Fanny Ménégoz, fluitiste



Ter gelegenheid van de Internationale Vrouwendag had Matthieu Jouan van onze Franse partner Citizen Jazz een ontmoeting met fluitiste Fanny Ménégoz. Ze hadden een gesprek over  haar muziek, het spelen met verschillende ensembles en hoe het gesteld is met het evenwicht tussen de geslachten in de jazzgemeenschap.



© Yves Leblanc


Fanny is geboren in de Franse Savoie en genoot er een eerder traditionele opleiding. Aan het Parijs conservatorium volgde ze jazz workshops en wedstrijden. Ze ontwikkelde een zeer ritmische muzikale taal, gekenmerkt door een heldere sound. Ze is trouwens erg goed vertrouwd met de percussieve mogelijkheden van haar instrument.


Sedertdien is ze geen onbekende meer op de Franse jazzscene. Meestal maakt ze deel uit van grotere ensembles maar ze leidt ook een aantal eigen projecten. En … het beste moet nog komen: haar band NOBI staat op de shortlist voor het 6th Jazz Migration Program – editie 2020 (een jaarlijkse showcase van de rijzende sterren van de Franse jazzscene).


Citizen Jazz: De meeste van je eigen projecten als band bestaan uit percussie en vibrafoon. Vanwaar deze bijzondere interesse.

Fanny Ménégoz: Wat de vibrafoon betreft, dat startte toen ik Gaspar José ontmoette. Ik speel geregeld met hem samen, o.a. met mijn Quartet, Nobi. Voor mij is de vibrafoon een instrument met een unieke resonantie en de frequenties mengen zich uitstekend met de fluit. Als we unisono spelen hebben we een zeer sterk gevoel van eenheid. De vibrafoon is een polyfoon instrument – ook al is de meerstemmigheid minder dan bij een piano. Ik hou van het minimalistische aspect omdat het mij veel ruimte in het harmonisch spectrum toekent en het creëert tevens een zin voor ambiguïteit.

Als kind beluisterde ik veel muziek met percussie, meer dan alleen drums, en ik hield van het melodisch aspect dat bovenkwam. Het voelde ook aan dat er diep gegraven werd om een bepaalde sound te vinden. Momenteel musiceer ik meestal met drummers, maar ze benaderen hun instrument zoals een percussionist zou doen. Rafaël Koerner in Dune – ons drum/dwarsfluit duo –  is er een van. De melodische en harmonische dimensie van zijn muziek neemt een belangrijke plaats in deze specifieke setting.

Citizen Jazz: Je maakte sommige zeer duidelijke, sterk artistieke keuzes wat betreft het type projecten en collectieven waarin je betrokken bent. Maar je speelt ook een verschillende rol in veel van deze projecten, bv. in Fanfare XP, Surnatural Orchestra en Orchestre National du Jazz (ONJ)?

Fanny Ménégoz: Ik heb een enigszins verschillende rol in elk van deze drie groepen. Zeker in vergelijking met klassieke orkesten, waar alle musici een minimale vrijheid van keuze hebben in de muzikale richting en improvisatie.

Surnatural Orchestra is een collectief met een sterk gevoel van collegialiteit in de artistieke en extra-muzikale aspecten van het ensemble. Iedereen is erbij betrokken op zijn eigen manier in meerdere of mindere mate, maar er is geen dirigent. Er is een pool van ongeveer tien componisten, waaronder mezelf. De muziek wordt collectief georganiseerd. Elke speler heeft een vrij omschreven plaats in elk stuk. Zo zijn er een aantal geschreven delen en sommige min of meer gedefinieerde solo’s, maar samen creëren we ook onverwachte muzikale ruimtes.

Fanfare XP heeft een charismatisch leider, Magic Malik. We hebben een door hem opgesteld charter dat iedereen toestaat om muziek te schrijven voor het ensemble, iets dat ik ook doe. Niet veel van de muziek ligt vast zodat we over een grote vrijheid beschikken om te beslissen waar we wensen te spelen, te improviseren of een solo geven.

Het ONJ project waar ik deel van uitmaak is een show rond Dracula met twee actrices. Artistiek directeur Fred Maurin werkt samen met Grégoire Letouvet voor de composities en de regie. De twee componisten hebben een zeer sterke identiteit. De partituren voor het volledige orkest zijn heel precies uitgeschreven zodat ze kunnen werken met het theatergedeelte. Toch heb ik veel improvisatieruimte tijdens de opening als het publiek aankomt.


Citizen Jazz: Je studeerde met Malik "Magic" Mezzadri...

Fanny Ménégoz: Ik ben zeer gelukkig dat ik drie intensieve jaren bij hem kon studeren en dit op een niet zo conventionele manier, wat heel ongewoon is in Frankrijk. Door hem gingen veel deuren open en zo kon ik mijn eigen weg vinden. Het gaf mij het vertrouwen om mij in de richting te evolueren waarin ik geloofde, zonder als andere musici te klinken. Daarenboven leerde hij mij ook hoe mijn ideeën bij het schrijven van muziek en improvisatie kon structureren. Hij gaf me technische, harmonische en ritmische tools die echt het verschil maakten. Tot op heden blijft Malik het voorbeeld van een musicus met een ontzettende dorst naar muziek en een grote artistieke integriteit.


© Maïlys Marrone


Citizen Jazz: Zou je de muziek die je componeert omschrijven als zijnde vooral gebaseerd op melodie en een sterk groovy gevoel?

Fanny Ménégoz: Ik zie het als een zoektocht naar rariteit en vervorming, meer bepaald in harmonie, ritmische structuren en de rekbaarheid van tijd. Maar terzelfdertijd is er ook een link met  zeer “aardse” muzikale inzichten zoals impuls, modus en zelfs tonaliteit. Het is muziek waarbij improvisatie een zeer belangrijke plaats inneemt en die erom vraagt een spotlight te zetten op zijn vertolkers.

Mijn benadering is gebaseerd op mijn perceptie van de wereld, hoe het bij mij overkomt en hoe ik dat kan vertalen in muziek. Welke emotie het losweekt bij de luisteraar is het volgende en dan behoort het mij niet langer toe.


Citizen Jazz: In de Surnatural Orchestra en het ONJ is er een zekere balans tussen de geslachten. Heb jij ooit gender gerelateerde problemen ervaren in je carrière?

Fanny Ménégoz: Ik maakte twee soorten gender gerelateerde problemen mee in muziek. Het eerste is de confrontatie met vrouwen hatende, agressieve en respectloze mannen. Ik had daar een aantal mee te maken. Het tweede is echter een veel complexer, meer verspreid fenomeen. Het is een verraderlijk gedrag dat ingebed is in onze maatschappij.

In feite moest ik, om een musicus/componist/bandleader te worden, afstappen van de idee dat dit niets is voor vrouwen. Dit was erg moeilijk te verwezenlijken. Temeer omdat, met uitzondering van een les bij fluitiste Sylvaine Hélary en een aantal cursussen arrangement bij pianiste Carine Bonnefoy, geen enkel van mijn lesgevers een vrouw was. Ik werd voor 95% met mannen omringd bij repetities en concerten. In feite had ik het gevoel dat mijn stem minder gehoord werd, minder legitiem was en niet als even ernstig werd aanvaard als bij mannen.

Alhoewel ik dit heel diep ervaarde, waren er toch veel vrouwen en mannen die me hierbij steunden. Er zijn een aantal mannen die getracht hebben dit aan de kaak te stellen. Ze zegden “Ze probeert nu al vijf keer te spreken, maar niemand luistert naar haar”. En er zijn veel mensen die  roepen voor actie en verandering, voor gelijkheid en discussie, wat ik heel bemoedigend vind. De wereld van morgen moet evolueren in een gelijke en faire manier en we moeten die samen bouwen, vrouwen en mannen, in ieders voordeel. 

Ik spendeerde veel van mijn tienerjaren en als een jong volwassene met het argumenteren dat kunst onafhankelijk zou moeten zijn van al deze overwegingen. Dat we alleen maar interesse zouden mogen hebben voor de artistieke waarde van wat mensen produceren. Ik wilde niet beoordeeld worden op basis van mijn geslacht maar van de muziek die ik creëer. Ik moet toegeven dat kunst vandaag niet gescheiden kan worden van sociale en economische issues. Het is aan de artiesten om de wereld met die vragen te confronteren en om positieve en constructieve stappen te ondernemen, zowel in de kunst als erbuiten.

© Citizenjazz

LINK: https://fannymenegoz.com/



In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst