Jaak Sooäär, een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Estse jazz…







Jaak Sooäär, een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Estse jazz, was aanwezig bij het concert van Chris Thile, twee dagen voor zijn duoconcert met pianist Ivo Silllamaa. Een gelegenheid om te praten met een muzikant die heeft gewerkt met Han Bennink, Louis Sclavis, Ray Anderson, Joe Lovano of Dave Liebman, maar die ook een van de artiesten is die het vaakst de folkroots van zijn land in zijn muziek heeft verwerkt.


Je bent erg verbonden met de Estse traditionele muziek met het "Tormis Quartet" bijvoorbeeld. Wat is er speciaal aan traditionele muziek als je die gebruikt in de jazz ?

Ik denk dat in het algemeen de invloeden van jazz variabel zijn, mensen doen veel verschillende dingen, het hangt veel af van iemands invloeden. We hebben veel belangstelling voor traditionele muziek in Estland. Als kind zong ik al in koren, een zeer belangrijke traditie in ons land met elk jaar een groot festival hier in Viljandi.

Anderzijds heb ik een klassieke achtergrond, de accordeon was ook mijn eerste instrument omdat ik tijdens de Sovjetperiode op school geen gitaar kon studeren. Deze wortels uit de folk en klassiek zijn van mij en waren een groot voordeel in een tijd dat je in westerse landen toegang had tot jazz uit de jaren 50 en 60, terwijl het hier erg ingewikkeld was: soms werden flarden informatie doorgegeven over Amerikaanse muziek, maar vaak ook niet. We luisterden naar "Voice of Jazz" dat meer swinggericht was, met Lester Young, Coleman Hawkins, Oscar Peterson... maar niemand kende John Coltrane of Ornette Coleman.

We moesten verschillende invloeden vinden in wat we hadden, het was volksmuziek en klassieke muziek. Ook nu nog vind ik mijn invloeden in J.S. Bach, die voor mij de eerste bebopper was. Als je naar zijn solo's luistert, is het bijna Charlie Parker en theoretisch zijn de harmonische ontwikkelingen hetzelfde, alleen de ritmische kant is anders. Bach improviseerde ook, iets waar we weinig over weten.

Je hebt samengewerkt met westerse muzikanten die een heel eigentijdse en vrije achtergrond hebben, zoals Han Bennink...

Han Bennink is een held van mij. Voor veel mensen is hij een avant-gardist, maar voor mij is hij vooral een swingdrummer, bij hem kun je altijd de beat volgen. In die zin is hij erg Amerikaans voor mij, en het is gemakkelijk om verbanden met hem te vinden omdat hij de traditie en de muziek van Monk bijvoorbeeld kent. Hij heeft een zeer uitgebreide kennis van het repertoire en het is heel gemakkelijk om je met zijn muziek te verbinden.

Je hebt een trio dat werd uitgeroepen tot beste groep van het jaar 2022…

Dit is mijn trio van het moment. Met een Armeense contrabassist (Ara Yaralyan) en een zeer gevoelige en flexibele drummer (Markku Ounaskari), zeer melodieus. Het is een beetje een piano/bas/drums trio, maar zonder de piano... en ik speel de gitaar een beetje als een pianist. Veel gitaristen proberen te spelen als een saxofonist of een pianist, wat een beetje dom is, je moet een gitarist zijn. Maar ik probeer op alle frequenties van het instrument te spelen met beide handen, de rechterhand voor de melodie, en de linkerhand voor het middenregister.

In een gitaartrio voelt het instrument wat krap aan, maar ik probeer alle registers te bestrijken om het breder te maken; het is voor mij technisch een heel interessante reis geweest. De pianokant van de gitaar heeft nog veel te bieden, er zijn nog veel mogelijkheden. Ik denk dat ik veel technieken gebruik die anderen niet gebruiken, zonder dat het ingewikkeld klinkt. Experimentele dingen zijn niet noodzakelijkerwijs complex. Ons trio is in dat opzicht vrij origineel: een leuk compliment dat we krijgen is dat onze muziek mooi is en niet moeilijk klinkt...

Op het festival speel je een J.S. Bach-programma als duo met een pianist. Wat is jullie aanpak om niet op elkaars tenen te trappen ?

Ik denk dat het makkelijk is. Ivo Sillamaa is een fantastische pianist, hij improviseert veel in de barokmuziek. We spelen een geschreven stuk, en ik improviseer op de harmonieën. Bach was er tweehonderd jaar voor de jazz, maar alles was er. Er is een vreemd verband tussen Bach en jazz. Als ik Bach solo speel, kan ik de partituur spelen, maar er ook overheen improviseren. Het is een beetje als het spelen van een standard. Neem een Bach chaconne die veel gespeeld wordt, een stuk dat een kwartier lang opnieuw geharmoniseerd wordt, dat is al een beetje jazz.

Speelde je regelmatig in West-Europa ?

Ja, ik heb regelmatig in Europa gespeeld, o.a. met het trio in Duitsland. Dingen komen langzaam weer bij elkaar na de pandemie...Jazz is een beetje gedood door covid, mensen vinden het moeilijk om terug te komen naar het optreden.


Tijdens de pandemie speelde je een stuk genaamd "Music Borders" met een Russische saxofonist Alexey Kruglov; je stond langs de rivier de Narva, de ene aan de Russische kant, de andere aan de Estse kant. Het was toen een zeer sterk symbool, maar vandaag is het nog dramatischer met de huidige gebeurtenissen...

Dit is oorlog. Het is totaal onmogelijk om vandaag weer hetzelfde te doen. Het was in het voorjaar van 2021, en toen al werd het evenement aan Estse zijde aangekondigd, maar aan Russische kant was het verboden; de aanwezigen aan Russische zijde werden discreet uitgenodigd. Er werd zelfs gesproken over het organiseren van een festival aan beide zijden, wij hadden de subsidies maar het werd geweigerd aan Russische zijde. Het was intens en ontroerend. Aan het einde van het concert greep de Russische politie in. Maar het was een mooi symbool om muzieknoten de grens te zien oversteken.

Tekst © Jean-Pierre Goffin (vrije vertaling: Jos Demol)  -  foto’s © Rene Jakobson



Notes Inégales and Guests - Expect the Unexpected

nmc-recordings



In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet


our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst