Cécile Broché: violiste, componiste




Interview voor de podcast “Wagon Jazz #41” (Jazz Station) met Cécile Broché, 07.11.2023 t.g.v. het verschijnen van het album « 3D@Paris ».



 




Welkom Cécile. Er zijn drie redenen waarom ik je uitnodigde voor dit gesprek: de tournee met Chris Joris, je nieuwe eigen plaat en dan nog een zeer speciaal project waarover wij het aan het einde even zullen hebben. Laat ons beginnen bij de tournee met Chris Joris. Je connectie met Chris dateert al van een aantal jaren terug. Je speelde o.m. op “Out Of The Night”, een album dat net heruitgegeven werd…

Inderdaad. De plaat kwam in 2002 uit en naar aanleiding daarvan hadden we een groot aantal optredens. Vervolgens nodigde ik Chris Joris uit voor een ander project, een trio waarmee ik ook veel toerde, met de Franse saxofonist Etienne Bouyer. En nu dus terug op zijn recent gereleasete cd.

Herinner je nog de opnames van “Out Of The Night”, die toch al dateren van 21 jaar geleden ?

Jazeker. Ik zie nog goed de studio voor me, het was een topteam. Enfin, het klikte heel goed in de band. Daarboven op had hij de strijkers van het Orchestre de Mons uitgenodigd wat een magnifieke klankkleur toevoegde. Het werd een zeer mooie plaat, echt waar.

Dat was een hele generatie. Heb je nog contact met de andere musici uit die generatie ?

Wij hebben veel gespeeld en ik had geregeld contact met de groep, onder meer met Chris Mentens. We hadden nadien nog een duo. En dan natuurlijk met Chris Joris zelf. We hebben veel samengewerkt. Fré Desmyter heb ik niet meer veel gezien nadien. Pierre Vaiana, ook niet, of toch minder. Maar blijkbaar is Chris van plan om terug iets op poten te zetten waardoor we elkaar terug zullen ontmoeten. Ik heb althans iets van die strekking gehoord. Het zou uiteraard met enorm veel plezier zijn om terug mee te werken want het waren allemaal super musici en er was een mooie onderlinge verstandhouding.

Hoe verloopt de huidige tournee ?

Een beetje “à la sauce Chris Joris” (lacht). Neen, ik vertelde in een artikel van lang geleden, ten tijde van de tournee met Chris en Etienne Bouyer, dat Chris zijn eigen verrassende kenmerken heeft. Hij komt constant verrassend uit de hoek. Dus met een gelijkaardig project, dat dan nog heel open is, dat veel ruimte laat voor improvisatie, komt hij met initiatieven voor de dag die van de planeet Mars lijken te komen, zaken die je absoluut niet verwacht. Hij is verbazingwekkend. Het is het bewijs dat hij een groot artiest is die capabel is om zich telkens te vernieuwen. Hij behoudt een zekere fraîcheur in zijn werk, met nieuwe ideeën. Hij blijft mij verbazen.

Het is ook een beetje jou wereld, de improvisatie, de vrijheid , … Vanwaar kwam die keuze indertijd ?

Ik weet echt niet of ik eigenlijk wel de keuze had. Het klopt dat het improviseren gelijktijdig startte met mijn studies aan het conservatorium in Liège. Ik zat in de klas van Garrett, de befaamde klas van Garrett List. Ik werd dus, het is dus al lang geleden, in essentie een kind van List.

Musiceren bestaat niet alleen uit zaken die men meekrijgt bij de studies, maar het komt ook uit je binnenste. Je moet het lef hebben om met je eigen verhaal naar buiten te komen. Dat wordt de eigenlijke, de evidente drijfveer.


Je bent een artieste die internationaal is doorgebroken. Je hebt contacten over heel de wereld. Is dit gemakkelijker in de improvisatiescene of is het omdat je er zelf hard aan gewerkt hebt. Hoe komt het ?

Is het gemakkelijker ? Neen, ik denk niet dat het te maken heeft met de improvisatie. Het is een feit dat ik enorm veel in New York heb gewerkt. Mijn eerste contacten dateren van de eerste keer dat ik er verbleef, zo’n 25 jaar geleden. En dan is het gemakkelijk. Eens je uitgenodigd wordt voor sessies ontmoet je andere musici en wordt je al vlug gevraagd. Het is een beetje een sneeuwbaleffect. Er is echter niet alleen New York. Maar het kan wellicht toch gelinkt zijn aan de improvisatiescene. Het is een heel open wereld waarin de mensen graag nieuwe muzikale ideeën uitwisselen.

Daar is je nieuwe cd, waarover we het straks zullen hebben, een mooi bewijs van. Maar eerst nog even over de tournee met Chris Joris. Er staan nog twee concerten op de agenda, als ik me niet vergis…

Inderdaad. Op 17/11 in het Concertgebouw Brugge. Ik verheug mij in deze prachtige zaal te kunnen optreden. De afsluiter is op 23/11 in NONA Mechelen.

Ja, in het kader van BRAND festival. Maar nu naar je nieuwe cd, "3D@Paris”. Je hebt de 3D, drie musici, en Yesterday, Today and Tomorrow, een eeuwig durend trio …

Jawel, goed opgemerkt. Het is een project rond de ‘tijd’. Eigenlijk begon ik eraan te denken toen ik in Parijs woonde. Ik verbleef er twee jaar en ontmoette er uiteraard veel musici. Ik verzamelde er ook geluidsfragmenten. Ik woonde intra muros en telkens ik buitenkwam werd ik omringd door historische gebouwen, door geschiedenis. Op de ene straathoek kon ik Voltaire ontmoeten, en op andere plaatsen nog andere historische personages. De geschiedenis was er dus alomtegenwoordig. Dat was een beetje het startpunt, de rode draad van het project. Ik verzamelde heel veel geluidsfragmenten op diverse locaties. En ja, er is een frase die op het einde terugkomt: “Afin, y a-t-il un futur pour le passé”, een manier om zich dit af te vragen.

Parijs wordt de lichtstad genoemd, de stad van de ‘poêtes maudits’… Is Parijs voor jou meer een historische stad, of zijn er ook nog andere zaken ?

Wel, het is in feite wel hetgeen mij het meest frappeerde. Een van mijn vroegere projecten, "Violin@NewYork", had iets gelijkaardig. De rode draad toen was “de stilte”. In Parijs werd ik omringt door geschiedenis. Ik woonde in het 4de Arrondissement, tegenover de Seine, tegenover het Île Saint-Louis, tegenover de Notre Dame, een waar historisch decor dat ik zeer aangenaam vond en dat mij enorm frappeerde. Als gevolg daarvan is de plaat ook een knipoog naar de historische figuren die me markeerden als musicienne. Er is een knipoog naar Jean-Baptiste Lully, naar Claude Debussy, ook naar Olivier Messiaen, Guillaume Apollinaire, kortom deze personages flaneren doorheen het project.

En toch gebeurden de opnames niet in Parijs, maar in New York…

Het is een lang verhaal. Ik verzamelde dus geluidsfragmenten in Parijs. Ik heb die klankbanden bewerkt in het Centre Henri Pousseur in Liège. Dit nam veel tijd in beslag, want ik had concertversies die over 8 luidsprekers werden beluisterd. Acht, naar het publiek gerichte luidsprekers, met geluid uit acht onafhankelijke geluidsbronnen die alle richtingen uitgingen. De muziek die live vertolkt werd met deze klankbanden werd zo een uniek geluidsverhaal waarmee wij in dialoog gingen. De eerste versies werden gemaakt met Franse musici die ik ontmoette in de École Didier Lockwood (Dammarie-les-Lys, Frankrijk – nvdr).

We speelden in België, in Mazy. Dit is al heel lang geleden. Van het ene kwam het andere. Ik ging dikwijls naar New York en het project kreeg vorm met Russ Lossing, een goede vriend, en met Satoshi Takeishi met wie ik ook al had samengewerkt. Waarom of hoe dit alles gebeurde weet ik eigenlijk niet meer zo goed, maar ik ben er zeer gelukkig mee want beiden zijn buitengewoon.


Het kwam dus tot stand met Russ Lossing die piano, Fender en Hammond speelt, en samenwerkte met o.a. Mark Helias, Ralph Alessi, Paul Motian, e.v.a., en met Satoshi Takeishi op drums en percussie, en speelde bij o.a. Anthony Braxton, Erik Friedlander, Dave Liebman, … Dus twee markante figuren…

Het was echt magisch. Ik stuurde hen de klankbanden en partituren, met wat uitleg erbij, als ik nog in België was. Toen ik terugkeerde naar New York hebben we twee keer gerepeteerd. We zijn samen de studio ingegaan en ik denk echt dat ze mijn gedachten konden lezen. Want alles ging heel gemakkelijk. Hun taal was zeer open en er was een duidelijke structuur waaraan ik mij hield binnen het project. Ik geloof dat ze dat heel snel begrepen en beide spreken een muzikale taal waarin ik mij goed kan vinden. Russ bijvoorbeeld, met wie ik al jaren samenspeel, staat erg ver in de studie van de klassieke piano. Als je met hem bv. over Messiaen praat dan weet hij direct waarover het gaat. Hij beheerst een zeer brede vocabulaire. Hetzelfde geldt voor Satoshi. Naast het drumstel gebruikt hij ook een uitgebreide set van percussie-instrumenten, waaronder ook een aantal traditionele Japanse instrumenten. Het was gemakkelijk en gelukzalig. We namen alles samen op in de studio. We zaten samen in dezelfde ruimte.

Was er nadien nog veel ‘knutselwerk’ ?

Neen. Soms namen we twee takes van eenzelfde stuk. Alles kwam quasi direct tot stand.

Ik denk dat we de cd als een soort film, een verhaal, een reis kunnen bestempelen. Een dag in Parijs eigenlijk, want aan het begin heb je ‘Sunrise’ en op het einde ‘Sunset’…

Klopt. Het is de weergave van een wandeling waarbij je de stad doorkruist. ‘Sunrise’ bij de aankomst in Gare du Nord. Men bevindt zich in de sfeer van het Gare du Nord. Maar eerst is er nog een opening “à la française” met Lully. Dan komen we aan in Gare du Nord en zijn heel vriendelijk want we groeten elkaar.

Ik wil je eerst nog iets vragen over het nummer ‘Lully’s dream, Lully’s nightmare’. Is dit een beetje het positieve dat negatief wordt ?  Of het goede dat in het kwade verandert ?

Het is ook een beetje de ontkenning van de titel, “3D”, want ik ben vertrokken bij het nummer “2”. New York is een triptiek. Hier is het een diptiek. Er is feitelijk de aankomst, het vertrek, en je hebt het middenstuk dat een interludium is…

Maar kan je de vraag nog eens herhalen…

Is dit een beetje het positieve dat negatief wordt ?  Of het goede dat in het kwade verandert ?

Het was het idee om de twee facetten te hebben, het cijfer “2” dus, dag en nacht, … Ik had ook andersom kunnen beginnen. Maar ik vond het makkelijker om de hand van de luisteraar te nemen en te beginnen bij de “Dream”.


Dit klinkt allemaal nogal filosofisch. Lees je veel ?

Heel zeker. Ik ben “une livrogne”.

Wie zijn je favoriete auteurs ?

Dat hangt sterk af van de periode. Er is uiteraard hier een tekst van Apollinaire. Er was een periode dat ik veel van hem las. Ik hou er erg van. Ik hou ook erg veel van visuele poëzie. Ik wil daar in een volgend leven, als ik de tijd heb, wel iets mee doen. Er was een periode dat ik veel Italiaanse auteurs las: Erri De Luca, … Het is moeilijk om ze op te sommen, want het gaat in golven.

Momenteel werk ik aan de opbouw van een nieuw project dat te maken heeft met de aardbeving in Turkije. Opeens interesseer ik me dus voor de Turkse literatuur die ik helemaal niet kende. Momenteel ben ik daar in gedoken.

Bij ‘Arrival, Gare du Nord’ horen we al allerhande geluiden. Je vermelde al dat je field recordings maakte. Hoe ging je te werk ? Wandelde je rond met een dictafoon ?

Ik wandelde rond met een opnametoestel en een micro. Maar dit is niet de eerste keer, ik doe dit al jaren. Er zijn er die ik op platen gebruikte, en er zijn er die ik bij optredens liet horen. Je kunt ze waarnemen op o.a. "Violin@NewYork", en er is ook nog een project over de Provence. Dit werd door een festival besteld. Er was een klankband met field recordings, een contrabassist,… en de dag van het concert vergat de geluidstechnicus de ‘REC’-knop in te drukken… (lacht)

Het concert was voorbij en ik had al andere projecten en het had dus geen plaat opgeleverd. Maar het is gemakkelijk werken: een opnametoestel en micro. Met de jaren is mijn werkwijze geperfectioneerder geworden.

En dan begint de dag met ‘Bonjour, bonjour’, een leuk spelletje in stereo dat mij doet denken aan Jacques Tati…

(lacht) Goed opgemerkt.


En dan is er uiteraard een typisch Frans ochtendritueel: croissant, café, French bakery, …

Het doet me eraan denken dat ik in mijn Parijse periode een aantal kilootjes was bijgekomen, net omdat een van mijn dichtste buren een heerlijke bakkerij was. Ik woonde in het Cité des Arts, 4de arrondissement. En inderdaad aan de croissants en de baguette au beurre kon ik moeilijk weerstaan.

Is dat nog altijd je ochtendritueel ?

Neen, neen, nu is er een Belgisch ritueel dat totaal anders is.

Telkens is er een korte stop. Je vermeld de naam van een treinstation, of de metro, en o.a. ‘D’s Market, Barbès’. Barbès is een zeer kleurrijke buurt. De muziek is een beetje kubistisch, avant-garde, een mix die de buurt mooi omschrijft…

Inderdaad. De “D” is een kleine knipoog naar Debussy, al is die wel wat verborgen in de muziek.

En dan, heel onverwacht, is er ‘Prélude à l’après-midi, République’… een swingend nummer met Hammond, dat zelfs naar de PROG overhelt. Is dit het interludium waarover je het had ?

Neen, helemaal niet. In feite verschillen de sequenties nogal van elkaar. In de namiddag is er een sequentie waarvan de klanken verwijzen naar Bartók. Bij Messiaen gaat het dan meer om toonladders en ritmes. Maar telkens zijn de sequenties geïnspireerd door opgenomen klanken. Ik verklaar mij nader… voor de ‘Prélude…’ moet ik bekennen dat er een kleine fout gebeurde op het moment dat we het afgewerkte eindproduct opstuurden naar de perserij. Er ontbreekt een heel klein stukje, een betoging bij République. Het duurde niet lang, maar wat volgt is geïnspireerd door hetgeen door die menigte gescandeerd werd. Jammer genoeg gebeurde dit en wist alleen ik het, maar nu zal iedereen het weten. (lacht) Maar de link is er.

Voor andere sequenties, sorry dat ik meteen vooruit loop, zoals ‘M’s time, ode à M.’ die direct verwijst naar de verzamelde klanken voor het project: een toonladder die vertrekt van wat ik in het station opnam, het geluid van de zich op gang trekkende locomotieven. De muziek is dus constant een reflectie van wat op de banden weerklinkt. Voor de sequenties in de metro nam ik de opengaande en sluitende deuren op, ook het deursignaal (biep), en ik verwerkte de biep tot akkoorden die dienen als motor voor het uitschrijven van de sequentie. Er is dus altijd een link tussen hetgeen ik schrijf en wat er op de geluidsband gebeurt.


Een enorme taak zo te horen. Er is dan ook ‘Nouvel An Chinois, Bastille’…

Ja, dat was heel grappig. Ik was in de buurt van de Bastille en er was een stoet t.g.v. het Chinees nieuwjaar. Ik had mijn micro’s bij, vandaar deze sequentie. Het is ook een verwijzing naar het feit dat elke buurt beetje bij beetje ‘opgegeten’ wordt door de Chinese handelaars. Straat na straat zie je dat Chinese textielhandelaars die mooie historische winkelpanden (o.m. bakkerijen, kleine Franse middenstanders,…) opkopen en er hun (groot)handel in onderbrengen.

Dat zie je in alle grote steden. In Brussel, o.a. in de buurt van het Zuidstation, gebeurt net hetzelfde… Bon, maar we gaan hier niet de volledige cd uitklaren, want de mensen moeten de cd kopen… Maar bij het vertrekpunt heerst er toch een zekere ‘tristesse’ in de muziek van ‘Departure, Gare de Lyon’…

Inderdaad, er zijn bepaalde sequenties die een beetje nostalgisch zijn. Misschien is dit een manier om de geschiedenis te bekijken. Desalniettemin ben ik een zeer grote optimist. Maar je mag een beetje nostalgie hebben bij het bekijken van het verleden. Ik denk dat iedereen dat heeft. En daarbovenop heb ik er enorm van genoten om in Parijs te wonen. Wellicht is het dat traantje dat ik plengde bij het verlaten van deze stad.

Juist daarna komt ‘Back to the Future’…

Oui, voilà…

En er wordt uiteraard afgesloten met ‘Sunset’. Een heel mooie reis eigenlijk die verscheen op een Brits label…

Klopt, bij Discus Music, het is een eerste keer dat ik met hen samenwerk en ik ben heel tevreden. Ik praatte over dit project met Guy Segers met wie ik samenspeelde. De muziek bleef op mijn computer staan omdat ik geen label vond. Ik klopte nochtans bij diverse labels aan. Tenslotte zond ik het project naar Guy zodat hij het kon beluisteren. Hij drong erop aan om het naar Discus te sturen en ze waren er inderdaad laaiend enthousiast over.

Zijn er concerten voorzien met dit project ?

Jammer genoeg niet, want het is een beetje ingewikkeld om te organiseren. De twee andere musici wonen in New York. We speelden er live - de opnames gebeurden voor Covid – met de geluidsfragmenten. Het project was ook live in België te horen, maar dan met Franse musici. En daarnaast voerde ik twee of drie maal een soloversie uit, o.a. in Parijs, Cité des Arts. Dit is natuurlijk heel verschillend. Maar nu sta ik voor een dilemma. Ik werk nu aan een nieuw project en het zou me teveel tijd kosten om er concerten met “3D@Paris” bij te nemen. Dat is duidelijk en ik ben echt gemotiveerd om verder te evolueren met het nieuwe project. Mag ik er iets over vertellen ?


Graag…

Vorige zomer ging ik als vrijwilliger naar het aardbevingsgebied in Turkije. Kortom, het was een verschrikkelijke ervaring, maar toch een fantastische ervaring. De mensen daar vroegen mij om te fotograferen, te filmen, te getuigen en hen niet te vergeten. En ik kwam dus terug met dit “Ne nous oubliez pas”, wat meteen de titel wordt van dit nieuwe project.

Te volgen op je website of op een andere manier ?

Ja, waarschijnlijk wel. Maar zoals je wel kan denken neemt een project met een dergelijke reikwijdte enorm veel tijd in beslag. Ik zou het zeer graag een eerste keer laten horen t.g.v. de eerste verjaardag in februari 2024, alhoewel die niet zo leuk is. Maar ik neem de tijd en wil me niet overhaasten.

Laat ons nog een beetje praten over het speciaal project van Guy Segers. Hij heeft met zijn Eclectic Maybe Band een vierde album uitgebracht. Kan je er wat meer over vertellen, want het is een zeer speciaal project…

Guy contacteerde mij tijdens Covid. Zoals je weet bleef iedereen thuis, ‘opgesloten’. Plots was er enorm veel tijd om zaken te doen waar je anders nooit de tijd voor had. Hij contacteerde me toen met de vraag om een aantal vioollijnen op te nemen en deze naar hem door te sturen. Dat deed ik, en vanaf dan was er een samenwerking. Na de Covid zijn we de studio ingegaan waar we andere sequenties opnamen voor een nieuw album. En eigenlijk is dit een beetje zijn werkwijze met musici van over de hele wereld. Hij vraagt hen geluidsopnames door te sturen en hij begint dan te werken aan de productie, een grote karwei: eerst het uitschrijven en dan alles monteren tot een plaat.

Het zijn zeer mooie, interessante platen, waarop we uiteenlopende muziekgenres terugvinden. Het is ook een beetje een ‘melting pot’. Er zijn composities van Guy zelf, ook improvisaties opgenomen in de studio, en er spelen internationale gasten op zoals de Britse vocaliste Julie Tippetts, ook Dani Klein die je in dergelijke context niet zou verwachten. Beluisterde je de cd al in zijn geheel ?

Zeker…

Soms sturen de musici hun bijdrage op en nadien als de plaat verschenen is kennen ze het uiteindelijke resultaat niet…

Ja, door wat we in de studio opnamen kenden we natuurlijk in grote lijnen hoe het zou klinken en ook toen ze ons de ruwe maquettes stuurden kregen we al een goed idee van de structuur van de stukken, enz.... Maar natuurlijk dat we bij ontvangst van het eindproduct nieuwsgierig waren. Temeer met al die persoonlijkheden… jazeker, ik heb alles goed beluisterd. Het was een mooie surprise. Ik hou enorm van deze plaat.

Zo, dan hebben we alles gehad: de tournee met Chris Joris die eerstdaags eindigt, je nieuwe cd die we iedereen aanraden te kopen, en je bijdrage aan de cd van Guy Segers.. Hartelijke dank voor dit gesprek, Cécile.

Zeer bedankt om mij uit te nodigen.

Interview © Georges Tonla Briquet  -  Jazz Lines, 2023 (vrije vertaling: Jos Demol)  -  foto’s © Roger Vantilt


Luister hier naar de podcast (F)

Deze podcast werd gerealiseerd met de steun van Sabam for Culture



   

Klik op de cover om de cd via Bandcamp aan te schaffen

lees hier de recensie van '3D@Paris'

 

 

 


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst