Fred Hersch, een gesprek …






Fred Hersch, die zijn bewegingsvrijheid wegens covid-19 beperkt zag tot zijn huis in de bossen van Pennsylvania, spreekt over zijn  nieuwe plaat « Songs from Home », over zijn piano, het virus, en de zaken die hem verontrusten en zijn hoop.


 



“Keep your face toward the sunshine, and shadows will fall behind you” is een gedachte van Walt Whitman die je gebruikt op je emails. Is het in deze optimistische geest dat je elke dag een song op je Facebook pagina publiceerde onder de titel “tune of the day” ?

Ik startte deze serie al zeer vroeg tijdens de lockdown, midden maart, omdat een van mijn beste vrienden overleed. Ik had nog nooit live gespeeld op Facebook, maar besliste om een nummer per dag te publiceren om iets om handen te hebben dat zin had voor mij maar ook voor anderen. Het zouden vijf à zes minuten worden waarbij de mensen even niet hoefden te denken aan het erge dat ons overviel. Weet je, ik heb al tal van uitdagingen moeten overwinnen in mijn leven. Ik probeer zo goed mogelijk vooruit te komen. Soms zie je een opening en doe je wat nodig is … ik hou ervan om te denken dat voor ieder van ons op een zekere manier het licht gaat schijnen.

We weten dat je een voorkeur hebt voor live concerten en opnames met een publiek. Vertegenwoordigt deze “tune of the day” een soort van catharsis ?

Welnu, sommige dagen had ik niet echt zin om te spelen. Andere dagen speelde ik zeer slecht … toch volgens mijn maatstaven … en op dit ogenblik werkte ik niet echt aan mijn pianospel, ik speelde eerlijk maar toch … Toen kwam de uitdaging om een plaat te maken: ik kon dertig maal hetzelfde thema opnemen want ik had er de tijd voor én het koste me niets omdat er geen studio aan te pas kwam. Ik wenste dat de plaat als een live sessie zou klinken.

Is het de eerste keer dat je met je eigen Steinway opneemt ?

In de jaren tachtig had ik een opnamestudio in New York met diverse piano’s. Ik heb er verschillende opnames verwezenlijkt, waaronder mijn eerste album. Maar het is de eerste keer dat ik mezelf op mijn Steinway opneem, en op een laptop, maar de technologie is niet zo ingewikkeld. Ik bezit uitstekende micro’s. Het erg makkelijk om tegenwoordig iets op te nemen.


Is het comfortabeler om op je eigen piano te spelen na deze ervaring ? Tijdens een tournee wordt je tenslotte elke dag met een ander instrument geconfronteerd.

Meestal zijn de piano’s echt zeer goed in Europa. In grote zalen is het meestal een “9 foot Steinway”. Eerlijk gezegd, mijn Steinway is niet perfect, het is een goed instrument, maar niet Wow ! Het is een piano om op te oefenen en hij klinkt goed in deze kamer … Weet je, ik ben het soort persoon dat tevreden kan zijn met een piano … zelfs al ben ik soms kieskeurig. Ik voel me goed bij dit instrument, zelfs met de mankementen in sommige registers.

Steinways in het bijzonder hebben een zekere persoonlijkheid. Je kan deze tot op een zeker punt wijzigen, maar bepaalde zaken maken deel uit van het DNA van de piano en kunnen niet veranderd worden, wat je ook probeert. Als pianist op tournee moet je dit aanvaarden. OK, dit instrument is niet ideaal, maar je moet je daar bij neerleggen. Soms zijn er stukken die echt goed klinken. Dan moet je daarvan profiteren en de stukken die slecht klinken vermijden, je er niet aan wagen.

Ik ben van mening dat een goed instrument in een goede omgeving veel plezier biedt … maar ik ben een beroepspianist … Soms , als ik op de scène ben, voel ik aan dat het een slechte avond wordt, het publiek is slecht, ik voel mij moe en je denkt dat het desastreus zal aflopen … Wel, als je wat relaxeert kan er iets bijzonder gebeuren. Alles wat goed is verrast je. Als je al vijfenveertig jaar meedraait maak je van alles mee !

Hoe stelde je het repertoire voor de plaat samen ? Maakten deze nummers deel uit van je reeks “tune of the day” ?

Neen, ik denk het niet, wellicht een, “Consolation”. Ik startte met een lijst van achttien titels waarvan ik sommige zeker op de cd wilde. Ik nam “After You’ve Gone » in een take op, « Sarabande » ook, maar aanvankelijk was het niet de intentie om ze te behouden … Sommige nummers zijn er echt helemaal op het laatst bijgekomen. “Get Out Of Town” kwam ook spontaan tot stand, misschien in twee takes. Aan andere daarentegen heb ik veel gewerkt om te krijgen wat ik wenste …  Sommige hebben gesudderd, andere borrelden zomaar op, niemand kende het uiteindelijk resultaat. Het is altijd interessant om met een lange lijst te kunnen beginnen.

Er zijn een paar van je favorieten bij, maar geen Monk of Jobim.

Inderdaad. Ik heb opzettelijk Monk niet gekozen omdat hij al op zoveel albums is terug te vinden. Ik liet hem samen met Jobim aan de kant. Voor deze plaat, met uitzondering van “Consolation”, en mijn twee eigen composities, wilde ik vooral songs met sprekende teksten.


Bij een vorig interview zegde je me eens dat je nooit zou weten hoe je “Polka Dots and Moonbeams” zou moeten spelen door de tekst … Hier zijn sommige teksten geïnspireerd door de pandemie.

Dat is juist. Dat eerste stuk “Wouldn’t it be Loverly", die uit ‘My Fair Lady’ komt, kan ik interpreteren als een soort wens voor een betere wereld dan deze waarin we nu leven. Ik speelde het als een soort gebed, of een inspiratie, een hoop. Het beeld van “Wichita Lineman", die man die zijn werk verricht op een telefoonpaal, buiten in zijn eentje … wat een beeld van eenzaamheid ! De tekst op Duke Ellington’s “Solitude” daarentegen werden later neergepend … uit geldgewin !

“After You’ve Gone” gaat ook over eenzaamheid.

“After You’ve Gone” is een populair lied “Als je vertrokken bent zal ik triestig zijn, ik zal de blues hebben, je zal je missen.”, zaken als deze, het werd geschreven tijdens de griepepidemie van 1918. Maar voor dit lied dacht ik aan Trump. “After You’ve Gone” is zeggen ‘lazer op’ (Get the fuck out of here). Weet je, Het duurt nu al vier jaar met die type … “Get out of Town” heeft te maken met mezelf die na Manhattan te verlaten nu in Pennsylvania leef. “All I Want" komt uit een van de eerste albums van Joni Mitchell, ‘Blue’, en “The Water is Wide”, is iets dat ik heel lang geleden op school leerde. Deze plaat komt duidelijk voor 50% uit een periode avant-jazz, aangevuld met enkele meer moderne nummers.

“When I’m Sixty Four” heeft uiteraard een speciale betekenis voor jou dit jaar.

Ja, op het ogenblik dat ik opnam, in augustus, werd ik 64. Nu ben ik 65.

Algemeen beschouwd als pensioengerechtigde leeftijd.

Bon, ieder van ons is momenteel geforceerd met pensioen … Als ik nooit geen gigs meer zou kunnen spelen of reizen … dan is het voorbij, mijn carrière zou beëindigd zijn … Maar weet je, als ik terugkijk dan voel ik mij gelukkig met al wat ik verwezenlijkt heb, ook met veel erkenning … Maar voor de jonge musici die nu op de scène staan, die pas van school komen, is het een uitzonderlijk wrede periode. Veel jonge pianisten leven alleen en hebben thuis geen piano en geen andere mogelijkheid om te spelen … Ik voel me daar slecht bij voor hen. Maar ik ben er zeker van dat het vaccin de zaken ten goede zal veranderen. Jammer genoeg dragen nog zeer veel mensen in dit land geen masker en daar betalen wij de prijs voor.

Veel musici geven concerten op internet. Denk je dat dergelijke performances een toekomst hebben ?

Dat verwacht ik toch. Ik denk dat het lang zal duren vooraleer de mensen zich terug op hun gemak gaan voelen op een openbare plaats zoals in een concertzaal. En dit zonder degene mee te rekenen die financiële moeilijkheden kennen: ze zouden ongetwijfeld concerten willen bijwonen, maar hebben zij daar de middelen voor? Ik vrees dat het volgen van een concert via zoom het publiek niet echt voldoening zal schenken. Van mijn kant heb ik twee streamings vanuit de Village Vanguard gedaan. De rest deed in van bij mij thuis. Jammer genoeg is het spelen met andere musici vanop afstand eerder gecompliceerd. Ik kan mijn pianopartij naar andere musici sturen die er dan zelf op spelen. Ik denk dat we erg beperkt zijn met deze formule. Het gebruik van zoom voor master classes is ook niet makkelijk, zeker door de variabele klankkwaliteit die komt en gaat. Het is soms ingewikkeld.


Sta je mij een meer persoonlijke vraag toe: heeft de je dramatische ervaring met AIDS je vandaag geholpen om deze pandemie te boven te komen?

Geen probleem. Maar laat me eerst iets duidelijk stellen, mijn coma had niets te maken met AIDS dat ik gedurende vijfendertig jaar heb doorstaan. Na twee maanden in coma ging ik naar een revalidatiecentrum. Ik zat zeer diep. Ik kon eten noch spreken. Elke dag was uitzonderlijk moeilijk.

Dan, wanneer mijn kompaan me in mijn rolstoel voortduwde in de tuin van het centrum, ontmoette ik mensen die daar al vele maanden vertoefden en me zegden: je moet denken aan een klein ding dat je vandaag gedaan hebt en dat beter is dan wat je gisteren deed. Alleen een kleine verbetering zoals bijvoorbeeld ‘gisteren deed ik 15 stappen, vandaag waren het er 20’. Als je enkel denkt aan wat je niet kan, fietsen, het vliegtuig nemen, op restaurant gaan, dan ben je ontgoocheld. Maar als je aan kleine stapjes van vooruitgang denkt zal dit je helpen.

En betreffende het coronavirus, niemand weet er het fijne van. Je kan je vandaag goed voelen en ’s anderendaags doodziek. Niemand weet het. In het boeddhisme is niets permanent, we zullen allen sterven, wij verliezen alles wat we liefhebben. Zo is het nu eenmaal. Dat betekent niet dat je daarom moet triestig moet zijn, maar je moet er wel over nadenken.

Vandaag de dag verlopen veel zaken slecht, zelfs voor mensen met een grote carrière. En voor mij waren de laatste negen maanden heel moeilijk. Ik schreef praktisch geen muziek, slechts een of twee nummers. Het viel me zwaar om gemotiveerd aan de piano te zitten. Ik las veel, keek Netflix, maar de laatste tijd zie ik toch een klein lichtje aan het eind van de tunnel. Ik hoop in juni terug te kunnen spelen, of eerder in september, misschien … Maar er zijn nog zo veel vragen. Veel agents denken aan 2021 … binnen een jaar ! Zullen de mensen geld hebben om terug concerten bij te wonen ? Zal de regering de culturele sector helpen ?

Maar om terug te komen op hoe ik de huidige situatie ervaar, ik voel dat het langzaam gaat. Deze plaat stelde me in de mogelijkheid om tijdens vier of vijf weken iets te verwezenlijken. Ik leerde nieuwe technologieën, o.a. de mixage, en concentreerde mij op de piano. Ik ben uitzonderlijk blij met hoe het album onthaald wordt. Dat is fantastisch ! Ik denk dat het de goede plaat was om op dit bepaald moment te maken. Ik wilde geen easy-listening plaat produceren. Het moest iets met inhoud zijn, zonder echter te intimiderend te worden ervaren. Ik wilde dat de jazz fan ervan kon genieten, maar dat het ook wat licht bracht voor mensen die in de obscuriteit verbleven.

Het is mijn hoop dat er volgend jaar, met de komst van een nieuwe president, het gezond verstand terug komt met een ware bezorgdheid voor de mensen. Er is verandering op komst, ook al zal de oppositie het niet gemakkelijk maken. Die mensen hebben nooit begrepen dat het doel moet zijn het land beter te maken voor de mensen en niet alleen voor hen. Momenteel is ons land de risee van de wereld. We hebben de beste wetenschappers, we hebben geld en we reageren op de slechtste manier om het virus te overwinnen. Tien miljoen Amerikanen denken nog altijd dat het virus een hoax is … en het zal nog een tijd duren voor elke Amerikaan op dezelfde golflengte zit, als het er al van komt … Ik ben bezorgd om de toekomst van dit land.


Interview © Jean-Pierre Goffin, 21 december 2020 (vrij vertaald door Jos Demol)
Foto’s © Annie Boedt

een samenwerking Jazz'halo / Jazzaround


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst