Joëlle Léandre, een gesprek...

Wie speelt wat hij kent, improviseert niet.



Ze kreeg voor het eerst een contrabas in handen toen ze negen was. Een gelukkig toeval of voorbestemming? Het instrument intrigeerde haar zodanig dat ze les ging volgen en nooit meer achteromkeek. Inmiddels wordt Joëlle Léandre beschouwd als de “grande dame” van de contrabas, in de wereld van improvisatie en freejazz maar ook ver daarbuiten. Recent mocht ze in New York tijdens het Vision Festival nog een Arts For Art Lifetime Achievement Award in ontvangst nemen. Een gesprek over improvisatie, vrijheid, familiestammen en activisme.

We contacteerden Joëlle Léandre via Whatsapp op het einde van de zomer toen ze nog met vakantie was in Touraine (Frankrijk). Wat we planden als een praatje van een half uur mondde uiteindelijk uit in een betoog van anderhalf uur. Noem het gerust “une interview fleuve” waarin verschillende begrippen en ideeën door elkaar aangehaald werden als “one liners” (zowel in het Frans als het Engels). Hieronder een selectie met van bij de aanvang haar visie over improvisatie (waarover ze naderhand nog verder uitweidde).




© Geert Vandepoele




U weet toch dat improvisatie zeer formeel en compositorisch is, anders wordt het diarree. Velen zeggen “I am free, I improvise”. Mijn reactie is dan “what do you mean, you are free?”. Het onderwerp improvisatie is schrikaanjagend en reikt tot aan heel wat uiteenlopende gebieden zoals ook het denken, de beweging en “le politique, pas la politique”. Het is een totaalkunst en zeker geen “joepie, ik doe wat ik wil”. Improviseren is hard werken. Bij deze mijn introductie.


Vrijheid kan inderdaad gevaarlijk zijn...

Vrijheid is een utopie. We zijn niet vrij, we proberen enkel te streven naar een zekere vorm van vrijheid. Het is een titanenopdracht en bovendien een uiterst complex gegeven doordat we omringd zijn door codes en langs alle kanten onder toezicht staan.

Recent verschenen onder meer de cd ‘Zurich Concert’ (Intakt) en de dvd ‘Duende’, twee solo-opnamen. Alleen op een podium met een contrabas is duidelijk door de jaren heen uw handelskenmerk geworden.

Dat is geen persoonlijke keuze. Organisators vragen mij zo en het publiek apprecieert dit blijkbaar. Het zijn de mensen van Intakt die mij contacteerden voor een soloconcert met aansluitend de cd hiervan. Voor ‘Duende’ was het regisseur Christian Pouget die het voorstel deed om een film van tien clips te maken op bijzondere plekken zoals kerken, bossen en zelfs in de buurt van een waterval. Hij is ervan overtuigd dat ik op haast transcendentale wijze overkom als soloartiest. De meeste ideeën voor de locaties waren van hem waaronder eentje in een woud waarvoor hij mij vroeg een oude mantel aan te trekken om het allemaal een beetje spookachtig te doen uitschijnen. Pouget beschouwt mij sowieso als een sjamaan, vandaar. Nog zo een beeld dat men van mij heeft. Zelf sta ik daar nooit bij stil.



video still © Christian Pouget



Hebt u een speciaal ritueel voor de aanvang van een concert ?

Ik heb net een tiendaagse tournee in zeven landen achter de rug met Tiger Trio. Myra Melford, Nicole Mitchell en ik musiceren al negen jaar samen en wisselen nooit afspraken uit onder elkaar. Idem als ik optrek met William Parker, Derek Bailey, Evan Parker, George Lewis, Anthony Braxton of Bill Dixon. Bij improvisatie geldt dat minder denken en beslissen het best is. De eerste klank of noot bepaalt alles. Vervolgens is het een spel van luisteren en vertrouwen. Niets is voorbereid. Wanneer er sprake is van planning, heb je een leider of een componist die partituren voorlegt.

De improvisatiewereld is een grote familie. We kennen en erkennen elkaar en ondervinden dezelfde vreugde, woede of frustraties. Vergelijk het met een stam. Zo heb je ook de stam van diegenen die standards spelen of barok uit de zeventiende eeuw of noise. Het creatieproces verschilt daarbij overal of is totaal afwezig zoals bij klassieke muzikanten die vier zelfde concerto’s brengen gedurende vijfenveertig jaar. Maar ze verdienen wel tien keer meer dan ik.



© Geert Vandepoele



Wie speelt wat hij kent, improviseert niet. Zelf ben ik altijd bezig met creëren. De mens is in een constante staat van vibratie. Vanaf het moment van wakker worden is er die nieuwsgierigheid, althans bij mij. Sommigen blijven zichzelf herhalen zoals ik al zei. Voor mij staat leven synoniem met avontuur. Dat is precies het onderwerp van improvisatie, het leven zelf. “Savoir ne pas savoir” hoort daarbij. Het gaat dus ver. De realiteit is de muzikant tegenover jou en dat betekent luisteren. Het maakt niet uit of die uit rock, noise, bebop of barok komt.

U vertoefde in het verleden niet alleen in het improvisatiemilieu...

Ik heb inderdaad gewerkt onder Boulez, Barenboim en Stockhausen. In de “musiques nouvelles” bestaat echter een strakke orde waarin de muzikant enkel een onderdaan is. Je zwijgt en voert de muziek uit van anderen. De hiërarchie in die wereld bepaalt welke klank mooi is en welke niet. Wie beslist dat ?  De zogenaamde culturele overheden die zeker niet de namen zullen vermelden van twee wat ontaarde improvisators die instant creëren met een klarinet en een fietswiel ergens in een kleine kunstgalerij.



© Geert Vandepoele



Op een bepaald moment was ik het beu dat voor mij beslist werd en begon te denken dat ik mijn eigen muziek en leven moest vertolken. Dat is echter zwaar labeur, gekoppeld aan een graad van nederigheid en leren van anderen. Leven is keuzes maken en beslissingen nemen, net als improviseren. Improviseren is ook een kwestie van geheugen en anticiperen. Het is de enige muziekvorm zonder hiërarchie, leeftijd- of genderonderscheid. Vandaar dat een tweeëntwintigjarige trompettist kan dialogeren met een tachtigjarige bassist. In een maatschappij met een hiërarchische piramidestructuur heb je die vrijheid of mogelijkheid niet. Politiek is net daarop gebouwd. Dat is wat men “massisfication” noemt. Maar daartussen zitten dan individuen die zichzelf willen zijn. “Be you, do it, go for it”, iets wat ik meekreeg van de Amerikanen. Om zichzelf te zijn, moet je niet alleen veel leren maar ook afleren en pas dan begin je jezelf te kennen en bereik je een zekere vrijheid. Ik speel contrabas sinds mijn negende en ben er ondertussen tweeënzeventig. Een heel parcours dus. Het begrip vakantie ken ik niet. Ik ben een activiste.



video still © Christian Pouget



Tegenover de zogenaamde “musique savante” staat de “musique orale”. Deze laatste wordt in Europa verwaarloosd of scheef bekeken. Enkel de “musiques savantes” geldt als waardevol. Dat betekent dat alle muziek die niet gecomponeerd is door een enkele persoon niets waard is. Daar krijg ik een hekel van. Ik geloof dat elk individu creatief is en je hoeft daar geen diploma voor te hebben.

Oh ja, dan vergeet ik nog in deze context de Italiaanse componist Giacinto Scelsi te vernoemen. Hij zei “La musique a besoin de son mais le son n’a pas besoin de musique”. Fantastisch toch, een echte levensles. Of John Cage, “Ik heb nog nooit een geluid gehoord waar ik niet van hield”. Dat gaat diep hoor. Ik krijg er nog de tranen van in de ogen. Improvisatie is ook dat allemaal. Maar je hebt goede en slechte improvisators net als er goede en “kaka” componisten zijn. Idem bij performers en instrumentalisten.

Het komt altijd op hetzelfde neer, ken je instrument. Ik had geen jeugd, zoveel werkte ik met dat stuk hout, mijn contrabas. Het gaf mij wel de kans anderen te ontmoeten want “être soi, c’est l’autre”. Je moet dus open staan. Ik ging twaalf jaar aan de slag met dansers en choreografen, trad op tijdens poëziefestivals en tentoonstellingen en kwam in contact met zowat alle kunstvormen. Zo ben ik Joëlle Léandre geworden, net dankzij de anderen.



© Christian Pouget



Wat mij ongerust maakt, is dat er mensen zijn die beweren alles te weten. De menselijke natuur is schrikaanjagend complex en mooi tegelijk. We weten iets maar niet alles. De kunst is verwonderd blijven. Artiesten zijn sponsen die weliswaar moeten selecteren en beslissen. Subversiviteit hoort daarbij anders word je een academicus of een instituut. Dat is niet aan mij besteed ook al kreeg ik onderscheidingen zoals Chevalier des Arts et des Lettres en de Ordre national du Mérite. Chevalière bestaat trouwens niet, vrouwen tellen daar niet. Ik ben en blijf rebel. De utopie om de wereld te veranderen zit er nog steeds in bij mij want het gaat slecht overal, al jaren. Daarom misschien dat sommigen die mij live aan het werk zien opschrikken van de intense woede.

Regelmatig zingt, schreeuwt en neuriet u ook. Is dit met voorbedachten rade of een ingeving van het moment ?

Het is een heel natuurlijk gegeven. Pure emotie die zich opstapelt van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Ik heb een lyrische stem maar kan ook onomatopeeën zingen of puur dadaïstisch uithalen. Mijn stem gebruik ik heel vrij, ik volgde nooit lessen. Dat alles kwam weliswaar pas later, voor alles ben ik contrabassist. Maar het publiek apprecieert dit en ik vind het zalig, dus doe ik verder. Het gebeurt zeker niet systematisch. Vier dagen geleden speelde ik nog met Evan Parker. Op een bepaald moment begon ik “bluesy” en gospelachtig te zingen. “Great” was zijn reactie.

Tekst © Georges Tonla Briquet  -  foto's © Christian Pouget / Geert Vandepoele




Eglise de Calès, juli 2021 © Christian Pouget


Website Joëlle Léandre





Koop de dvd's door op de foto te klikken:

 



In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst