Joeri Hostens over Parazzar als jazzclub

‘Concerten geven mij positieve energie, zijn voor mij zuurstof en dus onontbeerlijk.’

 

Hoeveel jaren al programmeer je optredens?

Joeri Hostens: ‘Alles is begonnen toen Chris Vervaet, een enorme kenner van muziek in het algemeen en avant-garde in het bijzonder, hier op een avond in augustus 2008 muziek is komen draaien (een taak waar hij zich op de concertavonden in Parazzar tot op heden nog steeds met zichtbaar genoegen van kwijt, PJG). Vervolgens is dat geëvolueerd naar het voorzichtig uitproberen van live optredens: Skip Heaton’s Jazzcatz heeft de spits afgebeten. Maar het allereerste echte avant-garde concert binnen deze muren ooit, was dat van het trio Nate Wooley, Hugo Antunes, Marek Patrman op 22 mei 2011. Ik was benaderd door Tony Verstraete via Instant Jazz: Chris had hem op de hoogte gebracht dat er in Brugge nood was aan dergelijke optredens, na de leemte ontstaan door het verdwijnen van het legendarische café De Spiegel van Maurice Vande Vannet (“Dikke Maurice”, zoals hij bekendstond, haalde reeds in de jaren zeventig grote namen uit de (free)jazz naar zijn club, PJG). Ik heb er heel goed over nagedacht of ik die richting inderdaad wou uitgaan, want ik had niet de behoefte noch wou per se slaafs imiteren wat mijn vader Tony eertijds in gasthof Heidelberg (Loppem) heeft gedaan.’

 

Intussen heeft Parazzar als concertoord wel een héél stevige reputatie verworven!

Joeri Hostens: ‘We hebben inderdaad een flinke weg afgelegd: in de begindagen was er soms zó weinig publiek voor de optredens dat je de aanwezigen letterlijk op de vingers van twee handen kon tellen. Ik herinner me concerten met 9 toeschouwers! Maar we hebben hard gewerkt aan die opkomst, het is echt niet vanzelf gegaan en zeker niet evident. En ik zou zeker willen vermelden dat dit alles niet mogelijk zou zijn geweest zonder de niet-aflatende steun van mijn rechterhand, partner in crime en levensgezel Peter Jonckheere.
De faam van Parazzar als jazzclub schrijf ik toe aan méér dan enkel de muziek, hoewel die uiteraard een zeer belangrijke rol speelt. Maar volgens mij is het veeleer een combinatie van factoren: interieur, warmte, muziek, onbaatzuchtigheid van de organisatie – concerten organiseer ik niet uit platte commerciële overwegingen – creëren een spirit en een energie, waaruit een heilig huwelijk wordt geboren waardoor mijn café de transformatie ondergaat tot jazzclub. Mij persoonlijk vervult zo’n optreden met positieve energie, dat is voor mij zuurstof en dus onontbeerlijk. En na afloop ben ik zeer dankbaar dat het publiek zo enthousiast is en die nog natrillende ervaring onder elkaar kan delen, niet virtueel, maar live!
Ik ben mij heel bewust dat er een overaanbod is aan prikkels, concerten, affiches… maar de grote vraag is in hoeverre mensen nog écht een optreden beleven? Wanneer ik zelf op een andere locatie een artiest of groep ga zien, stel ik met grote spijt vast dat zich nog enkel op de eerste, voorste rijen mensen bevinden die echt voor de muziek zijn gekomen. Steeds meer anderen zijn daar louter, zo lijkt het wel, om het verlichte scherm van hun mobiele telefoon in de lucht te steken of met hun gebabbel het luisterplezier van omringenden te vergallen… Dat moet een enorme frustratie zijn voor de muzikanten! Hier in Parazzar gaat de aandacht voor 100% naar het muziekgebeuren: Hét Gegeven is wat door de artiesten wordt gebracht! Dààr moet het aanwezige publiek dus voor zijn gekomen en in die speciale sfeer moet het zich een uur kunnen onderdompelen.
Of het concert dan goed of minder geslaagd is: wars van alle invloeden beleef je een trip. En de muzikanten zijn daar zó dankbaar voor: het publiek heeft geluisterd! Vandaar dat ik alle externe storende factoren letterlijk uitschakel, wat voor een buitenstaander best confronterend is: de deur gaat voor de duur van het concert op slot, er dient gezwegen, er wordt geen drank – laat staan voedsel – geserveerd, de GSM dient uit, er mogen geen foto’s worden genomen… Bovendien zie ik als krachtfactor ook: Parazzar kan in ruimte niet groeien, de optredens zijn daardoor steeds kleinschalig wat de intensiteit ervan enkel groter maakt.’


Vinny Golia op 29/1/2017 in de Parazzar © Jacky Lepage

In 2016 had je enkele ware publiekstrekkers: TaxiWars, Robin Verheyen NY Quartet zorgden telkens in een mum van tijd voor een uitverkocht huis. Is het dan niet verleidelijk…

Joeri Hostens: ‘(Resoluut) Publiekstrekkers binnenhalen is niet waar ik mee bezig ben en die richting zal ik evenmin inslaan. Ik zweer bij kleinschaligheid, zoals aangegeven; om “grote kleppers” naar het podium te halen, is onze organisatie niet toegerust. Weet je dat ik de try-out voor de release van de éérste cd van TaxiWars heb geweigerd?
Dat ik vorig jaar toch enkele aandachttrekkers heb geprogrammeerd, was meer als teaser om het bredere publiek te laten proeven. En tevens een bewuste keuze voor een andere invalshoek, om wat we normaal brengen heel even te doorbreken, om te vermijden dat we verstarren in wat we doen. Er is hier onlangs zelfs een hiphopparty geweest, voor de 18de verjaardag van mijn zoon. En de cd van Brihang die hij me heeft geschonken, ontroert me in die mate dat ik zeker stappen wil ondernemen om die muzikant hier te brengen. Ik breek m.a.w. graag uit hokjes, niettemin blijft de rode draad voor mijn affiches ontegensprekelijk improvisatie, waarvan het aanbod trouwens steeds groter wordt.’

Licht je een tip van de sluier wat je in petto hebt voor 2017?

Joeri Hostens: ‘Eerst even dit: ik heb in 2015 overwogen Gasthof Heidelberg over te nemen, vandaar dat ik toen een sabbatjaar qua concertprogrammatie heb ingelast (met één uitzondering evenwel: Peter Brötzmann). Die plannen in Loppem zijn niet doorgegaan, en achteraf beschouwd is dat misschien wel beter zo: niet enkel zou het stadsgegeven zijn verdwenen, de vraag is bovendien of het concept van concerten op die locatie – na zo’n lange stilte daar – nog wel zou hebben gewerkt… De traditie verder kunnen zetten, zou mooi geweest zijn natuurlijk, want voor mij inhoudend een terugkeer naar de wortels.
Wat nu 2017 betreft, kan ik met genoegen meerdere zaken melden. Ten eerste is op initiatief van Johan Huys – een enorme liefhebber van geïmproviseerde muziek - een Stichting in het leven geroepen: Johan was door het inlassen van dat sabbatjaar nogal geschrokken en wou zich engageren opdat er een vervolg zou komen aan de concertenreeks in Parazzar. Die Stichting, die behalve de initiatiefnemer bestaat uit Arne Deforce, Chris Vervaet en ik, heeft als doelstelling mensen te mobiliseren voor crowdfunding van concerten.
De programmatie in dit huis zal voortaan dus uit 2 luiken bestaan: optredens die ik zelf organiseer en daarnaast een viertal concerten/jaar die door de Stichting worden aangebracht. Wat die extra ondersteuning zal opleveren, is nog afwachten maar met Arne, Chris en Johan in de rangen ben ik overtuigd dat dit kan resulteren in héél interessante avonden.
Twee: voor het komende voorjaar heb ik al een aantal zeer sterke acts definitief kunnen vastleggen. Op 29 januari ontvangt Parazzar het kwartet Bobby Bradford (cornet), Vinny Golia (woodwinds), Bernard Santacruz (bass), Christiano Calcagnile (drums).

In februari zijn er 2 concerten, nl. op 5 februari Daniel Levin Quartet (Daniel Levin – cello; Mat Maneri – viola; Matt Moran – vibraphone; Torbjörn Zetterberg – bass) en op 19 februari Digital Primitives (Assif Tsahar – Tenor Sax, M’bira; Cooper-Moore - Diddly-Bo, Mouth Bow, Fretless Banjo; Chad Taylor - Drums, M’bira). En voor 23 april heb ik AB Baars Trio (Ab Baars - clarinet, tenor saxophone,  Ig Henneman - viola, Oscar Jan Hoogland - piano).


© Parazzar

Wie zou je dolgraag nog op het podium van Parazzar krijgen?

Joeri Hostens: ‘(Zonder aarzelen) Anthony Braxton! Die man staat niet alleen aan de wieg van de avant-garde, maar heeft ook een eigen taal en een eigen school ontwikkeld. Voor mij is hij een van de allergrootsten en mijn vader is er indertijd in geslaagd hem te boeken in “de” Heidelberg. Toen ik Braxton daar enkele jaren geleden op Jazz Middelheim over aansprak en vertelde dat ik de zoon ben van Tony, werd dat een heel emotioneel weerzien. Deze topmuzikant naar Parazzar halen, zou voor mij dus zowel een terugkeer naar mijn roots als de kers op de taart zijn!’

Tekst © Paul Godderis

Parazzar, Torhoutse Steenweg 10, 8200 Brugge – tel. 050/33 55 28 - www.parazzar.be/


 


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst