Round up 2018 #2
Various
diversen
Om 2018 af te ronden een reeks recente releases die onder de radar bleven maar de aandacht waard zijn. In telexstijl en volgens alfabetische volgorde.
© Georges Tonla Briquet
Ingrid Laubrock – Contemporary Chaos Practices
Intakt
Het gaat om twee verschillende stukken (‘Contemporary Chaos Practices’ en ‘Vogelfrei’) van respectievelijk vierentwintig en achttien minuten gecomponeerd door Laubrock voor orkest en solisten. In totaal drie kwartier vertier in het land van tegendraadse jazz met vlijmscherpe kanten en dit met solistenrollen voor een dreamteam uit een welbepaalde New Yorkse scene: Mary Halvorson, Kris Davis, Nate Wooley en Ingrid Laubrock. De intro lijkt even op deze van het tv-feuilleton ‘Mission Impossible’ maar al snel vervliegt die indruk en kan de ware opdracht beginnen en die is een aaneenschakelen van verschuivingen, tempowissels en uiterst bizarre geluidsconstructies met een wat vaag afgetekende rolverdeling. Althans bij een eerste luisterbeurt. Stilaan wordt de synergie klaarder en krijg je een helderder zicht op de configuratie. Vooral voor wie vertrouwd is met Anthony Braxton, George Lewis en Ligeti.
Ant Law – Life I Know
Edition
Op zijn derde cd laat de Britse gitarist Ant Law nog maar eens de grenzen vervagen tussen jazz, pop en rock. Scofield en Metheny zijn daarbij zijn grote voorbeelden zoals onmiskenbaar blijkt uit ‘Movies’. Meteen ook een duik in het verleden van de jazzfusion. De catchy onderliggende melodielijn blijft hangen. Nog meer seventies referenties horen we in ‘Searching’. Pink Floyd is niet veraf. Indische elementen zitten eveneens in het geheel verwerkt. Een cd die de huidige tendens volgt waarbij een rockdrive meestal de toon bepaalt zonder de binding met jazz(fusion) te verwaarlozen. Met onder meer Ivo Neame en Tim Garland erbij verkeert Law merkelijk in goed gezelschap.
Joe Locke - Subtle Disguise
Origin
Bij elke opname legt vibrafonist Joe Locke de lat wat hoger. Dit is ondertussen zijn zesendertigste (!) release. Dat hij zich elke keer omringt met begeleiders en gastmuzikanten van topniveau helpt natuurlijk. Hier zijn dat onder meer Jim Ridl (toetsen), Lorin Cohen (bas), Samvel Sarkisyan (drums), Raul Midon (zang, gitaar), David Binney (altsaxofoon) en Adam Rogers (gitaar). De openingstrack laat het hele boeltje van meet af aan uit elkaar spatten gevolgd door een jazzy funksoulversie van Bob Dylans ‘Who Killed Davey Moore?’. Blind Willie Johnson zijn ‘Motherless Children’ krijgt een Steely Dan-behandeling. Verder heel wat gependel tussen gedreven moderne idiomen en fusion. Enkel de afsluiter is overbodig. Een muzikant met vele vermommingen. Hij speelt trouwens een belangrijke rol op de nieuwste cd van trompettist Thomas Marriott (‘Romance Language’).
John Moulder – Decade : Memoirs
Origin
Voor deze ‘Decade: Memoirs’ sloten Chicago-gitarist John Moulder en zijn vertrouwde begeleiders (contrabassist Steve Rodby en drummer Paul Wertico) een bondgenootschap af met Britse collega’s Gwilym Simcock (piano) en Tim Garland (sopraansaxofoon, basklarinet). Een combinatie die vuurwerk oplevert zoals te horen is van bij de introductie. Aanvankelijk lijkt het of de twee Britten vooral gevraagd werden om de boel wat te komen oppimpen in Chicago tot Moulder in pure Santana-stijl alles verheft naar een ander niveau met de steun van zijn ritmesectie die op scherp staat. De negen composities van Moulder doen de luisteraar telkens in een ander verhaal belanden met elk een verschillend thema. Blues, flamenco, folk en verschillende jazzvormen volgen elkaar daarbij op evenals ballads en uptempo stukken. Moulder bespeelt afwisselend elektrische en akoestische gitaar en haalt er een paar keer nog een exemplaar bij met nylon snaren, wat het klankenpallet vergroot. Percussionist Ernie Adams zorgt voor onverwachte accenten.
Johnny Griffith Quintet – The Lion, Camel & Child
GB Records
Een kwintet rond de Canadese saxofonist Johnny Griffith met in de rangen onder meer trompettist Jeremy Pelt (Mingus Big Band, The Village Vanguard Orchestra) en Ethan Ardelli (die onlangs het fascinerende ‘The Island Of Form’ uitbracht). Hoofdbrok is een suite in drie delen (en een cadenza) met de allures van een mini bigband en duidelijk schatplichtig aan Ellington. Toch is het vooral de bop-erfenis waarnaar teruggegrepen wordt met solopassages van elke muzikant.
Bruno Raberg Trio – Tailwind
Red Piano Records
Geen radicale omzwervingen op zijn tiende cd voor de Zweedse bassist Raberg (die al jaren in Boston vertoeft) maar “straight forward” jazz waarin de tradities van swing en bop de toon bepalen. Pianist Bruce Barth (Terence Blanchard, Phil Woods, David Sanchez) en drummer Adam Cruz (Tom Harrell, Chick Corea, Danilo Perez) voelen zich in hun sas met dergelijk materiaal dat gepend werd door Raberg, met uitzondering van ‘Here’s That Rainy Day Again’ (geplukt uit de musical ‘Carnival In Flanders’).
Een tijdmachine naar de gouden periode van rokerige jazzclubs zonder te verwateren in gratuite nostalgie.
Jay Thomas – I Always Knew
Origin
Een blues en ballad album zoals ze er niet veel meer (durven) maken. Het idee kwam van Jay Thomas (trompet, flugelhorn, alt-, tenor- en sopraansaxofoon) die de samenwerkingen tussen Gil Evans en Miles Davis zowat als zijn muziekbijbel beschouwt. Hij koos tien overbekende melodieën en vroeg aan Oliver Groenewald om arrangementen te schrijven evenals twee extra nummers. Met een mini bigband van elf trokken ze de studio in, iedereen in dezelfde ruimte. Overdubs waren verboden.
Het resultaat: het ene smachtende aha-moment na het andere maar telkens met een klein verschil. Wie van dergelijk materiaal houdt, luistert best ook eens naar de nieuwe van Thomas Marriott (‘Romance Language’).
Thollem/Bisio – ‘Lone Pine Road Vol. 1’
Setola Di Maiale
Een lange ononderbroken flow van ideeën (vijfenveertig minuten in totaal) uitgewisseld tussen pianist Thollem McDonas en contrabassist Michael Bisio helemaal volgens de visie van het Italiaanse label. Onstuimige ontboezemingen in het mythische improvisatieland. Steeds opnieuw inbeukend op een denkbeeldig kader volgens een eigen cryptische taal. Een zenuwslopend luisterspel dat eindigt in contemplatieve modus. Wie de werelden van Matthew Ship, Ivo Perelman en William Parker genegen is, weet wat te doen.
Luzia von Wyl Ensemble – Throwing Coins
Hatology
Met de cd-titel verwijst von Wyl naar de filmklassiekers ‘Three Coins In A Fountain’ en Fellinis ‘La Dolce Vita’ waarin telkens de Romeinse Trevi-fontein voorkomt. Rome was ook de stad waar de Zwitserse pianiste een tijd verbleef. Net zoals op andere plekken want ze is een heuse globetrotter. Zoals te horen in de openingstrack heeft Luzia von Wyl goed geluisterd naar David Axelrod. Een epische introductie gevolgd door de rustigere psychologische uittekening van de personages. Met ‘Q’ zet ze een stap richting Balkan maar dan met New Yorkse connecties. Mexico en de Maya-cultuur vormden de inspiratiebronnen voor ‘Akumal’. ‘Solifati’ is haar schets van de stad Luzern een dag na carnaval. ‘Antumbra’ schreef ze bij het zien van de maan in de woestijn. Je ziet zo voor je ogen een karavaan door de zandduinen trekken.
Een cd die klinkt als een reisdagboek boordevol filmisch getinte ervaringen uitgevoerd door een elfkoppig ensemble. Een goede gelegenheid om nog eens te luisteren naar ‘Macanudo’ van Ahmad Jamal & Orchestra.
Reggie Washington – Vintage New Acoustic
JammincolorS
Zwaar beladen en contradictorische titel. We zochten naar zowel het vintage gedeelte als de nieuwe elementen en de akoestische zijde. Na een uur luisteren stond er op ons notitieblad: FM jazzlounge, The Beatles (‘Eleanor Rugby’ solo!), funk en souljazz. Dit is bovenal een cd waarbij de bassist volledig in de kijker staat en overal zijn stempel op drukt. Luister gewoon eens naar alle intro’s na elkaar. Als componist komt hij sterk uit de verf in het bop-getinte ‘Half Position Woody’ waarin ook medemuzikanten Fabrice Alleman (tenorsaxofoon in deze passage), drummer E.J. Strickland en toetsenist Bobby Sparks extra ruimte krijgen. Meteen het hoogtepunt.
Crossover in de brede zin van het woord.