Raf Vertessen, het interview

Raf Vertessen Quartet: Zo organisch mogelijk structureren van improvisatie


In september zet de in New York wonende en werkende drummer-componist Raf Vertessen voet op Europese bodem voor een tournee van een tiental optredens in diverse landen, waaronder België. Aanleiding had moeten zijn: de release van zijn nieuwe cd, maar soms lopen de dingen niet zoals gepland…



© Peter Gannushkin


Anthony Braxton en John Coltrane zijn grote inspiratiebronnen, schreef je mij. Zijn er nog andere muzikanten die op jou als jongeling indruk hebben gemaakt?

Volgens mij is alles gestart door mijn vader, Marc. Hij was klarinettist bij de Filharmonie en dankzij hem was er altijd goede muziek in huis, zij het klassiek, jazz of rock. Zo ontdekte ik op jonge leeftijd een paar cd’s van Art Blakey and The Jazz Messengers die mijn interesse voor jazz hebben opgewekt. Ik vond het speciaal en anders klinken dan muziek die ik voordien had gehoord. Dat trok me enorm aan. Ik denk dat ik 11 of 12 was op dat moment, het einde van de lagere school. Ook Benny Goodman & His Orchestra vond ik toen al geweldig. Ik ben trouwens als kind gestart op klarinet.

Wat me helemaal intrigeerde was voor het eerst luisteren naar Ornette Coleman. Ik dacht dat ik jazz al een klein beetje begreep door Blakey en het eerste kwintet van Miles, maar Ornette bracht me helemaal van slag. Ik wist totaal niet wat er aan het gebeuren was binnen de band, maar ik vond het geweldig om dit gewoon op me af te laten komen.

John Coltrane deed dit ook met mij. Vooral zijn latere werk. Als je naar hem luistert, is hij gewoon aan het reizen naar een andere wereld, ver weg van hier. Het is geweldig om dit avontuur mee te proberen beleven als luisteraar.

Via Coltrane, naar Alice Coltrane, Eric Dolphy, naar Albert Ayler, Cecil Taylor, Sunny Murray, Roscoe Mitchell, Anthony Braxton, Derek Bailey, Han Bennink, Misha…!

De inspiratie is eindeloos en ik vergeet nog vele namen. Ik zou niet weten waar ik zonder al die geweldige mensen zou staan. En dan gaat het enkel nog over “jazz” en de oudere generaties. Hier valt zo lang over te spreken dat ik voor nu graag wil samenvatten dat ik de drang naar het creëren van nieuwe dingen heel inspirerend vind en dat ik hier ook continu naar op zoek ben.

Je voelde blijkbaar al vrij vroeg de behoefte om uit te zwermen: eerst ging je studeren aan het Conservatorium van Amsterdam, daarna trok je naar de VS waar je nog steeds woont en werkt. Een welomlijnd plan, of was het eerder dat de muzikale landsgrenzen van België knelden?

Ik wilde na de middelbare school al naar de VS, maar dat vonden mijn ouders op dat moment een te grote stap. Daarom ben ik op mijn 18de naar Amsterdam verhuisd. Het deed deugd om alleen in een wereldstad te wonen die niet al te ver van huis is en je tegelijkertijd toch de ervaring geeft op je eigen benen te leren staan. Het was geen welomlijnd plan, gewoon een verstandige keuze. Na mijn studie heb ik nog 2 jaar in Amsterdam vertoefd en dan ben ik in augustus 2016 naar New York verhuisd. Ik voelde dat de tijd rijp was om dat te doen.

Als muzikant leven en financieel overleven in Brooklyn, NY lijkt me niet evident! Hoe slaag je daarin: door voortdurend/zoveel mogelijk gigs aan te nemen? Geef je ook les, of moet je op een andere manier “bijklussen”?

Bijklussen op een andere manier mag niet vanwege mijn visum. Ik moet enkel met muziek bezig zijn, dus geef ik les. Ik geef liever meer les in plaats van gigs aan te nemen die ik niet zo graag zou spelen. Dankzij mijn lesgeven kan ik me verder volledig focussen op de muziek die ik echt wil spelen met de musici met wie ik graag werk. Hier word ik het meest gelukkig van.


© Charlotte Jacobs


Toen ik de eerste contacten voor dit interview met je legde, reageerde je met enthousiasme omdat je “duidelijk uitleg (zou kunnen) geven waar de muziek over gaat, wat mijn idee is achter het componeren en het hopelijk eindresultaat, en hoe er eventueel naar geluisterd kan worden.” Die vraag krijg jij te zelden?

Zelf heb ik die vraag nog nooit gekregen. Ik zou op eigen initiatief binnen een interview deze kant opgaan om er toch over te kunnen vertellen. Zeer fijn dus, dat deze vraag nu wordt gesteld, denk ik. Als artiest weerspiegel je je leven of een fase waar je voor een bepaalde tijd aandacht aan schenkt door kunst. Dat kan eender wat zijn. Voor sommige mensen heeft dit te maken met politiek, cultuur, astronomie, religie, eigen ervaring, depressie, angst, helemaal niets, …

Ik vind het interessant om te weten waar een artiest mee bezig is. Dit geeft je de mogelijkheid om op verschillende manieren te kijken en luisteren naar zijn werk. Het is geen must om te weten waar een artiest mee bezig is en het is zeker geen must om alles te verstaan, maar als je weet van zijn plan en weerspiegeling daarvan, kan je nog steeds kiezen te luisteren/kijken als een onwetende of luister/kijk je met zijn ideaal in het achterhoofd. Hierbinnen zijn nog verschillende manieren om dit te ervaren. Daarom is kunst zo subjectief. Het kan alles zijn en dat maakt het zo mooi.

Wat ik momenteel probeer te doen binnen mijn kwartet, is het zo organisch mogelijk structureren van improvisatie. Hoe ga je van een doorgecomponeerde melodie naar een abstractere passage? Hoe werk je met stilte? Hoe te begeleiden? Hoe om te gaan met een spanningsboog?

Binnen dit kwartet verkies ik er daarom ook voor om één lange set te spelen zonder te stoppen. Stilte hoort daar ook bij. Ik wil gewoon duidelijk maken dat we geen stukken spelen die de “thema – solo – thema” structuur hebben. Wat structuur betreft, kan het best vergeleken worden met klassieke muziek, met een film, reis, schilderij of fotocollage.

Wat ik ook een belangrijk punt vind binnen mijn composities voor deze band en hoe deze band ze brengt, is het gemis aan ego. Iedereen is even belangrijk. Er is nooit één solist die in de belangstelling staat en er zijn nooit voorspelbare spanningsbogen. Dit wordt gemeden. Verder heb ik voor dit project geen achterliggende gedachten bij de composities. De luisteraar voelt wat zij/hij voelt, ziet wat zij/hij ziet, …

Ook kan ieder stuk op verschillende manieren worden uitgevoerd. Ik vind het belangrijk dat mijn muziek altijd anders klinkt.

Hoe heb je Anna Weber (tenor sax), Adam O’Ferrall (trumpet) en Nick Dunston (double bass) ontmoet en waarom heb je hen gekozen om deel uit te maken van jouw Quartet?

Sinds mijn 14de kijk ik al naar de programmering van clubs in NYC. Voordat ik hierheen verhuisde, was ik al zeer bekend met de namen van de muzikanten binnen de scene. Ook de jongere generatie, want dat is de generatie waar ik deel van wil uitmaken. Ik ben dan naar vele concerten gegaan, heb achteraf gepraat met de muzikanten en gevraagd aan Anna, Adam en Nick of ze een keer wilden samenkomen om wat stukken van me te spelen. Het was een geweldige ervaring. Muzikanten in NYC hebben een geweldige attitude. Ze houden ervan om te creëren en om nieuwe dingen te doen. De focus bij repetities is zoveel intenser dan ik voordien heb ervaren. Ik dacht: “eindelijk!”

Wat mogen we tijdens de releasetournee in september verwachten: voornamelijk de voorstelling van het gloednieuwe album of heb je intussen al nieuwe composities geschreven die je live komt uittesten?

Ik rekende op subsidies vanuit België om mijn cd te maken alvorens de tour, maar dit is niet doorgegaan om een bepaalde reden. Hierdoor gaan we pas aan het eind van de tour in Europa opnemen. Ik probeer met regelmaat te componeren dus het repertoire blijft altijd nieuw. Dit is heel gezond voor de band. Soms worden er live ook zichtlezingen gedaan, zeer spannend en uitdagend!


© Charlotte Jacobs


© Paul Godderis, 27 augustus 2018


Concertdata 2018

•    15.09 – La Conserve, Leuven
•    16.09 – De Loft, Sint-Gillis-Waas
•    18.09 – Le Petit Balcon, Paris
•    19.09 – De Singer, Rijkevorsel
•    20.09 – Kulturforum, Villach
•    21.09 – CC Muze, Heusden-Zolder
•    22.09 – Walter, Brussel
•    23.09 – Parazzar, Brugge
•    24.09 – Splendor, Amsterdam
•    26.09 – Loft, Köln


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst