Jean-Pierre Gebler, ‘Vrijdenker en muzikant’

1938-2006






© Jacky Lepage



De baritonsax is een instrument dat meestal overschaduwd wordt door de tenorsax of de altsax.

In het Nederlandse Jazzflits 364 van 24 mei 2023 over Leo Parker is een opsomming vermeld van een vijftigtal baritonsaxofonisten, ook uit Nederland en België. Tot de meest bekenden behoren Harry Carney (1910-1974) in de Big Band periode, Pepper Adams (1930-1986) in de hardbop periode, en verder nog Gerry Mulligan, Cecil Payne, Serge Chaloff… Hamiet Bluiett (°1940) in de avant garde periode werd voorgesteld als de nieuwe baritonmessias.

In Europa hebben de Zweed Lars Gullin (1928-1976) en de Brit John Surman (°1944) een zekere faam. In België hebben we Johan Vandendriessche (°1958) en Jean-Pierre Gebler.


Jarenlange jazz- en bluesfan Jacques Depoorter:
“Ik heb Jean-Pierre meermaals mogen zien én horen, o.a. met Jacques Pelzer.
Voor zover ik weet was hij echter nooit op Jazz Middelheim (tenzij misschien toch bij deze of gene als sideman).
Als dat zo is, eigenlijk een schande want hij was echt van topniveau en helaas veel te jong overleden...
Goed dat je hem terug in herinnering wil brengen”.



Jean-Pierre Gebler werd geboren in Ukkel op 5 oktober 1938. Hij overleed op 27 december 2006 in Linkebeek. In zijn overlijdensbericht stond ‘Libre penseur et musicien’. Nabestaanden waren zijn vrouw Denise, zijn twee kinderen Stephane en Marie en kleindochter Maïté Cupers. De crematie gebeurde  op donderdag 7 januari 2007 in Ukkel.

Eén van zijn laatste concerten was in de Jacques Pelzer Jazz Club in Luik, een hommage aan zijn bevriende trompettist Milou Struvay (29 november 1936 - 29 november 2005).

Gebler groeide op in een muzikale familie. Zijn grootvader was een mislukte operazanger, zijn oma speelde slecht piano. Zijn moeder zong klassieke muziek en maakte opnamen met Django Reinhardt, althans zo wordt verteld…

Op 1 april 1939 werd de Hot Club de Belgique opgericht door Willy De Cort, Albert Bettonville en Carlos de Radzitsky (1915-1985). Geblers oom Jacques Thyssen was een medestichter.

In de familiekringen werd geluisterd naar V-Discs van Louis Armstrong, Tommy Ladnier, Fats Waller. Dat waren platen voor de Amerikaanse soldaten op missie hier in Europa, uitgebracht van 1942 tot 1948. De eerste 500 werden in 1960 gecatalogeerd in de V Disc Catalogue, 83 pagina’s,  samengesteld door twee Vlamingen, Steve Wante (1926-2018) en Walter De Block. De Berlijner Klaus Teubig klasseerde de nummers 500 tot 904.



© Jacky Lepage



Op zijn twaalfde gaat Jean-Pierre Gebler op internaat in Morlanwelz. Op de speelplaats wandelde hij met een jongen die sprak over Django Reinhardt en Sidney Bechet. Toeval wil dat een andere knaap die gesprekken had opgevangen. Die komt dichterbij en zegt: ‘Tu aimes bien le jazz, toi ?’. Het was Marc Danval. In de school was een apart lokaal waar naar de muziek van Stan Getz, Gerry Mulligan en Charlie Parker kon geluisterd worden. Jean-Pierre Gebler sloot zich aan bij het schoolorkest waarin Danval piano speelde. Marc en Jean-Pierre Gebler zouden levenslang vrienden blijven ware daar niet het meningsverschil over het druggebruik van Jean-Pierre.

In 1951 volgt hij saxofoonlessen bij José Paessens (1923 -    ), later zes maanden bij saxofonist Jack Sels (1922 - 1970).

In Brussel maakt hij kennismaking met muzikale leeftijdsgenoten: Jean-Pierre Desmares, Joel Vandroogenbroek, Freddie Deronde, Milou Struvay, allen zowat 16-17 jaar. In het atheneum van Morlanwelz gaf Gebler in 1953 zijn eerste concert. In 1954 studeert hij een jaar aan het Conservatorium in Rijsel. In 1955 vervult hij zijn militaire dienst in Duitsland. Hij begint op te treden in Brusselse clubs als La Rose Noire, La Cave à Soutra, La Besace, Blue Note en Ramses II.



= 1 = (21 juli 1956) – The Tempo’s Cool Boys, Casino, Spa

Jean-Pierre Desmares (tenorsax)
Jean-Pierre Gebler (baritonsax)
Johnny Brouwers (piano)
Roland Gohy (gitaar)
Emile De Pauw (bas)
Jean Francotta (drums)

Titels:
Seven and Eleven
I don’t Know, don’t you Know how ?
The Way you look tonight
Cool Blues
Perdido
Tiny Capers (Acetate)


In 1956 en 1957 is Jean-Pierre Gebler tweemaal laureaat in een wedstrijd van de Hot Club de Belgique. Hij speelde toen bij The Tempo’s Cool Boys en werd verkozen tot de beste altsaxofonist.

Bobby Jaspar (1926-1963) vond Jean-Pierre op die leeftijd een revelatie en spoort hem aan om in Parijs het jazzcircuit te verkennen.



= 2 = (25 februari 1957) – The Swinging Angels, Brussel

Jean-Pierre Desmares (tenorsax)
Jean-Pierre Gebler (baritonsax)
Joel Vandroogenbroek (piano)
Freddie Deronde (gitaar, °1938)
Paul Dubois (bas)
André Kesteloot (drums)

Titels:

Walkin’
Blues for Podoum (Acetate)



In die periode was Brusselaar Leon ‘Podoum’ Demol (1920-1984) dé bekende trompettist met zijn dixieland-orkest, waarbij toen rietblazer Johnny Dover (1929-2002), ook al uit Brussel.

Op 24 maart 1958 speelt Jean-Pierre Gebler met Barney Wilen voor de studenten aan de ULB, de Franstalige Brusselse Vrije Universiteit, nu VUB, met Benoît Quersin bas) en Vivi Mardens (drums).



   

= 3 = (april 1958) – Jacques Pelzer and his Young Stars, Brussel

Jacques Pelzer (altsax)
Jean-Pierre Gebler (baritonsax)
Milou Struvay (trompet)
Joel Vandroogenbroek (piano)
Benoît Quersin (bas)
Vivi Mardens (drums)

Titels:
Don’t Smile (compositie Quersin en Pelzer)
Spanish Lady (compositie Sels) (Decca 123259)
Die twee nummers staan op het historisch vinyl ‘Jazz in Little Belgium’.

BANDCAMP



In deze periode speelt Jean-Pierre Gebler filmmuziek voor de Brusselse cineast en etnoloog Luc de Heusch (1927-2012), vriend van James Ensor en René Magritte. Marc Danval, zijn echte naam is Marc Sevenants (1937-2022) heeft een kleine rol in ‘Les Gestes du Repas’, met muziek van Benoît Quersin.


Op 4 mei 1958 was er tijdens de Expo ‘58 ‘La Journée Nationale du Jazz’ of de ‘Belgian Jazz Day’ met het Benoit Quersin Septet waarbij Jacques Pelzer, Jean-Pierre Gebler, Milou Struvay, Christian Kellens, Joel Van Droogenbroek en drummer Vivi Mardens, Doctor in de Farmacie.

Van 5 tot 13 juli 1958 vond in Knokke het ‘Festival Mondial du Jazz’ plaats. In een interview vertelt Gebler met lof over de prestaties van Ella Fitzgerald, Sarah Vaughan, Coleman Hawkins, Bobby Timmons en vele anderen. Was hij daar als bezoeker of was hij gevraagd bij de Belgian All Stars van Jack Sels ?


Eind 1958 verhuist Jean-Pierre Gebler naar Parijs. Op verzoek van Chet Baker komt hij naar ‘Le Tabou’, een pleisterplaats van existentialisten. Hij speelt er drie maand met Bobby Jaspar (1926-1963). Hij musiceert er met Barney Wilen, René Urtreger, Allen Eager en Jean-Louis Viale. In de Blue Note met Lou Bennett, Jackie McLean, Kenny Clarke en met pianist Bud Powell. Die had zich eens op de achterbank genesteld in de auto van Jean-Pierre. Zo probeerde hij een taxirit naar het hotel te omzeilen. Jean-Pierre Gebler en Danval bleven in Buds gezelschap en ontdekten dat ‘un vin rouge’ het enige Frans was dat hij kende.

Navraag bij de Chet Baker-specialist Jeroen de Valk: “Chet verbleef in Europa van september 1955 tot april 56, en weer van de zomer van 59 tot maart 64. Je zal doelen op die tweede periode; daarvan valt bijna anderhalf jaar in de bak van Lucca af, en is het meest waarschijnlijk het jaar 1963, waarin hij naar het zich laat aanzien acht maanden in Parijs woonde en werkte, en dat laatste vooral in Le Chat Qui Pêche. Precieze informatie over 'Le Tabou' heb ik niet”, aldus een antwoord op 23 mei 2025.



© Jacky Lepage


Portugal werd het tweede vaderland van Gebler. Hij ging op vakantie bij zijn grootvader die daar woonde. In Knokke had Jean-Pierre Gebler de Portugees Luiz Villas-Boas (1924-1999) ontmoet, die was in 1948 oprichter van de Hot Clube de Portugal in Lissabon, kortweg de HCP. Hij promootte jazz in Lissabon, Porto, Braga, Cascais en Coimbra. Bovendien was hij bevriend met impresario George Wein (1925-2021), stichter van het Newport Jazzfestival. Die relatie was mooi om Amerikaanse muzikanten te engageren. Misschien had Wein bemiddeld voor het optreden van het Count Basie Orchestra met Joe Williams op 1 oktober 1956 in de Imperio Cinema.

Van 1958 tot in 1961 floreerde een door studenten druk bezochte jazzclub in Lissabon. Tijdens het dictatoriaal ‘Estado Novo’ regime van Salazar (1889-1970) werd die club gesloten door de politie. Zo werden Pierre Barouh (1934-2016) en Jean-Pierre Gebler door de staatspolitie PIDE het land uitgezet, bevreesd voor existentialisten. Jean-Pierre Gebler en Barouh dweepten toen al met de Braziliaanse muziek van João Gilberto. Barouh stichtte in 1965 het platenlabel Saravah.

In 1959 verhuist Jean-Pierre Gebler naar Portugal. Met lokale jazzmusici is hij medestichter van het Quarteto do Hot Clube Portugal, met advocaat Justiniano Canelhas (piano), ingenieur van bruggen en wegen Bernardo Moreira (bas) (1932-2022) en Manuel Jorge Veloso (drums) (1937-2019).


In mei 1959 speelt Gebler ‘Twenty Minutes of Jazz’ in de RTP Studios in Lissabon met de Franse pianist Raymond Fol, met Thilo Krassman (bas) en Jorge Costa Pinto (drums). Ook voor de Portugese TV een bossa nova concert met drie Braziliaanse muzikanten. Nog in mei 1959 in de HCP een jamsessie met trompettist Bill Coleman (1904-1981).

In oktober 1959 speelt Jean-Pierre Gebler mee tijdens een concert en jamsession in de HCP. Op 11 oktober presenteert de radio ‘Twenty Minutes with the Jean-Pierre Gebler Ensemble’ met Jean-Pierre Gebler, Nestor Campor (gitaar) en Dimas (drums, percussie).

Gebler reist veel tussen Lissabon en Madrid. In november 1959 is Jean-Pierre Gebler in de Whisky Jazz Bar in Madrid met Luis Sangareau (drums). Hij speelt baritonsax in een formatie met bassist Chuck Israels, Arnold Wise, Jon Mayer en Perry Robinson, soms met de blinde Spaanse pianist Tete Montoliu (1933-1997). Hun zangeres van dienst was Simone Chevalier (1929-2018), later als Simone Ginibre. Met George Wein was ze in 1974 medestichter van de Grande Parade du Jazz in Nice.

Op 27 januari 1960 speelt die groep in de Clube Universitario de Jazz in Lissabon, de universitaire jazzclub. Op 9 april 1959 was Chuck Israels vanuit New York met het SS Ryndam vertrokken naar Le Havre. Hij nam zijn eigen contrabas mee en werd opgehaald door een vriend uit Parijs. Na een Europees verblijf van elf maanden vloog Israels op 15 februari 1960 terug naar New York met Air France, aldus het vliegtuigticket bezorgd door Alan Westby.

Op 31 maart 1963 speelt het HCP Quartet in hun club: Jean-Pierre Gebler (bariton), Justiniano Canelhas, Bernardo Moreira en Manuel Jorge Veloso. Met zelfde bezetting in april 1963 nog een clubconcert. Op zaterdag 3 augustus 1963 kreeg het Hot Club of Portugal Quartet een halfuurtje op het podium tijdens het festival in Comblain-la-Tour. Na dit optreden werd verhuisd naar Luik voor een jamsessie met Chet Baker en Jacques Pelzer.



= 4 = (1963) – Manuel Jorge Veloso Quintet – Belarmino, Lissabon


Van augustus tot december 1963 wordt muziek gecomponeerd en opgenomen voor de film ‘Belarmino’ van Fernando Lopes. Vijf nummers worden vertolkt door de Hot Clube de Portugal. Dat waren Manuel Jorge Veloso, J. Rosa (tenorsax), Jean-Pierre Gebler (baritonsax), Milou Struvay (trompet), Vasco Henriques (fluit), Justiniano Canelhas en Bernardo Moreira. De film werd in première uitgebracht op 18 november 1964 met live optreden van Jean-Pierre Gebler.

Op 20 april 1964 is Jean-Pierre Gebler met Canelhas, Moreira en Veloso in de Cinema Imperio in Lissabon voor het ‘Festival of Modern Music’. Het woord ‘Jazzfestival’ was uit den boze.

Op 30 april 1965: een week lang wordt gefeest omwille van de ‘Queima das Fitas’, de ‘Verbranding van de Vaandels’ als afscheid van het studentenleven. Jean-Pierre Gebler was erbij in Coimbra.

Op 10 september 1965 wordt in Cascais de ‘Luisiana’ Jazzclub geopend met Jean-Pierre Gebler en Luiz Villas-Boas. Gerry Mulligan en Paul Gonsalves openen.



= 5 = (begin 1965) – Manuel Jorge Veloso Quartet – A Embalagem de Vidro, Lissabon
Het Quarteto do Hot Club de Portugal met Jean-Pierre Gebler, maar zonder Struvay, vertolken drie nummers bij de gelijknamige film uitgebracht in 1966.

Op 12 februari 1966 organiseert de Vereniging van Journalisten en Letterkundigen van Porto een jazzconcert met Jean-Pierre Gebler, Justiniano Canelhas, Vasco Henriques, Bernardo Moreira, Manuel Jorde Veloso.

In 1966 was Veloso gastheer tijdens een RTP-TV show ‘Jazz no Estudio A’ met Charles Lloyd, Keith Jarrett, Cecil McBee en Jack DeJohnette. Op YouTube circuleert een half uur van die formatie in ‘Jazz Pour Tous’, opname in de RTBF TV-studio in Brussel op 2 mei 1966.

Op 3 mei 1967 speelt Jean-Pierre Gebler in Coimbra voor de Vereniging van Academici met Dexter Gordon, Justiniano Canelhas, Bernardo Moreira en Manuel Jorge Veloso.

In 1968 nog een concert met Dexter Gordon in de club van de HCP met Jean-Pierre Gebler, Moreira en Veloso.

Op 10 april 1970 in Cinema Imperio: Pony Poindexter (altsax, sopraansax) met HCP muzikanten: Jean-Pierre Gebler, Canelhas, Moreira, Veloso en Luis Sangareau (percussie, drums).

Om financiële redenen stopt hij met zijn muziek en was weinig actief tussen 1970 en 1980. Vanaf 1967 werkte hij in de textiel- en breigoedindustrie.

In 1972 speelt hij piano op een schip dat de Maas afvaart. 

Over opnamen Jean-Pierre Gebler en Chet Baker vond ik raad bij Jeroen de Valk: “Gebler nam officieel geen muziek op met Chet, althans niet voor zover vertegenwoordigd in mijn verzameling van ongeveer driehonderd Chet's albums en onuitgebrachte muziek (honderden uren). De kans bestaat natuurlijk dat er nog ergens een geheime opname bestaat met Gebler”.

Reeds vroeg in zijn loopbaan begeleidde Jean-Pierre Gebler Chet Baker in Pol’s Jazz Club in Brussel. Danval was er steeds bij als toeschouwer en wilde geen concert missen. Chet ging zelden op hotel en vond altijd logement bij vrienden. Zo logeerde Chet dikwijls bij Danval, Rue Vilain XIIII. Mediafiguur en poëet Marc Danval schreef zelfs een gedicht ‘La Saga de Chet Baker’. Het was bij Pol Lenders (1917-2000) dat orgeliste Rhoda Scott (°1938) debuteerde.

In 1981 neemt Jean-Pierre Gebler stilaan meer en meer opnieuw de sax op.



= 6 = (juli 1981) – Jean-Pierre Gebler and Friends, Ougrée, Studio Michel Dickenscheid

Jean-Pierre Gebler (piano)
Jacques Pelzer (altsax, sopraan, fluit)
Freddie Deronde (bas)
Al Levitt (drums)

Titels:
Stella by Starlight

Solar
Hi-Fly

(vinyl LDH 1006)


6 november 1982: Cascais Jazz Festival ‘82, Salesianos Pavilion, Estoril: het Jacques Pelzer Quartet: Jacques Pelzer (altsax, baritonsax), Jean-Pierre Gebler (bariton), Jacques Pirotton (gitaar), Bert Thompson (bas), Micheline Graillier Pelzer (drums)



= 7 = (maart 1983) – Jean-Pierre Gebler and Friends

Jean-Pierre Gebler (baritonsax)
Jacques Pelzer
Richard Rousselet (trompet)
Michel Herr (piano, arrangeur)
Freddie Deronde
Al Levitt
met op ‘Brother Lou’, compositie van Gebler, vocals en lyrics van Stella Levitt

Titels:
Bruh’ Slim

Brother Lou
Joy Spring

(vinyl LDH 1006)
Op de platenhoes schrijft Gebler:
“A ma mère, qui, parmi beaucoup d’autres bonnes choses, m’a fait aimer le jazz”.


In 1985 Jean-Pierre Gebler met Jon Eardley in Cascais Jazzfestival, maar onzeker als hij optrad met Jean-Pierre Gebler Quartet.

Op 9 november 1985: Lisboa Jazz ‘85HCP Quartet met Jean-Pierre Gebler, Canelhas, Moreira, Veloso.

In 1986 vormt Jean-Pierre Gebler een nieuw kwintet waarmee in 1988 voor Igloo een plaat wordt opgenomen.




= 8 = (21-22 mei 1988) – Jean-Pierre Gebler Quintet, Brussel, Igloo Studio

Jean-Pierre Gebler (baritonsax)
Michäel Blass (piano)
Jacques Pirotton (gitaar)
Philippe Aerts (bas)
Jan de Haas (drums)
gitarist Jeanfrançois Prins speelt als gast op één of twee nummers mee

IGLOO RECORDS IGL069

Titels:
Autumn in New York

You Stepped out of a Dream
Penny, Ruby my Dear
Like Someone in Love
Milestones
Shiny Stockings
Dance of the Infidels
Gone with the Wind
Four Brothers




= 9 = (1-3 november 1993) – Jean-Pierre Gebler Quartet – ‘Ballades … ou Presque’

Jean-Pierre Gebler (baritonsax)
Michel Herr (piano)
Jacques Pirotton (gitaar)
Philippe Aerts (bas)

IGLOO RECORDS IGL107

Een plaat zonder drums, een hommage aan Lester Young, Dexter Gordon en Gerry Mulligan. Opgenomen in Brussel, Caraïbes Studio.

Titels:
Come Rain or come Shine

Lament
What’s New
The Night has a Thousand Eyes
Five Women (compositie Gebler)
I’m Getting Sentimental over You
‘Tis Autumn, SKJ Blues (een stuk van Milt Jackson en Wes Montgomery)
All the Things You Are
Everything Happens to Me
A Weaver of Dreams  


Ter promotie van dit album werd op 28 april 1994 een concert gegeven in Le Petit Coq, Linkebeek.


19 maart 1998: de Hot Clube de Portugal bestaat 50 jaar en dat wordt gevierd met het HCP Quartet, Jean-Pierre Gebler, Canelhas, Moreira en Veloso.




= 10 = (18 september 2001) – Jean-Pierre Gebler – ‘Meggie’ met de Belgian All Stars

Gino Lattuca (trompet, flugelhorn)
Phil Abraham (trombone)
Fabrice Alleman (tenorsax, sopraansax)
Steve Houben (altsax, fluit)
Jean-Pierre Gebler (baritonsax)
Michel Herr (piano - alle arrangementen)
Jacques Pirotton (gitaar)
Sal LaRocca (bas)
Bruno Castellucci (drums)
en de elfjarige kleindochter Maïté Cupers-Gebler (piano) op ‘Turnaround’ van Ornette Coleman

‘Meggie’ is een compositie van Gebler, genoemd naar zijn moeder die hem als kind leerde luisteren naar Armstrong, Ellington, Bix, Benny Carter, Coleman Hawkins. Synsound Brussel, opgenomen door Dan Lacksman, Gam Records 917.

BANDCAMP

Titels:
Fair Weather

Keester Parade
Remember
Meggie
One Mint Julep
Jeru
Thinking of You (compositie Herr)
Fried Bananas
Laura
Heartaches
Turnaround


10 juli 2003: Estoril Jazz – Jazz Num Dia de Verao (Jazz on a Summer Day ‘03) – Parque Palmela: Jean-Pierre Gebler Belgian All Stars: Steve Houben, Fabrice Alleman, Gino Lattuca, Phil Abraham, Michel Herr, Jacques Pirotton, Salvatore LaRocca, Bruno Castellucci.

Michel Herr vertelt volgende anekdote: tijdens het optreden kwam een korte rukwind opzetten zodat de partituren van vooral de blazers de lucht ingingen. Het concert werd stopgezet en iedereen op zoek naar de nodige bladmuziek.

De Brusselse baritonsaxofonist Alain Cupper ontmoette in 1999 Jean-Pierre Gebler. Er ontstond een wederzijdse vriendschap en Jean-Pierre Gebler droeg heel wat baritonkennis over aan Alain.

Zegt Alain: “Hij kon niet zo goed muziek lezen, maar zijn spel was heel instinctief en natuurlijk. De laatste jaren was hij fysiek achteruitgegaan en verloor hij zijn instrumentale techniek”.

Hij speelde ook piano. Michel Herr vertelt dat Jean-Pierre Gebler twee manuscripten van Bill Evans had ontvangen.

Op de site van Alain Cupper vind je de partituur ‘Para Gebler – Tribute to Jean-Paul Gebler’, gescheven door Cupper in december 2006 naar aanleiding van het overlijden van Jean-Pierre Gebler.




= 11 = (september 2003) – Alain Cupper Quartet – Bunga

Alain Cupper (°1964)
Peter Vandenberghe (°1969, piano)
Eric Fusillier (°1962, bas)
Herman Pardon (°1965, drums)
Gino Lattuca (trompet)
Paolo Loveri (gitaar)
Jean-Pierre Gebler is de gast op één nummer ‘Too Close for Comfort’

Idrissity 301


Tekst © Erik Carrette 2025  -  foto’s © Jacky Lepage




Jean-Pierre Gebler (bs), Fabrice Alleman (ts) en Alexandre Plumacker (tp) © Jacky Lepage

=== DANK ===
Muito obrigado por tudo, Pedro Moreira, José Pedro Gomes e Francisco Rego

Op 22 december 2009 werd de HCP geteisterd door een brand waardoor archiefstukken en instrumenten verloren gingen.

Dank aan de Muziekafdeling van de Koninklijke Bibliotheek van België, Michel Herr, Jean-Pol Schroeder (Maison du Jazz), Mathieu Peiffer, Olivier Sauveur, fotografen Jacky Lepage en Henrique Calvet

=== Bronnen  ===
Dictionnaire du Jazz à Bruxelles et en Wallonie, Bernard Legros, 1991
Jazz In Time, nummer 7, oktober 1989, met interview door Guy Masy
Marc Danval, L’Epicurieux, La Voix de la RTBF, Michaël Albas, 2002
The Bariton Chronology, 2015, door Romein Piersimone Crinelli, University of Gothenburg


In case you LIKE us, please click here:



Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications





Hotel-Brasserie
Markt 2 -
8820 TORHOUT

 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Luca A. d'Agostino
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
France Paquay
Francesca Patella
Quentin Perot
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Quentin Perot
Jacques Prouvost
Renato Sclaunich
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Peter Van De Vijvere
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst