Lara Rosseel






“Ik voel me verbonden met het hert dat gracieus, groots en tegelijk schuw is”



Met haar tweede plaat ‘Hert’ (W.E.R.F Records 2022) bevestigt contrabassiste Lara Rosseel (36) zich als vrouwelijke bandleider en componiste. Ze was reeds de stille kracht in bands van Pierre Van Dormael, Chris Joris, Pierre Vaiana en Zap Mama vooraleer ze haar eigen weg ging en debuteerde met haar album ‘De Grote Vrouw’ begin 2020.

Ze kreeg een eervolle vermelding als opkomende frontvrouw in de Gentse jazzscene (Cultuurprijs Stad Gent 2021). Naast haar eigen jazzensemble is ze bovendien een geëngageerde bassiste bij Room 13 Orchestra en teamlid van zangeres Naïma Joris (de revelatie van 2021 genomineerd is voor de MIA in de categorie ‘Doorbraak’).

Toen we begin 2022 dit interview met Lara Rosseel afrondden, lanceerde ze net een eerste nummer ‘A l’Ouest’ van haar nieuwe plaat ‘Hert’. Hoe ‘Hert’ verder klinkt blijkt alvast via de eerste releaseconcerten en is de komende maanden nog volop te ontdekken!

De keuze voor Lara Rosseel in het kader van internationale vrouwendag 2022 heeft natuurlijk te maken met haar opmerkelijke persoonlijkheid als vrouwelijke musicus en uitstraling als mens. Ze beweegt zich als bandleider in een overwegend mannelijke jazzwereld. In haar debuut (in eigen beheer) ‘De Grote Vrouw’, gaf ze uiting aan de kracht van de vrouw en het respect te midden van uitsluitend mannelijke muzikanten. “Dat was absoluut niet feministisch bedoeld”, verduidelijkt ze, “ik had vooral vrienden en vond het heel normaal om eerder omringd te zijn door mannen dan door vrouwen…”





Hoe leg je het aan boord om jezelf als leading lady te laten gelden?

Lara Rosseel: Ik heb mannelijke muzikanten rond mij verzameld waarmee ik zowel muzikaal als vriendschappelijk een klik heb. De composities zijn uit mijn hand geschreven, dus als we samen spelen en repeteren, weet ik precies wat ik wil. Ik richt me op de muzikanten om elk wat bij te dragen, want ik heb ze tenslotte uitgenodigd om wie ze zijn. Bij een concert sta ik  in het midden en geef de nodige input of geef aan op welk punt er iets verandert. Dat zorgt er bijna automatisch voor dat ik als vrouwelijke bandleider de touwtjes in handen heb.


Na je inzet in bands van anderen heb je zelf de stap gezet voor eigen projecten, hoe is die kriebel ontstaan om zelf te creëren?

Lara Rosseel: Die was er al veel langer. ‘De Grote Vrouw’ is nu twee jaar geleden uitgekomen en begin dit jaar verscheen mijn nieuw project ‘Hert’. Het zelf creëren was een groeiproces zoals elke muzikant dat vanuit zelfreflectie meemaakt. Ik stelde het uit omdat ik vond dat het altijd beter kon en ik nog niet helemaal tevreden was. Uiteindelijk heb ik toch de knoop doorgehakt en beslist om mijn eigen muziek die al langer sluimerde vast te leggen. Ik mocht rekenen op vrienden die me vertrouwen schenken en steun geven, aanporden, maar ik heb vooral mezelf gepusht om de stap te zetten.


Lara Rosseel is geboren in Veurne (Westhoek) onder het sterrenbeeld ‘Maagd’ en dat is mee bepalend voor haar karakter: attent, ondernemend, bescheiden, hard werkend met een bepaald doel voor ogen, perfectionistisch, integer en een beetje geheimzinnig. Ze hanteert hoge criteria voor alle aspecten van het leven.


Je genoot een klassieke opleiding, speelde cello en gitaar, wat was de trigger om verder voor jazz en de contrabas te kiezen?

Lara Rosseel: Toen ik als cellist in een samenwerking van het symfonisch orkest met de jazz bigband van het Lemmens (Luca School Of Arts - nvdr) het nummer ‘Dangerous Liaison’ van Bert Joris meespeelde werd ik getroffen door de contrabas solopassage aan het eind. Toen was ik gewonnen om voor contrabas te kiezen. Ik wou al eerder een iets ritmischer instrument dan gitaar bespelen, iets wat zich meer leende tot samenspelen en het vrijer interpreteren van geschreven muziek. Ik heb mezelf eerst uitgedaagd om contrabas te leren op het instrument van een vriendin. Pas achteraf heb ik dat verteld aan mijn lerares gitaar. Die leek al iets door te hebben, want ik had me dat jaar minder toegelegd op mijn gitaarstudie, maar wist wel een heel geslaagd eindexamen voor bachelor af te leggen. Aan het Lemmensinstituut ben ik dan met contrabas in de jazzafdeling gestart, eerst bij Jos Machtel en daarna bij Nicolas Thys.

Nog voor ik van hem les kreeg – hij woonde nog in New York – stonden we ooit samen op een podium bij een double bill concert in de KVS. Dat was op uitnodiging van een gemeenschappelijke vriend/muzikant, saxofonist Pierre Vaiana, die twee bands had samengesteld. In de ene speelde Nicolas Thys contrabas en in de andere ikzelf. Toen vertelde hij dat hij terug verhuisde naar België en me les zou geven. Dat vond ik echt wel fijn.





Hoe wist je je contrabas op de kop te tikken?

Lara Rosseel: Mijn eerste contrabas heb ik bemachtigd via een vriend/gitaarbouwer die ik al kende van toen ik als kleuter naar een muziekatelier ging in Oostduinkerke. Hij herstelt instrumenten en ik had hem zodra ik voor contrabas had gekozen gevraagd naar een passend instrument uit te kijken.

Mijn huidige contrabas dateert echter van vier jaar geleden. Ik heb een aantal jaren bij Anders Jormin in Göteborg les gevolgd. In Scandinavië kennen ze een sterkte traditie van de contrabas. Tijdens een concert in Denemarken vroeg ik een vriend om op zijn contrabas te spelen en dat voelde zo anders, daar werd ik meteen wild van. Als je die ooit verkoopt, ben ik kandidaat liet ik hem weten. Zo belde hij me twee jaar later op dat zijn contrabas te koop was. Ik ben dan ginder opnieuw die bas gaan bespelen en zo werd mijn liefde op het eerste gezicht bezegeld. Dat is de bas waar ik nu bij mijn nieuwste project op speel.


Welke invloeden bepalen je stijl en eigenheid?

Lara Rosseel: Ik voel een diepe liefde voor al wat met groove en Afrikaanse muziek te maken heeft. Ik reisde naar Mali en ook Congo, landen die me muzikaal aanspraken.

Vroeger als tiener was ik eerder betrokken bij de folkscene en ik heb ook met een Bluegrass band gespeeld. Toen ik samenleefde met Robbe Kieckens, gespecialiseerd in Oriëntaalse percussie, is de interesse voor percussie en etnische klanken verder gegroeid en breder geworden. Maar wie mij vooral sterk beïnvloed heeft, was Pierre Van Dormael. Hij was de eerste die me in die richting dreef. Daarna kwam Chris Joris op mijn pad, maar Pierre, helaas te vroeg overleden, was voor mij de grondlegger.


“Ik voel een diepe liefde voor al wat met groove en Afrikaanse muziek te maken heeft”



Welke muzikanten zie je als voorbeelden?

Lara Rosseel: Dat zijn de bassisten Dave Holland, Charles Mingus en ook Paul Chambers. Tijdens de jazzopleiding werd ik helemaal ondergedompeld in de traditionele jazzgrootheden. Maar ik werd meer geïnspireerd door mensen die dicht bij mij stonden, zoals mijn mentors Nic Thys en Anders Jormin. Ruben Samana viel me ook op, bassist van bij Jef Neve en Gabriel Rios, en er zijn nog vele anderen.


Met ‘Hert’ heb je je band herleid van octet tot kwintet, hoe anders was je benadering?

Lara Rosseel: Deze plaat is anders gelopen dan de eerste. Er is veel gebeurd het laatste jaar want ik ben verhuisd, ben niet meer samen met Robbe en ik woon niet meer op de boot. Ik probeer altijd een totaal verhaal te maken, heel bewust vanaf een eerste nummer te denken, wat komt erna, omdat ik er van uitga als iemand de plaat beluistert, het een verhaal wordt. En de mensen visueel en mentaal op reis zijn, muzikaal mee gevoerd worden in het verhaal.

Ik benader de muziek graag heel sferisch en meestal komt er ook een melodie, groove en percussielijn tot stand. Ik vertrek van een beginidee maar uiteindelijk is het resultaat iets totaal anders. Ik schrijf de melodieën en thema’s, voor de begeleiding gaan we samen op zoek naar wat best werkt voor elk nummer. Dan hak ik knopen door, maar iedereen heeft er zijn invloed kunnen insteken. Zelf speel ik op deze plaat meer dan de helft op elektrische bas, dat voelt vrijer en mobieler, de nummers lenen zich er ook goed voor.

De akoestische bas hanteer ik om sferen op te zoeken, de groove is er altijd bij. Op het nieuwe album ‘Hert’ staat ook een solonummer op contrabas, ‘Memory’, dit nummer is zonder overdubs in één keer opgenomen met loop station.

Het eerst gelanceerde nummer, ‘A l’Ouest’, zit helemaal in de afrostijl waarin Angelo Moustapha, nieuw op percussie en drums, bepalend is. Hij is een fantastische drummer uit Benin.

Mijn vorige trompettist Jan Van Moer werd papa en had minder tijd. Zijn prioriteiten lagen elders waardoor ik een vervanger moest zoeken. Ik kwam uit bij Sam Vloemans wat een andere invalshoek betekent. Jan is voor mij meer Ibrahim Maalouf-stijl. Met Sam Vloemans is het heel tof om ook de elektronische richting in te slaan.

Sep François blijft op vibrafoon en percussie.

Hoewel ik gitarist Vitja Pauwels al lang ken en we samen al veel vroeger nog in een Street band speelden, zelfs optraden in Italië en China, is hij in dit kwintet nieuw. Het klikte dus ook al voor ik met hem ook in het Naïma Joris’ team zat.

De plaat heb ik ‘Hert’ genoemd omdat ik in het dier dingen van mezelf herken. Een hert is gracieus en groots, maar vanaf er wat in zijn buurt komt gaat het zich wegstoppen en vind je het niet meer. Het is ook heel zacht en straalt rust uit. Ik voel me daar heel verbonden mee.





Wil je via je muziek een boodschap kwijt?

Lara Rosseel: Niet bewust. Mijn boodschap is als je iets wil doen, ga er dan voor. Ik speelde vroeger geen contrabas, maar ben steeds achter de dingen aangegaan waar ik op dat moment zin in had. Ik kon toen alleen maar dromen van op Jazz Middelheim en Gent Jazz te spelen. Aanwezig zijn op zo’n festiviteiten gaven me inspiratie en stuwden mij steeds verder in de richting van mijn ‘sterke wil’. Ik herinner me dat ik als tiener naar een concert van Kommil Foo ging en precies dacht: ‘Dat wil ik ook’!

En kijk, zo’n twintig jaar later werk ik samen met Raf Walschaerts en via het orkest Room 13 ook met zijn broer Mich. Ik hoop dat iedereen zich daar aan optrekt om te doen wat hij wil doen.


Je hebt je vervolmaakt in Shiatsu, wat doet dat met je muzikale ontwikkelingen?

Lara Rosseel: Ik heb een opleiding van drie jaar gevolgd als Shiatsu therapeut. Ik ben daar niet zo actief mee bezig op dit moment. Ik weet van mezelf dat ik heel holistisch ben ingesteld. Ik kan geen muziek spelen zonder dat ik mijn lichaam voel of mentaal oké ben, lichaam en geest gaan samen voor mij. Via Shiatsu heb ik mezelf nog beter leren kennen.


Wat betekenen andere projecten zoals die met Naïma Joris voor jou?

Lara Rosseel: Heel veel. Naast mijn eigen projecten gaat de meeste aandacht naar Naïma Joris’ band. Naïma is een heel interessant persoon, ze neemt je muzikaal helemaal mee. Toen ze bij een van de eerste concerten waarin ik met haar papa, Chris Joris speelde, begon te zingen, vergat ik in te vallen, omdat ik zo intens aan het luisteren was. Ze raakt me echt, dat geeft een klik en we zijn ook van het zelfde sterrenbeeld. We hebben veel aan elkaar, ze is ronduit fantastisch. En ik speel overigens graag met vocalisten.

Er is een sociaal cultureel project geweest waarbij ik muziek heb gemaakt samen met Kapinga Gysel (Zita Swoon) en Isnelle Da Silveira (Les Ballets C de la B). Daar is ook het idee gerijpt van een soloproject.

Daarnaast speel ik in een orkest, verbonden aan de opnamestudio Room 13. En zo speelde ik ook nog met Kapinga Gysel en in een project met Stijn Meuris rond Stephen Hawking. Vanuit mijn cello ervaring hanteer ik als enige contrabas in het orkest graag de strijkstok en speel evengoed pizzicato.





Je bent een zoekende ziel in je muziek, waar komt de inspiratie vandaan?

Lara Rosseel: Het spelen met zangeressen en orkesten inspireert me in het eigen zoekproces. De meeste composities ontstaan door te spelen en dan valt me wat in. Daar mee bezig zijn en bepaalde dingen uitzoeken, dat brengt me op concrete ideeën. Ik heb een bijzondere interesse voor etnische instrumenten. En ik denk erover om met het kwintet of octet nog een groter geheel te maken en er nog andere instrumenten aan toe te voegen. Ik wil vooral op zoek gaan naar klankkleur. Mensen die zich volledig goed voelen in hun instrument, zoals mandolinespeler Chris Thile uit de Bluegrass scene boeien me. Sinds een paar jaar speel ik ook wat viool, dat is ook al een beginpunt geweest van composities. Andrew Bird is een violist die me inspireert.

Mijn troef blijft de groove, ook in kleine bezetting, solo of duo, dat biedt dan weer meer ruimte om me te profileren. Solo combineer ik zowel contrabas als elektrische bas.

Verder zou ik graag samenwerken met film. Het visuele karakter van mijn muziek wil ik nog uitwerken en tot een samenwerking komen met bijvoorbeeld een modeontwerper. Ik zou dat als een voorstelling zien, van begin tot eind uitgewerkt, niet louter muziek, maar ook beelden.


“Ik heb een bijzondere interesse voor etnische instrumenten. En ik denk erover om met het kwintet of octet nog een groter geheel te maken en er nog andere instrumenten aan toe te voegen. Ik wil vooral op zoek gaan naar klankkleur.”



En wat is nog je ultieme droom ?

Lara Rosseel: Soms voelt België wat klein aan, ik wil andere culturen verkennen. Ik was nog nooit in America. Ik voel me wat vastgezet door de pandemie. Ik wil mensen ontmoeten in de hele wereld. Ik wil landschappen zien, de wereld op een andere manier benaderen. Voor mij heeft wereldmuziek iets heel verbindend. Mijn ideeën en dromen gaan veel verschillende kanten op. Dat is het groot verlangen wat ik wil gaan doen en zal doen (lacht).

Tekst © Bernard Lefèvre / Jazz’halo  -  foto’s © Annie Boedt



Lara Rosseel Quintet - 'Hert'
W.E.R.F. Records

Lara Rosseel (bas, composities)
Vitja Pauwels (gitaar)
Sep François (vibrafoon, percussie)
Sam Vloemans (trompet, bugel)
Angelo Moustapha (drums, percussie)

Info: https://lararosseel-be.webnode.nl/


Recensie Claude Loxhay (F)





Releasetour 2022 - 'Hert’

09/3 De Werft, Geel
12/3 Nona, Mechelen
20/3 Kaap, Oostende
06/5 Rataplan, Antwerpen
26/05 Casino, St.-Niklaas


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst