Donny McCaslin – Lullaby for the Lost

D
Edition
Een wat misleidende cd-titel want tenorsaxofonist Donny McCaslin overvalt de luisteraar met muziek getekend door een urgente ondertoon. In gezelschap van acht (gast)muzikanten doorbreekt hij daarbij diverse (geluids)barrières.
Of “urban exploration” McCaslin zijn nieuwe passie is, weten we niet maar hoesfoto en de openingstitel ‘Wasteland’ verwijzen daar alleszins naar. Een ronddolende sax en wat percussiegeluiden illustreren dit gegeven extra. Langzaam duiken hardere en ruwere klanken op. De apocalyps is ingezet voor de volgende vijftig minuten. Alsof ook Xiu Xiu en Einstürzende Neubauten om de hoek gaan verschijnen.
De horror wordt aanvankelijk slechts schoorvoetend uitvergroot in het begin van ‘Solace’. Echte vertroosting wordt niet geboden. Het blijft een gevecht tegen een onbekende overmacht en ook de persoonlijke demonen van McCaslin. Onverwacht rustpunt komt er dan toch met ‘Stately’ waarin saxofoon en gitaar als het ware lijken rond te dwarrelen in het luchtledige.
Tot alles en iedereen weer crasht op de tonen van ‘Blond Crush’. Adrenalinevoer à gogo. Ook in het gekartelde en chaotische ‘Lullaby fort he Lost’ zoeken ze angstig verder naar een noodoplossing. ‘Celestial’ is dan opnieuw eerder een zijstap richting fusion van begin jaren tachtig. ‘Tokyo Game Show’ ligt lichtjes in het verlengde hiervan maar is vooral gebaseerd op een funky basis en klinkt als de soundtrack voor een computerspel. In het op een repetitieve beat gestructureerde ‘KID’ zit Mark Guiliana achter het drumstel. Tenslotte is er nog de spacy afsluiter ‘Mercy’ die als een uitdovende komeet in de duisternis verdwijnt.
McCaslin schreef het repertoire. Voor twee nummers werkte hij samen met Tim Lefebvre (‘Kid’, ‘Celestial’). Voor dat laatste haalden ze er tevens Jason Lindner bij. De groepsbezetting wisselt telkens lichtjes maar het hechte groepsgeluid blijft gelijkwaardig. Dat Tim Lefebvre tevens de rol van producer op zich nam, heeft daar ongetwijfeld een en ander mee te maken. De mixing was in handen van niemand minder dan Dave Fridmann die ook al achter de knoppen zat bij onder meer The Flaming Lips en MGMT.
En ja, Donny McCaslin is de saxofonist die met zijn groep Bowie’s ‘Black Star’ “body” gaf. Op zijn vorige cd ‘I Want More’ was dat nog zeer duidelijk te horen. Voor ‘Lullaby for the Lost’ refereert McCaslin zelf naar inspiratiebronnen als Nine Inch Nails en Rage Against The Machine. De electro-invloeden die overheersten op ‘I Want More’ werden naar de achtergrond verdreven en maken plaats voor stevige gitaarrock. Denk ook aan Bowie’s Tin Machine. U bent gewaarschuwd.
© Georges Tonla Briquet
Musici:
Donny McCaslin: tenorsaxofoon
Jason Lindner: synthesizers, piano
Ben Monder: gitaar
Tim Lefebvre: bas, gitaar
Zach Danziger: drums
Jonathan Maron: bas
Nate Wood: drums
Ryan Dhale: gitaar
Mark Guiliana: drums