Erik Verwey, een gesprek





© Feike Santbergen




Eind vorig jaar heeft Erik Verwey (1987) zijn debuutalbum, “People Flow”, uitgebracht. Vanwege de coronamaatregelen wil het nog niet zo vlotten met de promotie van de (trio-) cd. Hoogste tijd voor Jazz’halo om in gesprek te gaan met de bevlogen pianist. Locatie is café restaurant de Ysbreker aan de Amstel, niet ver van het woonadres van Verwey.


Je woont in een woonboot, en daar gaat je debuut-cd gedeeltelijk over vermoed ik.

Ja, dat is mijn woonboot op de cover van de cd.

Je bent 5 jaar geleden met dit album begonnen, je hebt toen twintig composities geschreven waarvan er elf op de plaat zijn terecht gekomen. Hoe is het proces verder verlopen ?

Ik deed mijn bachelor in Utrecht en mijn master in Den Haag. Dat was ongeveer vijf jaar geleden. En ik ben daarna meteen in de theaterwereld gerold. Daar heb ik veel geschreven en getoerd met cabaretiers als Dolf Janssen en Ronald Snijders. In mijn hart ben ik echter jazzpianist en je hoort veel jazzinvloeden in die theaterliedjes en die zijn altijd goed ontvangen. Het is erg fijn om met mensen als Dolf en Ronald te toeren, maar ik wilde al vanaf het begin van mijn loopbaan mijn eigen muziek maken.

Ik besloot om vijf dagen naar Zuid-Ierland te gaan in het huisje van Dolf Jansen. Er stond een piano. Ik had toen al wat schetsjes en heb ter plekke veel stukken gecomponeerd en opgenomen. Als je muziek maakt vind je het in het begin vaak erg goed en als je het later terug hoort dan wil je het toch weer anders. Ik heb ze naar huis mee teruggenomen.

Twee maanden later bekeek en beluisterde ik ze weer en toen realiseerde ik me dat de muziek best goed klonk! Daar was ik aanvankelijk best wel verbaasd over. Ik besloot er verder mee te gaan en ze te verwerken in een verhaal. Ik vind een verhaal belangrijk in de muziek. Het hoeft niet erg ingewikkeld te zijn. Eigenlijk is het veel moeilijker om iets makkelijks heel goed te laten klinken.

Je improviseert op basis van nieuw materiaal dat je in je hoofd hebt zitten. Waar haal je je inspiratie voor dat nieuwe materiaal, of dat verhaal, vandaan?

Ik had een opzet gemaakt naar aanleiding van plekken of inspiraties. Dat is ook de essentie van het album. Ik ben dit later gaan bijschaven. Twee jaar geleden ben ik gaan repeteren met het trio, met de bassist erbij. In 2019 ben ik op reis geweest naar Zuid-Amerika. Toen viel voor mij het kwartje: “dit stuk gaat dus daar over…"


Zoals het eerste nummer van je album “Casa de Los Viecos” ?

In Medellin in Colombia inderdaad. Dat was een van die plekken.

Maar het nummer is ontstaan in Ierland toch ?

Inderdaad. De ruwe opzet is in Ierland ontstaan, maar ik heb het uitgewerkt in dat bewuste huis. Een prachtige plek in een mooie stad, een oase van rust, een aangename temperatuur. Mijn vriendin en ik zochten naar vrijwilligerswerk. Er werden op die plek piano’s gestemd. We waren een half jaar op reis en we wilden de cultuur van het land leren kennen. Het was een huis met heel veel historie waar veel muzikanten hebben gewoond. Maar ook Pablo Neruda, de Chileense dichter, is daar geweest. Deze plek koppelde ik aan mijn nummer.

En de andere nummers ?

Het plan in Ierland was om twintig à dertig ruwe schetsen in verschillende stijlen op te zetten en daar de elf beste nummers uit te selecteren. Het perfecte aantal voor een album.


Ah, maar dat beeld, die illustratie voor je eerste nummer, heb je in je reis naar Medellin meegenomen. En gelijktijdig gaat “People Flow” over de Amstel, de woonboot op de cover!

Die titel is bedacht door een vriend van mij, Philip Huff, de schrijver. Ik sprak met hem over deze plaat. Eigenlijk wilde ik hem anders noemen, namelijk Salta, dat komt van salta y el piso aparecerá (spring en de vloer zal verschijnen), een uitdrukking die ik heb geleerd in Zuid-Amerika. Als je iets wil doen, spring! Je landt altijd wel.

Ik ga nu voor mezelf en ik land. Ik had het daar met Philip over. Hij kon zich vinden in de titel, maar hij vond het té Zuid-Amerikaans. Toen legde ik hem uit waar de plaat over ging: ontmoetingen met mensen en plekken die ik mee wilde nemen naar huis, in mijn boot aan de Amstel. Philip koppelde het water aan mensen en kwam uiteindelijk met “People Flow”.

Het is ontstaan in Ierland, een deel is meegegaan naar Zuid-Amerika en dan kom je hier in Nederland om het met deze Engelse titel te verpakken. Je bent er vijf jaar mee bezig geweest en dan komt dat trio erbij en twee gastblazers. Hoe heb je je bandleden vervolgens met het materiaal in contact gebracht ?

Ik heb mensen gezocht waar ik me prettig bij voel. En ze moeten uiteraard prima spelen. Daniel van Dalen ken ik al sinds het conservatorium. Hij speelt in verschillende formaties mee, dus die wilde ik er sowieso bij hebben. Ik heb de stukken uitgeschreven, het trio hierin meegenomen en daarna hebben we het met zijn drieën gemaakt. We hebben een jaar lang vrijwel wekelijks gerepeteerd en gediscussieerd over de arrangementen en met name Daniel heeft daar wel een grote stem in gehad. Hij kan uitstekend bepalen hoe je een stuk goed opbouwt: dynamiek, hard / zacht, snel / langzaam, waar komt de break? Ik hou van interactie en het samenwerken met anderen. Ik hoef het niet allemaal in mijn eentje te bedenken. Daarom is het ook zo fijn dat er een of twee anderen zijn die met je meedenken.


Arnhem living room concert October 2017 © Erik Verwey


Hoe kwam je uit bij Teus Nobel en Bart Wirtz?

Ik heb heel lang bij Kunst in de Kamer gespeeld; kunst in de huiskamer bij particuliere kunstliefhebbers. In dat kader hield ik jazzworkshops over de geschiedenis van de jazz, van de blues rond 1900, de swing en de muziek tot nu en dat demonstreerde ik dan vaak met een bandje. Dat deed ik vaak met Daniel en Bart. Bart Wirtz is enorm muzikaal en een geweldig mens. Ik wilde ook iemand die echt kan beuken op de plaat. En Teus Nobel heb ik ontmoet op een gig op het landgoed van Herman van Veen. Hij speelde daar flugelhorn en ik vond hem meteen geweldig. Hij heeft zo’n prachtige Chet Baker-sound. Ik heb hem vervolgens gebeld. Hij had het superdruk, maar wilde wel een keer meespelen voor een opname. Het Duke Ellingtonnummer "Isfahan" is een van zijn favoriete stukken.

Hoe ben je er eigenlijk op gekomen om dit nummer te selecteren ?

Ik wilde graag nog een oude standard op het album “Eastern Suite”. Het heeft geweldig uitgepakt.

Je hebt erg veel gerepeteerd, je hebt studio-opnames gemaakt. Lonkt het podium ?

Zeker! Ik heb een immense promomail uitgestuurd naar alle podia en theaters en daar kreeg ik veel positieve reacties op. Maar helaas zijn veel van die podia al volgeboekt in verband met alle uitgestelde concerten van vorig jaar. Ik heb nog wel een paar leuke dingen gedaan, waaronder Vrije Geluiden. Ik heb natuurlijk nu mijn debuutalbum uitgebracht en daar wil ik echt wat mee doen, zoals in het BIMHUIS spelen, samen met het trio en Teus en Bart.

Ik hoop dat als corona verdwenen is, ik meer op festivals kan gaan spelen. Twee jaar geleden speelden we nog in Bali in een jazzfestival met het trio. Daar hadden we zoveel mooie contacten en daarna kregen we nog een aanvraag voor een festival in Pisa en we hopen daar in de toekomst alsnog te kunnen spelen.


Ubud Village Jazz Festival, Bali, 2019 © Erik Verwey


Laten we even teruggaan naar je debuut album. Je hebt elf nummers op plaat gezet, maar er is ongetwijfeld nog meer materiaal uit Ierland. Wat ga je daar mee doen ?

Er liggen zeker nog stukken uit die periode van het ontstaan van "People Flow". Maar ik heb ook nog plannen om muziek op te nemen met vocalisten. Soms hoor ik een zangeres en dan word ik meteen verliefd op die stem, dan hoor ik meteen mijn eigen klanken en die passen in mijn hoofd prima bij die stem. Ik twijfel nog. Het wordt dat, of toch weer een nieuw trio-album. Daarnaast zou ik nog wel wat met iemand als Teus Nobel willen doen.

Als begeleider of in een gelijkwaardige rol ?

Dat laatste. Ik begeleid ook het theaterprogramma van de Franse zanger Philippe Elan, samen met de Nederlandse zangeres Thérèse Steinmetz. Ik speel nu sinds een jaar met hun en het zou leuk zijn om samen iets op te kunnen nemen. Frans is zo’n te gekke taal!

Wat doe je naast je leven als professioneel muzikant? Geef je les ?

Ik heb een tijd les gegeven. Ik heb naast mijn conservatorium ook rechten gestudeerd. Ik ben gespecialiseerd in muziekrecht en werk voor een advocatenkantoor en daar check ik o.a. contracten en adviseer ik musici. Dat doe ik parttime. Verder ben ik eigenaar van een bedrijf dat gespecialiseerd is in commercials en filmmuziek.

Over het lesgeven: daar was ik minder tevreden over. Ik doceerde kinderen die tegen hun zin in door hun ouders naar muziekles waren gestuurd. Als een kind geen zin heeft om piano te spelen, respecteer dat dan als ouder!

Ikzelf wilde voor mijn zevende verjaardag graag pianoles. Natuurlijk gooide ik er ook wel eens met de pet naar. Je leert als student nooit exponentieel. Soms is het jarenlang kwakkelen en blijf je heel lang steken bij een ingewikkelde passage totdat plotseling het kwartje valt en je ontwikkeling in een rechte lijn omhoog gaat. En dat heb je als professioneel muzikant ook. Ik zat in Ierland en heb een paar stukken geschreven waar ik niet 100 % tevreden over was. Twee maanden later hoorde ik het terug en was ik positief verrast en kon ik verder werken en zo ontstond dit album.

Interview © Robin Arends (22.09.2021)  -  foto’s © Feike Santbergen



In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet


our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst