Mon Devoghelaere (1943-1995)

Vlijmscherpe observaties van jazz in de sixties


Edmond Laurent ‘Mon’ Devoghelaere was een pionier in de verslaggeving van jazz. Hij was van 1963 tot 1972 actief bij Labris, het toonaangevende avant-garde poëzietijdschrift van ons land, waarvoor hij jazzbesprekingen en door jazz geïnspireerde ‘powezie’ schreef. Nog bij Labris verscheen in 1967 ‘Bobby Jaspar. A Biography, Appreciatio, Record Survey and Complete Discography’, een ambitieuze studie over het leven van de Luikse saxofonist. In 1971 na Jack Sels’ dood volgde hij die als jazzcriticus op bij Het Laatste Nieuws/De Nieuwe Gazet. Ook in vakmedia zoals Jazzwereld en Oor in Nederland, Jazz Forum in Polen en Swingtime in België verschenen bijdragen van Mon. Voor BRT stelde hij jazzprogamma’s samen en voor het label Vogel Records produceerde hij platen van René Thomas, Jacques Pelzer en Fred Van Hove.



Liesbeth Devoghelaere, dochter van Mon, stelt het Jazzlogboek voor tijdens de lezing in Kunstencentrum nona Mechelen © Christina Ruyssen



Nu, 30 jaar na zijn dood, verschijnt wat zolang verborgen bleef, in boekvorm: ‘Jazzlogboek – notities van een jazzvogel 1960-1968’, of de integrale inhoud van de twee schriftjes, die Mon als Jazzlogboek 1 en 2 betitelde. Daarin tekende hij eigenhandig, minutieus en ongezouten zijn bevindingen op van bezochte jazzoptredens en bekeken tv-uitzendingen en films gerelateerd aan jazz. Dat alles geïllustreerd met toegangstickets en tekeningen.


Optekeningen uit de schriftjes van Mon Devoghelaere © Christina Ruyssen


Lander Lenaerts, jazzverzamelaar, journalist en tv-regisseur, kwam de naam van Mon Devoghelaere geregeld tegen in zijn onderzoek rond Belgische jazz en realiseerde voor het label SdBan "Let’s Get Swinging – Modern Jazz in Belgium 1950-1970" en "Jack Sels – Minor Works". Liesbeth Devoghelaere, dochter van Mon, hield heel bewust de jazzlogboekjes bij en liep al een tijd rond met het idee dat deze uitgebracht zouden moeten worden. Toen Lander toevallig Liesbeth ontmoette en ze de boekjes toonde, kwam dat idee meteen ter sprake, van beide kanten. Liesbeth zei dat ze de boekjes graag wilde publiceren, waarop Lander meteen antwoordde dat hij dat wou doen.


Lander Lenaerts, samensteller van ‘Jazzlogboek’, met de jazzlogboekschriftjes op de voorgrond © Christina Ruyssen


Lander dacht via scans de teksten vlot te kunnen omzetten voor publicatie maar dat viel tegen. Hij moest uiteindelijk zelf de teksten minutieus overtypen, wat vier jaar in beslag nam. Hij ontdekte schrijffouten of soms onduidelijke namen, zoals bij John Tchicai die op Comblain-La-Tour speelde en waarvan de muzikanten nergens terug te vinden waren. Hij wist ze via een radio-opname te achterhalen. Hij wou het boek zo waarheidsgetrouw en de inhoud intact houden, maar toch checken of de namen wel juist waren, de data klopten en of er geen opnames bestonden van wat beschreven werd. Uit interviews met Mon in Labris kon hij ook een en ander achterhalen, zo bijvoorbeeld dat hij niet de eerste maar wel derde Comblain-La-Tour bijwoonde.


Pionier van de jazzkritiek

Lander en Liesbeth besloten om geen selectie te maken van fragmenten maar de integrale weergave zoals door Mon neergeschreven te behouden. Ze willen er vooral op wijzen dat de lezer zich bewust is van de context van de jaren 60 waarin het zich afspeelde en zoals Mon het ervaarde. Bovendien was Mon slechts 17 jaar toen hij in 1960 zijn logboek begon.


Lander Lenaerts toont fragment Bud Powell bij de lezing © Christina Ruyssen


Bij het concert van Bud Powell in Blue Note Parijs op 21 juli 1961 schrijft Mon: “Ik kende toen nog te weinig van jazz om thema’s te herkennen of stijlinvloeden te bespeuren, maar wat ik me van deze heerlijke avond herinner, is toch meer dan genoeg”. Toch weet Mon er dadelijk al invloeden in te zien van Art Tatum!

Die maturiteit en die kennis is ongelooflijk, stelt ook Lander, die bevestigt dat Mon wel steekkaarten met notities bijhield. De jaren 60 kende een geweldige explosie van hoogtepunten in de jazz. 1959, het jaar voor hij zijn eerste notities in zijn jazzlogboekjes neerschreef, was een van de belangrijkste jazzjaren ooit.


Lander Lenaerts toont bij de lezing de toonaangevende albums van 1959 © Christina Ruyssen


Miles bracht toen het nog altijd meest verkochte jazzalbum "Kind of Blue" uit. Even belangrijke releases in de jaren 60 kwamen van John Coltrane, Mingus, Ornette Coleman, Dave Brubeck, Max Roach's We Insist! ("The Freedom Now Suite"), Thelonious Monk en vele anderen.


Beeld van Mon Devoghelaere op de festivalweide © Christina Ruyssen


Mon zat op de eerste rij om al die jazzlegendes mee te maken. Bud Powell in Parijs (1961), Jackie McLean en Duke Jordan (1962), Modern Jazz Quartet (1961 en 1964), Coleman Hawkins in Dinant (1962), Louis Armstrong in Kopenhagen (1962), Chet Baker in Blankenberge (1963), Dexter Gordon in Brussel (1963), Thelonious Monk in Brussel (1963) en Antwerpen (1964), George Russell in Brussel (1964), Max Roach en Abbey Lincoln (1964), Bill Evans op Comblain-La-Tour, Mose Allison in The Marquee Londen (1964), Stan Tracy & Jay Jay Johnson in Ronnie Scott Londen (1964), Toots Thielemans (1965), Lee Konitz op Comblain-La-Tour (1965), Nina Simone op Comblain-La-Tour (1965), John Coltrane op Comblain-La-Tour (1965), John Lee Hooker in De Muze Antwerpen (1965), Ben Webster in de Blue Note Brussel (1965), Ella Fitzgerald en Duke Ellington (1966-1967), Yusef Lateef op Jazz Bilzen (1966), Peter Brötzmann in het Pannenhuis Antwerpen (1967), Oscar Peterson in PSK Brussel (1967), Miles Davis en Wayne Shorter in Antwerpen (1967) en dan is deze lijst ver van volledig!

Evengoed werden zoveel anderen, zowel buitenlandse als Belgische muzikanten telkens kritisch, met vlijmscherpe pen en prachtige bewoordingen en met de nodige humor besproken. Via de vele concertverslagen waarbij hij zijn mening al eens bijstelde, kon je de evolutie en het groeien van de Belgische toonaangevende artiesten opvolgen, onder meer Fud Candrix, René Thomas, Bobby Jaspar, Jack Sels, Jean Fanis, Fats Sadi, Freddy Sunder, Robert Jeanne, Philip Catherine (‘de veelbelovende jeune-premier van de Belgische jazz’ als Mon), Roger Vanhaverbeke, Al Jones, Fred Van Hove. Ook de Nederlandse muzikanten kregen behoorlijk wat commentaar waaronder Boy Edgar’s Big Band, Pim Jacobs, Jack van Poll, Rita Reys, Henny Vonk om enkele te noemen.


Tijdsdocument

Lander Lenaerts: "Daarom zijn de schriftjes enorm belangrijk als tijdsdocument. Ik ben in 1986 geboren en heb dus die periode van 1960 tot 1968 niet meegemaakt. Als ik onderzoek doe en met mensen praat van mijn generatie dan lijkt het wel of in de jaren 60 alles rozengeur en maneschijn was. We romantiseren en verbloemen het en verbazen ons als er kritisch over geschreven wordt. Mon keek ook naar het publiek en gaf rake opmerkingen. Jazz beleven op de festivals vond plaats op harde stoelen en niet altijd in de beste weersomstandigheden. En bezoekers wisten niet altijd wat jazz was. Die randopmerkingen maken het nog meer tot een uniek tijdsdocument wat we dan ook ongewijzigd wilden laten."

Opvallend in het jazzlogboek zijn de vele tv-opnames over jazz die Mon heeft bekeken en de films die vooral muzikaal met jazz verband hielden in de cinema ging opzoeken.

Lander Lenaerts: "Mon hield ook een filmlogboek bij. In dat boek werden de films die hij zag opgenomen. Maar de films waarin jazzmuziek een rol speelde kwamen in het Jazzlogboek.  Een voorbeeld daarvan is ‘Ascenseur pour l'échafaud’ met de muziek van Miles Davis. Mon ging zo overal op zoek naar jazz. Thuis bekeek hij met de afstandsbediening in de hand de op BRT en RTB geplande jazz tv-opnames, die soms al eens tegelijk geprogrammeerd waren en hij dan zappend bekeek." 


Lander Lenaerts en Liesbeth Devoghelaere © Christina Ruyssen



De passies van Mon Devoghelaere

Liesbeth Devoghelaere: "Mijn vader was heel bevlogen, kritisch en scherp maar stelde zijn visie wel al eens bij. Ik was er als baby al bij op Jazz Middelheim en van jongs af aan nam hij me mee naar de Honky Tonk en optredens elders in het land. Hij plande alles, ook met de vakanties zocht hij op of er wat met jazz te beleven viel. Het nam dus veel ruimte in ons leven in. Hij hield ook nog van klassieke muziek. En was gefascineerd door vogels en hield van natuurwandelingen. Hij schreef verder over gastronomie en bezocht vele restaurants. In ‘t Laurierblad in Berlare regelde hij zo nog een optreden van Toots Thielemans."


Liesbeth Devoghelaere © Christina Ruyssen


"Wat me het meest bijblijft aan jazz waren de leuke concerten waar ik vaak als enig kind tussen volwassenen en bevriende koppels aanwezig was. De warmte die onderling uitstraalde van de groep mensen die elkaar vonden, het samenzijn en plezier, ook al bleef Mon iemand die erg op zichzelf was, een ‘loner’ op een bepaalde manier. Nog een passie was Schotland. Hij presteerde het als jongen van 14 om in een outfit met kilt naar school te gaan. De directeur verzocht hem zich om te kleden, maar dat weigerde hij en hij liet daarop zijn zus Monique hem met de Vespa ophalen. Van whisky kon hij al luisterend naar jazz intens van genieten.

Mocht hij de logboekjes voor publicatie bedoeld hebben, dan zou hij iets genuanceerder geweest zijn. Hij was eigenzinnig en eigengereid en sommige stukjes komen al eens ongezouten over. En inderdaad, zangeressen moesten het al eens ontgelden, al was hij helemaal niet vrouwonvriendelijk. Woke was nog niet aan de orde. Het was zoals hij toen beleefde.

De grootste jazzartiest die hij bewonderde? Dat is een heel moeilijke vraag (denkt diep na). Als ik denk van mens tot mens zal dat zeker Toots Thielemans geweest zijn. Ik denk dat Lander daar nog beter op kan antwoorden dan ik."

Lander Lenaerts: "Ik denk aan Bobby Jaspar omdat hij er een boek over heeft gemaakt. En op basis van de logboeken Thelonious Monk, daar schreef hij heel lovend over en heel uitvoerig. Meestal was hij heel kritisch, bij Monk niet, die is toch muzikaal vooruitstrevend en toch blijft de melodie en de traditie ook. Wat me vooral getroffen heeft in het jazzlogboek is wat je tussen de lijnen leest, de kritiek, heel jong, het zoeken naar jazz, de coming of age van een jazzliefhebber, die overal te lande ging luisteren, ons laat meeleven hoe de jazzscene in elkaar zat. Dat inzicht, daar ben ik echt wel jaloers op. Het is een soort van historische sensatie, je komt echt heel dichtbij door zoiets te lezen. Dat heb je minder met boeken die de geschiedenis vertellen, dit is persoonlijk en heeft daardoor meer waarde. Dat heeft me overtuigd om het uit te brengen. Liesbeth en ik brengen het in eigen beheer uit onder de imprint Vogel Books als eerbetoon aan Mon."

De lezingen in Hnita Jazz Club en tijdens het BRAND! Jazz Festival opende bij velen oog en oor voor de hoogtepunten in de jazz van de jaren zestig. We bevelen graag volgende lezingen aan in Dendermonde en Leuven.

Tekst © Bernard Lefèvre - Foto’s © Christina Ruyssen


Contact Lander Lenaerts (Vogel Books): jazztime.europe@gmail.com

Agenda lezingen 
16 december 2025 – Jazz Centrum Vlaanderen vzw -  Dendermonde
30 april 2026 – 30cc - Leuven


In case you LIKE us, please click here:



Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications





Hotel-Brasserie
Markt 2 -
8820 TORHOUT


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18.2.1947 – 2.11.2023)
foto © Marie Gilon


Pedro Soler
(8.6.1938 – 3.8.2024)
foto © Jacky Lepage


Sheila Jordan
(18.11.1928 – 11.8.2025)
foto © Jacky Lepage


Raúl Barboza
(22.5.1938 - 27.8.2025)
foto © Jacky Lepage



Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Luca A. d'Agostino
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
France Paquay
Francesca Patella
Quentin Perot
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Paul Braem
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Quentin Perot
Jacques Prouvost
Jempi Samyn
Renato Sclaunich
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Peter Van De Vijvere
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst