andere nummers zijn van Wyatt en Pierreux – werd na wikken en wegen de beslissende naam van de band en titel van het live-album.

Hoe sterk is je band met Marcus Wyatt?

Ewout Pierreux: “In 2004 speelde ik als pianist van Tutu Puoane voor het eerst samen met Marcus Wyatt op het Grahamstown Jazz Festival. Maar tijdens die maand in Zuid-Afrika heb ik ook los van Tutu samen met hem lokale gigs ondernomen. Zo leerden we elkaar goed kennen. Tutu kende Marcus overigens al van op de universiteit in Cape Town eind jaren negentig. Zij geraakte goed bevriend met hem, ook omdat Marcus een bevlogen kerel is die altijd talent wist aan te trekken en vele projecten opzette. En in 2011 werd hij door haar uitgenodigd naar België voor de It Began In Africa-tournee.

Marcus zet internationale relaties op, waardoor hij zich af en toe kan onttrekken aan de Zuid-Afrikaanse scene, waar het niet altijd gemakkelijk is. Hij heeft heel goede relaties in Zwitserland waar hij geregeld optreedt en waar er een sterke band bestaat tussen Zwitserse en Zuid-Afrikaanse muzikanten. Ook in Parijs vindt hij gelijkgestemden en via Tutu en mezelf hier bij ons. We zijn nu de beste kameraden, familie bijna, en als hij naar hier komt verblijft hij bij ons en wij ginder bij hem.”

Wat spreekt je aan in zijn sound?

Ewout Pierreux: “Hij heeft een heel lyrische, persoonlijke sound, zeer verschillend van de vele trompettisten die meer op power spelen. Marcus is veel meer een zanger op zijn trompet. Ik hoor daar Chet Bakerachtige dingen in, een heel bijzondere feel en frasering. Geen technisch vernuft, wel iemand die op vibe en klank voortgaat, collectief denkt. Als je mij 10 trompettisten blind laat horen, dan haal ik er Marcus na 10 seconden zeker uit.”


Kun je iets meer vertellen over de bassiste Romy Brauteseth?

Ewout Pierreux: “Dat is echt een mirakel, die madam. Die is super getalenteerd op zoveel vlakken en muzikaal 100% selfmade. Ze heeft eigenlijk grafisch design gestudeerd en trouwens de hoes van de plaat ontworpen. Op haar bas heeft ze een organisch en authentiek geluid, een heel aardse groove, helemaal eigen aan haar Afrikaanse roots. Ze is evenals Marcus oorspronkelijk van Port Elizabeth en kwam al gauw in contact in de twee voornaamste scenes van Zuid-Afrika: Cape Town en Johannesburg.”

En dan zijn er je Belgische kompanen…

Ewout Pierreux: “Marcus Wyatt en Steven Delannoye hadden elkaar hier al ontmoet, dat klikte meteen tussen die twee. Ikzelf ken Steven al lang en zijn manier van spelen en zijn attitude ten opzichte van muziek past gewoon in het beeld dat Marcus had van hoe deze band moest functioneren.

De zoektocht naar een drummer lag iets moeilijker. Teun Verbruggen en ik kennen elkaar al heel lang, maar we hebben niet echt geschiedenis samen, we zijn elkaar muzikaal weinig tegen gekomen. Er gaat een ongelooflijk positieve energie van hem uit. Hij heeft zoveel ervaring in vele richtingen, ook in vrije improvisatie en avant-garde, en dat spreekt Marcus aan, die is altijd wel op zoek naar muziek ‘met een hoek af’. Tijdens de repetitie voorafgaand aan de tournee voelde ik meteen een geweldige klik met Teun, en wist ik dat het goed zat.

Qua concept is deze band veel vrijer dan wat ik al deed. Er is heel weinig gearrangeerd. Het belangrijkste is de communicatie in het moment. Eén repetitie vooraf en daarna 13 concerten die telkens verschillend waren. Teun Verbruggen speelde daar een belangrijke rol in, die is heel actief in het moment. Hij is heel bepalend voor hoe er door ons gereageerd wordt en dat geeft erg veel interactief speelplezier.”


Voor dit project werden geen nieuwe nummers geschreven…?

Ewout Pierreux: “Inderdaad. We brachten repertoire van elk van ons samen, waarvan we dachten dat het in deze bezetting goed zou werken. We hadden ook meer nummers die uiteindelijk de plaat niet gehaald hebben.

Het album opent met Marcus’ compositie Mister D (opgedragen aan Johnny Dyani - nvdr) dat repetitief en open ended als intro van het concert is opgevat en ons op elk concert samenbracht om samen de muziek in te duiken, om de sound van de ruimte te ontdekken en om ons de tijd te geven om elkaar muzikaal te vinden.

Mijn nummer Hymn gaan mensen waarschijnlijk herkennen, want dat vind je, zij het onder een andere naam (Mangakane), op het album Quiet Now (Saphrane 2009) van Tutu Puoane. Omdat er in haar versie lyrics bij kwamen, kreeg het nummer omwille van de auteursrechten een andere naam.

Het nummer Fire is een goed voorbeeld van hoe Marcus’ muziek functioneert. Hij denkt vaak in bepaalde delen, waarin hij telkens een bepaalde vibe en een idee voor ogen heeft. Hij zet in met trompet en de bas volgt, dan komen de anderen stilaan meespelen, komt er ruimte voor een pianosolo, en dat eindigt dan in een drum gedreven free-achtige climax.

Bij elk deel gaf Marcus aan wat hij voor ogen had. En dan was het aan elk van ons om dat op onze eigen manier in te vullen. Dat is misschien wel een vorm van arrangeren. Maar niet op zo’n manier dat je het stuk volledig vastlegt op papier.”


Waarom de keuze van de Bazelse jazzclub Bird’s Eye voor de opnames?

Ewout Pierreux: “Dat is een waanzinnig toffe club, die relatief klein is (90 zitplaatsen - nvdr) en een eigen opnamestudio van topniveau heeft. De omstandigheden om er te spelen en op te nemen zijn echt buitengewoon. Die twee concerten daar lagen ook zo ergens midden in de tournee en we waren dus al heel goed ingespeeld. Dat viel toen op een perfecte manier samen.”

Small World vormt de elfde release op je label SoulFactory Records, is er een bewuste keuze van stijl of richting?

Ewout Pierreux: Nee, daar zijn we niet bewust mee bezig. Eigenlijk is het al wat uit de hand gelopen. We hebben het label in eerste instantie opgericht om zelf eigenaar te zijn van onze eigen muziek. De meeste releases zijn dus vooral gelinkt aan Tutu en mezelf. De vorige, de tiende, was Tutu Puoane met het Brussels Jazz Orchestra (We Have A Dream) en nu is er dus Small World met mezelf.

Maar we krijgen steeds vaker vragen van (dikwijls jonge) muzikanten die hun plaat bij ons willen uitbrengen. Zo kwam bijvoorbeeld Tim Finoulst zelf naar ons toe. Tutu en ik luisteren en overwegen dan. Het helpt als we de muzikant(en) goed kennen – van Tim zijn we allebei grote fan – maar we volgen geen bewuste richting. We moeten de muziek schoon vinden, dat is de belangrijkste factor. En we moeten er budget voor ter beschikking hebben natuurlijk, hetgeen geen evidentie is. We zijn niet gesubsidieerd dus elke investering komt uit onze eigen zak. Dat betekent meteen ook dat we eigenlijk enkel investeringen kunnen doen die recupereerbaar zijn. Dat hangt in grote mate af van het feit of de band of het project in kwestie veel speelt. Een band die te weinig buitenkomt, verkoopt geen platen.”


Over de new wave of Belgian jazz…

Ewout Pierreux: “Daar wil ik zeker wel wat over kwijt. Die term is bedacht door enkele mensen rond onze scene natuurlijk. Zoals ook het woord ‘cross-over’, hetgeen in mijn ogen een compleet nutteloos woord is. Ik heb het gevoel dat er tegenwoordig enkele mensen op cruciale plekken in ons landschap zitten (boekers en programmatoren in enkele zalen en kunstencentra, en enkele journalisten) die heel hard op hypes willen surfen. Er wordt heel veel over vernieuwing gepalaverd, maar daar wordt soms de inhoudelijke kwaliteit van over het hoofd gezien. Ik verdenk er enkelen ook van dat ze eigenlijk niet veel liefde hebben voor de oorspronkelijke roots en geschiedenis van jazzmuziek. Misschien heeft het hier en daar ook met een gebrek aan kennis te maken. In alle geval: ik voel dat er voor akoestische, geïmproviseerde muziek met wortels in de geschiedenis vaak niet veel animo bestaat momenteel bij die cruciale plekken, en zij bepalen de wave zoals die nu aan de gang is. Dat betekent dat wij met onze muziek veroordeeld worden tot andere podia, die gelukkig nog wel bestaan en zelfs prachtig werk verrichten, vaak met vrijwilligers. Ik denk dan aan Rataplan in Borgerhout, Jazzzolder in Mechelen, Jazz Station in Brussel, The Black Cat in Torhout, en nog sinds kort in Luik L’An Vert en nog kleinere clubs zoals Café Hopper in Antwerpen of Hot Club Gent. De betrekkelijk kleine Small World-tournee die nu volgt leidt dan ook vooral langs zulke podia.”

Je bent net 40, rijp om zelf meer op de voorgrond te treden?

Ewout Pierreux: “Ik voel dat mijn zelfzekerheid groeit met het ouder worden, dat wel. Ik heb lang geworsteld met mezelf en mijn muzikale identiteit, en het is nog niet zo heel lang dat ik mijn eigen onzekerheden over bepaalde aspecten van mijn spel heb leren relativeren. Ik heb naar eigen aanvoelen die onzekerheden te lang mijn spelen laten domineren. Maar de laatste tijd ben ik mij hard aan het amuseren, in alle uiteenlopende omstandigheden die langskomen, van kleine clubs tot grote festivalpodia. Maar in alle geval: in mijn leven zoals het er nu uitziet, is het geen evidentie om voor mezelf te gaan. Ik ben getrouwd met Tutu, en wij hebben twee jonge kinderen. Twee muzikanten die samen de verantwoordelijkheid voor één gezin dragen, dat vraagt sowieso om veel balans. En vanuit dat perspectief is het op dit moment nog altijd het beste om onze krachten te bundelen: we spelen vaak en graag samen, en dat loont, muzikaal maar ook financieel. Tutu heeft met recht en reden stilaan een naam en een plek verworven in het muzieklandschap. Er is een levensgroot verschil tussen wat we met projecten onder Tutu’s naam kunnen bereiken en wat ik op dit moment zelf zonder haar kan betekenen. We kunnen de muziek maken die we willen maken, amuseren ons rot en het publiek houdt ervan, jazz-minded of niet. Zalig, toch? Ze trekt almaar meer volk, ook in Nederland, met o.a. de Joni Mitchell tournee waarmee we nog in mei in Bozar en in juni op het Zeeland Jazz Festival staan. En verder is er haar jongste project met het BJO, We Have A Dream, waarmee ze ook op Jazz Middelheim in augustus aanwezig zal zijn.

Alleszins: er is dus het gezin, ik geef les en doe de opvolging voor het label, waar administratief gezien ook hoe langer hoe meer tijd inkruipt. Verder speel ik vast bij Rebirth::Collective en Bart Defoort Inner Wave Quintet, twee projecten waar ik heel veel plezier aan beleef. Voeg daar de concerten met Tutu, een hoop occasionele gigs, en mijn job als programmator van Café Hopper aan toe en mijn tijd zit meer dan vol. Maar op muziek staat geen leeftijd, dus er komt zeker nog wel een moment dat ik onder eigen naam met iets naar buiten kom. De kans dat dat een trio zal zijn, is heel groot. Maar met wie, daar is het momenteel nog te vroeg voor om uitspraken over te doen.”


Tekst © Bernard Lefèvre, 29 maart 2018  -  foto's © Roger Vantilt

Small World verschijnt 3 april 2018 op SoulFactory Records

www.soulfactory.be


Concertagenda Small World – Live At The Bird’s Eye – album release tour

MUSICI:

Marcus Wyatt (t) – Steven Delannoye (ts) – Ewout Pierreux (p) – Romy Brauteseth (b) – Teun Verbruggen (d)

12/04/18 – 20u    Leuven, La Conserve
13/04/18 – 20u    Borgerhout, Rataplan     
14/04/18 – 18u    Brussels, Jazz Station
15/04/18 – 11u    Luxemburg, Neumunster Abbey (Grand Duché de Luxembourg)
17/04/18 – 21u    Gent, Hot Club     
21/04/18 – 20u    Liège, L’An Vert    


© Romy Brauteseth


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst