D

David Chevallier raconte que c'est à 12 ans qu'un ami guitariste lui a fait découvrir Ralph Towner, John Abercrombie, Pat Metheny, Egberto Gismonti et Mick Goodrick: sa voie était tracée.

De Belgische jazzscene bevindt zich momenteel in een hoogconjunctuur die te vergelijken is met de Antwerpse rockscene of zelfs de grungehype in Seattle, allebei intussen een dikke kwarteeuw geleden. Enkele voortrekkers, die vaak in verschillende bands tegelijk actief zijn, bepalen met enkele herhaalde formules en ingrediënten een vaak herkenbare stijl en sound (waarvan de vorig jaar verschenen compilatie ‘Jazzcats’ van Lefto een mooie staalkaart biedt). Minstens even interessant waren en zijn de muzikanten die bij zo’n neue Welle een beetje in de marge opereren, maar duidelijk een eigen weg kiezen. Het risico bestaat dan ook dat zo’n bands over het hoofd worden gezien door de media.

Christophe Dal Sasso est flûtiste mais il est surtout connu comme arrangeur pour grands ensembles, comme cette « Ouverture » pour 11 musiciens en 2004. Il s'attaque ici au répertoire de John Coltrane, comme il l'avait déjà fait en 2014 pour « A Love supreme ».

Een gitarist die in de kringen vertoeft van John Zorn, transponeert samen met een New Yorkse vocaliste eeuwenoude traditionele Moravische liederen op een buitensporige en grillige wijze naar de eenentwintigste eeuw.

Altsaxofonist Stéphane Mercier resideerde in New York en Parijs vooraleer zich te vestigen in Brussel. Hij leidt de Jazz Station Big Band en vormde met Maxime Blézin de Dinant Jazz Orchestra en New Quartet op het Dinant Jazz Festival 2019. De Belgische pianist Igor Géhénot en de Ierse drummer Darren Beckett, al vertrouwd sinds de New York-periode, stonden toen aan zijn zij en vinden we ook terug op dit album ‘The Road’.

This album begins by immersing the listener in a warm glow; acoustic piano voicings with a subtle Bill Evans flavour and a prominent double bass line, leading into a hushed trumpet theme. In the sleeve notes Randy Brecker enthuses about Costa; "His virtuosity is evident, but he uses it very sparingly, and all his famous guests are in the same zone...less notes but a lot of lovely, heartfelt, emotional, music."

Vorab sei aus den Liner Notes zitiert, die von keinem Geringerem als Randy Brecker stammen: „The conversations and interactions between musicians and genres is amazing and all without any wasted notes. In fact what I like so much with regard to this project, is the fact that Dan Costa, who is obviously classically trained as a pianist has "chops" galore on the instrument, but chooses his notes very carefully. His virtuosity is evident, but he uses it very sparingly, and all his famous guests are in the same zone … less notes but a lot of lovely, heartfelt, emotional, music. The tunes likewise on the surface technically aren't easy to perform, but in these masters' hands they are easy to digest, There is plenty of space and air on this recording, so it sinks in under your skin easily and beautifully. 'Organic' is the operative word. …“

Zanger-gitarist Dan Mangan (Vancouver) is een met tal van prijzen bekroonde grootheid in Canada. Zijn vierde album is een opus van indrukwekkende kracht en diepgang dankzij opmerkelijke muzikale eigenschappen die zich schitterend ontvouwen en pakkend hun werking doen.

So urteilt die Presse über den Drummer und Komponisten Dan Weiss: "Weiss has not only found a singular voice on his instrument — he has also put his insights to vivid compositional use." (David Adler, All About Jazz) Eingespielt wurde das aktuelle Album gemeinsam mit dem Pianisten Jacob Sacks und dem Bassisten Thomas Morgan.

Entrons dans le vif du sujet, le feu bouillonnant d’un guitariste à découvrir:  « The Rhythm Section » ouvre l’album comme un bon vieux thème bop – pourtant une composition originale de Dan Wilson - mené d’entrée par le drumming d’enfer de Jeff « Tain » Watts, la basse vibrante de Marco Panascia et le swing de Christian Sands au piano.

Voor haar nieuw project koos Lynn Cassiers begeleiders uit haar vaste pool van vrienden-muzikanten. Deze keer stapten Manolo Cabras en João Lobo mee de studio in.

Dit trio rond stemtovenares Lynn Cassiers verkent al meer dan 20 jaar, in verschillende samenstellingen en improviserend, een eigen originele sound. Dit album ontstond als thuissessie, vrij en ongedwongen, volledig geïmproviseerd en nu uitgebracht via Robalo Music.

De manière générale, on connaît peu les musiciens de la région germanophone: ainsi en est-il du guitariste Daniel Chavet. En quelques clics sur internet, on découvre qu'il a joué au Blues Sphere à Liège, à Ars Vitha à Saint-Vith, à Echternach où il enseigne avec son ami accordéoniste David Gruselle. Pour mieux connaître son parcours, le plus simple est encore de le contacter.

Für sein Debütalbum hat sich der belgische Gitarrist Daniel Chavet (guitars, compositions, all other instruments) zur Unterstützung folgende Musiker ins Boot geholt: David Arens (drums/cajon), Nicolas Dechêne (electric fretless bass), Laurent Meunier (saxophones), Daniel Gruselle (bandoneon) und Achim Bill (percussions on 2,3,7,11).

Vaker wel dan niet vindt men boeiende acts gewoon terug op de door moedige mensen ook wel eens verdedigde 30.000km², België. Daniel Dzidzonu behoort tot die niet eens zo kleine bron. Na de ep ‘Unknownland’ en de lp ‘Vikpomé’ verrast de Brusselaar met Togolese roots met een cd, een beetje het omgekeerde van wat men in de mainstream ziet, waar alle digitale releases tegenwoordig op vinyl moeten. Zijn vader had een soort brassband die kerkdiensten, huwelijken en begrafenissen opluisterde en het was dan ook voorspelbaar dat de jonge Daniel, gepokt en gemazeld, op zijn vijfde een bugel zou krijgen van papa, gevolgd door een klassieke scholing van zodra het kon. Aangezien het voor geboeide kinderen altijd meer moet zijn, kon de jongen niet wachten op de dag dat hij een luidere trompet aan de lippen mocht zetten. Vandaag doseert hij gelukkig het volume tot een warme sound.

On connaît avant tout le saxophoniste allemand Daniel Erdmann au travers du trio Das Kapital, en compagnie de Hasse Poulsen (g) et Edward Perraud (dm): les trois complices ont enregistré différents albums dont Kind of red pour Label Bleu et Plays Eisler, dédié au compositeur autrichien qui a collaboré avec Bertholt Brecht: il faut rappeler que le saxophoniste natif de Wolfsburg a étudié, de 1994 à 99, au Conservatoire Hans Eisler de Berlin.

Lors du festival Jazz Brugge de 2014, on avait pu découvrir Daniel Erdmann en compagnie de Vincent Courtois, en trio avec le saxophoniste ténor Robin Finker ("The Mediums"). Revoici le saxophoniste allemand et le violoncelliste français, en compagnie du guitariste Frank Möbus et du percussionniste suisse Samuel Rorher.

Le saxophoniste ténor allemand et le batteur français collaborent ensemble depuis 2010, à la fois comme musiciens et compositeurs.

Le saxophoniste allemand Daniel Erdmann a participé à différents trios: Das kapital, avec Hasse Poulsen (g) et Edward Perraud (dm); The Mediums, en compagnie de Vincent Courtois (cello) et Robin Finker (ts).

Das Cover des Albums zeigt uns einen Froschreiter, wie ihn auch Peter Rosegger in „Die Waldbauern“ anführt, vielleicht aber nicht ganz in der Art. Der Froschreiter bei Daniel Erdmanns Album scheint in der Galaxie unterwegs zu sein, die Lanze zur Verteidigung frontal gehalten. Einen Froschreiter findet man auch im bildhauerischen Werk des Kitzinger Künstlers Richard Rother. Woher allerdings die Idee fürs Cover des aktuellen Albums stammt, bleibt ein wenig rätselhaft. Das gilt auch für den Albumtitel. Bezieht sich der Titel auf einen Flug mit der Erfahrung von simulierter Schwerelosigkeit, wie er vom Unternehmen Zero G angeboten wird? Doch was hat das mit den Kompositionen von Daniel Erdmann zu tun, die doch eher geerdet, jedenfalls nicht schwerelos erscheinen?

Der Pianist Daniel García Diego, geb. 1983 in Salamanca, studierte am Konservatorium Castilla y León im Fach klassische Klaviermusik. Danilo Pérez, der aus Panama stammende Pianist und Grammy-Preisträger, war sein Lehrer und Mentor am Berklee College of Music in Boston. Dieser ebnete ihm auch den Weg in die Welt des Jazz.

Voor zijn zevende album trok Daniel Herskedal zich terug in een verlaten natuurgebied op de grens van Noorwegen en Zweden. Na twee weken keerde hij huiswaarts met de maquette van ‘Call For Winter’. Een reisverslag met mystieke ondertoon gehuld in nevelen van jazz en klassiek.

De nieuwste cd van Daniel Herskedal is een uiterst beladen evenwichtsoefening tussen melodie en ritmiek boordevol sfeerbeelden die reiken van het hoge noorden tot mediterrane gebieden.

“When I first heard Emilie did her own version of my tune «The Mistral Noir», I felt that she took my music to a new level. She totally caught my artistic ideas, and I had a very strong feeling that we should do a project together. I'm very grateful for the opportunity to do ‘Out Of The Fog’ as a commission for Trondheim Jazzfestival and Molde Jazz Festival in 2021 together with Emilie, and the legends Eivind Aarset & Helge Norbakken.“,  so vernehmen wir den Tubisten und Trompeter Daniel Heskedal zur Frage der Kooperation mit der Popsängerin Emilie Nicolas, die in der Vergangenheit einige Preise eingeheimst hat. Allerdings wer sich ihren stimmlichen Einlagen widmet, der wird sich an Melanie, Dusty Springfield, Sandy Shaw und andere Popdiven der 1970er Jahre erinnern. Nur gut, dass der Gesangsteil nicht so überbordend das Album definiert. Und noch eine Reminiszenz drängt sich beim Hören auf: Das Gebläse von Heskedal ist dem von Mattias Eick sehr artverwandt, es inszeniert sich als musikalisches Arrangement einer Fjord- und Fjelllandschaft, stellt die Weite in den Fokus, so als wollte Heskedal das Hardangervidda in Klangräuschen lebendig werden lassen. 

Daniel Humair est indéniablement, avec Elvin Jones et Jack Dejohnette, l'un des meilleurs batteurs de l'histoire du jazz, tant pour sa perfection technique et son inventivité que pour sa riche carrière aux multiples  rencontres.

C'est à juste titre que Daniel Humair figure parmi ces European Jazz Legends.

Der in Hamm geborene und sowohl in Hamburg als auch Arnheim ausgebildete Pianist und Hochschullehrer Daniel Masuch traf für das vorliegende Projekt „Am Rande der Welt“ auf den Recklinghäuser Bassisten Stefan Werni, der nicht nur mit der Bebop-Vokalistin Sheila Jordan zusammengearbeitet hat, sondern auch mit dem Klarinettisten Eckhardt Koltermann, dem Saxofonisten Charlie Mariano oder dem Pianisten Simon Nabatov. Beide sind versierte Musiker, die in den Bereichen Jazz, improvisierte und elektroakustische Musik beheimatet sind.

Né à Burghausen en 1979, Daniel Prandl a poursuivi ses études de piano d'abord à Mannheim puis à l'Académie Sibelius d'Helsinski. Il a déjà enregistré plusieurs albums personnels: "On the move", " Plenty of", "Ballads" avec le trompettiste Thomas Siffling et, avec le même quartet que "The hero's journey", "Fables and Fictions". Ce dernier titre est assez significatif de l'intérêt que le pianiste allemand porte à la littérature et aux mythes.

Daniel Stokart a débuté à la flûte traversière, avant de s'intéresser au saxophone.

En 2016, on découvrait Montagnes russes, un passionnant album du tromboniste français Daniel Zimmermann, enregistré en compagnie de Pierre Durand (g), Jérôme Regard (cb) et Julien Charlet (dm). Fondateur du groupe DZP avec le saxophoniste Thomas de Pourquery et d'un trio avec Manu Codjia (g) et Vincent Peirani (acc), Daniel Zimmermann a aussi fait partie du Sacre du Tympan de Fred Pallem.

Membre de nombreuses grandes formations, du Paris Jazz Big Band de Nicolas Folmer à l'ONJ de Frank Tortiller ou Le Sacre du Printemps de Fred Pallem, Daniel Zimmermann a aussi été le tromboniste de la dernière formation de Claude Nougaro (album Un été), a côtoyé François Jeanneau, Andy Emler ou Christophe Monniot et a fondé DPZ avec le saxophoniste Thomas De Pourquery (album He's looking at you). Mais il est aussi leader d'un quartet survitaminé.

Saxofonist Daniele Martini, geboren in Rome, maar nu al enige tijd gevestigd in Brussel, vormde zijn kwartet met de in onze hoofdstad zeer gewaardeerde Sardijnse contrabassist Manolo Cabras, de Portugese drummer João Lobo en mocht ook  rekenen op de super getalenteerde pianist Bram De Looze voor dit album ‘Impermanent’.

Né en 1977, le saxophoniste italien Daniele Martini a d'abord suivi ses études en Hollande avant de s'établir en Belgique à l'image de son ami sarde Manolo Cabras.

Am besten lesen wir erst einmal, was der italienische Gitarrist Daniele Morelli zu Eric Satie und dessen Komposition „Vexations“ zu sagen hat:  "The amount of memories I have thinking about Erik Satie’s music is endless, so when I heard that Off record wanted to record an entire version of Vexations with different artists I decided to give my contribution. It’s a composition which means something like annoyances. Sometimes art is virtuosism, sometimes is something else. In this case „Vexations“ is like a purification ceremony. … I decided to record the theme and its harmonisations with soundsand effects to cause even more troubles but also reflections and meditations at times." Nein, Synth oder Moog ist bei der vorliegenden Aufnahme nicht mit im Spiel. Man denkt hier und da, Morelli habe die Rufe tropischer Vögel auf Band aufgenommen und zu seinen wiederkehrenden Gitarrenläufen hinzugefügt. Ab und an nimmt man auch ein aufdringliches Schreien wahr, das entfernt wie das Kreischen von aufgeregt aufliegenden Möwen oder Sturmvögeln klingt, die glauben, ihr Nest sei bedroht.

Achter de simpele titel ‘6’ en de wederom sobere hoes schuilt ondertussen een heel verhaal van meer dan een decennium.

Über Darren Pickering lesen wir im Album-Pressetext von Rattle Records u. a.: „Darren is a jazz pianist, composer, educator, modular synthesist and session musician based in Christchurch (NZ). Some of the notable international artists he has worked with include Gordon Brisker (USA), Dick De Graf (Holland), William Parker (USA), Raed Yassin (Lebanon), Bobby Shew (USA), Jamie Oehlers (AUS), Tom Warrington (USA), Iain Ballamy (UK),  ... .“

Zwischen Oktober und Dezember 2021 entstand in sogenannten Mini-Sessions das vorliegende Album, dem noch ein zweites folgen wird, da genug Material vorhanden ist. Die Kompositionen des Albums stammen alle vom Pianisten und Komponisten Darren Pickering aus Christchurch (NZ). Neben der Arbeit mit seinem Quartett gibt es auch eine Reihe von Solo-Aufnahmen mit elektronischer Musik. Darren Pickering ist zudem mit nachstehend genannten Bands zu hören: Bits of Beck, Swim Against the Tide und Wulfie. Gemeinsam stand Pickering mit folgenden Musikern auf der Bühne: Gordon Brisker (USA), Dick De Graaf (Holland), William Parker (USA), Raed Yassin (Libanon), Bobby Shew (USA), Jamie Oehlers (AUS), Iain Ballamy (UK), Tom Warrington (USA) und neuseeländischen Musikern wie Julia Deans, LA Mitchell, Mark Vanilau, Whirimako Black, Dave Dobbyn, Anika Moa, Anna Coddington sowie dem CSC (Christchurch Symphony Orchestra).  Zum aktuellen Quartett des Pianisten aus Christchurch gehören der Gitarrist Mitch Dwyer, der Bassist Pete Fleming und der Drummer Mitch Thomas.

Wer oder was ist eigentlich Kaiju? Ist es das Krokodil-Mensch-Monster, das auf dem Cover der aktuellen CD zu sehen ist? Man muss es annehmen. Und vor diesem Monster dampft ein fetter Burger, die Mahlzeit des Monsters. Diesem Monster widmen sich die drei aus Frankreich und Belgien stammenden Musiker, der Schlagzeuger Silvain Darrifourcq und der Cellist Valentin Ceccaldi sowie der Saxofonist Manuel Hermia. Diese drei lassen uns einen ganz eigenwilligen Kosmos des Klangs erfahren, in dessen Fokus das Experimentelle steht, durchaus auch mit Verweisen an Free Jazz und Acid Jazz sowie Elektronica, so könnte man beim Zuhören meinen.

Tweede cd van dit trio dat onverminderd tekeergaat op de as gestructureerde compositie-gefundeerde freejazz.

Kaiju, être surnaturel, monstre né de l’imagination du ciné et comics japonais dont Godzilla est la référence suprême.

Grammatikalisch ist der Bandname ein No-go und eine Provokation. Es müsste ja richtiger Weise bzw. nach Konvention „Der Behälter“ heißen. Doch den Musikern um Julius Gabriel – alle irgendwie aus dem kreativen Inkubator der Essener Folkwang-Universität stammend – gelingt mit dem Namen der Band noch eine gekonnte Wortspielerei: „Das behält er“ steckt nämlich auch in der „Wortneuschöpfung“! Was da zu behalten ist, sind Wortspiel, Poesie, Wortgewalt, Satzschwall und Satzfragmente, Stichworte, Parolen, politische Botschaften, Gedankenfetzen und Ideensprünge – und zwar dann, wenn man sich auf das einlässt, was der Vokalist Ix Ende vorträgt: „Ich sehe Alles. Es ist Alles da. Wem soll ich denn DAS erklären? ich sehe alles. Es ist alles da. Wem soll ich das erklären? Das ist leider Abbildung, Realität und … „ so lautet eine vorgetragene Passage, eine andere: „Die Inversion des ewigen Geists – Das ist doch gelogen, du weißt es genau. Es ist genauso absurd, wie jede andere Behauptung. Es ist doch immer das Gleiche. Jenseits von Dem lauert Das.“ Derartige Wortgewalt lässt den Zuhörer zunächst sprachlos werden, oder?

Die Musik scheint im Moment geboren, folgt man dem Trio Das Eismeer. Alles ist im steten Fluss, scheint eine intime Verwobenheit von kristallin anmutendem Pianoklang sowie Schlagzeug-Grundierungen und Gitarren-Flirren. Entschleunigung ist angesagt, hört man dem Trio zu. Dieses besteht aus dem Gitarristen Paul Peuker, dem Pianisten Marius Moritz und dem Drummer Leon Griese. Nicht die Solos sind angesagt, sondern der Gruppenklang ist das Credo des Trios. Gleichberechtigt wird musiziert. Klänge mit Tiefenschärfe entstehen. Doch was hat das mit einem Eismeer mit schroffen Eisschollen zu tun, bedenkt man den Bandnamen?

„das GROSSe WUNDER“ präsentiert nunmehr das erste Album. Hinter dem Bandnamen verbergen sich Michael Gross und Raimund Wunderlich. Und genau aus den Nachnamen der beiden Musiker wurde der Name des Duos kreiert. Sie spielen im Duo Rahmentrommeln und verschiedene Keyboards mit Loop-Geräten. Dabei ist nach Auskunft des Duos eine Melange von Jazz, Rock, Pop, Weltmusik, Techno, Minimal und Improvisationen entstanden.

Das Kapital est un trio germano-franco-suédois.

Par les temps qui courent, que quelques-uns crient « Vive la France » doit faire du bien outre-quiévrain.

Construit en 1913 par la coopérative socialiste, l'Art Center Vooruit de Gand est un lieu culturel emblématique de la Belgique. Pour fêter les 100 ans de l'institution, le producteur Wim Wabbes a eu l'idée de demander à quatre compositeurs de revisiter 9 pièces d'Hanns Eisler, compositeur autrichien qui fut l'élève de Schoenberg à Vienne, le collaborateur de Brecht à Berlin (Schweyck in zweiten Weltkrieg, Galileo) et de Chaplin aux Etats-Unis. Il a aussi été compositeur de musique de film, pour Fritz Lang comme Jean Renoir et aussi compositeur de l'hymne national de la RDA.

Ein Dreigespann bestehend aus dem Saxofonisten und Klarinettisten Maarten Ornstein, dem Drummer Eric Hoeke und dem E-Bassist Alex Oele beschert uns einen Klanggenuss zwischen Psychedelischem Jazz, Punk und Funk reloaded. Dabei greift Maarten Ornstein hier und da auch auf eine tief gurgelnde und gurrende Klarinette zurück, eine Bassklarinette (?). Elektronische Effekte scheinen in vielen Stücken den satten klanglichen Humus zu bilden, auf dem die drei Musiker eigene Klanglinien verfolgen. Fela Kuti scheint im Übrigen hier und da mit DASH zu tanzen. Auch Hip Hop und Rap sind bisweilen nicht fern. Und immer wieder sind Tieftöner mit von der Partie und schmeißen eine Party.

DASH! begann 2004 als Oktett mit vier Sängern und einem Schlagzeuger, der das Trio ergänzte. Seitdem hat die Band sieben Alben veröffentlicht: 'DASH!' und 'Bangalore' als Oktett und 'Lowpass Heroes', 'DASH! Off', 'Boogie' und 'Rewired' als Trio. Das neueste Album 'Radio Rotor' wurde am 1. März 2024 als digitale Version zusammen mit den Noten veröffentlicht, so dass jeder die Stücke mit seinem eigenen Ensemble spielen kann.

Dave Ballou is niet de meest opvallende figuur onder trompettisten, maar hij speelt al sedert de jaren ’90 met respectabele muzikanten en gezelschappen mee. Hij kan referenties voorleggen in de klassieke muziek zowel als in de jazzwereld. In een rondje name dropping passen net zo goed grote componisten als kleppers en opkomend talent in de vrije muziek: Bach, Mark Murphy, Andrew Hill, Dave Liebman, John Hollenbeck, Tony Malaby, Michael Formanek, Davin Gray, Mario Pavone en ga zo maar door.

Inlassablement le label “The Lost Recordings” poursuit son travail d’archéologie musicale fouillant les réservoirs européens à la recherche de pépites de qualité suffisante que pour être publiées. Toujours des inédits, toujours d’une qualité musicale irréprochable, toujours d’une grande intensité émotive pour les anciens (de plus en plus rares) qui ont vécu de leurs propres yeux et oreilles ces concerts de légendes du jazz (mais aussi de la musique classique). Voici la dernière pépite de la collection : le Dave Brubeck Quartet au Concertgebouw d’Amsterdam le 26 novembre 1958 !

“Despite the fact that Glasser is an old soul in many ways, he shouldn't be mistaken for a nostalgia act… he lives in the here and now and his playing and writing continue to evolve.” So schreibt Dan Bilawsky in  All About Jazz über den Saxofonisten und Flötisten Dave Glasser, der sich auf eine moderne Fassung von Hard Bop versteht.

Après Fou Records de Jean-marc Foussat, nouveau petit tour du côté des labels improbables voués à la musique improvisée pure et dure: Evil Clown Records à l'effigie de son clown grimaçant.

In kringen die vrije muziek en free jazz genegen zijn doet de naam Dave Rempis wel een belletje rinkelen. Op zijn 22ste verving hij Mars Williams in The Vandermark Five en sindsdien is hij een heel actieve vaste waarde in de jazzscene van Chicago. Hij gaat samenwerkingen aan in de rest van Amerika en in Europa met jonger en ouder volk, bekender en minder bekend. In tot de verbeelding sprekende groepen als The Rempis Percussion Quartet en Ballister, om er maar een paar te noemen, vind je bijv. respectievelijk Ingebrigt Håker Flaten, Tim Daisy plus Frank Rosaly en Fred Lonberg-Holm plus Paal Nilssen-Love naast Rempis. Het resultaat levert steevast meer op dan louter de som der delen.

Der aus Chicago stammende Dave Schumacher ist ein versierter und vielseitiger, virtuoser Baritonsaxofonist und seit vierzig Jahren eine feste Größe in der New Yorker Jazzszene.

Amper een jaar na hun debuut ‘Bosco’ leverden drummer Dave Storey en de zijnen eind mei al de moeilijke tweede.

Een beetje extra studiotijd nadat de opnamen voor het officiële luik afgerond zijn, kan leiden tot frustraties bij herbeluistering maar soms ook tot onvoorziene mooie momenten die uiteindelijk leiden tot een volwaardige cd. Dit laatste is het verhaal achter ‘Lotus Blossom’ van de Canadese bassist Dave Young.

Alle Tracks des Albums stammen, wie angesichts des Albumtitels zu erwarten, von David Arthur Skinner. Skinner spielt also nicht wie sonst bei Alben von Pianisten bekannte Standards, die ja einen großen Teil des Jazz ausmachen, sondern eigene Kompositionen, die dennoch ihre Wurzeln, auch im Great American Songbook,  nicht verleugnen können. Hören wir dazu Skinner selbst: „I have been writing my own “standards” for many years; that is to say, writing pieces which can be approached from several angles – by anybody – without the essence of the music being lost. The pieces all exist within a framework of functional harmony and fixed structure, and I’ve played most of them with many other musicians in various settings, from jazz clubs to dance events. In this CD, the idea is to interpret my own jazz compositions in a new way, almost as if they were not mine.“.

„David Becker ist ein grundsolider Straight-ahead-Jazzgitarrist, der bereits mit zwei Grammy-Nominierungen ausgezeichnet wurde. Für „The Lonely Road“ verlässt er sein gewöhnliches Trio zugunsten eines Solo-Projekts. Allerdings bedeutet „solo“ hier nicht „eine Gitarre“, da Becker sehr gewandt ein kleines Orchester aus akustischen und elektrischen Gitarren erstehen lässt. Der überwiegende Jazz-Charakter des Albums gerät zuweilen durch eine hochstimmig klingende Steelstring in fast folkige Gefilde.“ So liest man es auf dem sogenannten Waschzettel des Labels.

On avait d'abord découvert le guitariste David Chevallier en trio avec Laurent Dehors, ensuite au sein de Tous Dehors, notamment avec Michel Massot et Michel Debrulle, puis avec le groupe Pyromanes, avec Christophe Monniot et encore Michel Massot.

On avait pu entendre Thomas Enhco (p), l'an dernier, au festival Jazz à Liège. Voici son frère David, un vrai virtuose de la trompette et son album Horizons est une réelle découverte.

David Gilmore, guitariste qui a déjà partagé scènes et studios avec de nombreuses têtes d’affiche – il joue sur l’album de Wayne Shorter « High Life », mais a aussi été partenaire de Dave Douglas, Cassandra Wilson, Don Byron, Uri Caine… - une de ses influences majeures provient de sa participation au M’Base Collective de Steve Coleman.

Gitarist David Golek is geboren uit een Poolse vader en een Frans-Algerijnse moeder. Hij groeide op in Europa, Zuid-Amerika en Israël. Momenteel verblijft hij in Amsterdam. Geen wonder dat hij verschillende soorten muziek verenigt en een brug slaat tussen culturen in zijn spirituele zoektocht. Met zijn groep Tiltan mixt hij jazz met folk en hedendaags klassiek. 

Über das neue Trio sagt der aus Vorarlberg stammende Pianist Folgendes: „Ich habe mich nach musikalischer Entschleunigung gesehnt.“ Und weiter im Hinblick auf sein vorheriges Projekt Random Control: „Mit unzähligen Instrumenten haben wir hier hantiert, sie während der Stücke mehrfach gewechselt und viele Noten gespielt. Das war oft ziemlich wild.“ Und das neue Trio? „Da geht es darum, Stimmungen zu kreieren und um Emotionen. Emotionen sind das Wichtigste in der Musik.“ Statt mit österreichischen Musikern hat sich Helbock mit Musikern aus Berlin umgeben, wo der Pianist nunmehr einen neuen Heimathafen gefunden hat.

„Es ist ein Luxus, Stücke erst mal länger live spielen und entwickeln zu können, ehe man sie aufnimmt“, stellte David Helbock auf Nachfrage nach der aktuellen CD glücklich fest. Die Partner für sein jüngstes Album, die beiden Wiener Raphael Preuschl und Herbert Pirker, lernte er bereits 2010 kennen, als er aus seiner alten Heimat Vorarlberg in die österreichische Hauptstadt gezogen war. „Die beiden sind sehr umtriebig in verschiedenen Formationen und seit 15 Jahren eine eingespielte Rhythmusgruppe“, erzählte Helbock, „ihr Spiel passt perfekt zu meinen Kompositionen.“ Nicht etwa ein konventioneller Kontrabass oder ein E-Bass ist in der Begleitband Helbocks zu finden, sondern Raphael Preuschl zupft eine Bass-Ukulele!! „Sie klingt sehr laut und perkussiv, in gewisser Weise recht afrikanisch, was gut zu meiner Musik passt“, freute sich David Helbock nach der gelungenen Einspielung der CD „Aural Colors“. Das kann man vielleicht am ehesten mit „Hörfarben“ übersetzen.

Im Pressetext von Traumton Records heißt es zu der Veröffentlichung: „David Helbock gilt nicht erst seit heute als Enfant Terrible des jungen europäischen Jazz. Selbst wer noch keinen einzigen Ton des Vorarlberger Tastenwizards gehört hat, verbindet seine äußere Erscheinung womöglich mit jenem zauselig hageren Bartgesicht unter der charakteristischen Wollmütze im Pianotastendesign, das man nicht so schnell vergisst. Helbock hat das Zeug zur Ikone. Doch unter seiner markanten Kopfbedeckung vereinen sich die unterschiedlichsten musikalischen Ideen von genial bis naheliegend, die eben nur in seinem Kopf so zusammengehen können und für jeden Außenstehenden die gegensätzlichsten Positionen besetzen.“

Wenn von diesem Trio rund um den Vorarlberger Pianisten David Helbock die Rede ist, wird zumeist der Begriff Multiinstrumentalisten in die Waagschale geworfen. Keine Frage, Johannes Bär, Andreas Broger und auch David Helbock verstehen es, mit diversen Musikinstrumenten virtuose und spannende Musik zu machen, ob mit der Piccolo-Trompete, der Tuba, dem Sousafon, dem Alphorn, der Bassklarinette, der Slide-Trompete, dem Bassdrum, der Melodica, dem Kinderpiano oder Spielzeugtröten und -flöten. Besonders wichtig ist jedoch nicht diese Vielzahl an Instrumenten, sondern dass Zufall und Kontrolle das Spiel des Trios bestimmen. Eigentlich sind ja Kontrolle und Zufall zwei Begriffe, die sich ausschließen, aber bei dem Trio Helbock-Bär-Broger passt das alles bestens zusammen.

De Noorse trompettist Arve Henriksen is een muzikale zoeker, die graag de uitdaging aangaat met andere avontuurlijke zielsverwanten waarbij afstand of herkomst geen rol speelt. Hij ging zo met drummer Teun Verbruggen een confrontatie aan in Black Swan (Rat Records 2012). Nu vond Arve de Slovaakse gitarist David Kollar (wordt 35 op 25 oktober) om op gelijkaardige wijze experimentele muziek uit te wisselen.

David Linx maakt in dit duo project een soort balans op van zijn artistiek streven en ambities vanuit het muzikale milieu waarin hij opgroeide. Voor alles was er de invloed van zijn vader, Elias Gistelinck, musicus/componist, radioproducent en stichter van Jazz Middelheim, die zich ophield in de kringen van artiesten zoals Jeanne Lee en Ran Blake, Astor Piazzolla, Léo Ferré en ook Sonny Rollins, want die vond dat los van genre of stijl het alleen maar gaat om goede en slechte muziek. David volgt die weg om zich niet te binden aan welke stijl ook en gewoon zijn eigen stijl van zingen of spelen te ontwikkelen met een energie en levenslust die uitstijgt boven alle techniciteit. En uiteindelijk een kwestie is van ritme.

Pour ce "Be my guest", David Linx a décidé de convier une quinzaine d'invités, des amis croisés de par le monde, au fur du temps.

Il suffit de quelques clics sur internet pour se rendre compte de l’étendue de la renommée internationale de Brel. Bien sûr, toutes sortes de chanteurs, dans des langues diverses, ont repris ses textes, mais pas toujours de manière convaincante (une exception pour le « Voir un ami pleurer » d’Arno ou « Les Marquises » de Jacques Mahieux). Son « Ne me quitte pas » a fait le tour du monde, de Nina Simone à Frank Sinatra, en passant par Ray Charles, Dee Dee Bridgewater, Sting ou Barbara Streisand.

Lorsqu'on jette un coup d'œil sur la production discographique de David Linx, soit une trentaine d'albums, on s'aperçoit qu'il a toujours su s'entourer.

Guillaume de Chassy en David Linx hun wegen kruisen elkaar op een avond op France Musique t.g.v. het programma "Le Mardi idéal", waar jazz, chanson en klassieke muziek elkaar ontmoeten.

Die Musiker, die an den Aufnahmen von „Ash and Bone“ beteiligt sind, sind Mark Carter (trumpet), Rachel Vernon (bass clarinet), Pat Barry (clarinet), David Long (banjo, guitars, electronics), Carolyn Mills (harp), Bridget Douglas (flute), Andrew Jarvis (tuba) und Riki Gooch (percussion and electronics).

On avait déjà entendu David Murray en solo (album ‘Solo Live’ en 1997, concert à la galerie Arthome et interview pour le magazine Jazzaround), en duo avec Mal Waldron ou Dave Burrell, en quartet avec McCoy Tyner ou Bobby Few, en quintet, en octet, à la tête de son Big Band.

Auf dem Debütalbum des Pianisten David Thomaere hören wir am Schlagzeug Antoine Pierre und am Kontrabass Felix Zurstrassen. Als Gäste kamen der Tenorsaxofonist Steven Delannoye und der Trompeter Jean-Paul Estiévenart hinzu. David Thomaere gewann 2013 den renommierten Toots Thielemans Award for ‘Jong Talent’. Nun liegt ein weitgehend von lyrischem Spiel geprägtes Album vor. Zwei der zehn Kompositionen auf dem Album stammen nicht von Thomaere, sondern im Fall von „Default“ von Atoms For Peace und bei „Lions Mouth“ von Balthazar.

Er zijn markante musici die op de achtergrond blijven. Je hoort een hele tijd niets van ze en dan staan ze met hun werk ineens weer volledig in de belangstelling. Ze krijgen de aandacht zonder deze zelf al te nadrukkelijk naar zich toe te leiden. Zoals gitarist en klankmagiër David Torn, een bekende naam.

Je kunt allerlei verklaringen bedenken voor de titel die David Venitucci aan zijn album "En équilibre" gaf.

David Virelles werd geboren in Santiago de Cuba en emigreerde in 2009 naar Canada en New York, waar hij studeerde bij Henry Threadgill.

Voor ‘Sonocardiogram’ keerde Daymé Arocena terug naar haar Cubaanse roots, zeg maar “back to basics”. Ze trok er speciaal voor naar Havanna en omringde zich met een keur aan lokale muzikanten.

Ondanks de economische realiteit worden bigbands en grote ensembles nog steeds niet gedegradeerd tot het statuut van randfenomeen. Integendeel, er is overal vernieuwde interesse voor het genre en dat tot in Vlaanderen toe. Jongste telg in de familie is het DC 11tet rond trombonist, componist en arrangeur Quinten De Craeker.

In einem klassischen Wörterbuch Niederländisch-Deutsch wird man vergebens nach dem Albumtitel suchen. Ist der Albumtitel vielleicht nur als lautmalerischer Begriff zu dechiffrieren? Steckt dahinter vielleicht Brunft und zudem Gesumme? Nun ja, das kann nur das Dreigestirn der seit zehn Jahren bestehenden Band De Beren Gieren für uns aufklären, wenn die Drei es denn wollten. Doch in den gängigen Begleittexten zur Veröffentlichung finden sich dazu keine Fingerzeige.

Das Trio mit Fulco Ottervanger (piano), Lieven Van Pee (bass) und Simon Segers (drums) hat sich für das vorliegende Album noch die portugiesische Trompeterin und Flügelhornistin Susana Santos Silva mit ins Boot geholt.

Bruno de Groote (guitar) et Ben Faes (contrebasse) en sont à leur deuxième album: “En Route” avait recueilli un succès critique enthousiaste où on relevait les accointances pop, folk et jazz du duo.

Was passiert, wenn ein Gitarrist, der in allen Facetten der Rockmusik bewandert ist, auf einen Kontrabassisten trifft, der die Klassik, den Tango und den Jazz im Blut hat? Keine Frage, dann entsteht eine sehr würzige Melange, bei der auch mal hier und da Blues, Rhythm n' Blues und der Instrumentalrock von The Ventures schwach durchscheinen. Zugleich aber ist eben auch die Klassik gegenwärtig, vor allem in den gestrichenen Basspassagen wie in „De Eenzame Treurwilg“ („Die einsame Trauerweide“). Dabei kann man sich nicht der Melancholie erwehren, die durch die Basspassagen evoziert werden. Edvard Grieg scheint dabei auch ganz nahe zu sein, auch wenn der spielerische Gitarrenklang die schwermütige Stimmung aufhellt. Für Momente meint man gar, man lausche einer sehr ausgereiften Etüde. Besonders gelungen ist das Wechselspiel zwischen dem tieftönig gefärbten akustischen Bass und der der feintönigen, teilweise sehr zart gezupften E-Gitarre. Insgesamt scheint mir das Stück eine romantische Anmutung zu besitzen. Beim Hören denkt man vielleicht an die romantische Malerei eines Caspar David Friedrich mit seiner Vorliebe für solitäre Bäume mit und ohne Schnee, im Riesengebirge oder auch anderswo.

Een cd waar je na de enkele seconderen beluistering meteen warm van wordt? Het kan zomaar met ‘Symphony For 2 Little Boys’ van het De Groote-Faes duo.  Als twee kleine kinderen stoeien beide musici onbekommerd in muziekland. Op drie nummers krijgen ze hulp van grote jongen Dave Douglas.

Net in de Warmste Week valt in de media te lezen voor welke goede doelen de Vlaming smelt en, neen, ontwikkelingssamenwerking en hulp aan vluchtelingen vallen daar niet onder. Zoals in ‘Brassed Off’ Pete Postlethwaite in de rol van terminaal zieke dirigent zijn na de sluiting van de mijnen werkloze muzikanten verdedigde: “Indien het zeehondjes of walvissen waren, stond iedereen al lang op de barricades. Maar neen, dit zijn gewone mensen.”

Vier protagonisten uit de Italiaanse improvisatiescene komen op de proppen met nieuw live materiaal.

Nein, der Albumtitel klingt nach Pink Floyd, aber die Musik gewiss nicht.

Delay 45 – der Name der Band rührt daher, dass irgendwann in der Bandgeschichte eine Probe mit einer Verzögerung von 45 Minuten begann – ist eine junge australische Band, die in Sydney residiert. Das vorliegende Album besteht aus einer achtteiligen Suite, unter anderem aus Loops und Songhaftem verschiedener Klangfärbungen bestehend. Bisweilen gibt es in der musikalischen Inszenierung Momente von sakraler Anmutung. Getragenheit und Tragik drängen sich ab und an auf. Grieg und Sibelius scheinen dann als geistige Väter präsent, oder?

Das in Sydney beheimatete Quartett Delay 45 legt nunmehr das Album „Flux“ vor. Im Pressetext des Labels Earshift Music finden sich Zeilen wie die Nachfolgenden: „Their latest work Flux explores notions of flow, movement and shape, ideas that have been developed over a number of years. Bandleader, composer and trumpeter Tom Avgenicos reflects, “an important part of the creative process was to consciously eschew the head-solo-head format commonly found in jazz, instead favouring a more fluid compositional approach that affords an interchangeable relationship between composition and improvisation.” Struktur und Spntanietät lotet die Band in „Flux“ aus, dazu zählen auch die Duette zwischen dem Bandleader und Trompeter Tom Avgenicos und dem Pianisten Roshan Kumarage. Oftmals vernehmen wir auch die Stimme des Bassisten Dave Quinn, der mit seinen Solos zu überzeugen weiß und ab und an seine „Bassriffs“  über die kristallinen Passagen des Pianisten legt.

Jezelf verwennen, daar komt het meer dan ooit op neer tegenwoordig, liefst met muziek. Als die dan rijkelijk verpakt zit in een goudkleurige doos (althans de cd-versie) krijgt dat plezier een extra waarde. We tippen ‘Beats’ van het trio Dell-Lillinger-Westergaard.

Über den Saxofonisten und Komponisten Denis Gäbel schreibt das Label im „Waschzettel“: „Sein „Jazzerweckungserlebnis“ hatte er bereits als 11-Jähriger via TV-Bildschirm. Das ZDF übertrug damals ein Konzert zum 80. Geburtstag Art Blakey’s und - „mich hat die Energie, der Sound und die Spielfreude der Musiker richtig gepackt. Natürlich hatte ich damals überhaupt keine Ahnung, was ich da eigentlich hörte, war aber von dem unglaublichen Spirit der Musik sofort restlos begeistert“, so Denis Gäbel.

Das aus Brisbane (Queensland, Australien) stammende Denson-Baartz Quartet legt aktuell das Debütalbum namens „Dark Sky“ vor. Gemeinsam leiten die Pianistin Louise Denson und die Altsaxofonistin Martha Baartz die Band. Beide sind prominente Musikerinnen in der australischen Jazzszene. Auf dem vorliegenden Album sind ausschließlich Kompositionen der beiden genannten Musikerinnen zu hören. Deren Kompositionen wurden auf dem Brisbane International Jazz Festival 2017 im Brisbane Multicultural Centre fürs Album live aufgenommen.

On connaît la passion de Jean-Marc Foussat pour la musique électro-acoustique.

On peut, de manière très distraite, en marchant ou en roulant en voiture, s'abreuver d'un fond sonore sur spotify ou une autre approximation acoustico-musicale, mais l'objet matériel cédé reste incontournable pour une génération de vrais passionnés de musique. C'est d'autant plus le cas quand il s'agit d'un coffret de 4 albums comme celui de Fou Records, enregistré par cet illuminé de Jean-Marc Foussat et accompagné d'un livret avec des textes de Bill Shoemaker et Joël Pagier.

Die Band Designers besteht aus dem studierten Physiker und in klassischer Musik ausgebildeten Joachim Florent am Kontrabass, dem aus Australien gebürtigen Will Guthrie am Schlagzeug und dem finnischen Musiker Aki Rissanen am Klavier, sprich ein klassisches Jazz-Trio. Vorliegend ist nun das gemeinsame Debütalbum. Ihre Musik, komponiert von Joachim Florent, ist, so erfahren wir, von Geometrie und Architektur inspiriert. Weiter ist über die Musik der Band Nachstehendes zu lesen: „Die Musik fließt als minimalistischer, postmoderner Klaviertrio-Jazz auf höchstem Niveau.“ Florent (aus Belgien) und Guthrie (aus Australien) leben in Nantes in Frankreich, und auch Rissanen (aus Finnland) hat enge Verbindungen zu dieser Stadt.

Le « Great American Songbook », voilà depuis ses débuts le « fonds de commerce » de Diana Krall : une voix suave magnifique, un toucher de piano d’une grande élégance.

Dick de Graaf (67) mag je terecht beschouwen als een monument in de Nederlandse jazzscene. Bij zijn 40ste verjaardag als jazzsaxofonist middenin de covid-19 lockdown groeide de inspiratie voor nieuwe composities. Dat nieuwe repertoire, opgenomen in september 2020, wordt als dubbel-lp ‘Festive’ uitgebracht met een bijgevoegd veertig pagina tellend en rijk geïllustreerd albumboek (op vinylformaat). Hierin blikt hij terug op zijn zeer actieve loopbaan vanaf de renaissance van de jazz in de jaren tachtig tot aan de recente pandemie.

Das neue Album von Didier François und Michel Bisceglia enthält entsprechend des Titels des Albums nicht nur, aber auch Flüstertöne, sehr viel Lyrisches, eine feinste Gewürzmischung von Klassik, Jazz und Weltmusik. Letzteres ist dem Perkussionisten Trilok Gurtu geschuldet, der auch einen erheblichen Vokalanteil an den aufgenommenen Kompositionen hat, ganz in der Tradition der karnatischen Musik. An drei klassische Kompositionen haben sich die Musiker um Michel Bisceglia „gewagt“,  Georg Friedrich Händels „Lascia ch’io pianga“, Guillaume de Machauts „Dame, ne regardes pas“ und Johann Kapsbergers „Toccata arpeggiata“.

Né à Bayonne, en plein pays basque pour lequel il nourrit un véritable attachement, Didier Ithursarry a découvert l'accordéon à 7 ans. Après des études à Bayonne, il rejoint la classe d'accordéon du Conservatoire National d'Orsay et fait ses premières armes sur les scènes de musique traditionnelle.

Didier Laloy - Symphonic
Dyad - Komorebi Live

Foto © Diane Cammaert

Une nouvelle création des Voyageurs de l’Espace autour des Chansons de l’Espace

Dit buitensporige Frans-Italiaans-Duits kwartet illustreert met twee nieuwe cd’s tot wat een residentie kan leiden. Het eerste deel (‘Beauty Lies’) bevat de ruwe schetsen en uitgetekende experimenten die vervolgens op het tweede deel (‘Within’) aan elkaar geplakt en gepuzzeld werden tot twee uitgesponnen hoofdstukken van elk zowat een half uur.

Pianist Diederik Wissels (60) en trompettist Andreas Polyzogopoulos (39), bekend van Tania Giannouli Trio, speelden in 2019 al samen en zochten in oktober 2020 de Igloo Studio op om hun project ‘Before You Go’ vast te leggen. Ze beschouwen het als een soort loslaten van indrukken over wat omgaat in hun leefwereld en de onwezenlijke pandemietijden. De inspiratie leggen ze bij William Faulkner die zei: “you cannot swim for new horizons until you have the courage to lose sight of the shore”.

Né à Rotterdam en 1960, Diederik Wissels est arrivé, dès 1968, à Bruxelles où il est devenu professeur du Conservatoire. Après des études à Berklee, il faut dire qu'il avait croisé Chet, Larry Schneider ou Kenny Wheeler. Sa rencontre avec David Linx débouchera sur une discographie impressionnante, qui lui permit notamment de croiser Paolo Fresu (albums Heartland et The Whistleblowers). Avec David, il voit aussi s'ouvrir une carrière française: l'album "Bandarkha" sera produit par Label Bleu.

Le présent projet est le fruit de tout un réseau d'inter-connections.

Diego Imbert s'est d'abord intéressé au violon puis à la basse électrique. C'est en 1995 qu'il opte pour la contrebasse au Conservatoire de Paris et au travers de stages avec Jean-François Jenny-Clark et Hein Van de Geyn.

Le contrebassiste Diego Imbert a côtoyé Didier Lockwood comme Biréli Lagrène avec lequel il s'est plongé dans le jazz manouche, il a enregistré 7000 Miles avec David Linx et formé un quartet avec Alex Tassel et David El Malek. Il a aussi participé à un trio avec Enrico Pieranunzi et André Ceccarelli, compagnons avec lesquels il a aussi enregistré un Tribute to Charlie Haden.

Na ‘Three 3x3 Trios’ van Laurent de Wilde een nieuwe box van een Franse jazzmuzikant die het (her)ontdekken waard is. Deze keer staat bassist Diego Imbert in de kijker met drie heruitgebrachte releases en een cd met onuitgegeven live materiaal.

Der aus Montevideo stammende Diego Piñera ist ein Meister der Rhythmik und hat seit Kindesbeinen an lateinamerikanische Musik verinnerlicht, auch wenn das aktuelle Album weit entfernt von Samba, Rumba oder Bossa ist.

Zum Einstieg gleich ein Zitat, dessen Inhalt aufhorchen lässt: „Bass-König Ilg legt tragende Akkordteppiche..., kitzelt mit vielen nur von Gitarre bekannten Techniken perkussive und andere Wundereffekte aus dem Instrument, erweitert die Klangpalette gar dahin, dass man ein veritables Didgeridoo zu hören meint. Natürlich verführt er auch mit einem der schönsten und singendsten Bass-Sounds, die die Jazzwelt zu bieten hat....“ (SZ / 2005)

Beginnen wir mit einem O-Ton von Dieter Köhnlein zu dem vorliegenden Album: „20 Jahre nachdem ich mit dem Berliner Saxofonisten Volker Schlott eine Balladen-CD im Duo veröffentlicht habe, setzte ich mich bei dieser neuen Produktion solistisch mit der Ballade auseinander. Ganz auf meine beiden anderen Vorlieben Powerplay und freie Improvisation verzichtend, habe ich versucht, die zarteren Bereiche der Musik auszuloten.“ Warum im Albumtitel von Basement die Rede ist, hängt damit zusammen, dass Dieter Köhnlein überwiegend im Keller arbeitet und lebt, allerdings mit einem Fenster, sodass das Kellerstudio nicht zwangsläufig ein düsterer Verschlag ist, sondern Licht einlässt. Wie Köhnlein dazu anmerkt, sollte man das auch in der Musik hören können.

In het kader van Europalia Indonesia kreeg Dijf Sanders carte blanche voor een eigen project. Hij trok naar ginder, maakte er veldopnamen en ging daarna aan de slag met al dit materiaal. ‘Java’ is hiervan het uiteindelijke resultaat.

John Dikeman fait partie de ces musiciens passionnés par la musique de Coltrane (surtout la dernière période en compagnie de Pharoah Sanders), d'Albert Ayler et Cecil Taylor.

Der bulgarische, in Amsterdam beheimatete Komponist und Pianist Dimitar Bodurov hat mit dem aktuellen Album sein Soloprojekt realisiert. In einem Sendungstext auf Deutschlandfunk lesen wir über Bodurov: „Das „Köln Concert“ von Keith Jarrett, das in Bulgarien auf Raubkassetten kursierte, bevor das Land sich nach Westen hin öffnete, habe ihm eine nie gehörte musikalische Welt erschlossen, sagt Bodurov. Das sei etwas Neues gewesen, das es im Jazz für ihn vorher nicht gegeben habe. Wichtige Impulse kamen auch durch das – wenngleich kurze – Studium bei dem britischen Jazzpianisten John Taylor.“

Dieses Album ist nur digital zu erwerben! Das scheint angesichts des schwindenden Marktes für Tonträger, ob CD oder Vinyl, durchaus naheliegend. Der aus Bulgarien stammende, aber schon eine Weile in den Niederlanden residierende Pianist Dimitar Bodurov hat sich mit dem Bassisten Mihail Ivanov und dem aus Schwäbisch-Gmünd stammenden, längst aber in Köln lebenden Schlagzeuger Jens Düppe zusammengetan, um die vorliegenden Aufnahmen als klassische Jazz-Trio-Formation einzuspielen.

Eine Besprechung der anderen Art ist nachstehend zu lesen, zunächst eine Übersicht und dann einige Höreindrucke, ehe zum Schluss ein „Interview“ mit dem Musikpädagogen, Gitarristen und Hochschullehrer an der Uni Eichstätt Dino Wurtinger folgt, der in Zeiten der Pandemie ein Soloalbum eingespielt hat. Doch rein solistisch ist das Album nicht in Gänze und auch rein instrumental ist es nicht. Das wird auch im nachstehenden Interview deutlich. Übrigens, das Album ist eine rein digitale Produktion. Hinweise zum Hören und Downloads finden sich unten stehend.

Na het uitbundig geflirt met electropop op ‘Wonder Trail’ komt het Britse Dinosaur nu op de proppen met een pareltje wemelend van akoestische spitsvondigheden.

Encore peu connue en Belgique, Laura Jurd est une trompettiste, compositrice et fondatrice du quartet "Dinosaur".

Toen in 2012 de cd Dirigo Rataplan verscheen, was dat de eerste van een groep onder leiding van de jonge drummer Devin Gray. Zes jaar later en een pak ervaring rijker presenteert hij een vervolg. Met dezelfde helden als toen nam hij een nieuw album op met eigen composities.

Dirk Schaadt Organ Trio hat aktuell sein Debütalbum „Time To Change“ vorgelegt. Die Band umfasst: Dirk Schaadt (hammond organ), Martin Feske (guitar) sowie Marcus Möller (drums). Dazu gesellten sich für die Aufnahmen als Gäste Matthias Bergmann (flugelhorn), Denis Gäbel (saxophone) und Ludwig Nuss (trombone). Diese Musiker sind im übrigen Vertreter der aktuellen, sehr lebendigen Kölner Jazzszene.

“Ik wil bewust geen perfecte plaat maken”

In deze bizarre tijden zeven cd’s tegelijkertijd uitbrengen. Loutere onbezonnenheid, artistieke urgentie of pure provocatie? “Ik wil zoveel mogelijk muziek aanbieden die anders geen aandacht krijgt. Er is een publiek voor, alleen moet het bestaande materiaal bekendheid krijgen,” volgens Dirk Serries, de man achter deze kamikazestunt en oprichter van het label New Wave Of Jazz.

Foto © Dirk Serries

DISTANCES ist ein 2014 gegründetes internationales Jazzquartett mit dem Pianisten Marco Ponchiroli aus Venedig, dem lettischen Saxofonisten Jan Grinbert, dem deutschen Bassisten Georg Kolb und dem bulgarischen Schlagzeuger Nevyan Lenkov. DISTANCES präsentiert zeitgenössischen Jazz, der sich konsequent zwischen romantischer italienischer Piano-Musik und energetischer poppiger Instrumental-Improvisation bewegt, getreu dem Motto: »Musik für Herz, Hüfte und Verstand.« So entnimmt man es dem sogenannten Waschzettel.

Il y avait la restauration de tableaux, de sculptures, de monuments, de cathédrales… En jazz, jusqu’à ce jour, on rééditait les anciens enregistrements en tentant d’améliorer le son d’origine.

Wir unternehmen auf dem vorliegenden Album eine musikalische Reise aus der Umgebung der Hafenstadt Cartagena, einst berüchtigt für den florierenden Sklavenhandel, bis nach Kinshasa in der Demokratischen Republik Kongo mit einem Zwischenstopp im Brüsseler Viertel Matongé, seit Jahrzehnten das Quartier derer, die aus der ehemaligen belgischen Kolonie ins „Mutterland“ ausgewandert sind. Über die Musik schrieb Simon Broughton in Songlines Magazine: „The guitars sparkle, the sax punches, the marimba bubbles, the percussion and bass create the dance groove and the vocals bring a sunny warmth. It’s super infectious. This is about a diaspora community that has come together to create something totally contemporary but fired by historical connections.“

Je dois bien avouer qu’il n’y a pas longtemps que j’ai découvert Django Bates, avec son album consacré aux Beatles et à l’album "Sgt Pepper’s Lonely Heart Club Band" plus précisément.

Das Quintett des Gitarristen Django Rowe, das das aktuelle Album eingespielt hat, besteht aus Adam Page (Saxophones, Flute), Rachel Johnston (Cello), Kyrie Anderson (Drums and Cymbals) und Dylan Paul (Bass). In der Danksagung durch Django Rowe heißt es unter anderem: „A special thanks to the Helpmann Academy for funding this project through the Mike Stewart Award - without your help this project would have remained an idea bursting at the seams waiting to come out!“ Damit wird sehr deutlich, dass auch in Australien Jazzmusik in weiten Teilen nur durch öffentliche Stipendien möglich ist.

On se souvient à Liège de ce magnifique saxophoniste qu’on a découvert sur la scène de la salle des 500 lors de la dernière édition du festival au Palais des Congrès. Une véritable gifle, une technique au-delà de la norme doublée d’une inspiration rare et d’un sens de la tradition indéniable. Ce jour-là, je me souviens que certains ne se souvenaient plus avoir entendu pareille découverte depuis le concert dans le club au sous-sol du même festival d’un certain Rosario Giuliani.

Der Altsaxofonist Dmitry Baevsky und der Pianist Jeb Patton kennen sich seit Jugendtagen, die sie in New York City verbrachten. Beide wurden damals bereits von Jazz inspiriert und setzten alles daran ihre eigene Sprache des Jazz zu finden. Dabei teilten sie die Bewunderungen für die „Giganten des Jazz“,

D'abord, une réaction d'humeur, un petit mot sur le label.

U heeft het ongetwijfeld wel eens meegemaakt. U komt op een feestje of in een club en daar wordt muziek gedraaid die meteen tot de verbeelding spreekt. Navraag bij de organisator of de DJ levert een naam op van een ensemble waar u nog nooit van heeft gehoord, hoewel de band al vele jaren aan de weg timmert.

Die aus der Demokratischen Republik Kongo stammende Sängerin und Gitarristin Dolicia Keta ist nun mit einem aktuellen Album zu hören. Keta war auch Mitglied der ersten Frauenband im Kongo namens Elefio Music. Momentan tritt sie vor allem solistisch in Erscheinung und befasst sich zudem mit dem Komponieren von Filmmusik. Ihre Musik, teilweise mit der eigenen Gitarrenbegleitung vorgetragen, gründet sich in der afrikanischen Folklore mit starker rhythmischer Ausformung.

Here's an album unlike any other I've heard - just two singers and drums in a collection of pieces by Aaron Dolman, a Montreal-based drummer, composer and improviser with a deep love of folk music, free improvisation, old toys and surprising sounds.

Dominic Miller beweert - en wij willen hem graag geloven - dat zijn muzikale spel aanzienlijk is geëvolueerd sinds hij de Welshe bassist Pino Palladino en de Franse drummer Manu Katché ontmoette.

Meer en meer Belgische muzikanten met een hart voor progrock en fusion vinden onderdak bij het New Yorkse Moonjune. Na Sh.Tg.N (met Fulco Ottervanger en Simon Segers) en Michel Delville met zijn verschillende groepen (The Wrong Object, Machine Mass, dOUBT) is toetsenist Dominique Vantomme de volgende in de rij.

Saxophoniste-ténor dont la carrière s’est déroulée et a réellement décollé en Europe, Carlos Wesley Byas, dit Don Byas, a vécu une partie de sa vie en Hollande, s’installant à Amsterdam où il disparaîtra en 1972 à l’âge de 60 ans.

Muzikale duizendpoot Don Byron vond indertijd op zijn weg de Cubaanse pianist Aruán Ortiz. Ze speelden aanvankelijk samen in grotere bezettingen maar besloten uiteindelijk om ook eens als duo de studio in te trekken. Een zeer goed idee zo blijkt op ‘Random Dances and (A)tonalities’.

Voici un album qui aurait pu ne jamais exister.

Met ‘Hooligan’ stellen Viktor Perdieus, Giotis Damianidis en Jakob Warmenbol van bij de eerste tonen iedereen gerust dat hun debuut geen toevalstreffer was. Het powertrio gaat er hard tegenaan, zij het gelukkig met de nodige schakeringen.

Momenteel maakt het Brusselse trio furore met dansvoorstellingen onder de naam Dans Kapot. ‘I Love Tempo’ vat in zes nummers samen waar het telkens om draait.

Don Marsh V is een recent Belgisch kwintet, geesteskind van pianist Wouter Van den Broeck, en samengesteld uit het kruim van de jongere Belgische jazzgeneratie.

Fondé en 2015, le trio Donder rassemble trois jeunes musiciens, tous nés en 1995 et issus du Conservatoire d'Anvers.

Das Piano-Trio Donder ist in einem Atemzug mit anderen eher avantgardistisch orientierten, belgischen Jazzbands wie De Beren Gieren, SCHNTZL und Steiger zu nennen. Nachdem die Band 2016 mit „Still“ in Eigenregie ihr Debütalbum veröffentlicht hatte, liegt nun ihr neues Album vor. Im Nachgang zum Auftritt des Trios beim Wettbewerb STORM! - organisiert durch das Kunstzentrum KAAP, JazzLab Series und das Jazzjournal Jazzmozaïek – gab es aus dem Mund einiger Jurymitglieder folgende lobende Worte: “Donder blonk uit in samenspel, de cohesie in de groep, de opbouw van de set en het gebruik van de stilte.” Wir konnten in „Written in music“ zudem lesen: “Donder is als geen andere band. Volledig in hun eigen idioom ontwikkelen ze zich verder op hun onnavolgbare muzikale weg. Wat een genot om dit jonge trio te mogen volgen.”

Mit diesem Album haben sich die Musiker auf Spurensuche begeben und sich mit alter, auch volkstümlicher Musik aus Belgien und den Niederlanden befasst. Eine wichtige Quelle für das musikalische Studium war das Archiv von Pol Heyns, der in den 1930er Jahren auf seinen Reisen Volkslieder und Tänze gesammelt hat. Nicht nur Pol Heyns verdanken die Musiker Inspirationen, sondern auch Herman Dewit, Philip Fourier, Hubert Boone, Paul Rodenko, Liliane Pauwels, Gabriëlle Vinequier, Christine Schoutetens, Hendrik Daems und Paul Collaer. „Kegeldans“ und „De zondag staat op“ basieren auf Aufnahmen, die Pol Heyns dokumentiert hat. „Een patrijze die vleigt“ basiert auf Aufnahmen von Hendrik Daems und Paul Collaer. „Mijne Jan“ hingegen ist eine traditionelle Volksweise der „niederen Lande“. Carlo Gesualdo zeichnet für das Madrigal „Io parto e non più dissi“ verantwortlich.

Op zijn nieuwste release ‘I Want More’ koppelt Donny McCaslin op visionaire wijze een rockdrive aan powerjazz. Nu al een tip voor de eindejaarslijstjes.

War Charly Chaplin ein Sinti? Oder ein Roma? Das scheint ein Brief zu suggerieren, den Chaplins Tochter Victoria 1991 fand und in dem ein gewisser Jack Hill darlegt, dass Chaplin in Smethwick geboren wurde. Dort campierten zurzeit von Chaplins Geburt Sinti und Roma mit ihren Schaustellerwagen. Chaplin, so Jack Hill, soll als Sohn einer fahrenden Artistin unter diesen Schaustellern geboren worden sein. Das also verbirgt sich hinter dem Geheimnis des Komikers Charly Chaplin, der mit „Modern Times“ und „Der große Diktator“ sehr kritische politische Filmwerke geschaffen hat. Auf dieses Filmwerk bezieht sich die Musikerin, Autorin und Aktivistin Dotschy (Michaela) Reinhardt nicht, aber auf Chaplins Liebe zur Musik und seine Herkunft. Mit ihrem Album knüpft sie außerdem an die Swingtradition des legendären Gitarristen Django Reinhardt an, der mit Stéphane Grappelli zusammen eine besondere Spielart des Swings geschaffen hat. Zu hören sind auf dem aktuellen Album Eigenkompositionen und Standards, aber auch Chaplins „Swing little Girl“.

Nun liegt das 14. Album des Gitarristen Doug MacDonald vor, der sein Quartett mit nachstehenden Musikern bestückt hat: An der Hammond B3 Organ hören wir Carey Frank, am Tenorsaxofon Bob Sheppard und an den Drums Ben Scholz. Eröffnet wird das Album mit dem Song „IT’S YOU OR NO ONE“, gefolgt von „JAZZ FOR ALL OCCASIONS“ (comp Doug MacDonald). Zu hören sind aber auch Kompositionen wie „SOMETIME AGO“ und „POOR BUTTERFLY“ sowie zum Schluss „ON THE ALAMO“. Neben „JAZZ FOR ALL OCCASIONS“ stammen „L&T“ und „HORTENSE“ aus der Feder des Bandleaders Doug MacDonald, der durch sein feinsinnige und zugleich beschwingtes Saitenspiel zu überzeugen weiß.

“La nouvelle vague du piano”, zo lijkt het wel. Eentje om met stip aan de rij toe te voegen, is het trio Down The Track.

The Next Generation of Jazz – so könnte man die Band charakterisieren, die der Stuttgarter Pianist Martin Söros ins Leben gerufen hat. Er eröffnet, so muss man den Bandnamen interpretieren, einen „Ort der musikalischen Heilbehandlung“. Musik ist in diesem Sinne als Balsam für die Seele in Zeiten des gesellschaftlichen Auseinanderfallens zu verstehen. Sinnstiftung durch Musik – durchaus ein sehr ambitioniertes Unterfangen.

Dré Pallemaerts neemt zijn tijd om heel bewust en doordacht zijn creaties te laten rijpen vooraleer ze vast te leggen. Zijn eerste album ‘Pan Harmonie’ (2007) kwam er toen hij 43 was en negen jaar later volgde ‘Coutances’ (2016) wat hij als carte blanche lanceerde op het festival ‘Jazz sous les Pommiers’ aldaar. Beide albums werden bekroond met de Klara-prijs ‘beste jazzcd’.

Doit-on encore présenter Dré Pallemaerts?

Après l’album « Pan-Harmonie » de 2007, voici « Coutances », en référence au festival normand Sous les Pommiers.

Né d’une résidence à « Jazz sous les Pommiers » à Coutances – d’où le titre de l’album – ce nouvel album du batteur Dré Pallemaerts eut pu trouver son inspiration dans les brumes du plat pays tant plane sur la quasi-totalité de l’album une douce langueur hypnotisante – Dré n’est pas pour rien le batteur de Mélanie de Biasio.

Je bent bassist bij een aantal succesrijke groepen van divers pluimage (STUFF., Hoera., Lucid Lucia) maar je wil net wat meer. Dan is een soloplaat de gedroomde uitweg. Een kennismaking met een andere zijde van Dries Laheye.

Geistige Väter von Drifter, nicht zu verwechseln mit The Drifters (!!), sind der belgische Saxofonist Nicolas Kummert und der finnische Pianist Alexi Tuomarila. Das Quartett wird durch nachstehend genannte Musiker vervollständigt: AXEL GILAIN am Kontrabass und TEUN VERBRUGGEN am Schlagzeug. Die Wenigsten werden wissen, dass es sich bei der aktuellen Band um die Wiederbelebung des Alexi-Tuomarila-Quartetts handelt. Das ist ja auch nur für Insider interessant. Teun Verbruggen, der einige eigene Projekte bei Rat Records veröffentlicht hat, und Axel Gilain, der unter anderem mit Alben bei El Negocito Records vertreten sind, sind in der belgischen Szene ebenso ein Begriff wie die beiden anderen oben genannten Musiker.

Bänkellied, Moritat, Volksweise – das stellt sich als Frage, wollte man dem Eröffnungsstück „Loose Ends“ ein Etikett verpassen. Doch wie sinnstiftend ist ein solches Etikett, zumal sich im Laufe des Stücks der Charakter wandelt und wir Hans Rikken wohl an der Klarinette erleben? Die Art seines Spiels verleiht dem Stück Beschwingtheit. Ja, was ist das denn? Im nächsten Moment nämlich vermeint man Latin Jazz zu hören, wenn Willem Jan Droog in die Tasten des Flügels greift.

Het trio Dry Speed wordt gevormd door Joachim Devillé, Thomas Olbrechts en Dirk Wauters. Samen wagen ze zich aan hedendaagse improvisatie oftewel “no-jazz” zoals ze het zelf omschrijven.

Nog een document uit de jazzgeschiedenis van de late jaren 60 en opmerkelijk van Duke Ellington omdat je hem in die periode niet zo direct zou verwachten in het Berlijn van toen waar het publiek op andere jazz gefocust was.

George Dumitriu (viola, violin, guitar), Mattia Magatelli (contrabass, electric bass) und Kristijan Krajnčan (cello, drums) sind kein konventionell-klassisches Trio, sondern aufgrund der Präsenz von Saiteninstrumenten und dem Verzicht auf das Piano in der Jazzwelt eher selten anzutreffen. Bei dem vorliegenden Album kreist alles inhaltich um rumänische Sprichwörter, die von Cornelia Popa (Mama-Mare), der Großmutter Dumitrius  in die jeweiligen Stücke eingesprochen wurden. Alle Kompositionen bis auf „Momentum“, einem Gemeinschaftswerk, stammen aus der Feder des Geigers und Gitarristen George Dumitriu, der auch für das Trio namensgebend war.

Es ist zwar nicht immer Gold, was glänzt, aber diesmal ist es der Fall.

I put this album on after a hard day and immediately found myself smiling and mesmerised by the music. It's the first duo project by pianist Sébastien Lalisse and guitarist Thomas Weirich.

French drummer Thierry Wazinlak and electric guitarist Pascal Bréchet have a persuasive presence on Bandcamp; much of their music uses heavily effected sounds with titles like "Hitting, rubbing, pinching" and tone colours to match.

Klassik, Ethno, Weltmusik – das ist die Frage bei der Musik der beiden Schwestern Mira Gregorič (violin) und Sara Gregorič (guitar). Von klein auf mit Musik umgeben haben die Geschwister  bereits im Vorschulalter gemeinsam musiziert. Der erste öffentliche Auftritt folgte bald; im Rahmen der Musikausbildung an der heutigen Slowenischen Musikschule des Landes Kärnten nahmen die beiden an Wettbewerben teil, bei denen sie erste Auszeichnungen erhielten. Das Musikstudium führte die zwei Schwestern nach Wien an die Universität für Musik und darstellende Kunst und
an die Linzer Anton Bruckner Privatuniversität, wo sie auch ihre pädagogische Ausbildung absolvierten.

Gitarist Dusan Jevtovic, gevestigd in Barcelona, weet zich in ‘City Hustling’ omringd door de legendarische nu 77-jarige Amerikaanse bassist Tony Levin (Peter Gabriel, King Crimson, …) en drummer Marko Djordjevic die zijn Balkan roots met Jevtovic deelt.

Dusan Jevtovic, Tony Levin und Marko Djordjevic – so lauten die Namen der Musiker, die sich mit dem Großstadtstress befassen. Über die Genannten und das vorliegende Album lesen wir: „… Es kommt nicht oft vor, dass eine Besetzung aus Gitarre, Bass und Schlagzeug als "Power Trio" bezeichnet wird, aber in diesem Fall verdienen die Musiker auf dieser Veröffentlichung diese etwas abgedroschene Beschreibung voll und ganz. Im Laufe des Albums bieten die Musiker dem Hörer das klangliche Äquivalent eines schrillen Marsches über überfüllte Bürgersteige, eines gemächlichen Spaziergangs durch weitläufige Einkaufszentren und eines rauschenden Neonlicht-Erlebnisses, das alle Sinne anspricht.“

De in Servië geboren maar al lang in Barcelona residerende gitarist Dusan Jevtovic is niet aan zijn proefstuk toe (dit is zijn vijfde solo-album) en liet zich opmerken via het label Moonjune Records van Leonardo Pavkovic.

Der gebürtige Serbe Dusan Jevtovic, nunmehr in Barcelona lebend, erhielt eine musikalische Erziehung, die amerikanischen Jazz, britischen Hard Rock und serbische Volksmusik einschloss. Er bekam mit 12 Jahren von seinen Eltern eine Gitarre geschenkt, nachdem er in einem Konzert zuvor den Gitarristen RM Tocak und dessen Band Smak gehört hatte. Die Band, mit der Dusan Jevtovic spielt, ist mit illustren Namen gespickt. Da sei nur der Schlagzeuger Gary Husband genannt, der unter anderem mit dem leider schon verstorbenen Gitarristen Allan Holdsworth aufgetreten ist. Wie sehr der serbische Gitarrist Dusan Jevtovic auch in der Volksmusik beheimatet ist, zeigt sich darin, dass er den Tapanspieler Aleksandar Petrov in seine Band geholt hat. Tapan ist im Übrigen eine traditionelle, in Mazedonien gespielte Trommel.

Bij het New Yorkse Moonjune Records hebben ze duidelijk oor om talent op te pikken. Denken we maar aan de reeks releases met Indonesische fusion.

Né en Croatie où il a débuté ses études musicales se consacrant pleinement à la guitare, Dusan Jevtovic s’est installé à Barcelone en 2003 et y réside depuis. On le connait surtout chez nous pour ses collaborations au label Moonjune Records où il joue et enregistre avec des musiciens comme Asaf Sirkis, Tony Levin, Markus Reuter ou Gary Husband.

Een nieuw epos van de Indonesische toetsenist Dwiki Dharmawan helemaal in het verlengde van het alom bejubelde ‘Pasar Klewer’.