Aksak Maboul - Van cult naar hip

Zoek Archie Shepp, Arthur Rimbaud, Fellini, Olivier Messiaen en de anderen



 
Aksak Maboul © Marjolein Hoornaert



Met hun twee eerste platen, ‘Onze Danses Pour Combattre La Migraine’ (1977) en ‘Un Peu De L’Âme Des Bandits’ (1980), verwierf de Brusselse groep Aksak Maboul een heuse cultstatus. Daarna hoorden we niets meer, tot in 2014 ‘Ex-Futur Album’ verscheen. Eigenlijk was dit slechts een schijncomeback. Het ging om oud materiaal dat eindelijk afgewerkt geraakte en dan toch een officiële release kreeg. ‘Figures’ is de echte terugkeer. Het werd zelfs een dubbel-cd (of dubbel-lp). Marc Hollander (tevens labelbaas van Crammed Discs) en chanteuse en tekstleverancier Véronique Vincent zien het opnieuw helemaal zitten.


Vier decennia wachten om nieuwe nummers uit te brengen, de artistieke drang was duidelijk niet te heftig.

Marc Hollander: We zijn nooit abrupt gestopt. Het was eerder een zacht uitdeinen door het niet afwerken van beschikbaar materiaal. Dat ik meer en meer tijd besteedde aan mijn label Crammed Discs speelde eveneens mee. Véronique was op haar beurt actief met een aantal andere projecten. Tot we in 2014 de puntjes op de i zetten, aan de slag gingen met de nog voorradige composities en die bizarre mix van pop en diverse invloeden dan toch op de mensheid loslieten. Het uiterst positief onthaal leidde tot de oprichting van een begeleidingsgroep gevolgd door al even enthousiaste reacties op de concerten.

Véronique Vincent: Dit was helemaal niet voorzien maar stilaan vielen heel wat puzzelstukjes opnieuw in elkaar. Voor we het wisten, was de wagen weer aan het rollen.

Marc Hollander: Ideeën die gedurende meer dan dertig jaar lagen te pruttelen, kregen plots vorm. En voilà, hier zitten we dan.


Na veertig jaar blijft Brussel nog steeds jullie gedroomde uitvalsbasis.

Marc Hollander: De hoofdstad trok toen veel internationale artiesten aan, mede door labels als Les Disques Du Crépuscule en Crammed Discs. De centrale ligging en de lage huurprijzen waren sterke troeven. Die laatste factor speelt nog mee trouwens wanneer je vergelijkt met andere grootsteden in de naburige landen. Een verschil met vroeger is dat er nu veel meer clubs en zaaltjes zijn.

Véronique Vincent: Ik heb zelfs de indruk dat er tegenwoordig in Brussel meer gebeurt dan in Parijs, door het kosmopolitische karakter. Veel Fransen zakken af naar hier. De groepsleden van Aquaserge die nu op onze plaat spelen, horen daar ook bij.



© Philippe Levy



De oude en de jonge generatie samen


Dat zijn meteen ook muzikanten van een jongere generatie net zoals de andere nieuwe leden. Een berekende zet om jullie muziek verfrissende zuurstof in te pompen?

Véronique Vincent: Toch niet, dat is heel organisch gekomen.

Marc Hollander: We gingen sowieso niet onze vroegere kompanen optrommelen. Aksak Maboul kende steeds een fluctuerende samenstelling. ‘Figures’ is hoofdzakelijk het werk van Véronique en mezelf. Onze dochter Faustine vervoegde de rangen en vervulde zowat de rol van co-producer in de zin van een buitenstaander die andere inzichten aanbrengt. De talrijke gastmuzikanten nodigden we vooral uit om het geheel wat extra “body” te geven.


Onder hen vinden we twee oude bekenden, Fred Frith en Steven Brown.

Marc Hollander: Fred Frith was er inderdaad bij op ons tweede album en ik leverde bijdragen aan zijn plaat ‘Gravity’. We wisten dat hij tijdens het opnameproces in Brussel zou zijn in het kader van een componeeropdracht die hij gekregen had van Ars Musica voor het ensemble Musiques Nouvelles. Alles was dan ook snel geregeld.

Véronique Vincent: Ik had op mijn beurt een tekst geschreven voor een dialoog tussen een man en een vrouw en Steven Brown was meteen diegene aan wie ik dacht voor die rol. We kennen elkaar al jaren en aangezien hij diezelfde periode van de opname toevallig in Europa vertoefde, kwam ook zijn bijdrage vlug in orde.



© Crammed Discs



De jazzconnectie


Van bij het debuut met Aksak Maboul hadden jullie al contacten met jazzmuzikanten zoals Paolo Radoni en Chris Joris. Op ‘Figures’ horen we onder meer Jordi Grognard en Lucien Fraipont die op hun beurt al eens vertoeven in jazzmiddens. Hoe staan jullie tegenover de hele new wave van jazz in België?

Marc Hollander: Eerlijk gezegd volg ik dat niet zo op. Toen ik twintig was, deed ik ooit een poging om jazz te spelen maar ik had al snel door dat wat ik in gedachten had, ik niet kon concretiseren aan de hand van dat idioom. Wel hield ik er heel wat inspiratie aan over, net zoals trouwens uit andere muzikale stijlen. Ik heb mij nooit willen beperken tot een bepaald genre. Dat is mijn ding niet. ‘Figures’ bevat dus wel degelijk jazzelementen maar die zitten goed verborgen tussen al de rest.


Er verschijnt ook een 45-toeren plaatje met vier tracks. Als dat geen retro is?

Marc Hollander: De bedoeling hierachter was iets speciaals uit te brengen voor Record Store Day op 18 april 2020, een maand voor de officiële release van het album. Onze twee Brusselse concerten in Les Ateliers Claus waren rond die datum gepland. Dat kwam dus heel mooi uit. En toen klopte Covid-19 aan de deur. Op de single staan andere versies dan deze te horen op de cd, het blijft dus de moeite waard om die aan te schaffen.


Is het niet wat provocatief om als A-kant van de single een titel als ‘Tout A Une Fin’ te kiezen?

Marc Hollander: Voor alle duidelijkheid, dat was er allemaal reeds voor de hele crisis losbarstte. Het is bovendien niet negatief bedoeld.

Véronique Vincent: Wie aandachtig tot op het einde luistert, hoort dat er ook hoop in zit (glimlacht). Je ziet dat trouwens eveneens in de clip.



© Marjolein Hoornaert



Fantasmen en verborgen verleiders


Over de teksten gesproken, de manier waarop tientallen ideeën samengebracht werden, doet denken aan de cut-up stijl van William S. Burroughs.

Véronique Vincent: Bedankt voor het compliment maar zo ben ik niet te werk gegaan, al lijkt het daar misschien wat op. Het is meer een eigen constructie en manier van schrijven. Achter elk beeld zit een heel verhaal dat eraan voorafgaat. Dat geldt eveneens voor mijn tekeningen die stuk voor stuk verband houden met een woord of zinsnede.


Onder de talrijke referenties vinden we Fellini zijn ‘Otto e Mezzo’ terug in de titeltrack.

Véronique Vincent: Dat is een suggestie van Marc naar aanleiding van de muziek die hij reeds klaar had.

Marc Hollander: Mijn fantasme hier was een droomsequentie zoals in een film van Fellini of een wat surreëel tafereel in een halflege nachtclub. De plaat zit op elk gebied boordevol kleine verwijzingen. Als doorwinterde muziekfan en labelbaas had ik genoeg achtergrond om uit te putten. Je kan een heuse schattenjacht uitstippelen. Idem voor Véronique en literatuur.


Als we het nog even over literatuur hebben, lijkt ‘Microfictions’ van de Franse auteur Régis Jauffret niet zo ver weg.

Véronique Vincent: We ontmoetten hem al een aantal keer via vrienden. Een uiterst interessant personage. Persoonlijk zou ik echter andere auteurs vooropstellen zoals Louis Aragon, André Breton en Georges Perec. Charles Baudelaire zit er natuurlijk ook bij, net als Arthur Rimbaud en Stéphane Mallarmé. De klassiekers, quoi! De titels van de korte interludiums zijn dan weer van Marc die er expliciete of soms minder evidente hints inlaste.


Zoals ‘Ins Bleistiftgebiet’ van Robert Walser, vertaald als ‘Le Territoire du Crayon’.

Marc Hollander: Ik heb mij een kleine dichterlijke vrijheid veroorloofd door “aus dem” te vervangen door “ins”. Waarom niet? Klein weetje dat ik hieraan kan toevoegen is dat de man geïnterneerd was in een psychiatrische instelling niet ver van de studio waar we indertijd de opnamen maakten voor de tweede plaat van Aksak Maboul. Hij is daar in de streek zelfs gestorven tijdens een winterse wandeling.


Verwijs je met ‘Excerpt From Uccellini’ naar de gelijknamige Italiaanse barokcomponist Marco Uccellini?

Marc Hollander: Eerlijk gezegd ken ik hem niet. Het betroffen aanvankelijk korte improvisatiestukjes achter de piano die klonken als een zwerm kleine vogeltjes, in het Italiaans “uccelli”. En zo meteen een knipoog naar Olivier Messiaen zijn ‘Catalogue D’Oiseaux’ en naar een film van Paolo Pasolini, ‘Uccellaci E Uccellini’.


‘Figures’ bevat tevens een enorme hoeveelheid muzikale riedels. Zo horen we in de intro enkele Philip Glass-motieven die terug opduiken in het afsluitingsnummer. Op die manier is de cirkel mooi rond.

Marc Hollander: Dat was ook de bedoeling. Ik heb mij wat geamuseerd tijdens de montage. Je kan het gerust een muzikale versie van twee boekensteunen noemen. Die stukjes die overal tussen geplakt zijn, vervullen zowat eenzelfde rol. Ze staan bovendien synoniem voor de verschillende technieken die ik aanwendde. Nu eens was dat de klassieke componeermethode, dan weer ging ik experimenteren en improviseren en lichtte daar vervolgens een passage uit. Een deel berust tevens op toevalligheden. Ik heb wel heel overwogen akoestisch en elektronisch door elkaar gebruikt, tot zelfs in de ritmestructuren.


‘True, False, Fictive’ illustreert dat duidelijk.

Marc Hollander: De titel is alleszins bewust gekozen. Die is ontleend aan het boek ‘Threads and Traces: True False Fictive’ van Carlo Ginzburg. Ik vond het passend door de vele lagen met daarin onder meer stemmen afkomstig van een gsm en nog andere geluiden van persoonlijke homevideo’s. Het eindresultaat lijkt opgenomen in een café maar de vraag is of al die mensen tegelijk praten of zijn het verschillende gesprekken op diverse plekken? Vandaar de titel. Sommige van de stemmen dateren van vijfentwintig jaar geleden waarvan enkele van overledenen zoals deze van cellist Tom Cora, een vriend van ons.

Ik was aanvankelijk begonnen met op internet bizarre veldopnamen bij elkaar te zoeken maar ben uiteindelijk in mijn eigen archieven gedoken. Een aantal bijdragen komen van Audrey Ginestet die enkele backing vocals deed maar vooral een hele collectie geluids- en fieldopnamen heeft door haar gerelateerde activiteiten voor film en documentaires.



© Philippe Levy



Wordt vervolgd


‘Figures’ is als een grot van Ali Baba. Na elke beluistering blijft er steeds nog wat te ontdekken.

Marc Hollander: We durven te zeggen dat we zeer tevreden zijn met het resultaat. Bovenal ook gewoon met het feit dat die plaat er is. Had men ons tien jaar geleden verteld dat we in 2020 een dubbelalbum gingen uitbrengen, zou dat heel ongeloofwaardig overgekomen zijn. Gedurende de voorbije periode hebben we een en ander bijgeleerd, zeker wat moderne opnametechnieken betreft. Dat bood plots perspectieven om onder meer collages te maken. En wat die talrijke referenties betreft, wil ik hier graag aan toevoegen dat deze niet intellectueel of cerebraal bedoeld zijn. Het zijn vooral ludieke knipogen waar ik zelf heel veel plezier aan beleefde door ze er tussen te plakken. Wie goed luistert, hoort zelfs letterlijke citaten waaronder eentje van Archie Shepp.


Komt er een vervolg?

Marc Hollander: Door het verplicht thuis blijven, heb ik plots heel wat vrije tijd en werk ik momenteel inderdaad aan materiaal maar van een totaal ander genre. Er is zelfs al een basis voor een volgend album maar verder wil ik daarover nog niets kwijt. Het is nu in de eerste plaats hopen dat we ‘Figures’ op de juiste manier kunnen voorstellen. Er was een tournee van een dertigtal concerten gepland in onder meer Japan, Duitsland en Frankrijk maar dat viel allemaal weg. Zoals Véronique daarnet zei, verbaast dat succes ons nog steeds. Onze mythische bekendheid groeide plots uit tot interesse op grote schaal en dat hoofdzakelijk dankzij een nieuw publiek dat duidelijk openstaat voor vermenging van stijlen. A suivre dus.

© Georges Tonla Briquet



© Philippe Levy


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst