© Ibé DR
Ibrahim Maalouf werd in 1980 in Beiroet geboren en is een van de populairste instrumentalisten in de Franse muziekscene. Al meer dan 15 jaar wordt zijn mix van genres wereldwijd gewaardeerd.
Je zei ooit, “Elk album is een beetje als het werk van een filmregisseur die een komedie, een detectiveverhaal en een drama in elkaar steekt”. Op dezelfde manier stel je met elke release een ontdekkingsreis in een ander universum voor...
Ja, van mijn kant voelde ik de behoefte om terug te gaan naar iets fundamenteels in mijn muzikale opvoeding, om terug te grijpen naar mijn roots. Sommige melodieën op het album zitten al jaren in mijn hoofd; mijn familie moest er zelfs om lachen omdat ik bepaalde melodieën thuis op de trompet speelde toen ik een jaar of twaalf, dertien was. Dus ja, er zit echt een verhaal achter dat heel ver teruggaat. Dit was in ieder geval het moment waarop ik al lang wacht.
Het is ook een frustratie die je goedmaakt voor je vader, want je vertelde me dat je deze kwarttoon trompet niet hebt gebruikt zoals hij zou hebben gewild…
Je hebt gelijk. Voor dit album hebben we ons echt meer afgestemd op zijn visie, op wat hij altijd wilde dat ik zou doen. Daarom is het album een beetje een eerbetoon aan hem en staat er een foto van zijn vader op de hoes, die zijn inspiratie was. De foto op de hoes dateert uit 1925 en het is een foto van de fanfare waar mijn vader als kind naar luisterde en waarin zijn eigen vader speelde. Er is dus een echte parallel, een continuïteit met wat hij gewild zou hebben dat ik zou doen.
Er is iets heel natuurlijks aan de muziek op T.O.M.A. Het klinkt alsof het is gemaakt op een feestje, live en zonder studio. Is dat ook zo?
Dat is precies wat het is! Er staan alleen maar organische instrumenten op de plaat, geen elektronica, geen speciale effecten, het is als de brassband op de foto, maar dan uit een ander tijdperk en met hetzelfde DNA. Het is geen echte studioproductie waar je de drums of bas er weer in stopt, of een valse noot corrigeert; hier wilde ik dat je de mensen hoorde die om ons heen dansten. Het is opgenomen in echte live omstandigheden, waardoor het een authentieker gevoel geeft dan de producties van vandaag.
Is het handengeklap er niet aan toegevoegd?
Het zijn niet alleen de muzikanten, maar ook de technici en de mensen die bij de opnames aanwezig waren, die in hun handen klappen. We hebben bepaalde scènes gefilmd en die gaan we uitbrengen; je zult mensen om ons heen zien dansen en feestvieren, ons aanmoedigen, applaudisseren zoals een publiek doet als het blij is.
Je bent er altijd op gebrand om je muzikale aanpak uit te leggen. Je voelt de behoefte om dat te doen…
Je hebt gelijk, ik weet niet waarom, ik zou er therapie voor moeten volgen (lacht). Maar nu even serieus... het gaat niet alleen om de muziek, het gaat ook om het in verbinding komen met elkaar, het delen van vreugde, het hebben van een goede tijd, eventueel samen lijden.
Muziek is een excuus om contact te maken. Toen ik mijn eerste twee of drie albums opnam en niemand ze wilde van de muziekuitgevers, kreeg ik te horen dat niemand zou begrijpen wat ik speelde.
Maar mijn muziek is niet zo ingewikkeld, het is gewoon een mix van stijlen die het een eigentijdse muzikale kleur geeft. En ik vroeg me af waarom mensen niet begrepen wat ik deed. Of mensen het leuk of niet leuk vinden wat ik doe is niet zo belangrijk, waar het mij om gaat is dat ze het begrijpen. Dus ook al is muziek voor mij een religie, het valt niet te ontkennen dat het geschreven woord, een presentatietekst, helpt om te begrijpen wat ik doe, vandaar mijn verlangen om dingen uit te leggen.
Daarom zijn de teksten op de hoes zo belangrijk voor me. De namen van de muzikanten, de mensen die de geluidsopname hebben gedaan, dat alles helpt je om de muziek beter te begrijpen.
© Quentin Perot
Het album is het verhaal van een bruiloft zoals die plaatsvindt in jouw land van herkomst?
Niet helemaal. Voor mij is het meer een verbintenis dan een huwelijk. Een huwelijk heeft een licht romantische dimensie, maar het idee is meer een collectief samenkomen. Er is het idee van continuïteit creëren, een familie stichten, iets opbouwen en iets doorgeven, je cultuur die je hebt geërfd van de traditie. Er is een soort eeuwigheid die waarde geeft aan wat we zijn. We geven het stokje door en daar gaat het om.
De titel van het album verwijst naar de trompet die je van je vader geërfd hebt en die je nu zelf bespeelt….
De trompet die ik bespeel op het album is niet meer deze van mijn vader - die koester ik - maar het is precies hetzelfde model als de trompet die mijn vader bijna zestig jaar geleden uitvond. Behalve dat het de titel van het album is, is T.O.M.A ook een nieuw merk trompet met een nieuw verhaal erachter. Het is ook een academie die ik heb opgericht genaamd 'Les Trompettes de Michel-Ange'. Toen ik een kind was, vertelde mijn vader me altijd dat als ik groot zou zijn, ik alle trompettisten in de wereld op deze trompet zou zien spelen, terwijl mijn vader maar een kleine leraar was op een Parijse school om zijn gezin te onderhouden.
Helaas was ik de enige die interesse toonde in het instrument... Na negentien albums te hebben uitgebracht, moest ik deze overdracht markeren zodat het instrument in de schijnwerpers zou staan. En het gaat sneller dan ik had gehoopt: op het album staan vier muzikanten die trompet spelen, waaronder één die van oorsprong Libanees is, wat me diep heeft geraakt. En als er over een paar jaar mensen dit instrument bespelen in Spanje, de Verenigde Staten, Egypte... waar ook ter wereld, dan heb ik de droom van mijn vader vervuld, dan heb ik hem alles teruggegeven wat hij mij gegeven heeft. Het stokje zal worden doorgegeven.
In een eerder interview vertelde je me ook dat je ervan droomde om een album op te nemen geïnspireerd op de literatuur van je oom Amin Maalouf…
Het is verbazingwekkend dat ik dat vermelde, waarschijnlijk omdat je het me vroeg. Amin en zijn geschriften hebben me van jongs af aan vergezeld. Dankzij de geschriften van mijn oom heb ik een beetje van de Franse taal geleerd.
Het zijn ook hij en zijn geschriften die me hebben begeleid in mijn waarden, in de manier waarop ik de wereld zie, in de manier waarop ik mezelf zie als immigrant van Arabische afkomst in een westerse wereld... Zijn geschriften hebben daar veel aan bijgedragen... Ik voel dat ik er op een dag aan toe zal komen, dat het een van de dingen is die ik echt wil doen... Maar ja, er is echt een onuitputtelijke bron van inspiratie in Amins boeken.
© Quentin Perot
Toen ik de vier interviews herlas die we in tien jaar hadden, viel me één iets op: je had de wens, de droom uitgesproken om als architect deel te nemen aan de wederopbouw van Beiroet. Vandaag heeft die droom een speciale dimensie gekregen. Denk je achteraf niet dat muziek een betere manier is om uitdrukking te geven aan de tragedie die zich daar afspeelt dan architect te zijn in het Midden-Oosten?
In elk geval hebben de huidige gebeurtenissen me gelijk gegeven. Als ik het geweld en de onverschilligheid tegenover dat geweld vandaag de dag zie, had ik het zeker niet kunnen opbrengen om architect te zijn, en nog minder in het Midden-Oosten. Alles in rook zien opgaan, de dreiging die boven Libanon hangt zoals in de jaren zeventig.
Er is een zin die ik af en toe zeg: wat ik doe lijkt eigenlijk een beetje op architectuur. In plaats van de omgeving waarin we leven te veranderen als onze ogen open zijn, draag ik bij door muziek te maken voor de omgeving waarin we leven als onze ogen dicht zijn. Deze geluidsarchitectuur is gezond, onbreekbaar, kan niet vernietigd worden en ik denk echt dat ik de juiste keuze heb gemaakt voor mijn mentale en familiale balans.
Als de toestand in het Midden-Oosten zorgwekkend is, dan vind ik de toestand in de wereld ook zeer zorgwekkend, de acceptatie van de dood van onschuldige mensen voor iedereen en live. Naast de tragedie van al die mensen die verdwijnen, wat zegt het over wat er de komende jaren met ons zou kunnen gebeuren? Hoe meer ik met mijn muziek bezig ben, hoe meer ik volhoud. De muziek heeft gezegevierd.
Tekst © Jean-Pierre Goffin (vrije vertaling : Jos Demol) – foto’s © Quentin Perot / Ibé DR
Een samenwerking JazzMania / Jazz’halo
In case you LIKE us, please click here:
Hotel-Brasserie
Markt 2 - 8820 TORHOUT
Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse
Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée
Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant
Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon
Special thanks to our photographers:
Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte
Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper
Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein
Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre
Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten
Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden
Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner
and to our writers:
Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst