Jazz Brugge, 16 tot 18 november 2018, Concertgebouw Brugge





De achtste editie van Jazz Brugge stak in een nieuw kleedje dat wonderwel paste. Drie dagen jazz “Made in Belgium” maar ook van ver daarbuiten.


Met Jazz Brugge 2018 werd zowat de laatste rechte lijn afgelegd van de fusie tussen Vrijstaat O en De Werf. Meteen een hele omwenteling. De focus bleef niet enkel meer gericht op de Europese jazz maar ook artiesten van andere continenten maakten hun opwachting. Vandaar de ondertitel ‘Crossing Cultures’. Gelukkig ging dit niet ten koste van een ruime aandacht voor Belgische productie. Integendeel, het W.E.R.F.-label mocht de festiviteiten zelfs openen met een eigen avondvullend programma.





Vrijdag: de hippe rijkdom van W.E.R.F. Records gekoppeld aan vaste waarden

Vijfentwintig jaar geleden verscheen ‘Sketches Of Belgium’ van KD’s Basement Party, de eerste cd op het W.E.R.F.-label. Niemand had durven dromen dat de teller in 2018 op 157 zou staan, zelfs niet medeoprichter Rik Bevernage die tot 2016 de bezielende kracht was achter het initiatief. Rik is er niet meer maar zijn werk krijgt een vervolg, zij het met andere invullingen. Het W.E.R.F.-verhaal gaat verder en met succes zoals bleek uit de talrijke opkomst vrijdagavond.

Dat de Belgische jazz in de lift zit, is tegenwoordig een eufemisme. Geen enkele organisator kan om de nationale scene heen bij het samenstellen van zijn/haar affiche. Heel wat van die groepen zitten ondertussen bij W.E.R.F. en bewezen op het podium van het Concertgebouw dat daar alle reden voor is.

Mâäk is een van de vaste waarden bij het label. Laurent Blondiau, Jeroen Van Herzeele, Guillaume Orti, Michel Massot en Samuel Ber verbuigen nog steeds de mogelijke combinaties van hun niet-alledaags instrumentarium tot een dynamische splinterbom. Ze maakte hun entree via de hoofdingang van het Concertgebouw en creëerden in de inkomhal een feestelijke stemming met links die reikten van New Orleans tot Afrika. Een remix van Defunkt en het Art Ensemble Of Chicago leek het soms. Dat de vier blazers zich daarbij heel flexibel opstelden en continu van plaats wisselden, versterkte het elasticiteitsprincipe van hun muziek. Meteen een krachtig statement voor drie dagen “jazz étude”.


Het contrast met de volgende groep kon haast niet groter zijn. Donder grossiert namelijk in etherische en uiterst intimistische patronen die ze brengen in slow motion. Stilte en open ruimte zijn de twee ankerpunten waarrond alles gebeurt bij pianist Harrison Steingueldoir, contrabassist Stan Callewaert en drummer Casper Van de Velde (die deze avond uitzonderlijk vervangen werd door Jeppe Høi Justesen).

Dat ze begonnen met 45 seconden complete stilte, zegt veel. Een gedurfde zet maar het lukte. Het publiek in de Kamermuziekzaal bleef muisstil zitten en dat ook gedurende de rest van het concert. Geen evidentie gezien de broze opbouw. Het geschuifel en geritsel op de instrumenten werd met elkaar verbonden door spaarzame noten. Sterk was hoe in dit experimenteel vacuüm toch telkens melodielijnen opborrelden. Drie meesters in de beheersing die hun repetitieve ontwerpen steeds wisten om te buigen tot concrete vormen. Denk aan Sigur Rós unplugged met als gast pianist Mike Westbrook zoals die te horen is op zijn nieuwste solo-cd ‘Starcross Bridge’.

Wat extra kleine ontsporingen zoals in de eindgeneriek zouden het geheel weliswaar wat spannender maken. Het komt zeker goed in de toekomst gezien de ganse evolutie die het trio reeds aflegde. Dat valt trouwens te horen op hun nieuwe (derde) cd ‘Keukenpraat’ die ze hier in première voorstelden. Volgend jaar volgt een heuse JazzLab tournee.




Pianist Free Desmyter stelde een heus concept-programma voor met als onderwerp de met de nodige geheimzinnigheid omringde Takenouchi-documenten die onze planeet van 20.000 jaar geleden beschrijven. Er zaten elf muzikanten uit verschillende windstreken op het podium. Het waren vooral Desmyter zelf, in combinatie met Bassem Hawar op djoze (zelfgebouwde knievedel) die de toon aangaven en die was sterk verankerd in Perzische tradities. De melancholische klaagzang van Khaled Alhafez verhoogde het hypnotiserend effect. Het was echter een Chris Joris in bloedvorm die als buitenaardse geluidsmagiër met zijn percussiedetails het kleurrijke karakter meegaf aan dit luisterspel. Helemaal in de geest van het festivalthema, “Crossing Cultures”. Wordt hopelijk live vervolgd. De cd komt er volgend jaar aan.




Met MDCIII, de jonge meesters van de trancejazz, heeft W.E.R.F. een van de meest persoonlijke nieuwelingen uit de jonge lichting in huis. De muren van Studio 1 waar ze optraden, waren gehuld in zwarte gordijnen terwijl rode spots voor een hellegloed zorgden. Welkom in de achterkamer van voodoojazz. Ondanks de uiterst ongewone bezetting van twee drummers (Simon Segers, Lennert Jacobs) en een allround saxofonist-blazer (Mattias De Craene) was het (weeral) een unieke luisterervaring. Alsof je rondwandelde in het decor van ‘Blade Runner 2049’ maar dan herzien door David Lynch. De hypnotiserende drumbeats en de tot leven geblazen sciencefiction/horror soundscapes leverden beangstigende maar vooral ook verslavende momenten op. Een ritueel dat je minstens een keer moet ondergaan in de juiste omstandigheden zoals hier. Iedereen ging gegarandeerd buiten met een auditieve tatoeage in het geheugen gekerfd.




Zaterdag: Crossing Cultures

Er werd gemusiceerd op de as Armenië-Senegal-Chicago. Zowel geografisch als muzikaal een hele spreidstand maar met een uniek bindmiddel: sterk inlevingsvermogen van elke artiest.


Het blijft een plezier voor oor en oog om cellist Ernst Reijseger, pianist Harmen Fraanje en percussionist-vocalist Mola Sylla aan het werk te zien. Moeiteloos ontstaken ze een hartverwarmend vuurtje in de Kamermuziekzaal met humor als ontstekingsmechanisme. Zeker toen zanger en multi-instrumentalist Sylla zijn verhaal afstak over warme dekbedden en blonde vrouwen. Een zeer visueel spektakel met Molla die als een sjamaan rondwandelde en met zijn hoofd al eens over de pianosnaren hing om te zingen. Reijseger schreef weer een nieuwe handleiding over het gebruik en het hanteren van de cello terwijl Fraanje als katalysator fungeerde. Een verhaal waar hopelijk nog verschillende hoofdstukken van volgen.



Contrabassist Omer Avital koos voor een heuse Maceo Parker-introductie, met twee saxofonisten in de frontlinie. Funk, souljazz en postbop in een strak en volumineus kader. Een hyperkinetische Avital voerde daarbij bizarre paringsdanspassen uit met zijn instrument. Door wat spaarzame rookeffecten en een aangepaste belichting heerste er de sfeer van de jazzfoto’s die Francis Wolff zo beroemd maakten. De legaten van Wayne Shorter en Sonny Rollins borrelden vrolijk op. Een levendige set gebracht met panache en kennis van zaken maar wel strikt afgelijnd.


Pianist Tigran Hamasyan is al jaren de gedroomde muzikale ambassadeur van zijn geboorteland Armenië. ‘An Ancient Observer’, de titel van een recente cd, is hem op het lijf geschreven. Wat hem vooral in de kijker plaatst, is zijn vermogen om het oude aan het nieuwe te koppelen en dat met een totaal eigen sound. In Brugge stippelde hij (solo!) een kronkelend pad uit tussen elektronisch en akoestisch en tussen heden en verleden. Een onemanshow in elkaar gestoken met enkel zang, loops en een fantasierijk pianospel dat zowel percussief, heel spacy als ook poëtisch klonk. Ontwrichtend en toch boordevol aanknopingspunten met net als bij Donder een bijwijlen hoog Sigur Rós-gehalte.


De revelatie van de driedaagse was de Amerikaanse trompettist Jamie Branch. Aan haar zijde een cellist (Lester St. Louis), een contrabassist (Jason Ajemian) en drummer Chad Taylor(!). Een wervelende luister- en kijkervaring, gevoed door continue stroomstoten van de vier protagonisten. Ze creëerden een gitzwart wolkendek waarbij Branch voor continue bliksemschichten zorgde. Ze bewoog steeds onrustig heen en weer, als een jager die zijn prooi beloert en dan toeslaat. Een poging om dit alles te definiëren: “Rumble from the urban jungle” oftewel powerjazz gevoed door postbop, hiphop, freejazz en aanverwante bronnen.




Zondag: de veelzijdigheid van jazz

De Deense gitarist Jakob Bro toert momenteel ter promotie van zijn nieuwste trio-cd in gezelschap van contrabassist Thomas Morgan en drummer Joey Baron. Een van hun gemeenschappelijke bindingselementen: humor. “Fifty songs in fifty minutes is impossible” was de introductiezin van Bro. En dus kozen ze voor een eigenzinnige selectie, alle drie gehuld in een Hawaïaans hemd. Niet toevallig doken ze op een bepaald moment in het psychedelische Californië van de jaren zestig. Een welkome trip midden de overwegend melodieuze sfeer van de rest van de set. Bro deed beheerst zijn ding, Morgan zorgde voor de hartslag en Baron schoof voortdurend omzichtig met zijn drumsticks over en weer. Vooral nog maar eens het bewijs dat impact en overtuigingskracht dikwijls in een eenvoudige en gerichte aanpak zitten.



Vocaliste Claron McFadden bedacht een heel eigen versie van de zijderoute. Ze bezocht namelijk een aantal mediterrane landen waar de aubergine een belangrijk bestanddeel vormt van de culinaire tradities en koppelde dit aan humane thema’s als vriendschap en het in vraag stellen van de identiteit. Ze koos daarbij voor een format van muziektheater met beelden en deed beroep op acht begeleiders. Een gans programma dat uiteindelijk toch wel te licht uitviel. De kriskras montage van de filmbeelden haalde telkens de eenheid onderuit. De kwaliteiten van muzikanten en zangeres staan buiten kijf maar het uitgewerkte repertorium steeg nooit uit boven het gemiddelde aanbod op dit gebied. In deze tijden van globalisering en veelvuldige crossover initiatieven had wat meer dieptegang en een meer kritische insteek gemogen. Wat wel heel duidelijk tot uiting kwam, was dat de menselijke stem nog steeds het krachtigste en meest veelzijdige instrument is als het op emotie aankomt, zeker als je iemand als Claron McFadden hoort.


De samenwerking tussen het Belgische Ictus en de Amerikaanse trompettist Amir ElSaffar met Irakees-Amerikaanse roots, paste eveneens volledig in het kader van ‘Crossing Cultures’. Hier was het vooral een symbiose van twee totaal uit elkaar lopende stijlen, namelijk hedendaagse kamermuziek en Oriëntaalse tradities. Ze vergastten het publiek op een zoektocht naar de mogelijkheden om de microtonaliteit van de maqâm en aanverwante Arabische structuren te integreren in westerse patronen. Verschillende lagen gleden over en door elkaar. ElSaffar musiceerde, net als enkele dagen eerder in BOZAR, hoofdzakelijk op santur. Zijn melancholische klaagzang in pure muezzin-stijl bepaalde een paar keer de sfeer van de stukken. Muzikale doordenkertjes voor gevorderden aan de lopende band maar tevens ook genietbaar voor breeddenkende liefhebbers.


Afsluiter zondagavond was saxofonist Colin Stetson. Hij is actief in alternatieve rockkringen maar deinst er evenmin voor terug zich te wagen aan hedendaags klassiek. Zo liet zijn bewerking van ‘Sorrow, a reimagining of Gorecki’s 3rd Symphony’ in Moers (2015) een diepe indruk na die nog steeds nazindert bij ondergetekende. Maar de man is vooral bekend/berucht voor zijn soloconcerten. In Brugge stond hij helemaal alleen op het grote podium van het Concertgebouw met als attributen wat (mini)microfoons, drie saxofoons (waarvan twee van het zwaarste kaliber) en een ongelooflijk fysisch uithoudingsvermogen. Daar waar Pat Metheny een heel orchestrion nodig heeft, speelt Stetson het klaar om met deze weinige hulpmiddelen een heuse “wall of sound” te genereren. De geluidsgolven reikten van saxofoonexplosies deinend op eenlijnige Tomorrowland-beats tot Sun O))) verwante doompenetraties. Wie koppelt hem eens aan contrabassist Peter Jacquemyn?


Outro

De nieuwe profilering van Jazz Brugge was een schot in de roos. Duidelijk een festival dat hokjes denken volledig naar de vergetelheid duwt. Vooral ook een mooi uitgebalanceerd en goed opgebouwd programma. Deze formule lokte uiteindelijk 1650 festivalgangers naar het evenement. Zaterdag mochten ze zelfs het bordje “uitverkocht” bovenhalen. Een bewijs dat uitgekeken wordt naar de volgende editie.

Tekst © Georges Tonla Briquet  -  foto's © Annie Boedt


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet


our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst