Interview Koen De Cauter – Flarden


Koen De Cauter tekent in ‘Flarden’ filosofische mijmeringen op:

“Als iets me ontroert, kan ik schoon schrijven”



(v.l.n.r) Myrdinn, Imre, Djalt en Koen De Cauter © Bernard Lefèvre


In de sfeervolle kelder van de Groene Waterman in Antwerpen stelde muzikant Koen De Cauter op 26 september 2019 zijn boek ‘Flarden’ voor. Hij citeerde, speelde en zong samen met zoon Myrddin op gitaar en klarinet, diens dochter Imre op cello en Djalt (zoon van Waso) nog op zang, gitaar en trompet.

Flarden uit zijn jeugd (in Snellegem), de Vlaamse taal (arm Vlaanderen), de zwerftochten in Spanje (Flamenco, de ontmoeting met Eduardo Falú), Den Doedelzak en Marcel Van Maele, dat alles gekruid met muziek, o.a. een prachtuitvoering van Wannes’ ‘Mijn Mansarde’ (‘de flarden van de oude taal’) en een meesterlijk intiem solomoment van Myrddin op gitaar.

In zijn boek ‘Flarden’ verzamelde Koen De Cauter (69) de vele impressies over wat hem raakt, ‘het Hoe en het Wat’, neergepend en onverbeterd weergegeven in de hem eigen taal. De schoonheid van taal en poëzie (Guido Gezelle), kunst (Rembrandt, Turner…), muziek (Bach, Barrios, chanson, flamenco, jazz), de bewondering voor Wannes en Brassens, en alle facetten van liefde, leven, de familie, kinderen, religie, de dood en een diepe verering voor zijn vader, ‘Mijnheer Emiel’.

Een inspirerend boek dat je best fragmentarisch opent en opneemt en even sterk draait rond de muzikant als de mens Koen De Cauter.

In een kort interview trachten we even door te dringen tot zijn denkwereld.


© Annie Boedt


‘Flarden’ leest als een soort testament…?

Koen De Cauter: Een testament, ja, als je wil is dat een beetje zo. Alles staat erin. Het is opgedragen aan mijn vrouw Lucie en de kinderen. En mijn vader indachtig had ik graag beleefd dat hij me zo’n boek had nagelaten, dat had ik willen lezen. Dat helpt en dat hebben we nodig, een soort houvast.


Het is bijzonder hoe de familie De Cauter zich heeft ontwikkeld…

Koen De Cauter: Muzikaliteit is daar maar een uitdrukking van. Vader was kunstschilder, speelde ook viool maar was geen praktiserend muzikant. Hij was zoals mijn ma wel muzikaal. Hij was een geest die zich kon uiten in schilderen en schrijven, in muziek en beeldhouwen, in filosofie als je wilt, als we dat woord mogen gebruiken…


Taal en poëzie zijn stokpaardjes, had je ooit een ambitie als dichter?

Koen De Cauter: Nee jong (lacht) ik ben muzikant, Myrddin is de man! Je hebt hem hier gehoord. Het gaat niet alleen over talent, het gaat ook over de noodzaak van het te moeten zeggen. Mijn kleinzoon, die heeft het ook. Ik had dat ook in de muziek meer dan in de poëzie. Poëzie moet je niet onderschatten als je het goed doet. Tegenwoordig doen ze maar op, ze flansen wat in elkaar, zo kan ik het ook. Rijmen is er te veel aan. Dat lijkt te moeilijk.


In ‘Flarden’ lezen we: ‘Muziek krijgt maar blijvende betekenis als het een poëtische kracht uitstraalt’…

Koen De Cauter: Dat is zo voor mij! Duke Ellington zei ‘There are only two kinds of music, good and bad’. Ik ben het daar absoluut niet mee eens. Een goede uitvoering is het middel, maar het middel wordt een doel als je spreekt van goed en slecht.

Waarom spelen we muziek? Toch niet om te tonen wat we kunnen. De originele bedoeling van muziek is het uitdrukken van gevoel zoals Orpheus de schoonheid kon uitdragen en de mensen ontroerde. De mensen gooiden met stenen maar de stenen wilden hem niet raken omdat hij zo prachtig muziek maakte.


© Annie Boedt


Schoonheid is een betrekkelijk begrip…

Koen De Cauter: Voor mij niet, ik voel dat nogal zuiver aan. In de muziek telt de uitdrukking. Het ritme, de melodie en de harmonie, die drie dingen, en de manier waarop je speelt, (met stemverheffing)…de toon!


Je visie over muziek grijpt naar de roots – Bach, Armstrong, New Orleans jazz, Django, Flamenco – en zoekt vooral het authentieke… Hoe zou je zelf je muziek omschrijven, want je neemt bewust afstand van wat doorgaans als gipsyjazz wordt betiteld?

Koen De Cauter: Ik spreek over het Hoe en het Wat… Het Hoe, neem bijvoorbeeld Louis Armstrong met de Hot Five die de mensen in 1928 begeesterd heeft waarna anderen zo gaan blazen en een beetje hetzelfde naspelen, maar dat is verstijfd. Dat is het Wat, want het mag niet anders, het moet zo gespeeld worden. Louis trekt zich daar niets van aan en speelt anders in de jaren 30 en 40. En dan zie je die mensen die hem toejuichten in de jaren 20 hem verloochenen. Je mag niet verstard geraken. Dat is voor mij de gipsyjazz verstarring, het moet zo en niet anders. Dan doe ik niet meer mee. Moest mijn pa nog leven, zou hij zeggen, stop eens met die zever, speel eens iets schoons.


Waar luister je zelf naar, wat kan je echt raken in muziek?

Koen De Cauter: Ik moet eerlijk bekennen dat ik nog weinig luister naar muziek. Als een goede vriend langskomt dan wel, of mijn zoon Myrddin, daar heb ik laatst mee zitten luisteren naar Coleman Hawkins, de jaren 30-40 met die dikke toon. Ook nog naar Béchet. En dan greep Myrddin naar Bachs Matthäus-Passion, daar kan toch niets tegen op… dat is zo verweven met het lijden van Christus, zo menselijk, bijna ondraaglijk prachtig die muziek…


(We worden onderbroken door Hans Mortelmans, die Koen trakteert op een Seefbiertje.. waarop Koen reageert met: “wilst dat we nog jong zijn”, en tegenover mij eraan toevoegt ”over Hans als compagnon van Wannes Van de Velde lees je natuurlijk ook in het boek”).



© Annie Boedt


Hoe ga je om met jazz?

Koen De Cauter: Jazz is voor mij een vrijheid. Een vrijheid en een beetje een revolte ook. Een jazzmuzikant doet wat hij wil, is een soort anarchist. Dat is voor mij jazz en hoe ik er mee omga. Dat intuïtieve gaat totaal verloren vind ik bij de opleiding in de jazzschool en de theoretische wetenschap. Het klopt natuurlijk allemaal wel. Maar (Koen wijst naar de ruwe stoffige wanden in de kelder waar we ons bevinden) het is gelijk alles hier opkuisen en wegspuiten om het kraaknet te maken. ‘In levende muziek moet de noot niet absoluut juist zijn, ze moet treffen, midden in het hart’ (uit ‘Flarden’).


Hoe steek je die vrijheid in je muziek…?

Koen De Cauter: Door die allereerst te hebben bewaard in je zelf en door een soort intuïtieve zekerheid. Een slag erin (slaat hard op de tafel), flamenco heeft dat ook, alle vrije muziek, de grote klassiekers, instrumentalisten, stemmen, die hebben dat ook, herinner je Kathleen Ferrier, als ik haar hoor raakt me dat diep. Misschien zingt iemand technisch beter, dat interesseert me niet. Dat kan me niet schelen, dat het me raakt, daar gaat het om.


Is er veel ruimte voor vrijheid in je muziek?

Koen De Cauter: Dat is een aanvoelen, zien met wie je speelt. Jij bent zo een ontvankelijke mens, ik voel dat dadelijk aan. Als ik zo doe (steekt hand plots uit) schrikken veel mensen. Hetzelfde met muziek. Als ik plots uithaal, dan reageren sommigen van oei, die doet gek, moeten we mee opletten, maar anderen gaan er in mee, dan heb je een conversatie. (stil) Hoewel, vrijheid is ergens ook een illusie…


Je kinderen kregen aparte namen en groeiden in je leefwereld op…

Koen De Cauter: Vroeger kon je je kind geen geranium noemen, nu wel, ook niet goed, maar ik heb gezocht in het namenwoordenboek, tiens Waso dat klinkt schoon, een Noorse naam. Myrddin heeft mijn vrouw gekozen. Vigdis is een IJslandse naam, Dajo een Friese naam, een vervorming van ‘dag’. Zegt het geslacht Bjørndal je wat, de zoon Dag? Wie kent dat boek nog? Ik ben dat aan het herlezen… De namen kozen we omdat ze goed klinken. Ik speel met mijn kinderen samen, wie beter zou ik vinden…


Myrddin © Annie Boedt


Myrddin komt het sterkst op de voorgrond en loof je ook in het boek, wat maakt hem bijzonder, wat is de kern van zijn succes?

Koen De Cauter: De diepte is de kern bij Myrddin. Als je het niet hoort, kan ik het je niet uitleggen. Daar komt het uiteindelijk op neer. Mensen vroegen aan Louis Armstrong wat is jazz? Armstrong: "Als ik het moet uitleggen ga je het toch niet verstaan". In muziek kun je niet zeggen of het beter of slechter is, maar wel groter. Je moet het voelen. Grootheid, dat bestaat. Dat is niet meetbaar maar voelbaar. Bach is een grootheid. Over Myrddin heb ik geschreven als hij aan het spelen is. En als iets me ontroert, dan kan ik schoon schrijven.

Ook over de grote schilders: Rembrandt, Turner, Goya…


Je hebt een bijzondere bewondering voor gitarist Agustin Barrios…

Koen De Cauter: Ja, een genie. Ik moet weer zeggen: als je het niet hoort, kan ik het ook niet uitleggen. Zijn grote gevoeligheid. Zijn grote muzikaliteit. Hij was virtuoos, maar altijd ten dienste van de muzikaliteit, en niet omgekeerd.

Ik volg in de huidige scene Tcha Limberger en natuurlijk Fapy Lafertin, want ik speel met hem. Maar bij vele anderen is het allemaal te technisch geworden. Snelheidsduivels zijn het. Ik wil expressie.


Volgend jaar 70, hoe kijk er daar tegenaan?

Koen De Cauter: ’s Avonds lees ik altijd en dan doe ik het gordijn dicht en zie mezelf daar in het raam en denk, 69 jaar, dat kan toch niet, maar het is zo. Moesten we niet weten hoe oud we zijn, we zouden beter weten hoe oud we zijn, we zouden ons beter voelen.


Wat staat er nog te gebeuren, plannen, projecten?

Koen De Cauter: Ik wil graag nog een chansonplaat uitbrengen. Chanson is moeilijk als je dat een beetje ernstig wilt doen. En verder heb ik wat vroegere opnames die nog moeten uitkomen.

Ik ben wel bezig met een nieuwe groep met Fapy Lafertin en Ronny Verbist op accordeon. Wat je hier hoorde van Falú, Argentijnse muziek en zo. Dat zou ik met die groep willen opnemen. Dat is alles. Meer hoeft voor mij niet.


Tekst © Bernard Lefèvre  -  foto's © Annie Boedt

Flarden - Koen de Cauter
Uitgeverij : Uitgeverij Epo
ISBN : 9789462671935


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst