Driemaal piano solo II

Various
Red Hook Records / Discus / Intakt
Amina Claudine Myers / Stephen Grew / Alexander Hawkins
Foto © Annie Boedt
Amina Claudine Myers – Solace Of The Mind
Red Hook Records
Zes decennia lang reeds verwerkt Amina Claudine Myers in haar muziek invloeden die reiken van musiceren in kerkgemeenschappen tot de verrijkende ontmoetingen en samenwerkingen die ze had met onder meer Gene Ammons, Muhal Richard Abrams, Henry Threadgill en het hele collectief rond AACM.
Op ‘Solace Of The Mind’ dompelt de pianiste de luisteraar veertig minuten onder in de traditie van blues maar dan op een heel minimalistische wijze. Opener ‘African Blues’ maakt de titel helemaal waar. Van hieruit mediteert ze verder achter de piano om tot een transcendent eindresultaat te komen. Voor ‘Ode To My Ancestors’ neemt ze plaats achter een Hammond B3 en declameert ze parlando een korte tekst. ‘Voices’ laat ze zelfs lichtjes overhellen naar kamermuziek.
Overweldigend door de eenvoud.
Stephen Grew – Fire
Discus
Een heel andere invalshoek dan ‘Solace Of The Mind’, het solo-album van Amina Claudine Myers, maar luister naar het laatste nummer van Myers haar cd (‘Beneath The Sun’) en de openingstrack van ‘Fire’ en de twee vloeien naadloos in elkaar over.
Van hieruit bewandelt Stephen Grew weliswaar verschillende paden maar bijwijlen even summier. Drie improvisatiestukken van respectievelijk zeventien, dertien en vijfentwintig minuten (Fire 1’, ‘Fire 2’, ‘Fire 3’) gespeeld op een Steinway D. Kristalheldere noten volgen donkere sfeerzettingen op. Door een vederlicht toucher af te wisselen met wat meer percussieve punctuaties zorgt Grew voor een opmerkelijk reliëf in zijn uitvoering.
In de hoestekst licht de pianist een aantal belangrijke opnamedetails toe waaronder het gebruik van bepaalde microtechnieken.
Alexander Hawkins – Song Unconditional
Intakt
De kunst van comprimeren in dertien kortverhalen is zowat de opdracht die de Britse pianist Alexander Hawkins zichzelf gaf.
Solo achter zijn piano assimileert hij hier de lessen die hij trok uit zijn studie van artiesten verbonden aan de AACM. Hij maakt gebruik van heel veel stiltepassages en stelt die in contrast met repetitieve clusters en percussieve kanttekeningen. Een spanningsboog als in een spannend boek waarbij je telkens een pagina omdraait vol verwachting om het vervolg te kennen.
Dualiteit alom, van uitbundig tot introspectief, maar tevens minutieus gecontroleerde vrijheid. Zelf citeert Hawkins graag onder andere Cecil Taylor, Craig Taborn, Geri Allen en Ligeti als dankbare voorbeelden. Volkomen terecht.
© Georges Tonla Briquet