R.I.P. Peter Brötzmann (1941-2023)







De vrijbuiter uit Wuppertal is vertrokken na een lange en tumultueuze carrière die hem van noord naar zuid en van oost naar west bracht, met talloze opnames (en verzamelvinyls) als ergernis. Maar ook hoesontwerpen en memorabele posters, want hij was ook een zeer originele graficus.

Na de ontdekking van Albert Ayler en Ornette Coleman begon Peter Brötzmann midden jaren zestig zijn carrière in de marge van de jazz met bassist Peter Kowald. Don Cherry noemde hem "Machine Gun" voor zijn heftig hyper-expressieve, schreeuwerige, krampachtige stijl, snijdend als vuursteen of fluitend in ongelooflijk harde hoge noten: deze bijnaam werd de titel van het eerste cultalbum van zijn P.B. Octet 'Machine Gun', waarop vele sleutelfiguren uit de Europese vrije muziekscene te horen waren: drummers Han Bennink en Sven Åke Johansson, bassisten Peter Kowald en Buschi Niebergall, pianist Fred Van Hove en saxofonisten Evan Parker en Willem Breuker.


Brötzmanns internationale carrière begon ook in Antwerpen, waar hij vaak speelde met Fred Van Hove, Peter Kowald en Kowalds zwager, saxofonist Kris Wanders.

Na het overlijden van de drummer in Fred Van Hove's trio, Jan van't Ven, waren de muzikanten op zoek naar een vaste drummer. Na een memorabele tournee met Han Bennink in 1967 raadde Marion Brown hen aan om deze buitengewone percussionist uit te nodigen. In de loop van de maanden kristalliseerde het trio Brötzmann, Van Hove & Bennink zich uit, zonder twijfel de meest uitzinnige, extravagante en contrasterende groep in de free scene.


De drummer, in trance en geobsedeerd door ritmes, bespeelde meerdere percussie-instrumenten die op heterogene wijze bij elkaar waren gebracht (Chinese trommels, Chinese bellen, Tibetaanse schalen en trompetten, Indiase tabla’s, Afrikaanse trommels, balafons, flexatone, enz…). Hij brak zijn stokken met een vernietigend gevoel voor humor en vermenigvuldigde de pulsaties en slagen in alle richtingen.

Peter Brötzmann blies onbewogen als een bezetene, liet zijn riet exploderen met een ongewone kracht en energie en blafte om een hele menagerie af te schrikken. Zijn unieke opvatting van het geluid van de saxofoon prevaleert boven de subtiliteiten van vingerzetting en frasering uit de moderne jazz of conservatoriummuziek. In feite lijkt hij op de klarinettisten bij de Gilles fanfare van La Louvière die hun groove inzetten tijdens de legendarische 'soumonces' aan de vooravond van Laetare.

Of hij nu tenorsax, alt-, bariton- of bassax, klarinet en taragot speelde, de blazer verloor nooit zijn brandende energie en abrupte geluid. In schril contrast daarmee dwarrelden de ongebreidelde improvisaties van Van Hove rond, verschoven ritme en harmonie op een even kundige als uitzinnige manier. Een hyper speelse dimensie gebaseerd op instant improvisatie met een paar thematische referenties, waaronder Gillespie's 'Salt Peanuts'.


Na een reeks albums, de ene al gekker dan de andere ('Nipples, Balls, Eléments', FMP 0130, 'Outspan Ein & Zwei'), gaf het trio zijn laatste concert in 1976, voor het overlopen van de pianist, die zichzelf graag gehoord zou hebben in zo'n stortvloed. Want het explodeerde met ongehoord geweld en onvoorspelbare, experimentele actie, zeer gedurfd voor die tijd. De meest overtuigende audioreportage vind je HIER.

Rond die tijd bracht Brötzmann zijn eerste soloalbum uit op het Berlijnse coöperatieve label Free Music Production, waar ook pianist Alex von Schlippenbach, Peter Kowald, gitarist Hans Reichel, ... deel van uitmaakten.

In de loop der jaren en decennia groeide zijn samenwerking exponentieel: 'Last Exit' met Bill Laswell, Shannon Jackson en Sonny Sharrock in een free-rock richting, de Zuid-Afrikaanse drummer Louis Moholo en bassist Harry Miller en de meest legendarische Afro-Amerikaanse free drummers: Rashied Ali, Andrew Cyrille, Milford Graves en Hamid Drake, spelend in duo's of trio's met bassisten als William Parker en Fred Hopkins. Dit was het soort ongebreidelde vrije muziek waarvoor hij dubbele confrontaties met een drummer koesterde.

Zijn eerste confrontatie met Milford Graves vond plaats in de Bloomdido in Brussel in 1980: gedenkwaardig! Hij was zelfs te horen met oudgediende Mingusian Walter Perkins en Nasheet Waits. Tegen het einde van de jaren '90 begon hij vaak te toeren met zijn Chicago Octet met Joe McPhee, Ken Vandermark, Mats Gustafsson, Fred Lonberg Holm, Hamid Drake, Michael Zerang... zowel in Noord-Amerika als in Europa.


Een eerbetoon aan Albert Ayler, zijn 'Die Like a Dog' kwartet met trompettist Toshinori Kondo, William Parker en Hamid Drake en zijn weinige opnames voor FMP zijn een uitstekend voorbeeld van het derde deel van zijn internationale carrière. Onze fenomenale saxofonist - een archetypische amateurmuzikant aan de zelfkant van de maatschappij met een onwankelbare wil om te slagen - is uitgegroeid tot een van de meest gewilde jazzartiesten ter wereld. Kijk maar eens naar zijn enorme discografie en noteer alle plaatsen waar zijn albums zijn opgenomen. Natuurlijk, zijn lange improvisaties zijn misschien onvermijdelijk overbodig voor degenen die naar zijn albums luisteren, maar zijn podiumpresentatie en live muziek hebben de onbetwistbare verdienste dat ze al generaties lang een publiek fascineren en in vervoering brengen dat verdwaasd is door zijn surrealistische, hectische spel.

Tekst © Jean-Michel Van Schouwburg (vrije vertaling: Jos Demol)  -  foto’s © Geert Vandepoele
Een samenwerking JazzMania / Jazz'halo

 



Aan te bevelen albums :

Brötzmann/Graves/Parker - Historic Music Past Tense Future
Peter Brötzmann/Hamid Drake - The Dried Rat-Dog
Peter Brötzmann/Fred Hopkins/Rashied Ali - Songlines



In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst