Paul Stark en Jonas Linnemann (StarkLinnemann), een gesprek





© Eddy Westveer


“Kenners van klassiek horen ergens het origineel,
het jazzpubliek luistert onbevangen”



Pianist Paul Stark en drummer/percussionist Jonas Linnemann besloten als StarkLinneman om klassieke meesterwerken te transcenderen naar jazz en creëerden zo een eigen stijl die ze omschrijven als Universal Crossover Music (UCM). Na Liszt (Sonata 2012), Chopin (drie volumes, 2016), Moessorgski (‘Pictures at an Exhibition’, 2019), Beethoven (twee volumes, 2020) is het uitkijken naar de release van Beethovens ‘Eroica’ en Transcending Liszt (o.a. ‘Hungarian Rhapsody’).

Door de pandemie vielen alle concerten weg en kwamen de releases on hold. Een enkele livestream vanuit Paradox Tilburg op 19 maart 2021 bracht StarkLinnemann nog eens op het podium. In deze wat onwezenlijke tijd vonden we het een uitstekende gelegenheid ze via een zoomgesprek te benaderen om ze beter te leren kennen.


Hoe is de vonk ontstaan om klassiek naar jazz vertalen?

Paul Stark: Dat kwam voort uit de liefde die ik altijd al had voor zowel klassiek als jazz. Voor mij zijn die gelijkwaardig. Ik mag dan uit de jazz komen, maar ik voelde in 2010 een drang om vanuit een klassiek werk, Liszt Sonate in B, een klassiek geïnspireerde cd ‘Sonata’ op te nemen. Ik had al wat studio’s verkend toen Arnoud Gerritse, drummer op de cd, die les gaf aan het conservatorium in Gent, kwam met het voorstel om het in De Bijloke te realiseren.


Live in Tilburg 2020 © Johan Pape


Hoe ontstond de samenwerking met Jonas Linnemann?

Paul Stark: Jonas en ik speelden al wel eerder samen maar nog niet als StarkLinnemann. Dat kreeg eind 2012 vorm met de eerste cd, ‘Awake’, die ook in De Bijloke werd opgenomen. Jonas en ikzelf stonden in voor de originele composities en in het StarkLinnemann Quintet speelden toen tenorsaxofonist Dick de Graaf, trompettist Gerard Kleijn en bassist Vasilis Stefanopoulos mee.


Waarmee was jij, Jonas, bezig vooraleer je Paul Stark leerde kennen?

Jonas Linnemann: Ik kwam van het conservatorium in Tilburg en ben daarna naar Rotterdam verhuisd. Ik gaf les, jazz en dan vooral percussie, conga’s en Braziliaanse percussie. Ritmisch heb ik een sterke connectie met Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse muziek. Ik heb ook klassiek gestudeerd. Het hele instrumentarium van pauken, marimba, enz. is me vertrouwd.

Met Paul was er al een klik bij jamsessies in café Dizzy in Rotterdam in 2010. We speelden toen heel wat stijlen, van jazz tot Braziliaanse muziek, het ging alle kanten op.


En wanneer ging je dan over tot de klassieke insteek?

Paul Stark: Ik heb een paar jaren pianoles in klassiek genomen. De Russische pianist Misha Fomin is een van mijn meesters. De stap naar het omwerken van klassieke meesterwerken naar jazz is zo verder gegroeid. Met pianist Fomin werden concerten georganiseerd waarbij het klassieke stuk (o.a. Moessorgski) met de StarkLinnemann hercompositie werd uitgevoerd als vergelijking. Hiermee willen we klassiek en jazz nog meer bij elkaar brengen door de klassieke versie voor de jazzversie te laten uitvoeren door een klassiek musicus waarmee beide werelden elkaar echt ontmoeten.


Paul Stark 2020 © Johan Pape


Met StarkLinnemann streven jullie naar een geheel nieuwe structuur/hercompositie…

Paul Stark: Ik ga echt met de partituur voor ogen het stuk spelen om het te proberen onder de huid te krijgen. Dan laat ik de jazz insijpelen zoals ik de muziek zelf aanvoel, een geleidelijk proces. Dan gaan we met de band in de studio ermee aan de slag. En dan kunnen nog veel dingen veranderen. Als er een bas bijkomt, gaat het voller klinken. De noten op zich blijven nog echt intact, maar de uitvoering is helemaal anders geworden. Het is zo dat ook Jonas zelf aan het hercomponeren gaat en mee de muziek naar onze hand zet.

Jonas Linnemann: In het proces zijn er heel wat ingrepen. Zelf leg ik me vooral toe op de ritmiek. De baslijnen worden ook aangepast. De delen worden echt herschreven zodat het beter in onze stijl past. Bij het repeteren zijn er al eens discussies, maar het komt altijd goed.


De klassieke meesterwerken worden ontrafeld en door de improvisaties neemt de tijdsduur van de hercompositie toe…

Paul Stark: Ja, dat loopt vaak dubbel zolang uit. Bij de Liszt Sonata in B van een halfuur komen we uit op 50 minuten, bij de schilderijententoonstelling van een halfuur liefst anderhalf uur. Daar sluipen heel wat stijlen en improvisaties in.

Jonas Linnemann: En live kunnen we zelfs nog meer improviseren, langer doorgaan. Wat we met transcending bereiken is echt wel een heel eigen creatie van het klassiek meesterwerk. Het vormt wel de basis, maar we geven het een heel eigen invulling. Voor getrainde klassieke toehoorders blijft het originele van Chopin en Beethoven herkenbaar, al heeft het die kenmerkende StarkLinnemann-stijl.


Je zou in wezen kunnen vergeten dat het van Liszt of Beethoven afkomstig is…

Jonas Linnemann: Ik denk het wel. Als je het origineel stuk niet kent, dan zal je niet dadelijk de connectie maken met het klassieke werk.

Paul Stark: Ik tracht enigszins in het vertalen toch trouw te blijven aan de componist. Het kan alle kanten op, logisch als je in jazzvormen denkt. Maar ik behoud altijd enig respect voor de compositie.


© Eddy Westveer


Hoe kwamen jullie uit bij saxofonist Iman Spaargaren?

Jonas Linnemann: Ik speelde lange tijd in Nijmegen met alle gerenommeerde jazzmuzikanten van Nederland. Daar waren ook een paar Vlaamse musici, onder meer Nico Schepers, bij. Daar was ook Iman Spaargaren aanwezig. Zijn open visie, overtuiging en passie, volledige toewijding aan de muziek viel op. En de klik was er ook met Paul. Iman voelde ook de benadering aan met klassiek. Ik liet hem verstaan dat hij het wel helemaal uit het hoofd zou moeten spelen. Hij dacht eerst dat ik een grapje maakte, maar begreep dat ik het meende en binnen twee weken toen we de studio ingingen was hij er helemaal klaar voor.


Maciej Domaradski heeft nu de vaste plaats van de bas ingenomen…

Jonas Linnemann: We hebben daarvoor zelfs met 20 verschillende bassisten gewerkt. Voor ons project is het niet eenvoudig de juiste bassist te vinden.

Paul Stark: Op een blauwe maandag speelde Joris Teepe zelfs mee. Bij ons eerste kwintet was Vasilis Stefanopoulos bassist, maar die is een andere richting ingeslagen. Die werd al eens vervangen door Maciej Domaradski die ik langer kende en in een eerste project betrokken was. Als je bijvoorbeeld Tanscending Chopin neemt, daar komt heel wat gestreken bas bij kijken. Maciej toont zich daar meesterlijk in. Als je naar de livestream in Paradox keek zag je Maciej met de strijkstok schitteren.


Is er wezenlijk iets verschillend met de nieuwe releases? Heb je nog nieuwe ideeën die je wil uitproberen en/of anders aanpakken?

Jonas Linnemann: Dat is een goede vraag. In ‘Hungarian Rhapsody’ is een grotere rol weggelegd voor de gestreken bas. Ik probeer ook nog wat meer uit in de richting van de Braziliaanse ritmiek. En de onregelmatige maatsoorten zijn ons stijlkenmerk geworden. Ik denk in de toekomst misschien nog aan een gitarist om met soundscapes te werken.

Paul Stark: Elk meesterwerk vraagt een andere aanpak van ons, en is automatisch wel anders. Met de ‘Eroica’ die er aankomt gaan we samenwerken met trombonist Vincent Veneman. Hoe we het uiteindelijk aanpakken, zal toch min of meer in dezelfde lijn liggen, al vraagt het telkens nieuwe invalshoeken

Jonas Linnemann: De nieuwe Transcending Liszt gaf me met corona meer tijd en ruimte om samen met de pianobewerking van Paul dieper door te gaan en te hercomponeren. Naast de verrassende ‘Hungarian Rhapsody’ komt er een bijzondere versie van ‘Liebesstraum’,  ‘Vallée d’Obermann’ en ‘Ave Maria’. Die bewerkte Liszt zelf pianosolo tot een mooi stuk, maar we hebben het toch nog heel anders geïnterpreteerd en eigen gemaakt tot onze StarkLinnemann signatuur.


Jonas Linnemann © Patrick van Vlerken


Wat is fundamenteel belangrijk in de keuze van een klassiek stuk? Nu al Liszt, Chopin, Moessorgski en Beethoven…maar geen Mozart of Bach?

Paul Stark: Bach staat op mijn lijstje van nominaties. Ik ben nog altijd verder klassiek aan het studeren en voor ik me aan Bach waag wil ik nog een heel proces doorlopen. Ik denk wel dat het ooit zal gebeuren. Mozart is wat anders. Daar heb ik niet zo direct wat mee.


Heb je een idee hoe de klassieke wereld aankijkt tegenover jullie transcending projecten?

Jonas Linnemann: Goeie vraag. We hebben wel positieve recensies gekregen in de klassieke wereld van musicologe Olga de Kort over ons project ‘Pictures at an Exhibition’. En we hebben dat ook op klassieke podia uitgevoerd. Dat kon het klassieke publiek erg waarderen. Klassieke luisteraars kennen meestal het originele werk, horen wat ermee is gedaan. Het jazzpubliek kent vaak het originele werk niet, waardoor ze onbevangen luisteren.

Paul Stark: Ik zie dat toch wat minder uitgesproken positief dan Jonas. Heel klassiek gerichte toehoorders vinden het interessant wat we doen, zonder meer. Maar ze hebben duidelijk kanttekeningen, bijvoorbeeld hoe het stuk wat uitloopt. Ieder heeft zijn eigen mening daarover. Maar ik vind wel dat we die verbinding leggen.

Zeker als we het publiek vanuit de klassieke uitvoering met die van StarkLinnemann confronteren. We plannen nog met de klassieke pianiste Clara Biermasz uit Wenen aan de slag te gaan. En ook met cellisten, daar gaan gesprekken over.

Jonas Linnemann: We hebben overigens ervaring door de samenwerking met cellist Pieter Wispelwey en de Russische pianist Misha Fomin.


Welke jazzmuzikanten inspireren jullie vooral?

Paul Stark: Mijn eerste en nog altijd grote voorbeeld is Ahmad Jamal. Hij heeft een belangrijke rol gespeeld in het losmaken van de vorm voor mij. Als je vanuit een jazzidioom componeert en vooral met het trio is Jamal veel vrijer omgegaan dat kan alle kanten opgaan, ook zijn manier van spelen heeft me enorm beïnvloed. Elk noot telt. Daarnaast ben ik ook fan van Keith Jarrett, daar kun je niet omheen. Dat zijn de twee groten in mijn muzikaal leven.

Jonas Linnemann: Voor mij begint het bij Max Roach, die heeft ook mooie soloplaten gemaakt en van hem heb ik in de beginfase meeste transcripties. Van de moderne jongens is Jack deJohnette een held met het Keith Jarrett Trio, Elvin Jones, dat zijn de groten, en verder Bill Stewart, André "Dédé" Ceccarelli en dichter bij huis Hans van Oosterhout.

Op het gebied van percussie vind ik inspiratie bij de Cubaan Horacio “El Negro” Hernández en de Mexicaanse congaspeler Poncho Sanchez.


Live in Berlin 2018 © HDSeibt


Wat zijn de verwachtingen, ook internationaal?

Paul Stark: Het voorbije anderhalf jaar was een soort achtbaan, met al de concerten die wel of niet voor ons plaatsvonden. Het Liszt concours in Utrecht TivoliVredeburg in het teken van Beethoven en het Beethoven Festival gingen niet door. De voorziene optredens in China in oktober 2020 en ook nog in Sint-Petersburg werden omwille van de coronacrisis geannuleerd en ook een optreden in Brussel viel in het water.

Een enkele keer mochten we de ‘Eroica’ voorstellen in Dordrecht. Van de 2 à 3 optredens per week bleven er nul over, slechts een livestream in Paradox bracht StarkLinnemann terug op het podium.

Waar we op hopen is opnieuw live met publiek de nieuwe projecten voorstellen. We willen dat zelfs op kleine schaal graag doen. Ik geef liever een optreden voor 20 mensen dan een livestream waar zo’n 60 mensen naar kijken.

De optredens zijn doorslaggevend, want dan verkoop je ook cd’s. Beethoven Vol. 1 en 2 staan bewust nog niet op Spotify. Het is zo een kleine markt voor ons, het maakt financieel weinig verschil of we dat wel of niet doen.

De ambitie internationaal ligt in de lijn van eerdere tournees zoals Rusland en Frankrijk, maar we staan open voor geheel Europa en zelfs Canada.

© Bernard Lefèvre, april 2021

 



https://starklinnemann.com/nl/


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst