Didier Laloy wordt gevoed door het podium…





© Didier Wagner




30 jaar op het podium, meer dan 30 geplande concerten, twee cd's, Didier Laloy's activiteitenkalender is al goed gevuld in 2023/2024. Een kans om te praten over deze dertig jaar en zijn toekomstige projecten.


30 jaar op het podium: dat moet iets heel belangrijks zijn voor Didier Laloy…

Didier Laloy : Dertig jaar is een lange tijd. Ja, ik voel me goed als ik dingen vertel op een podium, in een tuin... voor een publiek dan toch. Dertig jaar van ontmoetingen. Optreden en mensen ontmoeten is wat me gevoed heeft.

Je kijkt altijd naar het publiek, je draagt de muziek met je ogen…

Didier Laloy : Naar het publiek, maar ook naar andere muzikanten. Hoewel de accordeon een solitair instrument zou kunnen zijn, speel ik niet graag alleen, ik heb de blik van anderen nodig, en dat kan ook het publiek zijn. Voor mij draait dit werk allemaal om uitwisselen en delen, met de muzikanten en zeker met het publiek, en een van mijn grootste geneugten is om muzikaal in te spelen op de stilte en oplettendheid van het publiek.

Heb je nog herinneringen aan dat eerste concert dertig jaar geleden ?

Didier Laloy : Het eerste dat bij me opkomt is een project met Marc Malempré en Jack Thyssen op bas, Antoine Cirri op drums en ook met Fred Malempré. Dat waren mijn eerste stappen. Ik begon accordeon te spelen toen ik dertien was en Marc Malempré, de vader van Fred, was de eerste die me opmerkte: hij was een dansmeester.  Ik ging op cursus bij de Académie d'Eté in Neufchâteau en toen ik zestien was vroeg hij me om zijn danslessen te begeleiden, wat mijn eerste engagement was. Daarna volgde ik hem door heel Europa als muzikant en dansbegeleider. Dan was er nog de groep die hij oprichtte, Carte Blanche, mijn eerste professionele stap.

Vandaar waarschijnlijk dat je muziek zo dansbaar is ?

Didier Laloy : Het was Marc die me leerde het ritme te beheersen. Het is iets wat heel sterk in me zit. Ik voel me geen virtuoos, maar meer een ritmische pijler, en dat is te danken aan de dans. En natuurlijk is er de relatie met het lichaam. Ik begon met muziek toen ik acht jaar oud was met de piano, wat verplicht was in mijn familie: sport en muziek.

Tussen de piano en mij was er iets dat niet aan mij bleef kleven, er was een afstand. En toen ik de accordeon ging spelen, vond ik een relatie met het lichaam die me vrijheid gaf, want ik was een gestreste, angstige, onzekere jongere en het instrument stelde me in staat om me achter iets te verschuilen, om ermee te dansen... Ik dans nooit zonder accordeon... tot spijt van mijn vrouw ben ik helemaal geen danser! Maar op het podium kan ik rennen, dansen, walsen... met de accordeon. Het is een deel van mijn fysieke persoonlijkheid op het podium.


© France Paquay


Wat ook opvalt in je carrière is de overvloed aan projecten die je hebt ondernomen…

Didier Laloy : Het is iets dat me aantrekt. Ik zie het als een sneeuwbaleffect. Toen ik zestien was, huurde Marc Malempré me in voor een groep met Jacques Pirard, die me op zijn beurt weer inhuurde voor zijn project met een fluitist die mij op zijn beurt weer inhuurde. Muzikant zijn is als meegesleurd worden door een rollende sneeuwbal. Hoe meer projecten je hebt, hoe meer je in andere projecten wordt meegesleurd.

Sommige muzikanten trappen op de rem, maar ik ben gulzig, nieuwsgierig, verliefd op mensen en erg angstig, daarom moet ik bezig blijven en veel dingen doen. Het grote voordeel van deze gemoedstoestand is dat ik nog nooit een dip in mijn carrière heb gehad. Ik kom uit de wereldmuziek van de jaren '85 en '90, een muziekstijl die een hoge vlucht nam en een van de meest vertegenwoordigde was in Belgische zalen, dankzij 'Panta Rhei' en Steve Houben in het bijzonder, die ons engageerde. Daarna raakte deze stijl een beetje uit de mode, maar dankzij de diversiteit van mijn projecten in dans, variété en theater is er nooit een onderbreking in mijn podiumcarrière geweest.

Die angst verdwijnt blijkbaar eens je op het podium staat...

Didier Laloy : Het is meer een soort levensangst, die te maken heeft met verlatenheid, dood en eenzaamheid. Ik verloor mijn ouders toen ik heel jong was en de vragen over wie ik ben en wat ik hier doe zijn overal om me heen en ik ontsnap eraan door me in allerlei projecten te storten.

Wat is, of zijn, de grote herinnering(en) aan al die podiumavonturen ?

Didier Laloy : Een groot geschenk was de carte blanche op het "Festival d'Art de Huy". Het was een prachtig moment met een dertigtal muzikanten op het podium. Ik ben als autodidact in de muziek terechtgekomen, ook al heeft Marianne Uylebroeck me op sleeptouw genomen. Ik was een muzikant met bijna geen opleiding en ik zag deze carte blanche als een diploma-uitreiking door alle muzikanten om me heen die me die dag steunden. En het was na deze carte blanche dat mijn eerste persoonlijke projecten vorm begonnen te krijgen; daarvoor was ik begeleider. Urban Trad heeft ook veel goeds gedaan voor de wereldmuziek.


© Diane Cammaert


Door al deze projecten heb je op elk continent kunnen toeren en je bent zelfs in China geweest...

Didier Laloy : Inderdaad. We zijn overal geweest met mijn projecten, in Azië, Canada en Europa…

Welke namen hebben je carrière getekend ?

Didier Laloy : De grote pijlers van mijn carrière zijn Marianne Uylebroeck en mijn kennismaking met het instrument toen ik dertien was. Marc Malempré, ik was zestien. Twee jaar later vormden Steve Houben en Luc Pilartz 'Panta Rhei', en op hetzelfde moment ontmoette ik Marka.

Het zijn al deze ontmoetingen die me in staat hebben gesteld om van dit beroep te leven, en het grote verschil tussen 'Panta Rhei' en Marka zit in mij, want op het podium ben ik zowel een slimme verhalenverteller als een rock-'n-roller, die op en neer springt op het podium en mijn eigen ding doet. Ik denk dat ik deze twee persoonlijkheden heb dankzij alle mensen die ik in die tijd heb ontmoet.

Voor deze dertig jaar op het podium presenteer je twee nieuwe projecten in zeer verschillende vorm: een duo en een symfonie...

Didier Laloy : Ja, het duo is met contrabassist Adrien Tyberghien, die ik voor het eerst ontmoette op het IMEP in Namen, waar hij toen net als ik lesgaf. We namen deel aan een docentenconcert en ik was gefascineerd door zijn spel. Ons eerste gezamenlijke project was een trio met Quentin Dujardin voor 'Water and Fire'. Na dat trio beslisten we op een dag als duo verder te gaan, want in het trio was Adrien meer een begeleider; hier is hij een collega componist en arrangeur, hij brengt al zijn wild enthousiasme op tafel en je ervaart de onmetelijkheid van het kleurenpalet dat hij kan hebben. Hij begon als klassiek contrabassist, eerste contrabassist bij de Parijse Opera, en daarna stapte hij ineens over op rockpedalen. Op het album staat wat van mijn repertoire van 'Belem' en 'S-Tres' en wat nieuwe composities van Adrien en mijzelf.

En de andere creatie ?

Didier Laloy : Het is een prachtig geschenk van Poney Gross en Zig Zag World! Ik heb er altijd van gedroomd om de hand te schudden van een eerste violist en de klassieke wereld is altijd een droom van me geweest. Maar omdat ik geen muziek kan lezen, leek het altijd zo ver weg en onwaarschijnlijk dat ik op een dag met een groot orkest zou spelen. Toen vertelde Poney me dat we het gingen proberen. Poney, die manager is van een Cubaanse zanggroep, ontmoette het Havana Symphony Orchestra en we konden dit ongelooflijke project tot een goed einde brengen. Dit zijn re-orkestraties van een deel van mijn repertoire, geschreven door Jean-Luc Fafchamps en Gwenaël Grisi. Er zijn ook enkele ongepubliceerde werken van Cubaanse componisten die voor mijn instrument en groot orkest schreven. Het arrangement van 'Pesto y Tempesta' is fantastisch, het klinkt als iets uit een Tim Burton film. Deze muzikanten hebben een buitengewone ritmische cultuur. We speelden in Havana met het orkest, wat een unieke ervaring was.

Je hebt zojuist iets verbazingwekkends opgemerkt: je hebt nooit muziek leren lezen…

Didier Laloy : Nee, dat heb ik nooit gedaan. Ik was dyslectisch en verliet heel snel de muziekacademie. En bij toeval ontmoette ik Marianne Uylebroeck die op een buurtfeest in Brussel speelde en die mijn ouders uitlegde dat als je traditionele muziek wilde spelen, je geen muziektheorie hoefde te volgen. Zo kwam ik aan een accordeon, want het was orale muziek, en ik kan nog steeds geen muziek lezen. Mij werd verteld dat ik het zonder muziektheorie niet zou kunnen, en ik ben er nog steeds! Er zijn wel een paar frustrerende momenten geweest waarop ik studiowerk heb moeten afwijzen omdat ik de partituur niet kon lezen en niet kon opnemen voor een zangeres. Tegelijkertijd is het goede van niet kunnen lezen dat het mijn composities niet belemmert. Er zitten harmonische fouten in mijn composities, maar dat geeft ze mijn herkenbare stempel. Dus mensen roepen me niet de studio in om accordeon te spelen, ze roepen me om Didier Laloy te spelen.


© Didier Wagner


Het heeft deuren voor je gesloten, maar het heeft ook de deur geopend naar exploratie...

Didier Laloy : Ik ben nog steeds aan het ontdekken. Sommige mensen hebben me niet benaderd omdat ik niet aan bepaalde criteria voldeed, maar ik heb veel fantastische mensen ontmoet.

Zoals bijvoorbeeld… ?

Didier Laloy : Vanochtend nog was ik bij Pascal Chardome omdat ik volgende week een koor begeleid, daarna ben ik naar Perry Rose geweest en heb ik het afgesloten met het Ensemble Quartz, een blaaskwintet. Het is geweldig! Overmorgen repeteer ik met l’Orchestre de la Nethen, dus ik verander voortdurend van wereld.

Hoe denk je over het leven als artiest vandaag de dag, vergeleken met dertig jaar geleden ?

Didier Laloy : Ten eerste waren er dertig jaar geleden geen professionele muzikanten in de wereldmuziek. We hebben dit beroep gecreëerd zonder het te beseffen. Mensen kwamen samen om in bistro's te spelen, dat was het mooie van amateurisme. Dertig jaar later hou ik nog steeds van wat ik doe, maar vandaag de dag is het mijn werk. Met mijn accordeon ergens jammen is er helaas niet meer bij. Ik denk na over wat ik bijvoorbeeld een cultureel centrum zou kunnen bieden, wat het publiek zal aanspreken.

Er zit een rationele, doordachte kant aan, maar ik zou niet zo ver gaan dat ik met een beatbox ga spelen omdat een cultureel centrum me dat vraagt. Het menselijke element overheerst nog steeds, maar je moet het kunnen verkopen, we hadden dertig jaar geleden nog geen managers. Het ging er zorgelozer, amateuristischer aan toe en dat mis ik een beetje, maar je kunt tegenwoordig niet meer ontsnappen aan onze tijdsgeest. Als mensen zeggen dat ze de Franse markt gaan aanvallen, is dat vreselijk! Het is een beetje eng, maar het is nodig. Het hoort ook bij de persoonlijke opwinding om te denken: "Ik hoop dat het over drie weken bij Marni is uitverkocht!”

Tekst © Jean-Pierre Goffin (vrije vertaling: Jos Demol)  -  foto’s © Diane Cammaert / France Paquay / Didier Wagner
Een samenwerking JazzMania / Jazz’halo




Didier Laloy & Orquesta Del Lyceum De La Habana
« Symphonic »
Zig Zag World

lees de recensie HIER


Dyad : « Komorebi »
Zig Zag World

lees de recensie HIER


Didier Laloy Symphonic in concert :

3 oktober 2023 - Centre culturel de Dinant
14 oktober 2023 - Théâtre Marni Brussel

Dyad in concert :

20 oktober 2023 - Théâtre Molière Brussel
24 oktober 2023 - Centre culturel de Chênée

Volledige concertagenda HIER


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst