Glass Museum : in een nieuw kleedje…








De ommezwaai is groot en toch een beetje gewaagd! Met hun avontuurlijke nieuwe album verandert het duo in een trio en neemt het een risico om een nieuw publiek aan te spreken. Martin Grégoire, de drummer, legt ons de redenen voor deze vernieuwing uit.

Kun je ons iets vertellen over het ontstaan van Glass Museum?

Martin Grégoire : Antoine Flipo (keyboards – n.v.d.r.) en ik kennen elkaar al sinds onze kindertijd, we gingen naar dezelfde school. Ondanks onze verschillende achtergronden wilden we al heel lang samen muziek maken. Ik had vooral rockprojecten en hij kwam uit de klassieke muziek. Beetje bij beetje zijn we muziek gaan componeren voor piano en drums.

Je hebt het over verschillende muzikale roots... Wat heeft jullie bij elkaar gebracht?

Martin Grégoire : Het waren bands als GoGo Penguins die ons inspireerden om samen muziek te gaan maken. Bands die klonken als rock, maar dan zonder gitaren en zonder teksten. Dat vonden we interessant: dynamische en lyrische muziek spelen.

    
Antoine Flipo & Martin Grégoire


Met dit soort groepen bevinden we ons duidelijk in de jazz…

Martin Grégoire : Ja, wetende dat noch Antoine noch ik enige ervaring hadden in de jazz als muzikanten. Maar in de basis zijn we beïnvloed door groepen als STUFF., bijvoorbeeld, maar ook Aka Moon in een ander register. De zaken kwamen in een stroomversnelling toen we een uitnodiging kregen om op het Festival van Dour te spelen. We hebben tien jaar lang in dit format gespeeld, maar we wilden iets veranderen, meer elektronica toevoegen.

Toen jullie begonnen, verschenen er andere duo's met keyboards en drums op de Belgische podia: BeraadGeslagen, Schntzl, Bààn... Waren jullie zich daarvan bewust?

Martin Grégoire : We kenden ze eigenlijk niet! Eerst ontdekten we Schntzl... We hadden geen idee dat er nog anderen waren.

Ontmoeten jullie elkaar? Praten jullie met elkaar?

Martin Grégoire : We gaan naar hun concerten, we zijn fan van deze nieuwe moderne jazzscene. Ze zijn bijna allemaal Nederlandstalig. Wij waren bijna de enigen in Wallonië, onze formule heeft velen verrast. Dat was onze kracht, Glass Museum was HET piano/drumduo.

Als we naar jullie eerste opnames luisteren, merken we dat jullie moeite hadden om een richting te kiezen. Tussen rock en neoklassieke muziek...

Martin Grégoire : Inderdaad. Onze eerste twee albums waren lyrischer. Ze waren gericht op een breder publiek, gezinnen kwamen naar onze concerten kijken. Ik merk dat we met dit album meer feedback krijgen van gespecialiseerde media, die zich richten op jazz. Ook van andere muzikanten... Het is interessant, we komen in een andere categorie terecht.


Issam Labbene


Een van de veranderingen die Glass Museum doormaakt, is dat jullie officieel een trio worden... (bassist Issam Labbene treedt officieel toe tot de band)...

Martin Grégoire : Dat is best comfortabel... Zo kunnen we andere wegen inslaan. We hebben ook onze apparatuur verbeterd met tools zoals Ableton (software voor keyboards – n.v.d.r.), die we voorheen niet hadden. Dat verklaart waarom we vroeger meer basic waren, en ook meer neoklassiek. Dit alles en alle bands die je net hebt vermeld, hebben onze nieuwe muzikale aanpak gevoed.

En nu zijn jullie een trio ‘piano/bas/drums’, zoals er zoveel zijn in de jazz... Wat onderscheidt jullie van de anderen?

Martin Grégoire : Dat is een interessante vraag... Ik zie nog anderen die in die categorie vallen: Kau, Bandler Ching... Ik heb mezelf ook die vraag gesteld: wat onderscheidt ons? Ik denk dat we dat zeer melodieuze aspect van het begin hebben behouden. Nummers die verhalen vertellen. Ook al worden we steeds experimenteler. Dat is onze identiteit, elk nummer heeft een melodie.

Op dit nieuwe album, “4N4LOG City”, zijn ook twee nummers met zang te vinden. Eén gezongen nummer, “Call Me Names” (dat me een beetje doet denken aan de triphop-sfeer van het label Melankolic), en een ander nummer met rap in het Nederlands...

Martin Grégoire : Klopt. Vanaf ons tweede album wilden we graag gastartiesten uitnodigen. Dat is ons nooit gelukt! We hebben een aantal mislukte pogingen gedaan en we zijn afgewezen... Deze keer hebben we contact opgenomen met Jazz Brak (een bekende rapper uit het noorden van het land) en hem een demo gestuurd met arrangementen waar hij alleen nog maar zijn tekst aan toe hoefde te voegen. We hebben echter rechtstreeks in de studio opgenomen met Junior Bokele (de zanger van de Brusselse groep Saudade – n.v.d.r.). Als je het label ‘instrumentale groep’ op je rug geplakt hebt en je neemt contact op met zangers, wordt je vaak afgewezen, omdat ze niet weten hoe ze zich moeten inleven in wat ze horen. Maar met onze twee gasten verliep alles heel vlot.


Kun je mij uitleggen waarom je voor deze singles hebt gekozen? Ik had verwacht dat je je zou concentreren op het nummer “Call Me Names” (met Junior Bokele)…

Martin Grégoire : De twee nummers met zang zijn als singles uitgebracht. We hebben in beide evenveel energie gestoken. Maar gezien de lange afwezigheid voorafgaand aan ons nieuwe album (drie jaar – n.v.d.r.), hebben we eerst twee instrumentale nummers uitgebracht, om degenen die gewend zijn onze muziek te horen niet meteen van hun stuk te brengen.

We konden ons niet voorstellen dat we zouden terugkomen met een rap in het Vlaams... De kloof zou te groot zijn geweest! Jazz Brak is bekend in Vlaanderen, het is een goede troef die we kunnen uitspelen om de Vlaamse media en het Vlaamse publiek te bereiken.

De Vlaamse groepen die ik ontmoet, klagen vaak dat ze te weinig optredens krijgen in Wallonië. Krijgen jullie, omdat jullie bij een Vlaams label (Sdban) onder contract staan, meer kansen aan de andere kant van de taalgrens?

Martin Grégoire : Ja en neen... We hebben een paar mooie optredens gedaan in Vlaanderen sinds we bij Sdban zitten: Gent Jazz, Het Depot, een paar voorprogramma's... Maar er zijn nog steeds veel plaatsen die tot nu toe ontoegankelijk zijn. Het blijft ingewikkeld. Het voelt alsof het een ander land is. Ik weet niet of het protectionisme is.

(Ik vertel hem over het mooie initiatief “Salut les voisins” van Gaume Jazz en Leuven Jazz, waarbij elk festival muzikanten uit de andere taalgroep uitnodigt, een initiatief dat Martin goedkeurt... – n.v.d.r.)

We zouden daar graag vaker spelen. Misschien zal dit album de Vlaamse programmatoren meer aanzetten om ons uit te nodigen. Ik heb in ieder geval het gevoel dat er iets meer respons is.

    
Martin Grégoire & Issam Labbene


Ben je met deze nieuwe wending meer Echt! dan Schntzl?

Martin Grégoire : Geen van beide, denk ik. Echt! bevindt zich op een veel radicaler terrein wat dance muziek betreft. Dat gezegd zijnde, we zijn dol op hen! Ze zijn onze buren in de repetitieruimte. Ze zijn erg inspirerend!

Ook jullie zijn meer gaan dansen…

Martin Grégoire : Het is duidelijk dat we voortaan vaker om 22 of 23 uur spelen dan aan het eind van de middag. Onze nieuwe geluidsteksturen zijn donkerder, we hebben ongetwijfeld het ‘naïeve’ aspect van onze muziek achter ons gelaten om op een bepaalde manier krachtiger te worden. Dat is ook te merken aan onze optredens, die intenser zijn geworden.

Leg me eens uit wat de titel van jullie nieuwe album, “4N4LOG City”, betekent...

Martin Grégoire : Toen we de eerste nummers voor het album schreven, hadden we nog niet echt een thema. We hadden er niet echt over nagedacht, dus beslisten we: Oké, het album gaat ‘Analog City’ heten en we gaan nummers componeren die de stad oproepen, muziek die veel 'urbaner' is dan vroeger, toen we nog in Doornik woonden (de groep is inmiddels naar Brussel verhuisd – n.v.d.r.) en we componeerden in ruime, natuurlijke omgevingen (hun album “Reykjavik”, dat doet denken aan het hoge noorden, is daar een perfect voorbeeld van – n.v.d.r.).

De stad roept bij ons associaties op met beweging, verkeer, maar ook eenzaamheid. Het feit dat we dit album hebben gecomponeerd in Volta (een muziekcentrum in Brussel dat bijdraagt aan de artistieke ontwikkeling van lokale muzikanten – n.v.d.r.) met al die inspirerende groepen om ons heen die deel uitmaken van dezelfde scene, heeft bijgedragen aan het nieuwe, meer stedelijke en hectische geluid van Glass Museum. Het woord ‘analog’ verwijst naar het feit dat sommige nummers op het album zijn gecomponeerd op basis van loops, zoals ‘Gate 1’, dat is geïnspireerd op repetitieve muziek.


Maken jullie voortaan deel uit van de Brusselse scene?

Martin Grégoire : De scene in Brussel is al een tijdje erg interessant. Dat is grotendeels te danken aan de betrokkenheid van Volta en labels als Sdban en W.E.R.F. Records.

Interview © Yves Tassin (vrije vertaling : Jos Demol)  -  foto’s © Quentin Perot
In samenwerking met JazzMania


Sdban / N.E.W.S.
Lees HIER de recensie van Yves Tassin

CONCERTEN
11.12.2025 - Botanique Brussel
19.12.2025 - Le Hasard Ludique, Paris


In case you LIKE us, please click here:



Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications





Hotel-Brasserie
Markt 2 -
8820 TORHOUT


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18.2.1947 – 2.11.2023)
foto © Marie Gilon


Pedro Soler
(8.6.1938 – 3.8.2024)
foto © Jacky Lepage


Sheila Jordan
(18.11.1928 – 11.8.2025)
foto © Jacky Lepage


Raúl Barboza
(22.5.1938 - 27.8.2025)
foto © Jacky Lepage



Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Luca A. d'Agostino
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
France Paquay
Francesca Patella
Quentin Perot
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Paul Braem
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Quentin Perot
Jacques Prouvost
Renato Sclaunich
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Peter Van De Vijvere
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst