Gaume Jazz, 11-13 augustus 2023

Rossignol-Tintigny (B)






Gaume Jazz blijft trouw aan zichzelf. De locatie in het piepkleine dorpje Rossignol (provincie Luxemburg), een hoogst origineel en sterk gevarieerd programma, een aantal premières, aandacht voor de jeugd, heel wat talent van eigen bodem, stages en bovenal geen enkele Amerikaanse topact op de affiche. “Faut le faire!”

Artistiek directeur Jean-Pierre Bissot werkt traditioneel graag met thema’s. Ook dit jaar was dat zo. Een verslag aan de hand van zijn programma-indeling.




Mapping Roots


Een betere groepsnaam dan deze bestaat er niet om Gaume Jazz te definiëren. In gezelschap van drummer Daniel Jonkers en pianist Bram Weijters graaft bassist Michel Vrydag op het debuut (dubbel)album in zijn verleden en dat betekent kruisbestuivingen à gogo met jazz als rode draad. Drie cartografen die in het cultureel centrum van Rossignol een plattegrond uittekenden rond de belangrijkste hoekstenen Afrikaanse ritmen en jazzharmonieën uit de sixties. Dat Vrydag les volgde bij Michel Hatzigeorgiou kwam tot uiting in de manier waarop hij alles op melodieuze wijze assimileerde, vooral tijdens de solopassages. Weijters en Jonkers deden dit eveneens elk op hun manier. Een trio dat boeide van begin tot einde en nog te fel onderschat wordt.



Iemand die in hetzelfde vakje van crossover past, is de Franse klarinettist Hélène Duret die ondertussen een gevestigde waarde is in de Brusselse scene. Voor Gaume Jazz had ze een verrassing in petto. Ze behield eventjes het repertoire van kamerjazz, te horen op de eerste twee cd’s van haar kwintet Synestet, maar schoof dit verder en verder opzij voor een stevigere aanpak met avant-gardistische kantjes. Dit kwam bijvoorbeeld tot uiting in de minisuite waarvoor ze de inspiratie haalde bij de film ‘Last Tango In Paris’. Naar het einde toe mondde alles zelfs uit in een heuse trashy explosie met punk attitude. Een transformatie die we niet zagen aankomen. Met dank aan haar uitmuntende begeleiders: saxofonist Sylvain Debaisieux, gitarist Benjamin Sauzereau, contrabassist Fil Caporali en drummer Max Rouayroux.



Carte blanche


De formule van de “carte blanche” bij Gaume Jazz: een vertrouwen stellen in de artiesten enerzijds en een originele insteek verwachten van hun kant anderzijds. Anno 2023 was het de beurt aan Manuel Hermia om deze opdracht te vervullen. De saxofonist levert al decennialang ijzersterk materiaal dat zowel gedrenkt is in de traditie als aansluit bij de huidige evolutie.


Zo is zijn Freetet een onmiskenbaar bewijs dat jazz en engagement nog steeds zin hebben. Net als op de cd vormden trombonist Samuel Blaser en trompettist Jean-Paul Estievenart de blazerssectie, gekoppeld aan de ritmetandem Manolo Cabras (contrabas) en João Lobo (drums). Ze stonden elk duidelijk onder hoogspanning. Als estafettelopers wisselden ze af maar het was bovenal de hechte onderlinge combinatie van dit gezelschap dat voor spervuur zorgde. De vijf pasten het principe van geven en krijgen tot het uiterste toe, met Cabras en Lobo die in bloedvorm verkeerden. Niet toevallig brachten ze het strijdlied ‘Le Temps Des Cerises’ evenals ‘Austerity… and what about rage?’.

Een concert als een statement en een absoluut hoogtepunt van de driedaagse.


Het Orchestra Nazionale Della Luna is Hermia zijn Europees initiatief met in de rangen de Finse toetsenist Kari Ikonen, de Franse bassist Sébastien Boisseau en de Belgische drummer Teun Verbruggen.

In avant-première stelden ze stukken voor van het derde album dat de week na Gaume Jazz ingeblikt wordt. Hier geen splinterbom maar een afschuimen van grenzen en mogelijkheden aan de hand van een eigen Esperanto met regels en codes ontleend aan een internationaal idioom. Het publiek kreeg wat extra stof tot nadenken mee door onderwerpen als ecologie en A.I. die de vier via afwisselend spacy spielereien en vinnige actiemomenten communiceerden.

Overtuigend en actueel van begin tot einde.


Voor zijn derde carte blanche nodigde Hermia de Franse Christine Ott uit. Ze werd bekend omdat ze een van de weinigen is die een ondes-Martenot bespeelt. Dit is een combinatie van klavier, elektrische impulsen, pedalen en een snaar gespannen langs de toetsen waaruit geluiden komen die best te vergelijken zijn met deze van een theremin. Alleen gaat Ott daar zo inventief mee om dat het eindresultaat verder reikt dan enkel en alleen effecten uit sciencefictionfilms van de jaren vijftig. Yann Tiersen maar ook Thindersticks deden reeds beroep op haar.

Hermia schreef voor de gelegenheid een programma bij elkaar. Een vertakking als het ware van zijn ‘Rajazz’. Hier overheersten echter de rustgevende bourdon soundscapes en een haast spirituele impressie. Subtiel en verslavend maar spijtig genoeg niet ten volle genietbaar door de slechte omstandigheden. Wie niet op de eerste twee rijen zat (op de meest ongemakkelijke kerkbanken die denkbaar zijn) mocht het vergeten iets te zien van beide muzikanten. Bovendien was de verhelderende commentaar van Hermia tijdens de eerste set niet verder hoorbaar dan vooraan. Een spijtige zaak die helaas nog voorviel op deze plek.



De projecten


Het Brussels Jazz Orchestra presenteerde zijn nieuwste programma rond nummers van Serge Gainsbourg met als gastvocaliste de Franse Camille Bertault. Bij onze zuiderburen scoort ze hoge toppen dankzij haar opmerkelijk debuutalbum (‘Bonjour Mon Amour’) waarvoor ze alles zelf schreef.

Wie kwam voor een coverband die een “best of” bracht van Gainsbourg was eraan voor de moeite. Vooral omdat een zangeres de soms dubieuze teksten van Gainsbourg vertolkte. Liefhebbers van tot in de laatste noten uitgewerkte arrangementen gebracht door een goed geolied orkest daarentegen apprecieerden voluit.


De keuze viel op een swingende opener (‘Couleur Café’) en een even feestelijke afsluiter (‘Le Poinçonneur Des Lillas’) met daartussen een toch overwegend ingetoomd repertoire getypeerd door talrijke verwijzingen naar literatuur en poëzie. Dit laatste aspect kwam het mooist tot uiting met ‘Les Goémons’, een bewerking van Nathalie Loriers. Meteen een passage waar Bertault zich fantastisch inleefde. Andere opmerkelijke versie was deze van ‘Je Suis Venu Te Dire Que Je M’en Vais’ met Frank Vaganée als solist.

Kortom, het BJO als evenwaardige provocateur van Serge Gainsbourg.



Contrabassist Renaud Garcia-Fons had het gezelschap van zijn vrouwelijke eega Claire Antonini. Een intiem dubbelconcert in het kerkje met contrabas en teorbe. Geen gesplitte set zoals aanvankelijk voorzien maar een volwaardig optreden in een enkele take. Het duo musiceerde hoofdzakelijk op het kruispunt tussen oost en west en legde verbanden tussen Oriëntaalse en Afrikaanse muziektradities. Miniatuurtjes met elkaar geconnecteerd als kleine novelles die een grote saga vormden. We noteerden opvallende parallellen met de muziek van Eleni Karaindrou en Munir Bashir.


Helaas was er niets te begrijpen van de achtergrondinformatie die Garcia-Fons gaf door het ontbreken van een microfoon. En net zoals tijdens het duo van Hermia dit alles in luisteromstandigheden niet bevorderlijk om optimaal te genieten.



80 + 1


Tachtig werd hij vorig jaar in oktober maar “dit op voorhand vieren brengt ongeluk,” aldus artistiek directeur Jean-Pierre Bissot tijdens de persconferentie enkele maanden voordien. Vandaar met vertraging toch een feestje voor en met Philip Catherine. De meester-gitarist bleek echter niet helemaal zijn oude zelve te zijn en liet vooral ruimte aan zijn metgezellen, contrabassist Bart De Nolf (indertijd ook al de rots in de branding bij Toots Thielemans), de jonge drummer Angelo Moustapha en pianist Nicola Andrioli. Het was deze laatste die zowat het hele concert voortstuwde.


Uiteindelijk een hartverwarmend gebeuren met een zichtbaar ontroerde Catherine door het overenthousiaste onthaal van een bomvolle tent.




30 jaar W.E.R.F. Records en JazzLab


Onmogelijk aan deze verjaardagen voorbij te gaan. Overal te lande volgen later de nodige festiviteiten. Tijdens Gaume Jazz was er reeds een voorproefje. Van de jonge generatie kreeg bassiste Louise van den Heuvel in deze context de gelegenheid haar “dreamteam” samen te stellen. Ze koos voor toetsenist Hendrik Lasure, saxofonist Werend Van Den Bossche (die de kersverse papa Sam Comerford verving) en Daniel Jonkers (“the hardest working drummer” in de Belgische scene momenteel).

In tegenstelling tot Dishwasher_ en Echofarmer is dit volledig haar project als groepsleider. Singer-songwriterjazz gekruist met filmische pop te situeren in het zog van wat het laatste decennium populair is in de Vlaamse jazzscene. Net geen echt jong geweld maar een pril begin met het nodige potentieel. Er is weliswaar wat extra “fine tuning” nodig evenals meer vastberadenheid wat betreft de onderlinge interactie en de zang. Het debuutalbum verschijnt in de lente van 2024 gevolgd door een JazzLab tournee.



Andere gastheer van het dubbele jubileum was Chris Joris. Meteen de première van zijn pas verschenen ‘Until The Darkness Fades’. Samen met violiste Cécile Broché en celliste Sigrid Vandenbogaerde (beiden te horen op Joris zijn ‘Out Of The Night’ dat heruitgebracht werd op vinyl) presenteerde hij zijn nieuwste mengvormen van jazz.


Zelf bracht hij een hele instrumentenwinkel annex speelgoed en keukengerief mee. Geen betere omschrijving dan “een percussionist is een orkest” maar Joris kroop tevens in de huid van pianist, drummer en “stand-up comedian”. “Je suis un touche-à-tout” zoals hij zelf verklaarde. Een uur lang vertoeven in gezelschap van een muzikaal rasverteller geflankeerd door twee dames met eenzelfde zin voor expressie en avontuur.

Nadere kennismaking is ten zeerste aan te raden. Noteer alvast de JazzLab tournee die begint in september.





De vaste waarden


Trio Grande kan eveneens terugblikken op een jazzverleden van drie decennia. Het kaartje met gelukwensen naar de fans toe was ‘Impertinence’, hun zesde album. Hiervoor konden ze rekenen op de steun van zowel W.E.R.F. als Igloo. De drie gezworen musketiers en voorvechters van vrijheid (Michel Massot, Michel Debrulle, Laurent Dehors) waren vergezeld van trompettist Christian Altehülshorst die ze kennen van bij Rêve D’éléphant Orchestra.

Ritmische patronen staan nog immer centraal. Het materiaal werd afwisselend verkleind en uitvergroot met de nodige panache. Toch ontbrak de vonk die dit materiaal anders volledig uit de voegen laat barsten. Dat ze niet echt op dreef geraakten het eerste half uur had te maken met klankproblemen, een euvel dat zich tijdens het festival meerdere keren stelde.



Bissot houdt van nostalgie. In samenwerking met het jazzfestival van Charlesville-Mézières slaagde hij erin om het Elise Einarsdotter Ensemble terug te laten samenkomen aangevuld met zangeres Lena Willemark en saxofonist Jonas Knutsson. Er verschenen indertijd twee platen bekroond met een Grammy maar nadien scheidden hun wegen.

Het reünieconcert was duidelijk een heuglijke familiale aangelegenheid voor de groepsleden. Ze tapten van verschillende vaatjes met als voornaamste ingrediënten Scandinavische folk en “eighties” fusion. Willemark ontpopte zich met haar hoog stemgeluid als een heuse sjamaan. Van extreem experimenteel tot heel minimalistisch en broos (‘Skylark’!) met zelfs een link naar soul en gospel (‘The Way Things Work’). Een stap terug in de tijd en daarom te nemen of te laten.



Gratis


Nieuwe zet om jong publiek aan te trekken was elke avond afsluiten met een hippe groep. Vrijdagavond kreeg Blondie Brownie Trio die opdracht, zaterdag volgde Daïda en als afsluiter op zondag trad Next.Ape op.

Het trucje om zo de jeugd over de streep te trekken en naar een jazzfestival te lokken, lukte niet. Dat was opvallend bij het concert van Next. Ape. De jongeren lieten verstek maar al diegenen die net voordien genoten hadden van Philip Catherine tekenden present en bleven zitten! “Hangouderen” (gezien de gemiddelde leeftijd) die beseften dat Next. Ape “the next big thing” is. De omgekeerde wereld. Helaas hier ook storende klankproblemen maar de groep worstelde zich hier probleemloos door. Respect!



Vlaanderen en Wallonië samen boven

Gaume Jazz is zowat het meest Belgische jazzfestival te lande en dit is te danken aan artistiek directeur Jean-Pierre Bissot die gedurende al die jaren muzikanten uit Vlaanderen bleef uitnodigen. Deze keer ging dat zelfs in optimale feestelijke stemming dankzij de verschillende jubilarissen. Opvallend ook was dat er nergens meer vrouwelijke muzikanten op het podium stonden deze zomer als hier!



2024 = 40e editie

Gaume Jazz is tot nu toe nooit een megafestival geweest. Tijdens deze 39e editie nam de populariteit duidelijk toe met enkele kleine ongemakken als gevolg. Zo waren het zaaltje van het cultureel centrum en het kerkje bij elk concert te klein en moesten vele liefhebbers gefrustreerd voor een gesloten deur blijven staan.

Waarschijnlijk is Gaume Jazz nog het enige (jazz)festival waar het culinair aanbod niet verder reikt dan enkel (onverteerbare) frieten, hotdogs, pannenkoeken en ijsjes. Dit is echt niet meer van deze tijd. Gezien het groeiend succes staan ze voor een moeilijke evenwichtsoefening om de veertigste editie op efficiënte manier in goede banen te leiden maar daar zullen ze wel iets op vinden in Rossignol.

Op naar het jubileum!

Tekst (en sfeerbeelden) © Georges Tonla Briquet  -  foto's © Hugo Lefèvre


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst