Les Brums: Brass + Drums met ZZZ eromheen








Les Brums kwamen naar de Reflektor in Luik om hun album te promoten nog voor het uitkwam, wat een onvergetelijke avond opleverde. De perfecte gelegenheid voor Quentin Perot om hen een paar vragen te stellen. Hier is het verslag.


Hoe is het project ontstaan? In het hoofd van wie van jullie drie gekken?

Alain Deval : Het is eigenlijk een beetje mijn schuld. Het is een vreemd project geworden, omdat ik eerst met een brassband ben begonnen. Ik wilde een project voor kinderen opzetten, iets dat gemakkelijk te vervoeren was, zodat we op schoolpleinen en voor Jeunesses Musicales konden spelen. Dus belde ik Clément Dechambre  en Adrien Lambinet

We wilden allemaal een 'brassband'-formatie opzetten. Ik kende Antoine Dawans  niet, maar Adrien en Clément zeiden dat ik hem moest bellen. We hadden zoveel plezier met het akoestisch spelen in dit educatieve project dat ik dacht dat we nieuwe composities moesten maken. We hebben een paar nogal erg 'brassband'-nummers gemaakt en daarna hebben we ons eerste concert gegeven hier in Luik, in Sauvenière. Daar kwamen onze invloeden van dat moment nog bij. Ik was al met elektronische muziek bezig, ik luisterde veel naar Jaga Jazzists, Clément ook, en naar veel Noorse bands, ...

  
Alain Deval en Clément Dechambre


Jullie eerste album werd gemixt door Marcus Forsgren, lid van Jaga Jazzists. Heeft dat je veel geïnspireerd voor het vervolg?

Alain Deval : Ja, Jaga Jazzists was trouwens echt een van onze invloeden. En aangezien Adrien effecten deed en we allemaal elektronische instrumenten bespeelden, besloten we om sessies te organiseren waarbij we al onze synthesizers meebrachten om te experimenteren. Ik had al een aantal composities, en zo is het begonnen... Zo is de eerste plaat tot stand gekomen.

Antoine Dawans : Ik deed toen helemaal niets met elektronica. Ik ben ermee begonnen door dit project. Ik was pianist, maar had nog nooit een elektronisch keyboard bespeeld. Dus ik heb me echt laten leiden door Alain en Clément, zelfs bij de keuze van het materiaal. Ik leende een MS-20 van een bevriende toetsenist en kocht een mini-log. We hebben met die apparatuur wat geëxperimenteerd. En ik vond het leuk. Het is spannend.

Als je piano speelt, is dat een instrument op zich, maar met het keyboard heb je toegang tot een heel ander instrumentarium. In het begin begreep ik er niets van, al die knoppen op een synthesizer! Dus heb ik het een beetje al doende geleerd, op een totaal niet-academische manier... In ieder geval niet door handleidingen te volgen.

Clément Dechambre : Een beetje zoals al die mensen die elektronische muziek maken uiteindelijk. Je moet aan alle knoppen draaien totdat er iets cools uitkomt (lacht).

Alain Deval : Ik neem het handboek erbij.

Clément Dechambre : Ik lees het voordat ik het materiaal koop. Ik kijk eerst wat de mogelijkheden zijn en pas als ik het gekocht heb, test ik het.

Alain Deval : Ja, maar je bent uren bezig met proberen en uiteindelijk verspil je alleen maar tijd (lacht) ... en tenslotte kom je inderdaad veel verder en hoef je geen vier andere synthesizers te kopen ... om er vervolgens achter te komen dat ze allemaal hetzelfde doen.

Antoine Dawans : Dat is het juist wat ik interessant vind... voor mij, die uit een zeer 'conservatorium' milieu kom. Gewoon 'op het gehoor' verdergaan, niet de meer academische weg opgaan.

  
Antoine Dawans


In het project mengen jullie elektronische muziek met jazzklanken en -melodieën. Men voelt echt dat de academische kant botst met de ritmes van de 'electronica'. Er waait een 'vrije' wind door jullie muziek. Is het de bedoeling om terug te keren naar een meer academische stijl in plaats van de kaart van de 'grote jazz' te trekken?

Clément Dechambre : Het was vanaf het begin het doel van het project om onszelf een beetje een schop onder de kont te geven op dat vlak. En ik denk dat we daar vrij snel in geslaagd zijn. In het begin was het even wennen, we moesten onszelf een beetje in bedwang houden. Maar nu heb ik het gevoel dat het echt is ingeburgerd. Die complexiteit is verdwenen. We hebben meer ruimte gegeven aan wat we direct voelen.

Antoine Dawans : Dat is het belangrijkste verschil met de nieuwe plaat. Wat je zegt, is voor mij nog niet helemaal merkbaar op de vorige plaat, die ik iets drukker en minder toegankelijk vind. Deze is m.i. krachtiger omdat we noodgedwongen wat hebben weggelaten. Er is namelijk ook een muzikant uit het project gestapt. Tot dan toe hadden we moeite om een bepaalde eenvoud te vinden. We dwongen onszelf soms, maar wilden altijd nog iets toevoegen. Nu is het doordat we met drie zijn wel gelukt. Daardoor hebben we wat meer ruimte gekregen. Met het nieuwe repertoire en de afstand die we hadden tot wat we tot dan toe hadden gedaan, was het dat wat we wilden.

Ik vind het leuk dat je dat zo ervaart, want het is geen langdurig proces geweest. Met deze plaat zijn we erin geslaagd om genres te mixen zonder al te intellectueel te worden. Ik denk dat we dat zo wilden. Zowel in de muziek waar we dagelijks naar luisteren als in de richting die onze verschillende projecten uitgaan. We nemen afstand van de scene die we goed kennen en waar we niet altijd helemaal thuis in waren of waar we niet altijd helemaal warm voor liepen. Ik maak ook graag muziek voor mijn naasten en niet alleen voor mensen die hetzelfde hebben gestudeerd als ik.

Alain Deval : Het eerste album is wat minder toegankelijk door de manier waarop we het materiaal gebruiken. Het doel van het eerste album, dat mensen misschien niet helemaal begrepen hebben, was om met heel eenvoudige, ruwe ideeën te komen, zodat we daar maximaal omheen konden improviseren en het 'noise' zou worden. Ik had iets in gedachten in de stijl van Death Grips, maar dan in brassband- of freejazz-stijl. Het schrijven is iets complexer geworden in vergelijking met het eerste album, omdat Clément meer gestructureerde composities heeft gemaakt. Ik had vier basisnoten en dan was het gewoon... "We gaan er helemaal voor".

Clément Dechambre : Composities van de drummer !

Alain Deval : Neen, maar dat was wel mijn bedoeling, iets heel rauws creëren, omhuld door elektronica en noise. Clément bracht dat precies in, maar ook zijn eigen invloeden. We hebben allemaal veel naar The Smile geluisterd, en dat is erin geslopen. En er is ook een terugkeer van Jagga Jazzists, wat niet de bedoeling was, maar ik hoor het nog steeds. Zij hebben echt deuren geopend in de mix van akoestiek en elektronica. Daar wordt steeds minder over gesproken. Ze draaien een beetje in cirkels, maar de hele Brusselse scene is nog steeds sterk beïnvloed door hen.


Er is een soort paradox: er komen nieuwe groepen met nieuwe dingen, maar de context is al een beetje bekend... En toch komt er enorm veel uit...

Alain Deval : Ah, maar dat is geen kritiek, het is echt een vaststelling en ik denk dat het belangrijk is om ook deze mensen te noemen.

Antoine Dawans : Beide visies zijn niet onverenigbaar. Het schrijfproces en de schrijfmethode kunnen complex zijn, maar het resultaat kan eenvoudig zijn, of omgekeerd. Uiteindelijk zeggen alle mensen die schrijven vaak dat het proces complex is. Maar het doel is om tot een zo duidelijk en eenvoudig mogelijk resultaat te komen.

Brass en drums, dat is Brums. Ik heb het gevoel dat vanaf het eerste album het compositieproces begon met de drums, waarna de brass werd toegevoegd. Is dat bij het tweede album ook zo, of is het iets anders?

Alain Deval : Het schrijven doet Clément bijna helemaal alleen.

Clément Dechambre : Er moet nog synthesizer bij. Brass, drums en elektronica.

Antoine Dawans : Onze naam komt echt uit het prille begin. We hadden er 'Z' rond moeten zetten om aan te geven dat er elektriciteit was, maar dat is een nogal flauw idee. Dus zijn we bij de eerste naam gebleven. Dat is prima zo. We zouden niet eens meer moeten zeggen dat het brass and drums is. Maar goed, dat maakt niet uit.

Clément Dechambre : We hebben een naam en daarna bouwen we een verhaal op.

Het project evolueert. Het nieuwe album komt over een paar dagen uit (uiteindelijk op 19 maart 2025). Voor degenen die het vorige album al hebben beluisterd, wat is het grote verschil met het nieuwe album? Zijn er mensen die de draad kwijt kunnen raken?

Antoine Dawans : Ik denk dat het toegankelijker is. Het heeft een meer filmische kant. Iets minder techno, ook al is de invloed van dance nog steeds aanwezig.

Alain Deval : Het is verfijnder.

Antoine Dawans : Een beetje mystieker, contemplatiever. Maar we blijven wel trouw aan ons DNA, alleen is het minder extreem.

Clément Dechambre : Het is minder vervormd. Het geluid is minder extreem. Misschien iets minder vermoeiend voor de oren. Laten we zeggen dat het rustiger is.

Antoine Dawans : De nummers die we op de EP en op het eerste album hebben gemaakt, waren nummers die live veel betekenis hadden en thuis moeilijker te verwerken waren. Dit album bevat echt beide aspecten. Je kunt het zien als een album dat je rustig kunt beluisteren en waarbij je emoties voelt. Tegelijkertijd openen we de arrangementen een beetje tijdens liveoptredens, waardoor de nummers nog indrukwekkender worden.

Clément Dechambre : Ik denk dat iemand die ons werk goed vond, zich hier voor 100% in zal herkennen.

Ik verzeker je dat we er 100% in kunnen komen...

Clément Dechambre : Ondanks een soort metamorfose blijft er toch sprake van continuïteit.

De geest van Brums is nog steeds aanwezig…

Antoine Dawans : De “Grand Brums” is er nog steeds.

Ik heb jullie al een tijdje geleden gezien op het Micro Festival, in 2021. Ik werd omver geblazen! Vanaf de eerste noten werd ik echt overweldigd door jullie sound. Het is duidelijk dat jullie tijdens liveoptredens nog een stap verder gaan. Laten jullie tijdens het schrijven bewust ruimte voor die ontwikkeling, die marge, of gebeurt dat gewoon vanzelf, door de kracht van de omstandigheden?

Antoine Dawans : We komen terug bij wat Alain in het begin zei: we houden van improviseren. In dat opzicht zouden we nog kunnen solliciteren om op het jazzpodium te spelen. Ik weet niet of het een wens is of echt berekend, maar improvisatie maakt in ieder geval deel uit van onze cultuur. We houden ervan om te variëren. En er zijn inderdaad saxofoonsolo's, trompetsolo's, drumsolo's, dingen die aan jazz doen denken.

Clément Dechambre : We moeten alert blijven. Ik heb het gevoel dat we niet echt zin hebben om steeds weer dezelfde muziek te maken, noot voor noot. Dat zit niet in ons DNA.

Altijd een verse blok hout op het vuur leggen...

Clément Dechambre : En dan zeggen: “Hé, heb je dat gehoord?” We blijven nieuwe dingen proberen, onszelf verbazen...

Antoine Dawans : En vooral: blijf in het hier en nu en bij wat er gebeurt, zodat je openstaat voor nieuwe dingen.

Alain Deval : Er is ook een aanstekelijke energie tussen ons. We zijn tenslotte met z'n drieën. Voor mij is dat heel belangrijk in een band. Als we samen spelen, zijn we opgewonden. Soms moeten we ons wat kalmeren. Op een gegeven moment werd het bijna belachelijk, we zeiden tegen elkaar: “Dit is te veel, we moeten temperen...”

Antoine Dawans : Ik vind het leuk, het brengt je echt terug naar de oorsprong van de jazz. Die opwinding, die wedijver, het plezier om samen te spelen. Een plezier onder ons, dat de mensen daarna ook voelen.

Er is al een tijdje een nieuwe electro golf gaande. Die komt uit Brussel, met bands als Echt! en Jean-Paul Groove... Met een sterke Belgische identiteit. Voelen jullie dat ook in jullie muziek?

Clément Dechambre : Als ik naar al die mensen luister, heb ik het gevoel dat ze geen complexen hebben. Ze hebben een wil. Dat is typisch Belgisch. Wij maken gewoon de muziek die we willen maken, ook al lijkt dat misschien naïef…

Kan je het los laten?

Clément Dechambre : Niets is heilig, eigenlijk. We spelen om ons te amuseren, niet om een bepaalde trend te creëren.

Alain Deval : Dat is waar. En kijk eens naar Echt! Toen ze met die groep aankwamen, was dat een enorme verrassing! Iedereen wilde ze zien en niemand bleef onverschillig. Lander Gyselinck en zelfs al zijn latere projecten waren een beetje hetzelfde. Ik ben niet zo van het 'trots zijn op België', maar ja, er is iets bij ons, een sound. Een sound die je ook in Engeland terugvindt.


Toch bestaat deze Belgische stroming wel degelijk...

Antoine Dawans : Ik zou zeggen dat het meer een mode is dan een nieuwe stroming. We hebben veel gemeen. Velen van ons hebben elkaar op dezelfde scholen ontmoet, in totaal verschillende projecten of in musicals. Hoe dan ook, we kennen elkaar allemaal en delen heel openlijk onze voorkeuren, met veel welwillendheid.

Het klinkt pretentieus om te zeggen dat er een Belgische school of een Belgische stroming bestaat. Ik heb het gevoel dat het iets is dat je overal terugvindt: spelen als dj's en als machines met echte instrumenten, met een muzikale ziel. In werkelijkheid leven we in een tijd waarin we allemaal een beetje op elkaar lijken. We worden door dezelfde dingen beïnvloed.

Clément Dechambre : Ik denk dat dat ook typisch Belgisch is: zeggen “nee, dat is niet echt een Belgische trend”. Er wordt niet gestoeft, en dat is heel Belgisch.

Alain Deval : En eigenlijk vind ik het gek om dat te kunnen beweren. Misschien ben ik oud, maar zulke groepen bestaan al heel lang, alle groepen van Ninja Tune deden dat al.

Antoine Dawans : Stuff. moet je toch vermelden als een belangrijke groep binnen de beweging...

Alain Deval : Ja, zij hebben de weg vrijgemaakt. Ze hebben in ieder geval dat gevoel in België binnengebracht wat veel mensen die aan het conservatorium studeerden, het vertrouwen gaf dat zij het ook konden! Toen ik begon met elektronische muziek, durfde ik mijn muziek niet op sociale media te zetten, bang dat mijn docenten het zouden zien en me zouden afkraken! Toen kwam Lander met zijn muziek en trad hij op in Dour...

Er is zijn project Beraadgeslagen, dat ronduit pastiche is, een soort kitscherige recreatie...

Alain Deval : Dat is geweldig, ze zijn ongelooflijk.

In de Luikse scene heb ik het gevoel dat iedereen met iedereen samenwerkt, met duidelijke en goed verdeelde projecten. Hoe valt dat te verklaren? Er heerst niet zo'n competitieve sfeer als bijvoorbeeld in Brussel...

Alain Deval : Wist je dat Luik geen hoofdstad is?

Antoine Dawans : We hadden het er gisteren nog over. Ik ga graag naar concerten in Brussel, maar ik zou daar niet willen wonen met het doel om nog harder te vechten voor een schamel honorarium. Hier hebben we geen hype te verdedigen. Er zijn interessante dingen, maar we zeggen niet tegen iedereen dat dit de coolste plek ter wereld is.

We spelen allemaal samen in verschillende projecten omdat we niet in een milieu zitten waar onze muziek non-stop gedraaid wordt. Ik zit er al vijftien jaar in en ik kan gerust zeggen dat ik het met twee projecten niet gered zou hebben. Neen, je hebt er vijf of zes nodig. We hebben veel plezier, we zijn creatief. En we weten dat onze albums op dit niveau snel verouderd zullen zijn, omdat we niet de middelen hebben om ze commercieel in stand te houden. Dat is een ander vak...

Met Les Brums worden we over de hele linie iets beter begeleid, en dat is echt fijn, we herontdekken ons vak bijna een beetje. En ik ben ons label (het Luikse label Flak - NVDR) oprecht dankbaar voor hun steun, waardoor we verder kunnen gaan... 

Alain Deval : Aan het begin van mijn carrière had ik alleen projecten in Brussel, ik speelde nooit in Luik. Ik dacht dat het nodig was om in Brussel te zijn, waar ik meer speelde. Programmatoren zijn helaas niet geïnteresseerd in wat hier gebeurt. Ze komen niet naar ons toe.

Clément Dechambre : En het is moeilijk om Brusselaars in Luik te krijgen.

Alain Deval : Het is een beetje alsof alles in Brussel gebeurt, waar de beste bands te vinden zijn. Als je hier je album uitbrengt, komen ze niet... Maar zodra je ook elders optreedt, bijvoorbeeld in Frankrijk, waar ik regelmatig ben, compenseert dat elkaar. Ik ben gestopt met projecten in Brussel omdat ik het zat was om steeds op pad te zijn, de files waren duur. Er zijn hier prachtige projecten die minder in de schijnwerpers staan, zoals het Listening Orchestra. Wat zij doen is prachtig, maar omdat ze niet in Brussel zijn, wordt er veel minder over gesproken.

Je hebt het over een orkest. Voor “Soleil Noir” hebben jullie besloten om je te laten begeleiden door de strijkers van het Luik Music Orchestra...

Alain Deval : Ja, het is het Luisterorkest! In het begin heette het Orchestre de Chambre de Liège. Daarvoor maakten ze deel uit van Garett List's Orchestra Vivo. Ze komen uit het filharmonisch orkest of de opera en ze willen ook andere muziek spelen. Ze hebben een rockbenadering, ze spelen door te luisteren, zonder dirigent, zonder partituren...

Op welk moment heb je tegen jezelf gezegd dat je strijkers aan het project ging toevoegen? Was het omdat de gelegenheid zich aanbood?

Antoine Dawans : Dat was onze wens.

Clément Dechambre : Toen we aan sommige nummers begonnen te werken, dachten we dat het prachtig zou zijn met een orkest. Dus ik ging naar huis en schreef meteen een nummer met strijkers. Het werd 'Soleil Noir'. Het kwam gewoon vanzelf.

Antoine Dawans : Om eerlijk te zijn hoopten we aanvankelijk zelfs een volledig album met de strijkers te kunnen maken. Maar omdat we willen dat iedereen het minimumloon krijgt, ging dat een kolossaal budget worden. Dus moesten we genoegen nemen met één track met strijkers. Misschien komt er ooit een vervolg op het project. Ik heb er echt van genoten. Het was in de periode dat we een trio werden. De strijkers waren een geweldige kans. Het zijn ongelooflijke muzikanten!

Clément Dechambre : Dan was er het verlangen om een pauze in te lassen na een intens moment. Het orkest heeft ons daar echt bij geholpen! Maar we kunnen het ons ook niet bij elk nummer voorstellen... Dat zou niet natuurlijk zijn.

Antoine Dawans : Tot nu toe waren we 100% gefocust op dans. Nu iets minder, ook al is het er nog steeds...

Tekst en foto’s © Quentin Perot (vrije vertaling : Jos Demol)
In samenwerking met JazzMania


The Brums - Soleil noir
FLAK
BANDCAMP



The Brums, Le Reflektor Liège, le 19/03/2025


 
Alain Deval

  
Antoine Dawans


The Brums

  
Clément Dechambre

 


In case you LIKE us, please click here:



Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications





Hotel-Brasserie
Markt 2 -
8820 TORHOUT

 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Luca A. d'Agostino
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
France Paquay
Francesca Patella
Quentin Perot
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Quentin Perot
Jacques Prouvost
Renato Sclaunich
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Peter Van De Vijvere
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst