Pédron Rubalcaba







Pierrick Pédron is al jaren een van de toonaangevende altsaxofonisten van de Europese scene - profiteer van deze nieuwe release om 'Fifty-Fifty' nog eens te beluisteren, of het Monk-album dat door ACT is uitgebracht. Dit duet met pianist Gonzalo Rubalcaba zal ook een mijlpaal zijn in de discografie van de saxofonist.

Telefonisch interview tussen België en Japan, waar Pierrick Pédron op tournee is.


Als je de liner notes leest, krijg je de indruk dat dit project geboren is aan de hoek van een restauranttafel, maar ik vermoed dat je al een idee in je achterhoofd had…

Pierrick Pédron : Het is een beetje toevallig ontstaan. In 2020 nam ik het album 'Fifty-Fifty' op in New York met Sullivan Fortner, Larry Grenadier en Marcus Gilmore, nog steeds met Daniel Yvinec als artistiek leider. Helaas hadden we na de opnames in januari 2020 een tour gepland voor de herfst van 2020, en er lagen al een paar data vast. Maar toen overviel covid ons.

Het album werd in maart 2021 met veel bijval uitgebracht, maar gezien de drukke agenda van de muzikanten die aan het album hadden meegewerkt, toerde ik met mijn Franse muzikanten door Frankrijk. Op dat moment waren Daniel en ik al bezig met een nogal groot project in samenwerking met Vincent Artaud: een opname met een filharmonisch orkest. Op een dag besloten we om Daniel, mijn agent, Selmer en Vincent Artaud te ontmoeten om over het filharmonisch project te praten.

Ik realiseerde me dat het enkele jaren zou duren om het op poten te zetten, dus ik stelde iets eenvoudigs en flexibels voor eer ik met dit ambitieuze project zou starten. En ik vertelde hen mijn wens om als duo op te nemen, iets wat ik nog nooit eerder had gedaan. Ik dacht dat dit het juiste moment was en het sprak de protagonisten aan. We spraken over een mogelijk duo en Daniel noemde de naam van Gonzalo Rubalcaba. Daniel had een contact bij het label van de pianist. En die man zag er geen graten in. We hadden wat platen opgestuurd die ik had gemaakt en Maria Gonzales. Gonzalo's vrouw en manager, bevestigde dat ze ermee akkoord gingen.



Had je al andere duo’s in gedachten toen je dit duo bedacht ?

Pierrick Pédron : Ik had natuurlijk wel een paar referenties, maar ik had geen voorbeelden: Archie Shepp of Lee Konitz zaten al in mijn hoofd, maar er was geen sprake van dat ik nog eens zou luisteren naar wat zij hadden gedaan. Ik wilde me niet laten beïnvloeden, en Gonzalo ontmoeten zonder referenties te hebben die de manier waarop ik de muziek zou benaderen hadden kunnen veranderen. Ik wist ook dat Gonzalo in duetten had gespeeld met Joe Lovano en Charlie Haden, maar ik wilde niet in iets verzeild raken dat mijn geest zou afsluiten, dat de frisheid van het project in de weg zou staan.

Je hebt het over frisheid, maar het zit hem ook in het repertoire, met bekende componisten maar niet hun meest vertolkte werken…

Pierrick Pédron : De keuze van het repertoire lag meer bij Daniel Yvinec en ik liet de keuze van de stukken aan hem over. Daniel is al meer dan dertig jaar een vriend van me en ik weet dat hij een uitstekende kennis heeft van jazzmuziek en dat deze voorstellen niet onopgemerkt zouden zijn gebleven: er ligt een wereld tussen Sydney Bechet en Carla Bley, maar de idee was om door de geschiedenis van deze muziek te gaan met de mogelijkheid om alles in eenzelfde geest te spelen.


De diversiteit aan stijlen in de composities rechtvaardigde ongetwijfeld arrangementen om de samenhang in het album te behouden...

Pierrick Pédron : Precies, er was geen sprake van dat ik the real book zou openslaan om deze nummers uit te voeren. De liedjes moesten gearrangeerd worden en er moest iets unieks aan zitten, ook al zijn het redelijk bekende standards. Ik wilde niet het thema nemen en de melodie spelen, punt. Ik was daar bang voor om verschillende redenen: ik kende Gonzalo Rubalcaba niet, ik had heel goed te maken kunnen hebben met iemand die niet erg cool was - soms is er geen gevoel tussen muzikanten.

Ik wilde een arrangeur, Laurent Courthaliac, die een grote kennis van muziek heeft en open staat voor Franse klassieke muziek. Ik wilde dus een harmonie tussen jazzmuziek, blues en Franse klassieke muziek. Het was geweldig om met Laurent te werken, we zagen elkaar elke dag en hij kwam met ideeën, akkoorden en openingen die het stuk ergens anders heen zouden brengen.

Wat ik mooi vind is de spanning en de ontspanning: als het te gespannen begint te worden, is er net op dat moment een prachtige frase die me doet denken aan de hele geschiedenis van de jazz met een mooi citaat in de stijl van Bird. Dat is wat ik mooi vind aan dit principe van spanning/ontspanning, het terugvallen op iets gewoner. Dat is wat ik wilde voelen in de sfeer van deze verschillende tracks.

Van het hele repertoire is slechts één stuk afkomstig van een muzikant die hetzelfde instrument bespeelt als jij, Jackie McLean...

Pierrick Pédron : In feite lijkt het erop dat dit stuk een schets is van een thema van Thelonious Monk, en niet een compositie van McLean die er een stuk van zou hebben gemaakt. Is dit waar of niet ? Het lijkt erop dat het idee van Monk kwam.


"Lawns" is het enige nummer dat niet gearrangeerd werd en het is tevens een live versie...

Pierrick Pédron : Alle nummers zijn live opgenomen. Toen Gonzalo in de studio kwam, begonnen we wat af te toetsen, om de chemie te begrijpen en te zien dat het goed kon gaan. "Lawns" is heel speciaal: ik was zo blij met de sessie waarin we onszelf helemaal leeg hadden gemaakt, met de geest die uit het instrument kwam. Toen we het repertoire speelden, was ik erg blij met wat er was gedaan, maar Daniel stond erop om 'Lawns' te spelen en er was een soort bevrijding op dat stuk die de tranen in mijn ogen opwekte omdat de melodie zo prachtig was.

Toeren als duo was veel gemakkelijker dan met een symfonieorkest...

Pierrick Pédron : We hebben in Coutances gespeeld, het was een prachtig concert. Als ik terugkom uit Japan hebben we de opname van de “Victoires”, waar we genomineerd zijn, en spelen we er de Bechet. We hebben La Villette, Nantes en dan Italië, dus we zullen heel wat concerten hebben…

Tekst © Jean-Pierre Goffin (vrije vertaling : Jos Demol) – foto’s © Serge Braem
Een samenwerking JazzMania / Jazz'halo



Pierrick Pédron & Gonzalo Rubalcaba
Pédron Rubalcaba

Gazebo

RECENSIE


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst