Interview Itamar Borochov

Trompettist Itamar Borochov brengt in september zijn derde album uit: Blue Nights. Een album met een intrigerende naam waarop naast de trompettist ook zijn broer, contrabassist Avri, pianist Rob Clearfield  en slagwerker Jay Sawyer meespelen.

Hoe is het tot stand gekomen? Jazz'halo gaat met Itamar in gesprek in de binnentuin van Concertzaal Willem II te Den Bosch tijdens het festival Jazz in Duketown waar hij staat met een kwartet bestaande uit de Italiaanse pianist Alessandro Lanzoni, de drummer Enrico Morello en de Belgische contrabassist Nicholas Thys.



© Ronen Goldman



Je speelt hier vanavond met drie begenadigde muzikanten die geen deel uitmaken van het  kwartet op je te verschijnen album.

Klopt. Mijn vaste kwartetleden Jay, Rob en ik spelen de laatste jaren erg veel samen. Mijn broer Avri en ik musiceren al vanaf onze prille jeugd. Het zijn deze jongens waarmee ik de studio in ga, waarmee ik repeteer en waar ik mijn gekste muzikale ideeën mee deel. Je zou mijn vaste kwartet kunnen vergelijken met een laboratorium.

Een paar uur geleden stond hier Marcin Wasilewski, die meer dan 25 jaar met hetzelfde trio speelt, en jij speelt nu met een nieuw Italiaans / Belgisch kwartet. Hoe is dat voor jou?

Het kost tijd. Ik speel inmiddels een jaar of twee regelmatig met Alessandro samen en vanavond zijn we begonnen aan onze derde tournee. Hij bezoekt ook vaak New York en dan spelen we samen met Enrico. Dus onze samenwerking is niet zo nieuw als het lijkt. Voor mij is het fijn om mijn experimenten met meer muzikanten te kunnen delen. Op deze manier breid ik mijn muzikale familie stukje bij beetje uit. Alessandro en Enrico horen nu ook bij het gezin. En op zo’n manier verspreid ik mijn muzikale esthetiek. Ik wil mijn aanpak in een zo vroeg mogelijk stadium met mijn muzikanten delen, zodat de muziek zich door hun inbreng verder kan ontwikkelen.

Met Alessandro ging het zo: ik speelde mijn nieuwe composities voor op de piano en de opnamen stuurde ik naar hem met de vraag ze uit te proberen. Ik deed hetzelfde met Jay, o.a. met het ritme van het nummer Ça va bien (JH: van het album Boomerang). Ik vind het leuk om verschillende wegen te verkennen. Het gaat er niet om een kant en klaar nummer af te leveren, we spelen met de ingrediënten.


© Jean-Baptiste Millot


Vertel me over je nieuwe plaat Blue Nights

Ik schrijf continu. Als ik een idee in mijn hoofd heb probeer ik het verder uit te zoeken. Het is als met het ontstaan van een standbeeld. Ik bik zoveel steen weg totdat overblijft wat ik nodig heb. Ik hoor het al in mijn hoofd en dan begin ik het op mijn piano te spelen. Ik laat het open en dan kom ik er later weer op terug.

Ik heb een constante voorraad van vijftig nummers. Als het tijd is om een nieuw album op te nemen, dan selecteer ik er een paar. Er zijn drie of vier nummers nodig met hetzelfde idee ... en dan schrijf ik er vervolgens meteen drie of vier nieuwe nummers bij en dat proces herhaalt zich totdat ik uiteindelijk met twintig nummers naar de studio ga.

Op mijn albums tref je verschillende thema’s, maar ze zijn voor mij onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het thema in Blue Nights herhaalt zich in Daasa en zo zijn er meer connecties tussen composities. Als het ene hoofdstuk wordt gesloten wordt het verhaal voortgezet in een volgend hoofdstuk. Zo kun je een lijn trekken tussen Revolutionizing op mijn nieuwe album naar het nummer Prayer op mijn vorige album Boomerang. Ik bouw altijd aan een verhaal.

Wat is het verhaal achter het album Blue Nights?

Het gaat om angst en het omgaan met angst. De laatste melodie heet Kol Haolam Kulo - breng me naar de brug - de essentie ervan is niet te vrezen. Het gaat dus over angst en moed. Dat is de rode draad in het album. De hele wereld is een smalle brug en we hebben de opgave om niet bang te zijn.


© Jean-Baptiste Millot


Angst. Droeg het album al bij aanvang dit thema?

Nee, ik ontdekte dit pas nadat we het hadden opgenomen. Het kostte me enige tijd om dat te beseffen.

En hoe zit het met het titelnummer Blue Nights? Gaat dit ook over angst?

Blue Nights gaat over het moment van bezinning nadat je hebt doorstaan wat je hebt meegemaakt. Voor mij is de nacht altijd contemplatief. Het is een pauze tussen de dagen. Je kunt dan volledig jezelf zijn. Blauw is ook de kleur van de blues zoals in: ’Stomping the blues away.’ Als mensen zich somber voelen dan zeggen ze dat ze de blues hebben. De muziek met deze naam helpt je dit gevoel te overwinnen. Het is een remedie, zoals moed de remedie is voor angst. Blauw is de kleur van de zee die reinigt en geneest. Het is een soort verwerking voor wat je hebt meegemaakt.

Is het thema autobiografisch?

Ik vind het lastig om daarover te praten.


© Jean-Baptiste Millot


Laten we het dan liever over je kwartetleden hebben. Hoe heb je ze mee kunnen nemen in het proces van compositie tot uitvoering?

Mijn muzikanten weten waar ik het over heb. Na een aantal jaren met elkaar te hebben gespeeld kennen ze mijn taal, mijn muzikale wereld. Ze maken er feitelijk deel van uit. Als ik ze mijn muziek toezend vertrouw ik hun instinct zodanig dat ik weet dat ze het met heel hun hoofd en hart eigen maken. Soms heb ik een specifiek ritme, zoals in Daasa waar ik net over sprak. Ik heb Jay niet alleen audiofiles gestuurd, maar ook visueel documentatiemateriaal zodat hij erachter kon komen waar dit ritme over gaat. Ik weet dat hij er uiteindelijk zijn eigen draai aan geeft. Op het album voert hij het uit op een zeer jazzy, bijna Elvin Jones-achtige wijze.

Hoe dan ook, we praten over de muziek en de inspiratiebronnen. We luisteren samen en we nemen de tijd die we nodig hebben in de studio om het goed te krijgen. Het is een balans van iets dat heel essentieel en belangrijk kan zijn voor de compositie en hoe het zou moeten zijn en sommige dingen kunnen heel toepasselijk zijn voor de interpretatie, met name in de solo’s. Ik vind dat prachtig. De pianopartijen heb ik volledig uitgeschreven, de baslijnen en het ritme, maar de solo’s niet.

De solo's bedenk je er later bij?

Soms denk ik niet eens aan de solo's. Ik maak de compositie, we spelen en dan soleren we over het thema. En in sommige gevallen, zoals in Blue Nights, maakt de solo deel uit van de compositie. Het is een deel van de vorm. Het stuk bestaat uit een eerste sectie en dan hebben we nog een sectie die is uitgeschreven voor de solo.


© Aviram Valdman


Voor zover Blue Nights. Misschien kun je me vertellen over je toekomstige projecten?

We zijn net klaar met dit album, ik weet nog niet zeker wat nu het eerstvolgende is. Er zijn verschillende andere projecten waar ik aan werk, zowel composities als studio-albums.  Ik werk momenteel mee aan een plaat voor de Borochov Dynasty - bestaande uit mijn broer Avri en onze vader Yisrae l- met traditionele Bukharische muziek in een nieuw jasje. Ik houd me bezig met het produceren van een album voor de band Innov Gnawa. Daarnaast wil ik in de toekomst nog graag aan de slag met een album met standards en een album met een strijkorkest met stukken van mijzelf en composities die door o.a. Shanan Estreicher en Yoav Shemesh voor mij zijn geschreven. Ik ben gek op het geluid van het orkest. Het is heel prettig dat er mensen als Estreicher en Shemesh zijn die hun orkestcomposities kleuren naar mijn trompetspel. Ik voel me zelf meer componist dan trompettist. Ik denk eerst aan de muziek. De trompet is het instrument waarmee ik mijn muziek vertolk.

Het is natuurlijk prachtig om met je trompet te kunnen stralen met een strijkorkest achter je. Ga je er uiteindelijk ook mee op tournee?

Ik heb nog een lange weg te gaan. We zullen zien.


© Jean-Baptiste Millot



Interview © Robin Arends



website: www.itamarborochov.com/


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet


our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst