Voor een studioalbum heeft 'Inenen' veel weg van een liveconcert

Coming soon! lokt de website van Solidude Records: ‘Inenen’ van het Gentse trio Bestiaal (Sebastiaan Vekeman, Jakob Haghebaert, Sebastiaan Gommeren). Vermits debuut-cd ‘Absoluut’ ons bijzonder kon en nog steeds blijft boeien, contacteerden we prompt componist en drummer Sebastiaan Vekeman.


In tegenstelling tot 'Absoluut” bevat jullie nieuwe album “slechts” 4 stukken, waarvan het eerste, ‘Beiden Vlier’, ruim 21 minuten beslaat.  Nieuwsgierigheid  bekruipt mij: hoeveel tijd van jouw leven kost het schrijven van zo’n uitgebreid stuk?

Sebastiaan Vekeman: ‘Niet zo heel veel, daar ik een nogal snelle schrijver ben. Het is te zeggen. Ik probeer zo snel als mogelijk mijn ideeën in een bepaalde schriftuur vast te leggen. Dat betekent dat ik bij aanvang van een stuk reeds de volledige duur en verloop in het hoofd kan hebben, maar opgejaagd ben door de beperkte tijdspanne van het hebben en het onthouden van die ideeën. Zodus ben ik verplicht om in de eerste fase de grove lijnen in alle spontaniteit te noteren om die vervolgens later te kunnen uitwerken.

Ik moet tijd kopen. Want ook al ben ik met enige snelheid behept, de afwerking en uitwerking vergt afstand, dus traagheid. Al laat ik me niet verleiden tot al te overdachte toespelingen, er moet zwier zijn, een soort gecontroleerde slordigheid, ik hou niet van maniërisme; de grauwheid moet reeds in de partituur zitten, dat maakt het gemakkelijker om alzo te klinken.

Resumerend, de duur van het schrijven van een stuk is ongeveer de duur van het stuk zelf, de veruiteindelijking echter kan vele momenten kennen. Zo was het ook bij 'Beiden Vlier', waarbij ik wist dat het een compositie ging worden bestaande uit verschillende delen, symfonisch van aard, waar ik gebruik wilde maken van gestagneerde beweging (tremelo's allerhande) en waar ik de gebruikelijke opbouwspanningsboog wilde doorprikken met een drietal verspreide baldadigheden.

Maar laat me vooral ook stilstaan bij wat ik niet wist of weet, want waarom zou ik anders nog schrijven, namelijk de verrassing van het schrijven in het moment zelf, de ene noot die de andere inluidt, want al het voorgaande gezwets is uiteraard niet volkomen naar de waarheid daar de analyse achteraf komt en het schrijven synthetisch is.’

In welke mate staan die 4 stukken echt “strak” op papier? Anders geformuleerd: is er nog enige of volop ruimte voor jouw kompanen om zelf hun partituur aan en in te vullen?

Sebastiaan: ‘Dat is verschillend van compositie tot compositie. Soms is de partituur zeer dwingend, soms zeer vrij, en veelal een mengeling daarvan. 'Beiden Vlier' is zo'n mengelmoes; de structuur is zeer duidelijk, opéénvolgend, maar elk afzonderlijk deel is zodanig geconcipieerd dat het een aanzet is voor elke individuele muzikant om het geponeerde idioom naar eigen smaak, onkunde of kunde, in te vullen.
'De lap in de vrucht' is een voorbeeld van wat ik de afdruk van de afdruk van de afdruk van de afdruk van de afdruk van de afdruk van wat ooit een reeds afdrukkerige compositie is geweest, noem. Waarbij de versie op de plaat de overgebleven lor is die volledig groepsmatig gedeconstrueerd is geworden (zich telkens verder verwijderend van wat ooit is geweest, het ooit dat wel blijft aangewend worden).
'XVI' is oorspronkelijk het 11de deel van een pianowerk (de tweestemmige 'Voorhoofdstudies') maar hebben we hier gebruikt als leadsheet voor bas en gitaar, waarbij de enkele noten aangewend moesten worden om de improvisaties vorm te geven.

'Honder heft zich' is een letterlijke weergave van wat de partituur gebiedt of anders gezegd een klassiek geïnterpreteerde weergave. In het algemeen is het de abstractie die mij interesseert. Wat blijft er over van melodie, harmonie, ritmiek als je ze blijft verhaspelen? Ik maak graag iets kapot, de kwintessens die dan komt bovendrijven. Dat is ook de taak van mijn kompanen, ze krijgen de ruimte om te vernielen.’


Hoe moeilijk is dat eigenlijk: als drummer componeren voor wat toch een album is waarin snaarinstrumenten een prominente rol vervullen?  Speel je zelf gitaar of bas?

Sebastiaan: ‘Laten we niet te veel stilstaan bij de techniciteiten. Ik word gedreven door de muziek op zich, om de tijd te vangen of te grijpen, een soortement onverzadigbaar noodwendig creëren, enige poëzie is mij niet vreemd.

Soit, het niet bespelen van een bepaald instrument is geenszins een restrictie. Au contraire, het geeft vrijheid en frisheid, zoals de luisteraar met het minst bevooroordeelde oor. Natuurlijk ondertussen ken ik den gitaar en den bas al vrij goed maar het is niet mijn streven om speciaal voor deze instrumenten te schrijven, het is de trio-formatie die mij intrigeert. De insteek is dat ik muziek maak en al dan niet toevallig drummer, pianist en DAWist (digital audio workstation) ben en dat ik uitgaande van die instrumenten mij kan uitdrukken naar mijn verbeelding: trio (Bestiaal), quartet (Skordatura), gebrom (Tsincuta), gepop (Gggrrreta), en andere projecten...’

Nog meer dan op de voorganger intrigeren mij de titels waarmee je de stukken extra glans geeft. Komen die originele vondsten jou gemakkelijk aanwaaien of waar vind je inspiratie voor die naamgevingen?

Sebastiaan: ‘Titels zijn er altijd. Zoals ook nu. 'In was verkeerde hij', 'Veelal verkeerdelijk getutoyeerd', 'In de braak van de boom', 'Gefaambrizzaneer'. Vanwaar die komen, dat is zoals vragen naar het waarom... Die hangen bij wijze van spreken in de lucht, net zoals de muziek, je moet enkel in de juiste/ aangepaste staat verkeren om te kunnen luisteren en vervolgens te kunnen optekenen.
Zo komen titels voor, tijdens en na het schrijven, gepaard met de teneur of verholen gepaard gaand, of slechts ter alternatief van een becijferde inventarisering. Ik durf wel eens een toevallig en intuïtief persoon te zijn. Al is de titel van de plaat 'Inenen' wel zeer bedacht gekozen en omsluit het de vier stukken: onafgebroken, plots, zonder tussenkomst; voor een studioalbum heeft 'Inenen' veel weg van een liveconcert, alles is quasi in één take op enkele uren tijd opgenomen.’

Hoe beschouwen jullie ‘Inenen’ in de levensloop van Bestiaal: een continuering op het eigenzinnige pad, of toch een zijweg ingeslagen?           

Sebastiaan: ‘Bestiaal heeft veel gezichten. Zo was 'Absoluut' het uitzetten van de Bestiale ideeën: doorgecomponeerd, geïmproviseerd, verstild, verluid, geritmeerd, gemelodiseerd, geabstraheerd, geconcretiseerd.

Alle albums die erop volgen zullen één van de Bestiale gezichten uitvergroten. 'Inenen' is het verstilde abstracte werk, labyrintisch, mysterieus of zoals Régis Dragonetti als liner notes schrijft: 'Wij hervinden onze adem in een kunstmatige wind. Dit landschap valt ons echter zwaar. Hier valt enkel kobalt te eten, niet waar meneer Gitaar? En voor de rest alles as; drie contrabassen diep'.

De opvolger, waar we al mee bezig zijn, zal concreter zijn, zal meer “liedekens” bevatten. De plaat daarna zal volledig gestoeld zijn op vrije improvisatie (de tegenhanger van onvrije improvisatie). De plaat die daarop zal volgen zal enkel uit kwartnoten bestaan. En dan de trio-plaat die uitgebracht zal worden in 2022, die een drumsolo van 80 minuten zal laten horen.’

Tekst © Paul Godderis, 30 januari 2018  -  foto’s © Yvan Haghebaert

Bestiaal – Inenen (Solidude Records SLD-007)


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet


our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst