Brussels Jazz Orchestra featuring Ambrose Akinmusire, 13 oktober 2019, BOZAR (Brussel)





De geslaagde symbiose van twee verschillende werelden met dank aan de arrangementen van Jim McNeely.

Hoe blijf je als bigband relevant in de 21e eeuw? Het Brussels Jazz Orchestra doet dit onder meer door regelmatig een bijzondere gastmuzikant uit te nodigen. De meest recente in het rijtje was Ambrose Akinmusire, de trompettist die vorige zomer voor een paar hoogtepunten zorgde als artiest in residentie tijdens Jazz Middelheim.

Op het eerste zicht lijken de achtergrond en de esthetiek van het Brussels Jazz Orchestra en deze van Ambrose Akinmusire mijlenver uit elkaar verwijderd. De eerste koos zesentwintig jaar geleden voor een afgebakende format. De tweede bewees aan de hand van releases als ‘The Imagined Savior Is Far Easier To Paint’, ‘A Rift In Decorum’ en ‘Origami Harvest’ dat jazz nog steeds verder kan evolueren weg van de basis door toevoeging van nieuwe elementen. Het lijkt een onmogelijke combinatie maar dan duikt Jim McNeely op. De man schreef in het verleden arrangementen voor het Metropole Orkest, WDR Big Band Köln en de Carnegie Hall Jazz Band. Hij nam voor deze gelegenheid composities van Akinmusire onder handen en vervolgens was het aan de beide partijen om dit samen tot een goed einde te brengen op het podium.


BOZAR was de eindhalte van een minitournee met enkele data in Nederland en een tussenstop in Luxemburg. Van bij het openingsnummer zat de sfeer erin. Een eerste maal Ambrose op de voorgrond waarbij hij etaleerde hoe snel hij kan overschakelen van lagere naar hogere en zeer hoge tonen, gevolgd door een solo van Frank Vaganée die duidelijk niet onder wilde doen en zich ontpopte als een jonge Wayne Shorter. Drummer Toni Vitacolonna voegde op zijn beurt een aantal accenten toe onder de grijnslachende goedkeuring van de trompettist. Het vatte meteen samen wat er nog zou volgen.

Akinmusire kreeg heel wat ruimte. Hij zorgde voor de meeste intro’s en mocht overal soleren naar hartenlust. Als je dergelijk notoire muzikant uitnodigt, is dat normaal. Toch werd het geen gefragmenteerde voorstelling van zeventien plus een maar mondde alles telkens uit in een homogeen geluid. Alle passages vloeiden naadloos in elkaar over. Het wederzijds respect en de emotionele betrokkenheid waren heel groot. Dat kwam het best tot zijn recht tijdens ‘Response’ toen elke stukje van Akinmusire telkens beantwoord werd door een andere muzikant uit het orkest. De motor van de bigband bleef nooit haperen in een klassiek idioom terwijl Ambrose op geen enkel moment enige vorm van narcisme liet blijken. Integendeel, dit was een gedroomde combinatie. Ander hoogtepunt was ‘Brooklyn (ODB)’ met de vijf rietblazers op de eerste rij die hun eigen “A Train” op gang trokken. Zo werd in elk nummer een bepaalde karakteristiek van de bigband in de verf gezet en passeerden diverse schakeringen de revue.

Als advocaat van de duivel zou je kunnen opmerken dat het potentieel nog veel groter was. Het is vooral hopen dat er een vervolg komt waarbij efficiëntie wat meer plaats maakt voor losgelaten passie, al is dat natuurlijk niet evident in dergelijke structuur. Het wordt nu uitkijken hoe het BJO het ervan afbrengt op 19 februari 2020 wanneer de bigband samen met Wynton Marsalis en het Jazz at Lincoln Center Orchestra op eenzelfde podium zal staan. Dat wordt een historisch concert.


Tekst © Georges Tonla Briquet  -  foto’s © Marc Lazzarini


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst