Marni Jazz Festival, 5 tot 15 september 2018 in Theater Marni (Brussel)

15e editie: premières à volonté




Op een steenworp van het Flageyplein (Brussel) ligt Theater Marni, verdoken achter een neutrale grijze gevel. In de tijden van Brussel als filmparadijs was dit een bioscoop met ingang op het plein zelf. Begin jaren zeventig volgde een eerste omvorming tot concertzaal met optredens van Johnny Hallyday en Duke Ellington. Na Kafkaiaanse verwikkelingen op zijn Brussels kan je hier sinds 1998 terecht voor theater, dans, circusacts en literaire happenings. Met jaarlijks twee festivals (River Jazz in januari, Marni Jazz Festival in september) en heel wat concerten tijdens het seizoen hebben ze bij Marni bovendien een hart voor jazz.

Een gesprek met directeur Joëlle Keppenne en mede-jazzprogrammator Fanny De Marco.


Een vorm van continuïteit

Marni is een theater dat regelmatig omgetoverd wordt tot heuse jazzhub. Vanwaar die keuze?

JOËLLE KEPENNE: Dat is historisch gegroeid. Toen de bekende Brusselse gesubsidieerde jazzclub Travers eind jaren negentig plots moest vertrekken uit het bekende pand in de Dwarsstraat, besloot de toenmalige minister om hen bij ons onder te brengen. Travers behield zijn dotaties en wij kregen een kleine extra subsidie. Een win-win situatie. Na een aantal jaren stopte het avontuur van de Travers helemaal en viel ons jazzluik weg. Ik had echter de smaak te pakken en kon de betrokken overheid overtuigen om de vrijgekomen subsidies naar ons over te hevelen zodat we jazz verder op de affiche konden plaatsen.

Met jou heeft Marni een vrouwelijke directeur terwijl ook de rest van je omkaderend personeel, van persverantwoordelijke tot leiding van de bar, uit dames bestaat. Vele organisaties kunnen aan jullie een voorbeeld nemen.

JOËLLE KEPENNE: Die situatie is per toeval ontstaan maar toeval bestaat niet (glimlacht fijntjes). Ik heb hier de leiding sinds 2000. Voor mij stond een mannelijke directeur aan het hoofd met slechts een enkele vrouw als medewerker. Sinds mijn aanstelling ontstond er geleidelijk aan een haast volledig vrouwelijke ploeg. Geen bewuste keuze maar ik nam stagiairs en vrijwilligsters met wie het klikte, op in het vaste team. De menselijke contacten primeren bij mij als het op aanwerven komt, naast de vereiste graad van professionele kennis en aanpak natuurlijk.


Dit jaar viert Marni Jazz Festival de vijftiende editie. Ooit gedacht dat het zo ver zou komen?


JOËLLE KEPENNE: Eerlijk gezegd niet. Het was een gok. We waren er ons wel degelijk van bewust dat we begin september geen concurrentie hebben. De zomerfestivals zijn dan net gedaan en het culturele seizoen moet nog beginnen. Wij bieden als het ware een vorm van continuïteit aan. Zeker in Brussel is dat belangrijk. Wie hier woont, wil steeds de mogelijkheid hebben om iets te beleven.

Welke waren de voornaamste struikelblokken?

JOËLLE KEPENNE: Van meet af aan streefden we ernaar gedurende het hele seizoen een crossover van het publiek te bereiken maar dat bleek niet zo evident. We doen dit door bijvoorbeeld jazzconcerten te organiseren in de bar na een dans- of theatervoorstelling in de grote zaal. Op die manier willen we een breder segment van toeschouwers laten kennismaken met het rijke palet van jazz. Geen evidente opdracht maar we stellen vast dat die aanpak geleidelijk aan meer en meer succes heeft.

Andere problematiek is het inlassen van een grote publiekstrekker bij een festival. Wanneer je een minder bekende naam op de affiche plaatst, blijft het moeilijk om je zaal vol te laten lopen. Door onze beperkte financiële armslag kunnen we ons echter niet veroorloven veel fouten te maken op dat gebied. Toch blijven we volharden en trachten we zoveel mogelijke beginnende en minder bekende artiesten een kans te geven.


De succesformule van een rode draad

Jullie kiezen elk jaar een instrument als centraal thema. Deze keer is het de trompet.

FANNY DE MARCO: Dat idee kwam indertijd van Jules Imberechts van Travers. Op die manier heb je een “fil rouge”, een aanknopingspunt voor je hele programma. Zoals Joëlle daarnet zei, is het onze bedoeling steeds minstens een tamelijk bekende internationale artiest of groep aan te trekken. Echt dure topacts kunnen we ons niet veroorloven maar dat is niet nodig, zoals blijkt uit het verleden. Andere factor die meespeelt bij het samenstellen van de affiche is de actualiteit van een nieuw project of de release van een cd. Aanbod is er sowieso genoeg. Kiezen is in dit geval altijd verliezen.

Belgische artiesten hebben bij jullie duidelijk een streepje voor.

JOËLLE KEPENNE: Dat heeft enigszins te maken met de subsidies die we krijgen. We zijn verplicht om een minimum percentage nationale producties te plaatsen. Gelukkig vormt dit geen obstakel voor kwaliteit want er is talent genoeg aanwezig. Voor alle duidelijkheid, we hebben echt wel een grote vrijheid op gebied van programmatie.



Voor de editie van 2018 nodigen jullie drie trompettisten uit, elk met een nieuwe creatie: Laurent Blondiau, Jean-Paul Estiévenart en Greg Houben.


FANNY DE MARCO: Na de keuze van het centrale instrument, nemen we contact op met enkele muzikanten die we graag willen en vragen hen of ze interesse hebben voor een carte blanche. Dit jaar werden dat drie verschillende artiesten.

Laurent Blondiau stelt zijn gloednieuw internationaal kwintet voor met in de rangen Jean-Yves Evrard (gitaar), Sébastien Boisseau (contrabas) en Samuel Ber (drums) samen met de Hongaarse gitarist Gábor Gadó. Voor het festival zorgt hij bovendien voor een speciale verrassing maar meer kan ik hier nog niet over verklappen.

Greg Houben komt met zijn vader Steve. Het zijn twee verschillende karakters met elk hun stijl. Dat schept verwachtingen. Ze schreven samen een nieuw repertoire bij elkaar dat ze uitvoeren met Fabian Fiorini (piano), Cedric Raymond (bas) en James Williams (drums).

Jean-Paul Estiévenart tenslotte had verschillende ideeën maar koos uiteindelijk voor een kwartet met Nicolas Thijs (contrabas), Nicola Andrioli (piano), Antoine Pierre (drums) plus de Franse gitarist Romain Pilon als “special guest”. Ze repeteren al een tijdje samen, speciaal voor dit concert. Kers op de taart die avond is een jamsessie waarbij zoveel mogelijk muzikanten die hier ooit op het podium stonden, uitgenodigd worden. Bij een vijftiende editie hoort een feestje.


© DR et Sylvain Gripoix


Als openingsconcert kozen jullie voor een Frans duo, trompettiste Airelle Besson en cellist Vincent Segal.


FANNY DE MARCO: Dat is de internationale act van deze editie. In Frankrijk behoort Besson tot de top maar bij ons is ze nog niet helemaal doorgebroken. Het belooft alleszins een aparte voorstelling te worden.


Jullie strikten tevens een “incontournable” uit de Belgische scene als het op trompet aankomt, Bert Joris.


FANNY DE MARCO: We boden hem een carte blanche aan voor een nieuw project maar dat zag Bert niet zitten. Dus komt hij met zijn vast kwartet met daarin Dré Pallemaerts (drums), Philippe Aerts (contrabas) en Dado Moroni (piano). Dat is op zich natuurlijk al een garantie voor kwaliteit. Hij behoort tot de generatie die momenteel wat in de vergeethoek geduwd wordt. Onterecht vinden we, vandaar de keuze.

Echt feestelijk wordt het op 15 september met de viering van 40 jaar IGLOO.

FANNY DE MARCO: Het is een gelukkige samenloop van omstandigheden. Het label zocht voor zijn jubileum een geschikte locatie in Brussel die aanleunde bij hun visie. Zo kwamen ze bij ons terecht. Op die manier hebben we meteen een gepaste afsluiter voor het festival. Er is het gloednieuwe Jean-Paul Estiévenart Trio met Fabian Fiorini en Antoine Pierre. Nadien volgt het LG Jazz Collective, een van de populairste bands van de jonge generatie. Ze nodigen bovendien zanger Sacha Toorop uit waardoor we een kruisbestuiving krijgen van jazz en chanson. Het hele evenement wordt afgesloten met een dj set.


J.P. Estievenart 2018 © Olivier Lestoquoit

Door telkens een tentoonstelling rond jazz te organiseren en van de poster een grafisch hebbeding te maken, trekken jullie een extra multidisciplinaire kaart.

JOËLLE KEPENNE: De affiche van dit jaar is een creatie, speciaal voor Marni, van tekenaar Herb Cells (www.herbcells.com/graphikz) . De expo zelf, ‘Jazz En Coulisses’, is een première. Het zijn namelijk analoge beelden uit het archief van de overleden fotograaf Eric Mannaerts. Zijn vrouw gaf speciaal de toelating om een aantal afdrukken te gebruiken voor deze gelegenheid.


Nog meer fotonieuws is dat we een speciale “shooting” maakten met de drie trompettisten die hun creatie voorstellen. Die foto’s kan je terugvinden in het fotoboekje.

Misschien nog een kleine blik vooruit op de rest van het seizoen?

FANNY DE MARCO: Een selectie maken was weer een helse opdracht door het enorme aanbod. Bij onze keuze hebben we aandacht voor nieuwe releases en een eventuele Jazztour (de Waalse tegenhanger van JazzLab). Met bepaalde muzikanten onderhouden we sinds jaren een goede relatie. Onder hen Thomas Champagne en Toine Thys. Het hoeft daarbij niet altijd zuiver jazz te zijn. Zo staan het groovy soulkwartet Lalao (met Joël Rabesolo) en de funkbende van Opmoc op het programma. We vroegen meer subsidies aan om nog meer jazzconcerten te organiseren maar daar kwam helaas een negatief antwoord op. Spijtig want op die manier bouw je een vaste aanhang op.

Tekst © Georges Tonla Briquet  -  fotos © met dank aan Theater Marni


Philip Catherine 1986 © Eric Mannaerts


Theater Marni, Vergniesstraat 25, 1050 Brussel
http://www.theatremarni.com/


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst