Mélissa Acchiardi, het collectief gevoel






Het is al lang geleden dat we aandacht schonken aan de toetsen van de vibrafoon van Mélissa Acchiardi. We moeten erkennen dat deze jonge musicienne eind 2020 opviel door haar deelname aan InDOLPHYlités van het ARFI. De uitdaging was groot: het album Out To Lunch van Eric Dolphy onder handen nemen en het materiaal bewerken zodat het beter uitgevoerd kon worden.

Mélissa Acchiardi houdt ervan om in collectieven te spelen. Het is hierdoor dat ze het aantal kunstenaarsresidenties en educatieve acties aaneenrijgt. Ze onderwijst percussie in de regio Rhône-Alpes. Ze maakt eveneens deel uit van de Compagnie du Vieux Singe, dat een meer theatrale richting uitgaat. Onlangs trad ze toe tot het ARFI (Association à la Recherche d'un Folklore Imaginaire), een der oudste ensembles uit de Franse jazz en geïmproviseerde muziekscene. Met hen bereidt ze een spektakel voor rond George Orwell’s “Animal Farm”.

Ontmoeting met een jonge, betrokken en opwindende muzikante die globaal en totaal denkt, en dat merk je in haar muziek.




Kan je je even voorstellen ?

Mélissa Acchiardi : Ik ben muzikante, percussionist. Ik genoot een opleiding klassieke percussie in diverse conservatoria en vooral met Laurent Vieuble als docent, voor mij een geweldige muzikale en leerzame ontmoeting. Daarna kwam ik in het Cefedem Rhône-Alpes in contact met gepassioneerde mensen die me hielpen mijn muziek te vormen zoals ik die wilde horen. Ik speel veel verschillende muziek. Maar eerlijk gezegd luister ik maar naar weinig soorten. Ik hou er enorm van om samen te spelen met anderen, liever dan alleen te musiceren. Het is leuk om dingen te ontdekken en mensen te ontmoeten die een totaal ander leven hebben en ik gebruik vaak mijn muziek om dit uit te drukken.

Veel mensen ontdekten je aan de zijde van de Very Big Experimental Toubifri Orchestra. Wat betekent dit orkest voor jou ?

Mélissa Acchiardi : Het is mijn eerste muziekgroep. Toen we 19 werden kwam de orkestleider Grégoire Gensse me vragen in welke cyclus ik op de muziekschool zat en of ik wilde deel uitmaken van een orkest en ik hapte direct toe. Dat is inmiddels 15 jaar geleden. Er was eerst de ontmoeting met Grégoire Gensse en toen ik twintig werd kwam ik in contact met Balinese muziek. Dan leerde ik Loïc Lantoine kennen waarmee we behoorlijk veel samen speelden en feestjes bouwden en we hebben nog altijd zin om met hem liedjes te componeren.

Ik ben met hen opgegroeid, eerst muzikaal, door hun composities te spelen, door voor hen arrangementen te schrijven, door naar hen te luisteren, maar ook door de ervaring in dit zeer actief collectief te kunnen meespelen. Dit was een diepe, rijke, overweldigende, schitterende beleving. Momenteel zijn er drie evenementen: dat van Loïc, dat van het orkest dat Dieux Poulet heet (waarvan deze maand het eerste album verschijnt), en een muzikale ballade die in zijn eindfase verkeert.

Onlangs ben je toegetreden tot het collectief ARFI, lijkt het begrip collectief je belangrijk ? Wat vertegenwoordigt deze eerbiedwaardige instelling in Lyon voor u?

Mélissa Acchiardi : Ik ontdek beetje bij beetje dat de vraag hoe je met meerderen iets verwezenlijkt mij passioneert. En muziek is daar een goed excuus voor. Ik ben dolblij dat ik het Arfi ontdekte. De energie, de vindingrijkheid en de ervaring van deze muzikanten boeien mij enorm. Ik ontmoet er voor het eerst musici van andere generaties en allen erg kleurrijk ! Als Christian Rollet mij vertelt over hoe hij in de jaren ’70 met de auto naar zijn concerten reed, dan fascineert dat mij. En als we samen als een duo improviseren dan ga ik er stevig in mee.

De nieuwe creatie van de Marmite Infernale verschijnt deze maand. We bevinden ons in de laatste rechte lijn. We zien de stukken en de veelkleurige identiteit van dit nieuwe orkest naar boven komen. Ik observeer op welke manier ze samen werken en daaruit borrelen allerlei fascinerende vragen op.



Hoe benader je een repertoire dat zo refererend is als InDOLPHYlités voor je instrument ?

Mélissa Acchiardi : Ik oefen zonder echt een referentie te hebben. Ik beschouw de vibrafoon meer als een veelzijdig geluidsobject. Toen Clément Gibert mij voorstelde om met hen deze muziek te vertolken, had ik een groot verlangen om te improviseren, maar ik had er geen ervaring mee, en ook, ik kreeg echt de kriebels. De musici van het Arfi waren zeer gastvrij en dit hielp mij om dit nieuwe terrein met veel plezier en vreugde te bewandelen. En gezien de manier waarop ze spelen, heb je geen keuze, je moet gaan. Ik doe wat ik kan, maar ik ben verrukt.

Daarnaast kunnen we je horen binnen het Dur et Doux collectief, dat ook erg multidisciplinair is, kun je ons vertellen over je betrokkenheid bij deze structuur?

Mélissa Acchiardi : In 2011 stelde Boris Cassone me voor om te komen musiceren bij Herr Geisha And the Boobs (een groep die door de punk werd beïnvloed – n.v.d.r.). Het waren mijn eerste pasjes aan het drumstel. Ik hield er enorm van. We brachten vier albums uit, speelden een massa concerten en de kennismaking met de muziek van Boris was erg belangrijk voor mij. Dan, een aantal jaren geleden, vroeg Antoine Mermet ons om liedjes te schrijven voor Saint Sadrill. Het is een magnifieke popmuziek waarin mijn vibrafoon een onverwachte plek heeft gevonden. We hebben net onze tweede plaat opgenomen.

Dur et Doux is een hecht groepje vrienden die uitstekend samen werken. Ze bieden alle mogelijke hulp. Ze kennen de knepen om zeer unieke muziek tot leven te brengen en het collectief gaat verder op het pad van het onvoorziene. Een vrolijke puinhoop van mensen die ervoor gaan en er plezier aan beleven.

We vinden je terug bij het duo Hidden People, met Aëla Gourvennec in een meer electronische setting, met stem en drums, kan je ons wat meer vertellen over dit ander universum ?

Mélissa Acchiardi : Hidden People startte vier jaar geleden en Dur et Doux helpt ons enorm om de muziek voor elkaar te krijgen. Ik ken Aëla Gourvennec al erg lang en onze composities komen voor ons op een voor de hand liggende manier samen rond deze unieke liedjes, gemaakt van teksten, geluiden, zoekopdrachten naar postzegels, grappige dingen, vreemdheid, spanning, rock ... We doen echt wat we willen. We bewandelen beiden kronkelende paden: klassiek, theater, rock ’n roll, pop, hedendaagse muziek, bluegrass, e.v.a. We graven overal en we vertellen er verhalen mee. Ik hou van schrijven voor dit duo. Er zijn oneindig veel mogelijkheden en de verlangens om te vertellen zijn heel sterk.

We hebben een eerste album uit bij Dur et Doux: “Tambour Cloche”. We namen zopas een tweede op dat in de herfst uitkomt.

Je gaat participeren in de adaptatie van George Orwell’s ‘Animal Farm’ met het Arfi. Kan je ons wat meer vertellen over dit project ?

Mélissa Acchiardi : Het is een mooi idee van Guillaume Grenard. Ik ben verheugd om deze vragen met hem en Ophélie Kern te bespreken, die de tekst zullen schrijven. We werken met actrice Jessica Jargot. Het is een ploeg mensen die, net als ik, nood heeft na te denken over hoe ze zich samen kunnen organiseren. De idee om met dit evenement een ontmoeting te creëren tussen jongeren en de vragen die door verschillende politieke systemen worden opgeworpen, bevalt mij enorm. En weet dat het super wordt om samen met Guillaume te musiceren.


Welke andere projecten staan er nog op stapel ?

Mélissa Acchiardi : Ik speel al meerdere jaren met schrijvers en acteurs. Rond 2007 ontmoette ik Samuel Gallet die mij mijn eerste passen liet zetten in het schrijven van teksten bij muziek. Ik werk momenteel bij de Compagnie du Vieux Singe en de schrijfster/regisseur/actrice Ophélie Kern. Ik beleef ook af en toe creatieve momenten met het Eskandar-collectief.

En op muzikaal gebied begon ik een nieuw duo om te feesten en te dansen. Colin Delzant speelt cello en ik ben actief op drums en synthesizer. Het is pas het begin, maar het is veelbelovend !

© Franpi Barriaux pour Citizen Jazz (vrije vertaling : Jos Demol)
Foto’s © Christophe Charpenel Citizen Jazz


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst