Eve Klesse: Nijlpaarden borstelen







Het vervloekte zevende jaar is al lang voorbij, het quartet van Eva Klesse mag in januari 2021 zijn achtste verjaardag vieren. Ze leerden elkaar tijdens hun studie in Leipzig kennen en toen het serieus werd, was het eigenlijk voor iedereen duidelijk dat het deze vier moesten zijn. Sindsdien klinken ze stukken matuurder door gezamenlijke werk- en spelervaringen, de talloze kilometers die ze samen gereisd hebben, de vele kwartetconcerten die ze verzorgden en ze hebben een geprofileerd, subtiel groepsgeluid ontwikkeld in de context van hedendaagse Europese jazz.

Het Eva Klesse Quartet brengt om de twee jaar een album uit; „Creatures & States“ is een vierde. In 2018, ten tijde van „Miniatures“ was oprichter Robert Lucaciu er nog bij als bassist, waarna Stefan Schönegg, uit de Keulse scene, hem verving. En in 2018 gebeurde er nog iets ingrijpends: Eva Klesse kreeg als eerste Duitse jazzmuzikant een uitnodiging om aan de Universiteit voor Muziek, Theater en Media van Hannover jazzdrums te gaan doceren.


© Sally Lazic


Het nieuwe album gaat niet over concrete gebeurtenissen en veranderingen, maar - eenvoudig en duidelijk - over levende wezens en de omstandigheden waarin deze leven. Een van de mooiste gevoelens is geluk. Wonderbaarlijk genoeg zijn er enorm veel variaties en talloze manieren om gelukkig te zijn. Eva Klesse's compositie "Brushing Hippopotami", waarmee het album wordt geopend, laat een nogal bizarre manier zien: nijlpaarden borstelen? In werkelijkheid zijn dit amfibieën met een dikke huid die tonnen wegen en dikke buiken hebben. Het gaat dus niet om de realiteit. Maar laten we wel wezen, de zoölogische naam "Hippopotamus" klinkt beter. Het doet misschien denken aan de schattige "Happy Hippos" die in de jaren ‘80 werden uitgevonden als een promotioneel effectieve en kindvriendelijke vorm van verleidelijk snoep.

Eva Klesse vertelt een heel ander verhaal in het boekje. Hun muziek heeft niets te maken met nijlpaarden en snoep, maar met een droom die - zoals het goede dromen betaamt - niet zo goed is gegaan en een lachend, vragend en ergens teder gevoel achterlaat.

Voor elk nummer op het album vertelt het boekje zo'n zalig verhaal over het ontstaan ervan. Deze verhalen mogen er niet alleen zijn voor de luisteraars en lezers, maar ze zijn ook gericht op het kwartetspel. Omdat ze verhalen en beelden bevatten voor emotionele toestanden waarnaar de muziek verwijst. Toestanden die belangrijk zijn voor de componisten en waarmee er bij improvisatie moet rekening worden gehouden - als men tijdelijk deze conventionele scheiding tussen componerende en improviserende musici toepast, die, zoals bekend, niet geldt in de jazz.

Structureel volgt "Brushing Hippopotami" een verhalende en trauma-achtige koers. Een kleine, vriendelijke melodie ontspruit uit een polyfone, amorfe intro, waaronder de bas van Stefan Schönegg een tastend ritme weeft, die de melodie meer verbijstert dan structureert. Evgeny Ring neemt zachtjes maar resoluut de leiding op de saxofoon, maar blijft gereserveerd, net als de contrabassolo die volgt. Philip Frischkorn op de piano verhoogt vervolgens de energierijke situatie, ondersteund door Eva Klesse, wiens werk op de drums vooral kleurrijk en luidruchtig is, maar ook herhaaldelijk climaxmomenten met sterke accenten benadrukt.


© Gerhard Richter


Er is geen spoor van verhevenheid in de energie die hier geleidelijk samenvloeit. Het lijkt erop dat een alerte voorzichtigheid de groepsconsensus domineert - een sfeer die men zou ervaren bij het kijken naar een braaf nijlpaard dat zich in een porseleinwinkel voortbeweegt: blijf kalm, ga door, wees niet gealarmeerd! Dan wordt het kleine nijlpaard geborsteld, de droom eindigt sneller dan hij begon. Maar het is niet de sombere realiteit waarin hij terechtkomt, maar een verbaasd hoofdschudden: wat was dat nu? Geprogrammeerde muziek?


Elastisch

Dergelijke muziek kan alleen werken als het een platgetreden pad vermijdt. Met andere woorden, het helemaal niet vermijden, maar van bij het begin niet in de buurt komen van clichés. Niets kan hier zoet zijn. Er mogen geen schattigheids- en kinderrijmschema's een rol spelen, dat zou alles melig maken. En pogingen om dergelijke impulsen over elkaar heen te leggen of in ontkenning te verdrinken, mogen in geen geval de geest van de interactie bepalen.

En net daar liggen de fantastische kwaliteiten en de duurzame, elastische consensus van dit quartet. Alle vier de componisten en spelende musici hebben er een even groot aandeel in. Met heldere en relatief schaarse muzikale middelen weet het quartet gemoedstoestanden vorm te geven. Alle vier beheersen ze de fijne kunst om de groep vanop afstand te bekijken en zonder zichzelf te verloochenen samen muziek te spelen. Ze zijn in staat om zich de gemeenschappelijke uitdrukking toe te eigenen zonder hun eigen individualiteit te onthullen. En ze zijn altijd alert genoeg om hun spel te spelen weg van wat je gemeenzaam de mainstream zou kunnen noemen. Toch is er nergens een indruk van beknoptheid of zelfs onvolledigheid.

Stefan Schönegg ziet dit collectieve vermogen vooral als een zeldzame kwaliteit in de structuur van de band en als resultaat van samenwerking. Zelfs tijdens de releasetour van het album „Miniatures“ stonden volgens hem altijd composities van het nieuwe album op de setlist. Dus de band heeft er twee jaar over gedaan om de individueel ingebrachte composities gezamenlijk te ontwikkelen, zich toe te eigenen en vorm te geven. Slechts relatief weinig van de nieuwe stukken waren nog vers toen de nieuwe cd werd opgenomen. "Alle vier de bandleden hebben hun eigen kenmerkende signatuur", zegt hij. "En het is echt spannend hoe uiteindelijk zoiets als een gemeenschappelijk beeld ontstaat uit deze vier zeer individuele compositorische handtekeningen." Het quartet is eigenlijk een echte band in zeer empathische zin. "We zijn op elkaar ingespeeld, we spelen veel en we mogen elkaar graag. Dat zeggen veel mensen over zichzelf, maar bij dit quartet is het heel bijzonder. Dat heb ik nog nooit in deze mate ervaren."

Tegelijkertijd is deze functieomschrijving een soort gids hoe een levendig groepsproces op gang kan worden gebracht en gevoed kan worden met uitgekiende composities. Hoe kan het dat er geen tegenstelling op de loer ligt tussen het startmateriaal vol kamermuziekverfijning, precieze klankconstellaties en doordachte planning enerzijds en gezamenlijk gegenereerde vrijheid anderzijds. Het gecomponeerde materiaal waarmee het Eva Klesse Quartet werkt bevat vrije ruimte voor improvisatie, maar ziet dit niet als lege ruimte. Iedereen weet altijd precies waar hij mee bezig is, hoe hij het moet doen en hoe niet. En het kan zijn dat de verhalen die verteld worden daar ook aan bijdragen.


Gelijke verdeling van muzikale verantwoordelijkheden maakt ook deel uit van een duurzame groepsconsensus. Elk bandlid levert een bijdrage aan het album en vertelt de bijbehorende verhalen in het boekje. Iedereen geeft informatie over compositorische invloeden, contouren, beelden van emotionele toestanden en de horizonten van het denken in hun eigen muziek. Het boekje onthult dus een verbazingwekkend niveau van bewustzijn waarmee de muziek is ontworpen en van zelfreflectie.

Stefan Schönegg‘s "Herbstmonat"-verhaal verwijst naar de Indian Summer en de melancholie bij het denken aan de koude tijden aan het einde van de zomer. Eva Klesse schrijft niet alleen over de Hippo-droom, maar ook over Arvo Pärts zoektocht naar antwoorden ("Choral for P") en over tegenstrijdige en moeilijk te begrijpen omstandigheden in creatief werk ("Einsiedlerkrebs", "Flirr!"). De verhalen van Evgeny Ring gaan over indrukken die moeilijk te classificeren zijn tijdens de Chinatournee met het quartet (“Mr. Liu”) en Pablo Picasso's blauwe periode (“La Vie”). De gevarieerde en traditiebewuste composities van Philip Frischkorn zijn opgedragen aan de verwarrend goed gestructureerde "Minotaurus" en de schrijver David Foster Wallace ("Hal Incandenza"). En “Der Tuchmacher”, waarmee het album eindigt, lijkt iets met liefde te maken te hebben.

Thematisch is er dus een willekeurige variatie in de verhalen over deze muziek. En dat is precies waar alle composities met grote intensiteit om lijken te draaien: verwarring, tegenstrijdige toestanden en stops, opwinding, anticipatie en andere dubbelzinnigheden.


IJver en nauwkeurigheid

In opvallend contrast met deze thematische wirwar is de muziek erg goed gestructureerd. Er wordt met grote zorg en nauwkeurigheid gespeeld en met een grote liefde voor nuance en detail. De band geeft het gecomponeerde materiaal een aanzienlijke diepte en werkt met grote virtuositeit aan de kleuren waarin de stukken zijn ontworpen en geschilderd. Dit geeft het album als geheel een soort impressionistische vorm.

Eva Klesse bevestigt deze indruk: "Als band genieten we van deze kleine, rustige momenten. Het hoeft niet altijd het grote gebaar te zijn dat de muziek maakt." Toen de muziek werd opgenomen in de studio van de LOFT Köln, kwam er eerder een geconcentreerde dan een verheven sfeer naar voren. Daardoor kreeg deze indruk van impressionisme en kamermuziekintroversie de voorkeur. In de geconcentreerde studiosituatie lijkt haar spel op de drums meer geankerd in noise, kleurenschema's en mengsels dan in energetische uitbarstingen. Eva Klesse verzamelt geen groot aantal kleine percussie-instrumenten om zich heen, maar concentreert zich liever op wat het drumstel te bieden heeft. Dat is best veel .

Over het algemeen maakt het afzien van effecten, elektronische geluidsverwerking en prepared piano deel uit van het muzikale concept van de band. Alle vier focussen ze op vakmanschap. Er zit zelfs iets van een hang naar purisme in deze muziek. Het is niet gebaseerd op bekrompenheid en beperking, maar op een bewuste keuze voor sonische helderheid.


Aan de andere kant is dat niet alles. "Live op het podium, geven we elkaar grote vrijheden", zegt Eva Klesse. "We verrassen elkaar en dat mondt uit in een zeer expressieve speelwijze - ook met dit materiaal." Stefan Schönegg denkt dat er, niet altijd maar, soms ronduit "magische avonden" zijn bij concerten, wanneer spontane uitdagende situaties ontstaan uit de geborgenheid van de gezamenlijke speelervaringen en "onverwachte deuren opengaan".

De rolverdeling in de band is flexibel en gelijk. "Iedereen draagt zijn steentje bij", zegt Eva Klesse. "Ik was slechts de initiatiefnemer en ik gaf de naam." De muziek die hier gespeeld wordt is compact, collectief en complex, vol elegantie en diepte, en laat elke GEMA (Gesellschaft für musikalische Aufführungs- und mechanische Vervielfältigungsrechte) - beruchte polarisatie van E (Ernste Musik = 'serieuze muziek') en U (Unterhaltungsmusik) = 'lichte muziek') ver achter zich. Alles is hier met grote ernst gemaakt. Ook het plezier waarmee er gemusiceerd wordt.

“In ieder geval”, schrijft Eva Klesse in het boekje in haar verhaal voor het nummer "Einsiedlerkrebs", “moeten muzikanten rekening houden met twee levenswijzen: een nomadisch, onstabiel leven op tournee, waarbij je door het buitenland reist met zoiets als je eigen kleine slakkenhuis op je rug, en een teruggetrokken zelf reflecterend bestaan dat absoluut noodzakelijk is tijdens het creatieve proces.”

„Creatures & States“ geeft dergelijke en andere tegenstellingen van stijl overschrijdende en levendig klinkende vormen.

Tekst © Hans-Jürgen Linke / Jazzthetik (vrije vertaling: Jos Demol)  -  foto's © Peter Tuemmers / Sally Lazic / Jan-Gerrit Schäfer / Gerhard Richter





Eva Klesse Quartet - Creatures & States
Enja / Yellowbird / Edel:Kultur


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst