Een gesprek met saxofoniste Kika Sprangers, Young Vip ’18

Pianist Sebastiaan van Bavel en saxofoniste Kika Sprangers zijn door de VIP stichting uitgekozen tot young Vips 2018. Zij treden daarmee in de voetsporen van o.a. Martin Fondse, Izaline Calister, Harmen Fraanje, Reinier Baas en Kapok.

Jazz’halo gaat bij beiden langs. Sprangers bevindt zich tussen twee afspraken rondom Rotterdam en stelt voor om met de interviewer af te spreken in conferentiecentrum New Babylon in Den Haag. In de koffiecorner treffen ze elkaar.


Sebastiaan van Bavel en Kika Sprangers © Karen van Gilst


Je bent uitverkoren tot Young Vip ’18. Hoe kwam dat binnen?


Kika Sprangers: Ja, hartstikke leuk. Ik kende de young VIP-tour al van voorgaande jaren. Ik ken mensen die de tour al eerder hebben gedaan en ik had het er toevallig nog met mijn vriend over, die jazzpianist is, en even later kreeg ik een telefoontje van de VIP- organisatie!

Dat is wel erg toevallig! Hoe is het om straks op al die podia te kunnen spelen?

KS: Te gek natuurlijk. Het is lastig om jezelf op de kaart te zetten als je net begint. Deze tour biedt me de mogelijkheid om op een groot aantal podia met mijn eigen muziek naar buiten te treden. Het geeft me meer zichtbaarheid. De young VIP-tour kwam dus precies op het goede moment. Ik heb tijdens en na mijn studie wel dat lijntje uitgezet zodat ik kon blijven spelen. Vanaf het derde jaar het Nationaal Jeugd Orkest en na mijn eindexamen een EP. De EP liep boven verwachting goed. Er is veel over geschreven en daardoor konden we meer concerten doen. Met young VIP kunnen we gewoon blijven spelen.”

Hoe ga je de tour aanpakken?

KS: Ik speel vooral met mijn kwintet, maar ook enkele concerten met mijn Large Ensemble (LE) . Met het LE kan ik laten zien hoe ik componeer en in het kwintet ligt er meer vrijheid voor de muzikanten om te improviseren. In het Large Ensemble is het meer uitgearrangeerd en doorgecomponeerd. Ik wil graag beide kanten belichten in deze tour. De mensen uit het kwintet spelen ook in het LE en de kwintetleden vinden het heel prettig om die afwisseling te hebben. Ik probeer ervoor te zorgen dat de organisatie zo goed gaat dat als we op het podium staan, ik nergens meer aan hoef te denken.


Kika Sprangers Quintet © Merce Wouthuysen


Wat ga je deze tour allemaal op het podium brengen? Je hebt vorig jaar de EP "Leaves of Lily" uitgebracht en wat doe je nog meer?


KS: We spelen, naast nummers van de EP, delen uit de suite die ik heb geschreven voor het grachtenfestival vorig jaar n.a.v. enkele kunstwerken van De Stijl. Daar heb ik twee stukken uit geselecteerd die we nu ook in het young VIP-repertoire gaan spelen, zowel met het LE als met het kwintet. En er is ook nieuw repertoire dat is gebaseerd op die kunstwerken. Ik heb ook echt geprobeerd om die kunst op muziek te zetten op allerlei verschillende manieren. Daarnaast heb ik nog repertoire geschreven, speciaal voor de VIP-tour. Ik wil graag verschillende dingen laten horen.

Op je EP heb je drie nummers uitgevoerd met het Large Ensemble. Hoe ga je deze nummers  uitvoeren op het podium met kwintet?

KS: Ik lever een leadsheet aan: een melodie met akkoorden en opvattingen met betrekking tot de groove. Sommige kwintetstukken had ik al en die heb ik vervolgens voor het LE gearrangeerd. Arrangement-technisch laat ik bepaalde kwintetpartijen door blazers of door de zangeressen overnemen. Dan is het een mooie aanvulling op het stuk dat er al was.

Even terug naar het begin. Je hebt vorig jaar met een negen het conservatorium verlaten. Hoe ben je met je opleiding begonnen. Had je meteen al zoiets van: “Ik ga de muziek in!”?

KS: Nou, toen ik auditeerde wist ik het nog niet. Ik had in Nijmegen al verschillende projecten opgezet, maar ik had ook andere interesses. In Utrecht speelde ik met een ensemble en er was al meteen een goede vibe en een goede connectie met de pianist. Met hem ben ik nog steeds verbonden, hij zit nu in mijn kwintet. Na die auditie ging die knop ook helemaal om en toen wist ik het. Ik was voor de vooropleiding aangenomen en ik ben vervolgens meteen aan het eerste jaar begonnen. Ik wilde in Utrecht studeren en wonen. Ik wilde er 100 % voor gaan, ensembles mee kunnen pakken. Ik heb hard moeten werken omdat ik net onder het niveau van het eerste jaar zat en halverwege het jaar was het superspannend. Het duurde even voordat ik het niveau had waar ik wilde zijn en wat de docenten van me verlangden. Aan het eind van het eerste jaar ben ik met een goed cijfer overgegaan en toen was ik qua niveau en technisch ook goed.

Het ging vooral om de techniek?

KS: Ik had in Nijmegen ook wel techniek gestudeerd en de jazztaal aangestipt, maar ik was nog niet op het niveau van het eerste jaar. Ik ben er dus vanaf dag 1 voor gegaan. Dat kon toen ook. Soms verlang ik wel terug naar die tijd, dat je van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat op je instrument kon focussen. Het is de superfocus die je kunt hebben als je studeert. Als je professioneel muzikant bent, ben je ook ondernemer, je hebt een business. Je moet alles op orde hebben. Als student is het enige waar je je zorgen over hoeft te maken dat je goed wordt op je instrument. Dat moet je onder controle zien te krijgen.

Hoe wil je die techniek verder ontwikkelen?

Ik heb me al georiënteerd op het buitenland, maar nu ligt de focus op de VIP-tour en nu moet ik het momentum pakken. Het is te gek dat ik deze kans krijg, dan ga ik niet ineens mijn koffers pakken. Maar ik ben me er van bewust dat ik op termijn nog mijn balans moet zien te vinden. Het lijkt me goed om een tijd naar het buitenland te gaan om veel uren met mijn instrument door te kunnen brengen en daarnaast zou ik nog een studie compositie willen doen. Ik heb wel de ambitie om door te studeren. Ik ben nog niet klaar.

Dat is maar goed ook.

KS: Precies, net als die oude rotten in het vak. Die zijn ook nooit klaar.


© Karen van Gilst 


Vanaf welk moment werd je tevreden over je niveau? Dat je dacht: daar kan ik misschien wel eens mijn brood mee gaan verdienen?


KS: Ik had wel vanaf het begin de drive dat ik wilde bereiken wat ik nu aan het doen ben. Vanaf mijn derde jaar voelde ik dat ik naar buiten kon treden. Ik denk wel dat je dat moet doen als je nog op het conservatorium zit. Je moet dan al lijntjes uitzetten. Ik ben toen ook gaan schrijven en ik kwam in het Nationaal Jeugd Jazz Orkest (NJJO). Dat was het opstapje naar een carrière. Martin Fondse, de artistiek leider, gaf me de vrijheid om me binnen dat orkest te ontwikkelen tot een solist die niet meer bang is om op te vallen.

Je woont nog steeds in Utrecht, de stad waar je hebt gestudeerd, maar je bent er muzikaal gezien niet blijven steken. Hoe kijk je aan tegen de schotten in de Nederlandse muziekwereld?

KS: Ik heb zelf de connectie met de rest van de muziekwereld opgezocht. Dat komt ook wel door het NJJO, want daar komt iedereen van andere conservatoria. Daarnaast zat ik in het Jong Metropole project met een klassiek orkest, daar ontmoet ik de klassieke spelers. Tegenwoordig speel ik ook met mensen uit Amsterdam en ik kom er regelmatig. Mijn vriend heeft in Rotterdam gestudeerd. Dat helpt ook om daar weer mensen te leren kennen. Nu ervaar ik die eilanden niet meer. Toen ik in Amsterdam en Rotterdam naar sessies ging toen ik nog studeerde, werd ik regelmatig benaderd met de vraag waar ik vandaan kwam. Ik proefde een leuke sfeer waar iedereen welkom was, maar waar de meeste mensen uit de stad zelf kwamen en er een 'ons kent ons'-gevoel heerste. Tegenwoordig is het een grote smeltkroes. Met leeftijdgenoten merk ik dat iedereen elkaar alles gunt. Er is gewoon een hele goede vibe. Of je nu freejazz maakt of bebop of whatever.

Het gaat verder dan jazz.

KS: Het is stijloverstijgend. Iedereen speelt met elkaar. Het is niet meer zo stijlgebonden en als je dat wel bent, dan wordt dat ook gewaardeerd. Ik vind het zelf heel erg leuk om overal iets van mee te pakken. Ik maak tijdelijke stijlkeuzes. Ik voel me heel erg thuis in mijn generatie. Ik hoor van muzikanten dat het er in het verleden wel anders aan toe ging. Dan had je de vrije vogels zoals Willem Breuker, je had de beboppers en nu is dat veel meer verspreid en open.

En de stijlen zijn niet meer verbonden aan een school.

KS: Ja, maar ik vind nog steeds wel dat de conservatoria hun deuren meer moeten openen. Er is nog te weinig uitwisseling. Als er een masterclass is in Rotterdam, dan komen er slechts een paar studenten van andere conservatoria. Het is zo belangrijk om connectie te maken.

Wat zijn je plannen voor na het project?

KS: Mijn EP was voor het publiek een eerste kennismaking met mijn muziek. Ik ben nu bezig met een conceptplaat. Ik heb verder heel veel plannen en ambities, maar ik heb ook wel geleerd om in het nu te leven en te proberen te genieten van wat er nu gebeurt. Ik ben in gedachten al tien stappen verder dan waar ik in werkelijkheid ben en dat is zonde. Maar anderzijds gebeuren er nu dingen waarvan ik vorig jaar heb gezegd: “over vijf jaar, dan zou ik daar wel willen zijn.” en nu gebeurt het ineens!

Sneller dan je had durven dromen.

KS: Ik ben niet iemand die het rustig aan doet. Ik kijk naar wat ik nu kan maken en wat er vervolgens uitkomt. Ik heb wel het idee dat mijn eigen muziek nu klaar is om aan de mensen te laten horen. Om een verhaal te vertellen met mijn muziek. Ik pluk nu vooral de vruchten van de VIP-tour en de kansen die het mij nog gaat geven. Ik geniet van alles wat er nu gebeurt.

Interview © Robin Arends
Interview verschijnt ook op draaiomjeoren.com

Info: www.kikasprangers.nl


In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet


our partners:

Clemens Communications


 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst