Nieuw album onthult de rauwere kant van Donder

Op 15 mei 2018 verschijnt, op cd èn vinyl, het tweede, titelloze album van Donder. Het trio, winnaar van de derde editie van STORM! Contest (KAAP), werkte voor deze plaat samen met Lars Greve. Enkele weken voor het optreden van Donder op HAM Sessions editie 2018 contacteerden we Stan Callewaert voor een interview, schriftelijk, want de bassist woont al bijna twee jaar in Denemarken.



Eerst even enkele maanden terug in de tijd: het winnen van Storm! Contest in oktober 2017, welke impact heeft dat voor Donder gehad?

Stan: ‘Als je naar de vorige winnaars van Storm! Contest kijkt - Nordmann en SCHNTZL - kan je zien dat na hun overwinning, zij het nu direct of indirect, dingen van de grond zijn gekomen. Wij hadden bij onze deelname eerlijk gezegd echt niets verwacht, maar we wisten wel dat het winnen van deze wedstrijd deuren zou openen. Daarentegen heeft de muziek van zowel SCHNTZL als Nordmann misschien wel meer potentieel voor het grotere publiek. Onze muziek is iets minder concreet, stiller en meer geïmproviseerd. Je zou kunnen zeggen: minder toegankelijk. Daardoor zullen wij misschien iets harder moeten pushen om onze muziek in de grote zalen en op festivals te krijgen.’

Voor zijn nieuwe, titelloze album werkte Donder samen met Lars Greve. Kan je hem even situeren in het muzieklandschap?

Stan: ‘Lars is een Deense rietblazer die enkele jaren terug afstudeerde aan het RMC (Rhythmic Music Conservatory, PG) waar ik binnenkort ook afstudeer. Hij is bekend van de band ‘Girls in Airports’, maar is voorts vooral bezig met geïmproviseerde muziek. Hij bracht twee soloalbums uit, waarvan de laatste (‘Dødedans’) in samenwerking met de Deens-Zweedse beeldhouwer Ingvar Cronhammar die een 3kg wegende aluminium hoes ontwierp voor de LP. Er waren 66 exemplaren te koop à €700 per stuk, wat uiteraard duur is voor een muziekalbum, maar heel goedkoop voor een werk van deze kunstenaar. Het eerste exemplaar werd gereserveerd voor de Deense Koningin. Daarnaast schrijft Lars ook muziek voor theaterstukken en doceert hij aan het conservatorium.’


Lars Greve © Lærke Posselt

Hoe dan is jullie samenwerking tot stand gekomen?

Stan: ‘In juli 2016 trok ik een week naar Kopenhagen om er op zoek te gaan naar een nieuwe woonplaats voor het komende jaar, waar ik op Erasmus-uitwisseling aan het RMC zou gaan studeren. Toevallig was ik daar net tijdens de laatste dagen van het jaarlijkse Copenhagen Jazz Festival (yes!), een 10-daags festival op honderden locaties doorheen de stad, met talloze grote en kleinere namen uit de internationale jazz- en impro-scene. Tussen het zoeken door ging ik dus zo veel mogelijk concerten beluisteren, en leerde op die manier de stad en de muziekscene beter kennen. Op de laatste dag van het festival belandde ik in Koncertkirken, een kerkje in Norrebro dat nu enkel nog dienst doet als concertzaal en waar die avond een band aantrad met Kopenhaagse muzikanten met internationale weerklank: Simon Toldam (pianist Han Bennink Trio), Peter Bruun (drummer Django Bates Trio) en daarnaast twee muzikanten die ik nog niet kende, namelijk bassist Jonas Westergaard en klarinettist/saxofonist Lars Greve (de band heeft ondertussen een naam en heet ‘Fandens Vandbærere, in het Nederland: ‘De Duivels’ Waterdragers’). Dit concert was behalve het laatste, ook het strafste van het ganse festival voor mij. De hele set was geïmproviseerd maar kon bijna niet verder verwijderd zijn van de ‘free jazz’ die ik kende. De muziek was perfect ingespeeld op de ruimte en werd heel geduldig op een haast architecturale wijze opgebouwd. Ook Lars maakte een grote indruk met zowel immens ruwe als fluweelzachte klanken en hij speelde zelfs tweestemmige melodieën op twee klarinetten tegelijk (net zoals op ‘Someone to make Breakfast for’, het vierde nummer op ons album). Maar hij droeg vooral op een enorm smaakvolle en geduldige manier bij aan de groepsklank, 100% ten dienste van de muziek. Na dit concert wist ik dat Donder + Lars voor vonken zou zorgen.

Ondertussen had ik er al een tijdlang niet meer aan gedacht, maar toen we plannen aan het maken waren voor de opname van een tweede album aan het einde van een kleine tournee in 2017, kwam het idee terug naar boven en heb ik hem gemaild. Hij was vrij en zag het meteen zitten, WAW! Toen ik er met hem over babbelde stelde hij ook direct voor om op te nemen in de kerk waar ik hem het eerst zag spelen, en dat was dat. We hadden al een concert gepland met Donder in Koncertkirken, dus reserveerden we de kerk voor de volledige dag en namen we zowel enkele uren overdag als het concert ‘s avonds op.’

Vergde die tijdelijke “uitbreiding” van Donder – als ik het gemakshalve op die manier mag omschrijven – een andere manier van componeren?

Stan: ‘Uiteindelijk was er niet zoveel tijd om te componeren, dus dat vormde niet echt een probleem. Het materiaal dat we meenamen naar de opname bestond vooral uit enkele simpele melodieën die ik de voorafgaande maanden had neergepend of had ingezongen in mijn telefoon. Het tweede stuk op de plaat had ik geschreven met een andere blazer in gedachten, namelijk de IJslandse saxofonist Óskar Guðjónsson. Het idee was dat ik het vaak moeilijk vond om eenvoudige melodieën te schrijven, omdat ik vaak bang ben dat ze banaal of melig zullen klinken. Daarom wou ik als oefening een aantal melodieën componeren met een instrumentalist die een simpele melodie heel goed kan laten klinken in het achterhoofd. In dit geval was dat Óskar Guðjónsson, saxofonist van onder meer ADHD en zijn duo met Skúli Sverrisson.

Daarnaast zijn zowel het eerste als het laatste nummer op de plaat gebaseerd op wat ik een ‘poetic score’ noem. Net zoals een grafische score is dit een partituur die niet vertrekt vanuit een uitgeschreven melodie en harmonie, maar in dit geval vanuit geschreven tekst. Ik gebruik zowel woorden als korte woordgroepen die niet als muzikale instructie fungeren maar eerder als metaforische beschrijvingen die een emotionele reactie uitlokken, die op haar beurt weer de improvisatie sterk beïnvloedt. Deze woorden en woordgroepen giet ik dan in de vorm van een tijdlijn die vaag de overgangen aanduidt, eventueel met toevoegingen van grafische elementen zoals lettertype en lettergrootte die kunnen duiden op dynamiek, intensiteit of gevoel. Op die manier bekom je een partituur die eruitziet als een minimalistische versie van een gedicht van Paul Van Ostaijen. Deze ‘poëtische scores’ zijn eerder een stimulatie om improvisatie meer richting te geven dan een partituur die bepaalt wat, wanneer en hoe de muzikant moet spelen.

Het vijfde stuk, ‘Vinterlys’, was letterlijk het eerste dat we speelden op de dag van de opname. Dit was tijdens de soundcheck, dus we speelden zonder enige intentie of druk. Ik denk dat je dat kan horen. Het is ook het enige stuk op de plaat dat volledig geïmproviseerd is.

Samenvattend: bijna elk stuk is gebaseerd op iets dat voorbereid was, maar we gaan wel op een heel vrije manier om met dat materiaal. Vaak is er enkel een uitgeschreven korte melodie, en alles wat voor of na de melodie komt is geïmproviseerd, maar het is wel die melodie die de sfeer van het hele stuk bepaalt.’

Op cd en vinyl muziek vastleggen die voor een (groot) stuk geïmproviseerd is, lijkt mij niet zonder risico omdat er schoonheidsfoutjes in kunnen sluipen… Bovendien is de plaat opgenomen in één enkele dag en in een live-setting: dat veronderstelt een zeer groot vertrouwen in elkaar!

Stan: ‘In improviseerde muziek gaat het voor mij niet om schoonheidsfoutjes. Die bestaan niet echt. Geïmproviseerde muziek gaat voor 99% om energie en dialoog. Als die goed zitten krijg je goeie muziek. De energie die dag zat echt goed. Ik denk dat we zelfs twee volle vinyls hadden kunnen uitbrengen met goed materiaal vanuit de opnames van die ene dag. De klank in de kerk was enorm inspirerend en gaf ons erg veel ademruimte. Ieder klein geluidje klonk hemelsbreed en we konden dus met details en extreme dynamieken spelen. Zo’n akoestiek is enorm dankbaar voor muziek met veel ruimte. We voelden ons in vorm en ook de toevoeging van Lars gaf ons heel veel nieuwe inspiratie. Het was de eerste keer dat we met hem samenspeelden en hij stuwde de muziek in richtingen die we vooraf nooit verkend hadden. Doordat alles zo goed klonk en het spelen zo gemakkelijk ging, kregen we een groter vertrouwen en namen meer risico dan normaal, wat tot heel stimulerende muziek leidde.’

Op dit album wordt “de rauwere kant” van Donder blootgelegd, lees ik in de aankondiging. Kan je dat nader toelichten?

Stan: ‘Op ons eerste album ‘Still’ klinkt alles melodieus en vrij onschuldig en braaf: een Noorse journalist omschreef het als “slap”. Hoewel ik daar niet echt mee akkoord ga - ik ben eigenlijk behoorlijk tevreden over die plaat - snap ik wel wat hij bedoelt. Op dat vlak vormt onze tweede plaat een groot contrast denk ik. Veel van de muziek is nog steeds rustig, maar gaat dieper en rauwer in klank. We nemen meer risico en gebruiken niet alleen de conventionele en licht-verteerbare klanken, maar kruipen een stuk dieper in de identiteit van ons instrument en de ruwe materialen waarvan het gemaakt is. Op dit album komen we ook een stuk dichter bij de invloeden van de natuur die we in ons bandbeschrijving vermelden.’

De registratie gebeurde in de intieme ruimte van een kerk, maar straks brengen jullie die muziek live op concertpodia en zelfs in openlucht, o.a. in de tuin van Michel Mast waar Donder de HAM Sessions opent (19 mei): die vertaling naar een heel andere setting lijkt mij voor jullie muziek niet evident!

Stan: ‘Dat klopt. In een andere ruimte spelen met een andere akoestiek en andere sfeer vereist telkens een andere aanpak. In openlucht of ruimtes met een drogere akoestiek zijn er wat betreft dynamiek heel wat minder mogelijkheden t.o.v. de kerk waar we opnamen. Kleine details gaan verloren en je kan minder extreem gaan met lage volumes. Dat is niet per se een probleem. Je gaat automatisch anders spelen en de muziek gaat andere richtingen uit, maar dat maakt het alleen maar boeiender voor ons. Wij worden ook graag zelf verrast.’

Er liggen een aantal concertdata vast in België, maar zijn er ook concrete vooruitzichten op speelmogelijkheden in het buitenland? Ik denk dan bijvoorbeeld aan Denemarken, waar Lars Greve misschien deuren kan openen?

Stan: ‘Ik woon nu bijna twee jaar in Denemarken, en voorlopig heb ik nog steeds de indruk dat het als onbekende buitenlandse muzikant of band niet zo evident is om goeie (betaalde) concerten te boeken in Scandinavië. Ze hebben zelf een bloeiende muziekscene die barst van de nieuwe, jonge getalenteerde groepen dus er is niet zozeer nood aan nieuwe input van jonge onbekenden uit het buitenland, of hun muziek nu goed is of niet. Lars zou inderdaad misschien wel deuren kunnen openen in Denemarken, maar ik denk dat concertzalen nog steeds liever in Denemarken gekende projecten zullen boeken dan ons.

In Zweden en vooral in Noorwegen heeft die muziekscene een nog veel méér uitgesproken identiteit dan in Denemarken, zeker op het vlak van experimentele en geïmproviseerde muziek. De meeste Noorse platenlabels brengen enkel Noorse artiesten uit, en ook de concertzalen boeken vooral Noorse acts (en nu en dan een internationaal bekende naam). Zelfs Deense bands spelen zelden concerten in Zweden en Noorwegen. Het resultaat dat ze daar behalen met het stimuleren van hun eigen muziek is wel overduidelijk. Als je ziet hoeveel goeie muziek er jaarlijks wordt uitgebracht in Noorwegen, een land met half zoveel inwoners als België, ...daar hebben we nog iets van te leren.

Toch laten we de moed niet zakken en heb ik me voorgenomen om een Scandinavische toer te boeken voor Donder in 2019, met of zonder Lars. Ik woon in Scandinavië en ben voorlopig ook van plan om hier te blijven wonen, dus wil ik koste wat kost hier ook verder een carrière uitbouwen. Concerten spelen doorheen heel Scandinavië is daar een belangrijk deel van.’

Interview © Paul Godderis, 9 mei 2018  -  foto's © Donder

Concertdata:

*19/5 HAM Sessions (Gent) - volledig programma: www.hamsessions.be
*20/5 (om 11:00 uur) Piano's Maene, Paterskerk Oud-Rekem (Lanaken)
*20/5 (om 20:00 uur) De Traagheid (Tielt)
*27/5 Vrijstaat O. (Oostende) - zonder Lars Greve
*16/11 Concertgebouw Brugge - Jazz Brugge - zonder Lars Greve

Musici:

Casper Van De Velde – drums
Stan Callewaert – contrabas
Harrison Steingueldoir – piano
Lars Greve - rieten

website: http://www.donderband.com


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst