Nik Bärtsch en hoe muziek “beluisteren”







De pianist uit Zürich verlaat voor een tijdje zijn akoestisch ensemble Mobile en zijn "zen funky" groep Ronin en fleurt het muzieklandschap op met een nieuw soloalbum om te "beluisteren" ... Jean-Pierre Goffin sprak met hem ...


Welke zijn de belangrijke momenten die leidden tot de muziek die vandaag de dag speelt ?

Dit is een veelomvattende vraag, maar ik zal het trachten uit te leggen in enkele stappen. Reeds als kind hield ik enorm veel van percussie en drums. Energierijke, zeer ritmische muziek in de pop, in de jazz, maar ook in de klassieke muziek, trok mij enorm aan.

Toen ik, op negenjarige leeftijd, mensen boogiewoogie zag spelen, vertelde ik mijn moeder dat dit de muziek was die ik wilde leren. Ze vond een leraar die de basis van jazz kende en ik studeerde blues, standards, Gershwin, maar ook Bartok die mij de klassieke muziek liet ontdekken.

Als vijftienjarige leerde ik het werk van Igor Stravinsky kennen, en enkele jaren later hedendaagse muziek. Tezelfdertijd ontdekte ik ook Funk, de muziek van Steve Coleman, muziek die me gaandeweg naar een minimalistische manier van werken met ritmes leidde. Daarna kwam het Amerikaans minimalisme en het Europees reductionisme met o.a. Ligeti.

Rond mijn 22ste mengden al deze interessevelden zich een beetje in mijn hoofd. Ik zocht mijn eigen stijl door te werken met drummer Kaspar Rast. We kenden elkaar al heel lang want hij maakte deel uit van mijn bands.

Het werd me al vlug duidelijk dat ik beter ophield om met iedereen te spelen. Ik wilde iets heel persoonlijks ontwikkelen dat de helderheid van klassieke muziek en de vrijheid van jazz combineert. Ik heb geprobeerd de samenhang van de compositie te respecteren met behoud van het idee dat een componist evenzeer een improvisator is als een uitvoerder, zoals Bach, Chopin of Debussy ook goede improvisatoren waren. Ik zocht een duidelijke en natuurlijke oplossing met een echt besef van de vrijheid in muziek. Zo ontstond het idee van modulaire composities die reageren op een bepaalde dramaturgie die samengaat met het stuk.


De Handelsbeurs Gent, 21.01.2017 met Nicolas Stocker en Sha


Daarnaast ben je ook inspiratie gaan zoeken bij James Brown.

Ik ben altijd liefhebber geweest van de muziek van Morton Feldman, zeer vrij en zen, wat ook bij Japanse muziek het geval is. Het is heel inspirerend, met een spanning in de muzikale ruimte. In de geïmproviseerde muziek hield ik van de balans van ritmes zoals bij Ligeti en Reich. In de Funk vindt men dit heel directe idee van ritme en dit evenwicht tussen de verschillende “patterns” terug. En in de muziek van James Brown en The Meters, bestaat het idee dat ritme en grooves voorrang hebben. Hier praten we niet van ritmische herhaling maar eerder van herhaling. In de rituele expressie van muziek vinden we dat in Afrikaanse muziek, maar ook in de muziek van het Oosten, in Roemenië, waar we niet kunnen zeggen dat de muziek repetitief is, maar dat er iets is dat ik een 'ritmemassage' zou noemen. Ik heb nog niet eerder dit idee gevonden dat meditatieve muziek vermengde met zeer directe sensuele ritmes. Ik verdiepte me in deze zoektocht naar balans tussen minimalisme en ritmes.


Deze ideeën werken in een groep, maar het is moeilijker om een pianosolo op te zetten die ik in jouw geval zou omschrijven als een vorm van intensiteit in traagheid. We vinden de invloed van Feldman of van Reich terug in het spel tussen beide handen.

Ja, bij solo piano moet je soms denken dat je drie handen hebt, of vier ... Ravel beschouwde de piano als een orkest. Als ik speel moet ik luisteren naar de verschillende registers, de verschillende organisaties en de verschillende stemmen. Ik illustreer het met een voorbeeld. Op ‘Modul 26’ heb je vier stemmen die zich in beide handen ontwikkelen en die moeten we gebruiken in de zin van de grote Etudes van Chopin of Debussy, of Ligeti, waar we een stuk hebben dat met twee handen is ontwikkeld, maar dat klinkt als drie.




Ben je nooit in de verleiding gekomen om overdubs te gebruiken bij de opname ?

Neen, we kozen voor een heel eenvoudige, heel duidelijke setting. De keuze viel op de Steinway die over meer kleuren beschikt. Er waren meer mogelijkheden om deze kamermuziek te spelen. We zochten ook een specifieke plaats in de zaal in Lugano. We plaatsten de muziek in de ruimte. Drie stukken zijn trouwens eerste takes, met een zeer directe sound om de dynamiek van het stuk te benadrukken. Als ik met een band musiceer is het een totaal andere ervaring. Men hoort elke afwijking op de piano. Het was een ware uitdaging om te aanvaarden wat er tijdens de opname gebeurde.


Je herneemt enkele stukken die je reeds met ‘Ronin’ speelde: is dat in de geest van hedendaagse Amerikaanse componisten, is het dat wat je wilde ?

Helemaal. Het is dit modulaire idee. Toen ik ‘Modul 58’ schreef voor ‘Ronin’, was het mij duidelijk dat het een compositie was voor drums, er is een heel duidelijke dramaturgie, maar uiteindelijk ben ik bij dit stuk, solo, alleen teruggegaan naar de basispatronen. De stukken 26 en 5 zijn zeer klassiek met een partituur die een klassiek musicus in staat stelt het te spelen. Maar ik ontwikkel andere zaken zoals op het einde van stuk 26 dat in verschillende richtingen uitgaat. Het was voor mij belangrijk om op dit album te tonen dat improvisatie een weerspiegeling is van wat ik vandaag speel, maar ook dat oudere composities een kenmerk zijn van mijn stijl.


De titel van de plaat heeft mij een beetje verrast: “Entendre” (horen) betekent een meer passieve handeling dan "Luisteren", terwijl uw muziek luistermuziek is.

In het Frans heeft ‘entendre’ meer betekenissen dan ‘listen’ in het Engels, of ‘hören’ en ‘zuhören’ in het Duits. Met ‘entendre’ stelt men zich heel open op voor hetgeen er gebeurt. Men bevindt zich als het ware midden in de muziek. ‘Ecouter’ heeft een interessant intellectueel aspect voor mij, maar de keuze voor "horen" in het Frans is ook interessant voor degenen die niet Franstalig zijn en die zich moeten afvragen wat dit woord betekent. Had ik het album de titel ‘Listen’ meegegeven dan moest men niet nadenken over het verschil. De titel van een album zou niet alleen moeten werken in de Engelssprekende wereld, mensen moeten nadenken over de betekenis, maar ook over het geluid: bij ‘entendre’ hoor je ook ‘tendre’, dat is belangrijk… Voor mij waren ‘Ecouter’ of ‘Listen’ te direct, te beperkt. Ik heb ook een boek geschreven dat binnenkort verschijnt. De titel is ‘Listening’, dat gaat over houding, de combinatie van muziek en beweging in gevechtssporten. Over gevechtssporten vond ik een klein gedichtje: “Ik heb twee oren, maar mijn vijf zintuigen zijn oren”. Het past bij die horende ingesteldheid. Het is interessant te zien hoe een Franstalige de titel waarneemt.


De Handelsbeurs Gent, 21.01.2017 met Sha


Je muziek past perfect bij de esthetiek van het ECM-label. Wat voegt Manfred Eicher nog meer toe aan je muziek ?

Manfred zegde me eens dat hij een goed luisteraar is. Als hij aanwezig is, hoort hij de context, en dat verandert de situatie. Hij is een ervaren luisteraar, maar ook met een eerste oor, iets heel fris. Het was voor mij een groot verschil met mijn eerdere opnames. Het heel ernstig nemen van het muzikaal moment helpt mij enorm. Ik concentreer me graag op een moment dat de muziek overstijgt.

Daarnaast is hij een uitstekend dramaturg die de kleine ontwikkelingen bij de opname goed aanvoelt en die de nummers feilloos in de juiste volgorde kan plaatsen. Als componist en uitvoerder waardeer ik het ten zeerste iemand aan mijn zijde te hebben die gevoelig is voor de dramaturgie van het album. Voor mij creëerde dit een goede balans tussen aanwezig zijn en vertrouwen hebben in de muziek.

Interview © Jean-Pierre Goffin (vrije vertaling : Jos Demol)
Foto’s © Geert Vandepoele
Een samenwerking Jazz'halo / JazzMania




In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst