Ghalia Volt, een trendy meisje…







Ze had nauwelijks haar 21 kaarsjes uitgeblazen, toen deze Brusselse dame haar rugzak en gitaar nam en naar het land van haar inspiraties vertrok. Haar doel ? Een zeer persoonlijke bluesbedevaart van New Orleans naar Chicago, naar Jackson en Clarksdale Mississippi, Memphis en Nashville, Tennessee en St-Louis, Missouri.

Daar wandelt Ghalia Volt door de steden die bij haar alle liedjes waar ze van houdt terug laten opborrelen. Ze wandelt in de voetstappen van haar eerste liefdes: Big Mama Thornton, Skip James, J.B. Black. Ze zingt er in de Juke Joints waar ooit haar helden optraden. Ze ontmoette er zelfs de legendarische Little Richard: “Ik besloot buiten voor het Hilton hotel in Nashville te wachten, waar hij verbleef, om hem te ontmoeten. Men vertelde mij dat hij binnen het uur zou terug zijn. Ik rende naar mijn hostel om een van zijn lp’s op te pikken. Veertig minuten later kwam hij aan met de wagen. Ik was zo gestresseerd dat ik de vinyl brak. Maar toch wilde hij het signeren !”


© Lola Reynaerts


Het is haar doel om het podium op te gaan met de musici die ze onderweg ontmoet. Haar dorst naar kennis uit deze ontmoetingen brengt haar waar alle bluesamateurs van dromen om op de planken te staan: The Balcony Music Club in New Orleans, Red's Juke Joint in Clarksdale, de clubs aan Beale Street in Memphis, Jazz, Blues & Soups in St-Louis, de Hal & Mal's in Jackson waar ze het hart steelt van de trouwe klanten met haar Etta James cover "I Should Rather Go blind". Het lukte haar als blanke vrouw, om de mensen te overtuigen van haar authenticiteit, zeker als Europese.

Ghalia Volt: “Om als jonge blanke vrouw de Mississippi Blues in de USA te zingen, was heel indrukwekkend ! De mensen waren zeer verrast. Maar ze hielden ervan om naar mij te luisteren, met mij te praten omdat ze nooit iemand zo hadden horen praten, met zo’n accent ! Mijn eerste stappen op de podia van de Deep South vereisten veel moed ! De competitie is er hard en er is een pak doorzettingsvermogen nodig om je plaats te vinden. Maar ik bezat de energie, en dat werd en wordt opgemerkt. Dit vormde mijn karakter en zette mij ertoe aan om steeds beter te worden.”


Ze ontmoet er musici van Mastro & the Mama’s Boys (zanger/mondharmonicaspeler Johnny Mastro, gitarist SmokeHouse Brown en Dean Zucchero op bas) en het klikte onmiddellijk. De ontmoeting met Thomas Ruf van het Ruf Records label was eveneens een sleutelmoment. Hij tekende een contract en boekte voor haar een vlucht naar Crescent City om een eerste plaat op te nemen. Het album “Let The Demons Out”, gemixed en gemasterd door geluidstechnicus David Farrell werd in 2017 uitgebracht. Daarna gingen Ghalia & the Mama’s Boys enkele maanden op Europese en Amerikaanse tournee. Het album werd opgenomen in een kamer, waar alle musici samen stonden, geïsoleerd.

“Daardoor klinkt het project zo spontaan”, zegt ze. “Het was zoveel leuker en stimuleerde enorm. De sound van het album is veel origineler en authentiek. Het toont de rauwe kant van mijn muziek. Voor “Hiccup Boogie”, de laatste track van de plaat, vroeg ik de musici te spelen alsof ze de hik hadden, en dat werkte uitstekend. “Let The Demons Out” is zo echt als mogelijk.”

In 2018, tussen haar concerten in Europa en over de Atlantic, bereidt Ghalia haar tweede album voor. Ze wilde dat het innovatief en organisch klonk. Een plaat met zijn eigen Hill Country Blues invloeden. Ze nam het op in de Zebra Ranch Recording Studio in Coldwater, Mississippi. De studio werd gesticht door Jim Dickinson en na zijn dood werd hij gerund door zijn zonen Cody en Luther Dickinson die bij de North Mississippi All Stars spelen. De eerste gast in deze mythische plaats is Cédric Burnside, de kleinzoon van R.L. Burnside, die de drums speelt op de tracks "Release Me" en op de cover van de fameuze Negro Spiritual "Wade In The Water".

Mr. Burnside zegt: “Het is een plezier om te participeren op Ghalia’s plaat omdat het een nieuwe sound geeft aan Hill Country Blues en traditionele blues. Haar muzikale roots verklaren deze unieke en vernieuwende sounds”. Drummer Cody Dickinson voegt er het volgende aan toe: “Ik heb een diep respect omdat ze Zebra Ranch Studio koos om er haar album op te nemen. Het getuigt van veel moed om diep in de Mississippi regio, in the middle of nowhere, te komen.” SmokeHouse Brown, die al op haar eerste album gitaar speelde, horen we terug op het nummer “First Time I Die”. Verder vervolledigen Lightnin Malcolm, een van Mississippi’s beste gitaristen (die ook mee op tournee gaat met Ghalia) en Watermelon Slim, een groot talent als zanger en op de mondharmonica, de band. Deze laatste zegt: “Ik zag Ghalia’s evolutie van de laatste vijf jaren. Ze kwam binnen in de wereld van de blues en ze eigende zich deze muziek toe. Ze raakte me : het is een nieuwe muziek en geen imitatie van de traditionele blues.” Tenslotte producete bassist Dean Zucchero het album.


Ghalia met Watermelon Slim © Lola Reynaerts


In 2020, kort nadat covid-19 uitbrak, stierf het artistiek leven in New Orleans, waar veel musici leven van fooien van toeristen, langzaam uit. Ghalia beslist een “One Woman Band” te starten. Ze was er zich degelijk van bewust dat de nabije toekomst zeer zwaar en onzeker zou zijn. Ze besefte dat artiesten de eersten zouden zijn die hun activiteiten zouden moeten stilleggen en ook de laatsten om ze terug op te starten. Het was nodig zichzelf te herbronnen: “Alhoewel soloconcerten niet nieuw waren voor mij, was het spelen van drums met mijn voeten terwijl ik zing en gitaar speel, dat wel ! Ik oefende een aantal maanden en wilde het concept uittesten in Mississippi en Louisiana”. Met de beperking die Covid-19 met zich meebracht, kreeg de idee om alleen op te nemen steeds meer vorm. Ze kreeg de volledige steun van Ruf Records. Ghalia vertrok voor een maand on the road. Ze reisde in een Amtrak trein doorheen 18 staten, woestijnen, oceanen, bergen, landschappen, ... Dit alles inspireerde haar voor de samenstelling van het nieuwe opus met 11 tracks. In november verliet ze Memphis om in de Royal Studio op te nemen met co-producer Boo Mitchell, de zoon van Willie Mitchell.

Ghalia Volt: “Ik wist al volledig welke sound ik wilde. Het werd een One Woman Band set up. Het was me duidelijk dat de sound zo powerful mogelijk moest zijn, om de afwezigheid van een band te compenseren. Ik besloot drie versterkers te gebruiken: een basversterker, voor de weergave van de laagste frequenties van de gitaar, een warme en cleane gitaarversterker om de ronde sound vorm te geven, en tenslotte een versterker uit de sixties om de natuurlijke vervorming aan te zwengelen, zoals Magic Sam en Elmore James deden. Uit dit trio versterkers kreeg ik alle verwachte frequenties en klankspectrum. Er restte mij alleen nog te zorgen voor de ritmiek door met de voeten basdrum, snare, hi-hat en tamboerijn te bespelen terwijl ik zong en gitaar speelde. Een grote uitdaging en een wonderbaarlijke ervaring”.


In januari 2021 bood Ghalia ons haar briljant solo album aan. Het werd in een take opgenomen met Old School en Mississippi Blues tones. Met "Last Minute Packer”, de eerste track, duiken we in het leven van de avonturier, van hotel naar hotel, van concert naar concert. Op de plaat horen we ook de klank van een trein die door de Californische woestijn dendert. Ook de waanzinnige gitaar van Monster Mike Welsch is op twee tracks te horen, net als bassist Dean Zucchero. Een groove, een ritme, een stem… Deze adembenemende jonge vrouw volgde altijd haar verlangens en bereikte ze op een briljante wijze.

Toen ik met haar reisde kon ik niet anders dan vast te stellen dat Ghalia Volt een ware gepassioneerde en bijzondere vrouw is. Ze kan een uur in de Blue Front Café zitten om Jimmy Duck Holmes te horen praten en spelen, en vervolgens de noten die ze hoorde op een eigen manier voort te brengen. Ze steekt veel op van haar inspirerende musici. Ze is vast besloten om haar passie te beleven en ze door te geven. Een bijzondere reis via de Brusselse café-bars naar de podia van New Orleans en Mississippi.

Ghalia Volt: “Ik leerde enorm veel door te reizen. Als je naar het Blues Front Café gaat en er zit daar een muzikant als Jimmy Duck Holmes die de gitaar uit je handen neemt en zegt: “Kijk, dit is de Bentonia Blues, je moet daar dit kleine tintje aan toevoegen”. Hij toont het voor, geeft je de gitaar terug en je kan het proberen. Het is tijdloos, we zitten samen en praten en hij leert mij de knepen. Hij leerde mij zaken die hij dan weer opstak bij Jack Owens, die het op zijn beurt van Skip James leerde, enz…. Dat is het waar ik zo van hou. Ik heb nooit handboeken bekeken op YouTube of in boeken. Ik keek hoe die musici speelden en dit is de erfenis van hun muziek die op alle niveaus nederig en zeer bescheiden is”.


Tenslotte vroeg ik haar hoe ze tegenover de Internationale Vrouwendag staat:

Ghalia Volt: “Een dag is goed, maar dagelijks is beter ! Elke persoon, man of vrouw, bezit schoonheid en rijkdom. Het zou kunnen altruïsme zijn, maar het kan zowel talent zijn, een karaktertrek, een gevoel van wakker worden, enz. … Je van je beste kant tonen is een job waar je dagelijks moet aan werken. Iedereen kan het… Zoals iedereen mooi kan zijn. Maar er komen vlug vooroordelen, maar dit is niet zo erg. We moeten verder gaan. Aan alle vrouwen wens ik in 2021 dat ze moedig zijn, dat ze hun passies beleven, dat ze van zich laten horen en dat ze volop genieten van het leven. De vrouwen in vorige eeuwen werden onderdrukt en konden niet laten zien wat ze konden. De vrouwen van vandaag en morgen moeten sterk en krachtig zijn en zich bovenal vrij voelen !”

© Lola Reynaerts (vrije vertaling: Jos Demol) voor JazzAround

Foto's © Lola Reynaerts

Ghalia Volt - One Woman Band (Ruf Records)
Lees de JazzAround recensie HIER


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst